Koninklijk bezoek aan Varsseveld.
Om een Kind
De état major van de Japansche opleidingsschepen, die in de
haven van Marseille meerden, bracht een bezoek aan de
Wereldtentoonstelling te Parijs
Op het terrein van de watervoorziening voor 's Hertogenbosch worden de
bronnen met steenen filters uitgevoerd, daar de metalen filters aanleiding
tot aantasting gaven. Het plaatsen van één der filters in het boorgat
De Chineesch Japansche strijd. Chineesche soldaten trachten
achter een barricade hun stellingen nabij Peiping tegen Japansche troepen
te verdedigen
Een der catapult-vliegtuigen C. 11-W der Fokkerfabrieken,
bestemd voor de Nederlandsche Marine, gereed voor een
proefvlucht
riet eerste sportwatervliegtuig in Nederland, dat op Schiphol van land-
vliegtuig tot watervliegtuig werd omgebouwd, is Donderdag in de Ringvaart
nabij Schiphol te water gelaten
H. M. de Koningin bracht Donderdag een bezoek aan de
groote nijverheid- en landbouwtentoonstelling te Varsseveld,
waar de vorstin door burgemeester J. J. G. Boot (met ambts
keten) werd rondgeleid
De strijd in China.
Japansche lichte
artillerie in actie
bij de verdediging
der Japansche
concessie te Tien
tsin
FEUILLETON
ROMAN VAN NORBERT GARAI.
8)
Ten slotte vraagt hij Nicolle (Kitty con
stateert met groeiende ergernis, dat de
meer representatieve Nicolle weer eens met
meer respect wordt behandeld.... natuur
lijkals je klein bent, wordt je niet voor
vol aangezien.... altijd en eeuwig het
zelfde....) of zij d- politie zou kunnen
helpen aan een lijst met de namen der
cliënten van het Adviesbureau voor .vrou
wen. Het zou niet onmogelijk zijn, dat de
geheimzinnige bezoeker door iemand, die
de beide dames kende, op haar bureau op
merkzaam was gemaakt.
Dan tracht Benett Maud aan het spre
ken te krijgen.
Hij laat haar de foto van den vermoor
den man zien, maar het kind kijkt er nau
welijks naar en zegt, opnieuw half hui
lend:
„Kom, we gaan weg. Ik wil hier niet
meer blijven. Mammie, zeg dien mannen
toch, dat ik niet met ze praten wil...."
„Zegt dat kind mammie tegen u?" vraagt
Benett verwonderd.
Kitty glimlacht.
„Ja, we hebben al vriendschap gesloten."
Nog eens wordt het signalement van den
man, die Maud bij de beide studenten heeft
gebracht, nauwkeurig nagegaan en geno
teerd. Dan deelt Benett mede, dat de va
der van het kind reeds van een en ander
in kennis gesteld is. Het zal waarschijnlijk
wel het beste zijn om het kind voorloopig
in een of ander tehuis onder te brengen.
Nicolle is het daarmee geheel eens. Daar
zij vandaag nog willen verhuizen, zou het
kind him te veel last veroorzaken, als zij
het nog langer bij zich hielden.
Kitty staart peinzend voor zich uit.
Zou zij nu voor altijd afscheid van de
kleine Maud moeten nemen? Zij voelt dat
als iets pijnlijks. Het kind zal het niet kun
nen begrijpen, dat de nieuwe „mammie"
haar zoo maar aan vreemde menschen
overlaat en zich met een leugen van haar
afmaakt
„Meneer de inspecteur", zegt zij aarze
lend, „het komt mij voor, dat het niet in
het belang van het kind zou zijn, als...."
Plotseling krijgt haar bovende stem meer
vastheid. „Het lijkt mij het beste, dat de
vader het kind bij ons komt halen Wij
voorkomen daarmee, dat het nog eenigen
tijd in een vreemde omgevign zal moeten
doorbrengen."
Nicolle is zóó verbluft, dat ze geen woord
vermag uit te brengen. Haar gezicht is één
groot vraagteeken.
Wat is er in 's hemelsnaam met Kitty aan
de hand?
Had zij onderweg, toen zij zich naar het
politie-bureau begaven, niet nog gedeci
deerd verklaard, dat zij zich de weelde van
een dergelijke zorg niet konden veroorlo
ven, dat het de taak van het rijk was het
kind te verplegen? En nu plotseling deze
veranderde stemming!
Inspecteur Benett kijkt Kitty zoo door
dringend aan, alsof hij haar op den bodem
van haar ziel wil lezen. Op opvallend amb
telijken toon maakt hij haar er op attent,
dat de 500 pond, die zij gisteren van den
vreemdeling heeft ontvangen, voorloopig
door de politie moeten worden in beslag
genomen. De mogelijkheid is namelijk niet
uitgesloten, dat 't geld den vermoorden
ontroofd is. In verband hiermede, zouden
de dames zich dus voor een vergoeding
van eventueele onkosten, welke de ver
zorging van het kind met zich zou bren
gen, uitsluitend tot mr. Gordon, den adop-
tiefvader van het kind kunnen wenden.
„Aha", zegt Kitty en zij wordt zoo
waar rood van kwaadheid „u denkt dus,
dat wij om die vijfhonderd pond
Haastig opent zij Lar taschje en grabbelt
nerveus naar het stapeltje bankbiljetten,
dat zij met een demonstratief gebaar op
het schrijfbureau deponeert.
„Alstublieft.... vijfhonderd pond
telt u het mar even na en geeft u mij dan
een kwitantie voor dat bedrag!"
„Pardon, pardon!" haast Benett zich het
pijnlijke moment op te heffen. „Het lag
niet in mijn bedoeling u te beleedigen. Het
is slechts mijn plicht u de situatie duidelijk
te maken.
Hij glimlacht, thans een en al welwil
lendheid.
„Natuurlijk kan het kind zoo lang bij blij
ven tot de vader het afhaalt. Het is bui
tengewoon vriendelijk van u, dat u zich
zooveel moeite wilt geven."
En als Kitty dan even later met Maud
aan haar hand, maar zonder de vijfhonderd
pond, het politiebureau verlaat, zegt Ni
colle verwijtend:
„Maar Kitty, dat begrijp ik niet. Wij we
ten zelf niet hoe we het hoofd boven wa
ter moeten houden, waarvan e morgen
moeten leven en jij
Ach ja," valt Kitty haar snel in de rede,
„dat is nu eenmaal niet anders. Je mag
het vertrouwen van een mensch niet be
schamen, ook dan niet, wanneer het maar
een kind betreft. Eigenaardig: men zegt
zo o vaak, dat het beter zou zijn als arme
menschen geen kinderen hadden. Maar het
is toch zoo mooi zoo'n klein wezentje te
bezitten. Maar hoe zou jij dat ook kunnen
begrijpen, Nicolle?!"
Zij maakt een wegwerpende handbewe
ging.
„Jij hebt immers Danny...."
Nicolle verdwijnt in een publieke tele
fooncel en laat zich met de fabriek van
Danny verbinden. Natuurlijk moet zij hem
onmiddellijk van haar onderhoud met in
specteur Benett op de hoogte stellen.
„Zoo!" zegt Danny. „En de vijfhonderd
pond?"
„Die hebben we natuurlijk netjes moeten
achterlaten. Voorloopig heeft de politie er
beslag op gelegd".
Dat wist ik vooruit, dat het zoo zou loo-
pen".
Danny schijnt zeer teleurgesteld. „Met
jullie, vrouwen, doen ze ook, wat ze wil
len! Ik had moeten meegaan. Ik zou dien
inspecteur wel even verteld hebben...."
Een oogenblik schijnt hij te aarzelen; dan
besluit hij nuchter: „Nou ja, 't komt er ook
niet op aan!"
Nog eenige minuten lang discussieert het
tweetal over de verdwenen vijfhonderd
pond, doch dan wi dt het tijd om aan hun
toekomstplannen te denken. Danny zal van
middag verlof moeten vragen om de meis
jes bij haar installatie in zijn week-endhuis
behulpzaam te zijn. Zij hebben den wagen
van den groenteboer, mitsgaders Jenny,
de oude schimmel gecharterd
En dan is er nog één kwestie te bespre
ken.
Nicolle heeft in de krant een advertentie
gelezen, waarin een steno-typiste wordt ge
vraagd, goed op de hoogte van Fransch en
Duitsch. Zou zij zich bij die firma aan
melden en probeeren tijdens de vacantie
van de universiteit wat geld te verdienen?
Dany is er sterk tegen.
„Dwaasheid", meent hij ongeduldig.
Vandaag aan den dag krijg je niet zoo ge
makkelijk meer een betrekking. En hoe
vaak moest hij haar nu nog zeggen, dat zij
het niet noodig had zich door vreemden
te laten commandeer en! Als ze een beetje
zuinig waren, zouden ze best samen van
zijn salaris kunnen rondkomen. Maar na
tuurlijk moesten zij dan ook zoo spoedig
mogelijk trouwen en gaan samenwonen.
Overigens moest hij nu hun telefoonge
sprek beëindigen om niet van een of an
deren chef een uitbrander te krijgen.
Met een zucht legt Nicolle de hoor nop
de haak.
Met Danny gaan samenwonen, dat be-
teekent bij Danny's moeder intrekken, in
een klein burgerlijk milieu verzinken.
Want Danny's moeder is een vrouw, die
bij 'n verbazingwekkende lichaamsomvang
een zeer begrensde horizon bezit. Haar
voornaamste bezigheid is schoonmaken,
schoonmaken op elk uur van den dag. Haar
geestelijke ontspanning bepaalt zich tot
buurpraatjes.
Sinds het overlijden van haar man, heeft
zij zich aangewend op een irriteerend hui-
lerigen toon te spreken. Zij vermag uren
lang voordrachten te houden over de ge
heimen van de wasch, over het braden van
een kalkoen.
(Wordt vervolgd).