Wilt U iets weten? STUDIEDAGEN VAN DEN VOLKSBOND WOENSDAG 25 AUGUSTUS 1937 DE LEIDSCHE COURANT TWEEDE BI AD - PAG. 7 STAKING IN DE WERKVERSCHAFFING BIJ EINDHOVEN. Nadat Vrijdagavond op de werkverschaf fing aan het z.g. nieuwe kanaal een kort stondige staking was uitgebroken, die des middags eindigde, hebben vanochtend de twee honderd te werk gestelden wederom den arbeid neergelegd. De inspecteur van de rijkswerkverschaf fing, de heer van Hooff, heeft hun ter plaatse op het verkeerde van hun hou ding gewezen, aangezien zij thans automa tisch geschorst moeten worden, waardoor ook hun steun komt te vervallen. Vanmiddag om vier uur zou er een con ferentie met de contactcommissie worden gehouden. Naar de meening der deskundigen zou den de nieuwe accoordloonen voldoende moeten worden geacht. Naar we vernemen zal de heer K. Slomp, burgemeester van Nijeveen (Dr.) tegen 1 September a.s. eervol ontslag aanvragen. De heer Slomp, die sinds 1904 burge meester is dezer gemeente, is thans 78 jaar oud en de oudste burgemeester van ons land. Zestig jaar organist. Zaterdag a.s. zal de 74-jarige heer A. J. van der Sprong te Haastrecht (Z.-H.) den dag herdenken, waarop hij vóór 60 jaar werd aangesteld als organist van de R.K. Kerk in genoemde plaats. Minister Colijn weer op het departement. De minister-president, dr. H. Colijn heeft vanochtend op het departement van buitenlandsche zaken zijn werkzaamhe den hervat. De heer Van Marle bedankt voor benoeming als Eerste Kamerlid. Naar de „Standaard'' verneemt, zal de heer H. W. van Marle zijn benoeming tot lid der Eerste Kamer niet aannemen. Op volger op de A. R. lijst is de heer S. Siets- ma, oud-burgemeester van Oost-Dongera- deel. Week-eind-trein naar Parijs. Naar wij vernemen was de bezetting van den proef-weekeind-trein naar Parijs op 1922 dezer, van dien aard, dat de Ned. Spoorwegen besloten hebben nog maals zoon trein naar Parijs te laten loopen. Deze trein zal Donderdag 2 Sep tember a.s. van Rotterdam DP vertrek ken en Zondag d.a.v. terugkeeren. De trein zal worden ingelegd geheel volgens dezelfde dienstregeling als de eerste trein en vertrekt dus van Rotterdam DP to 22.35, met aansluiting van en naar de stations Amsterdam, Haarlem, Leiden, den Haag, Delft en Schiedam. De goed- koope prijzen blijven gehandhaafd. De N.S.B. verlaten. Naar wij vernemen heeft de heer B. van Tol voor het lidmaatschap der N.S.B. be dankt. De heer van Tol was een der on derteekenaars van de verklaring van ka tholieke N.S.B.-ers naar aanleiding van het herderlijke schrijven van het Nederlandsch Episcopaat van 24 Mei 1936.. De heer van Tol maakte ook deel uit van den raad van katholieken van de N.S.B. Vr a a g: Welke is de kortste route van Hazerswoude naar Purmerend? Hoeveel K.M.? Antwoord: Hazerswoude, Alphen, Leimuiden, Kudelstaart, Amstelveen, Am sterdam, Overtoom, Ilpendam, Purmerend. Afstand 60 K.M. Vraag: Welke is de kortste en -mooiste weg van Boskoop naar Beesd? Hoeveel K.M.? Antwoord: Boskoop, Gouda, Haas trecht, Oudewater, Montfoort, IJsselstein, Vreeswijk, Vianen, Everdingen, Beesd. Af stand 60 K.M. Vraag: a. Waar moet ik mij vervoegen voor een rijwielkaart in N.-B. en wat zijn de kosten daarvan? b. Indien ik het avontuur zonder rijwielkaart te rijden, loop ik dan kans bekeurd te worden en wat kost dat? c. Hoeveel K.M. is het van Lan- geraar via Haarlem, Alkmaar. Wieringen, Afsluitdijk, Leeuwarden, Heerenveen, Steenwijk, Meppel, Zwolle, Nijkerk, Amers foort, Utrecht naar Langeraar? Antwoord: a. U kunt kosteloos een rijwielkaart aanvragen bij de Prov. Grif fie van Noord-Brabant te 's Hertogenbosch. Postzegel van 6 cent in enveloppe met adres insluiten voor toezending, b. Waarom wilt u risico loopen als een kaart u niets kost? Er wordt zeker controle uitgeoefend en een bekeuring kost toch minstens ƒ3. c. Afstand pl.m. 400 K.M. Vraag: Welke is de beste weg van Rot terdam over de eilanden IJselmonde en Beierland naar Numansdorp, dan over naar Willemstad en verder naar Bergen op Zoom? Hoeveel K.M.? Hoeveel overzetten zijn er? Wat bedragen de kosten? Gaan de ponten geregeld? Antwoord: Rotterdam, Rhoon, over varen over Oude Maas (geregelde dienst), Klaaswaal, Numansdorp, (overvai-en naar Willemstad geregelde dienst), Dinteloord, Steenbergen, Halsteren, Bergen op Zoom. Afstand 65 K.M. De kosten der overzetve ren zijn ons niet bekend, doch bedragen in geen geval meer dan 50 cent. Groote belangstelling voor dictaturen De Bisschop woont de laatste les bij VOORHOUT, Dinsdag. Na verwelkoming door den voorzitter, werd aan dr. L. K. Kortenhorst, lid der Tweede Kamer, de gelegenheid gegeven de zevende les aan te vangen, en wel over het onderwerp: „het liberalisme". Over het liberalisme. Spreker verdeelt de stof in drie dee- len, en vraagt: lo. Is het liberalisme een werkelijke levensbeschouwing? Wat is zijn inhoud. 2o. Welke waarde heeft deze le vensbeschouwing gehad en welke heeft zij eventueel nog voor de beschaving? 3o. Is het liberalisme geschikt om andersgeaarde beschavingsvormen geestelijk tot elkander te brengen? Als antwoord op de eerste vraag, zegt spr. nu reeds met Paus Pius XI tot de slot som te komen, dat het liberalisme als le vensbeschouwing de oorsprong vormt voor talloos vele dwalingen, die tenslotte als zelfstandige wereldbeschouwingen in hun uiterlijke verschijningsvormen lijnrecht met den oervorm in strijd zijn geraakt (Di- vini Redemptoris). Het liberalisme noemt spr. dan een zich op verschillende wijzen uitende geestelijke beweging, die op het individualisme berust. Het liberalisme is niet geschikt gebleken om andersgeaarde beschavingsvormen gees telijk tot elkaar te brengen, waarmede te vens het antwoord gegeven is op de derde vraag, in den aanvang gesteld. Het afgods beeld van het individualisme ligt in stuk ken, verwoest door de ontbindenle elemen ten, die tot zijn innigste wezen behooren. Das Lied ist aus! Geen symphonie van ar chitectonische, innerlijke schoonheid en ge bondenheid heeft het liberalisme vermo gen te scheppen, doch slechts zooals Alois Demps geestig opmerkt een spreek koor, dat niet langer functioneert dan de executanten ieder voor zich dat gelieven. Menschelijke hoogmoed is de bron waar aan het liberalisme ontsproot. Met Vernon zegt spr. na: Er is nog iets ergers dan de openlijke barbaarschheid, n.l. de valsche beschaving, welke het liberalisme heeft ge bracht. De liberale grondwetsherziening van 1848 beteekent voor ons het ochtenglo- ren van een nieuwen tijd, zij bracht ons de kans van ons leven. Het Katholicisme heeft zijn volle kans nog niet gehad. Moge God, zoo besluit deze inleider, die de Weg, de Waarheid en het Leven is, door ons, Zijn medewerkers, in een herboren Christendom opnieuw de alle menschen en volkeren om vattende cultuurdgemeenschap als een tot hooger opstuwende kracht aan de ontred derde wereld deelachtig maken. Een enorm applaus, en een toevloed van vragenstellers, gevolgd door een dank woord van den voorzitter was de belooning voor deze interessante lezing. Het Marxisme. DINSDAG Des morgens waren allen om 7 uur we derom in de H. Mis present. Om half ne gen stond in de studiezaal achter het ge stoelte voor ons de heer H. J. Kuiper uit Haarlem, die tot taak had „het Marxisme" voor ons in te leiden. Deze spreker toonde ons in zijn inleiding de geestelijke con flicten tusschen het Marxisme en de 1 e- schaving. Het Marxisme is een levensbe schouwing van onverdraagzaamheid. De godsdienst is voor den Marxist de hersen schim, die de mensch zich schept om het anders ondragelijke leven dragelijk te ma ken. De godsdienst is het opium voor het volk. Bij de gematigde en religieuse so cialisten is nog te veel van de beschaving blijven hangen, hetgeen we vooral opmer ken bij de Engelsche socialisten en thans ook bij onze S.D.A.P. De Engelsche leider, vroegere minister van buitenlandsche zaken, Henderson, heeft immers gezegd, dat de godsdienst de grondslag voor de bescha ving vormt. Hij zeide o.m., dat de enke ling de gemeenschap met Jezus zoeken moest, om tot beschaving te kunnen ge raken. Na nog een uiteenzetting te hebben ge geven van den inhoud van de wetten in het Russische rijk, besluit spr. met de hoop een steentje te hebben bijgedragen aan den opbouw en de vervolmaking van de reeks van lessen over het algemeene onderwerp: „Licht en schaduw over de beschavingen". Een welverdiend applaus gaf uitdruk king aan de gevoelens van dankbaarheid der vergadering voor deze interessante les. Een kluifje vóór de soep.... Nadat de koffie in de korte recreatietijd was gebruikt, trokken alle deelnemers zich weer in de studiezaal terug, om thans te beluisteren dr. H. Moller uit Tilburg over het onderwerp der negende les: „De mo derne totaliteits-sytemen". Na een wel komstwoord van den voorzitter en dank woord voor diens bereidverklaring, ving deze inleider aan met onderscheid te maken tusschen de verschillende vormen, waarin de totale staat zich opdient. De mensch, zegt spr., is een geestelijk zelfstandig we zen, dat zijn bestemming in de eeuwigheid, in een eeuwig geestelijk bestaan vindt. Al het overige geschapene is voor den mensch gemaakt, om middel te kunnen zijn om zijn doel te bereiken. Er is niets dat op zichzelf reden van bestaan heeft, maar het zij mid del tot het doel van den mensch. Hoe is men dan tot de opvatting kunnen komen, dat de Staat er is voor zichzelf en niet voor den mensch? Als de Staat het absolute denken, de opperste openbaring is, zooals spr. aantoont aan de hónd van citaten, dan verwondert het ons niet dat bij onze Oos terburen wordt beweerd: „Wij wenschen geen andere God dan Duitschland zelf" (Hitier). „Het Fascisme is de Godheid van het Vaderland" (Mussolini), hetgeen volkomen in overeenstemming is met wat Hegel be weert, hoewel men deze landen: Duitsch land en Italië, niet kan kwalificeeren als de copie, het afdruk van Hegel's werk: „De wil van den Staat is de zedelijke wet". Ver der gaande zegt Hitier nog: „Al wat goed is voor het Duitsche volk, is zedelijk goed en recht, terwijl Mussolini nog zegt: „De Staat, als allesomvattende zedelijke wil, is schepper van het recht". Hiermede wil spr. niet tot uitdrukking doen komen dat in deze beide landen Hegel's stelsel toepassing vindt, maar zeker wel zijn grondprincipe. Ook in ons land, waar men heeft getracht zooiets van de buren na te bootsen, wer- de brochures uitgegeven. In brochure (in middels berucht geworden) 3 stond o.m. ongeveer: „Het recht is niet iets buiten of boven den Staat, maar het is de Staat zelf". Op deze brochure werden aanvallen ge pleegd, gevolg daarvan was: de plechtige afkondiging: „Brochure drie wordt inge trokken", dat wilde niet zeggen, dat men het met den inhoud daarvan niet eens zou zijn, neen, geenszins, maar men achtte het beter om met deze brochure nog een wijle te wachten, tot ons volk daarvoor wel rijp zoude zijn. Recht, waarheid, zedelijkheid, ontwikkelen zich, en nu vraagt spr. zich af: wat moet dat worden ten opzichte van eigen burgers, en ten opzichte van andere landen? „Alles" beslist de Staat alleen, o.a. ook de opvoeding enz. De Staat was, zoo werd aangetoond: de opperste openbaring, en zooals alles zich ontwikkelt, zoo zal ook de opperste openbaringen der verschillende landen zich ontwikkelen; waar gaat dat heen? Daarop geeft de totaal-staat weer het antwoord: „In ieder strijdperk is er één Staat die het recht heeft alle andere Staten aan zich te onderwerpen, met den oorlog tot middel", zegt Hegel weer. Wat moet er van de Kerk geworden bij den totalen Staat in practijk? Een samengaan is ondenkbaar, het blijft een contradictie. Als Nederlanders mogen wij blij zijn zul ke sprekende voorbeelden te hebben ont vangen van meergenoemde landen. Al hangt hier niet die Romeinsche waas om één persoon, toch mogen wij hun streven niet onderschatten. Het communisme, zegt spr., in Rusland beleeft vermoedelijk het meest bewust het dialectisch materialisme, en daarom durft spr. het gerust zeggen, dat naar zijn oor deel de beste voorbereiding van het com munisme is de totale-staatsvorm. Het zal den communist op grond van dezelfde be ginselen als waarop de totale-staatsvorm is opgebouwd, gemakkelijk, althans min der moeilijk vallen de communistische staat van het nationaal-socialisme over te nemen, als tenminste de naam „communisme" maar niet of anders genoemd wordt. Wij Nederlanders, mogen God dankbaar zijn, dat wij gewaarschuwd zijn tegen het komende gevaar, desnietemin mogen wij ons daarmede niet in slaap sussen, maar wij moeten nog meer en nog beter practisch beleven wat wij belijden in onze christe lijke levensbeschouwing. Een geweldig applaus bracht de bekro ning op deze bij uitstek interesante negen de les. Het was ongeveer tijd om ons aan tafel te begeven, doch aan de gezichten was te zien, dat van gedachten moest worden gewisseld, waarvan een zeer ruim gebruik werd gemaakt. Al was de tijd voor den aanvang van het middagmaal al verstre ken, toch werd nog van gedachten gewis seld. Het zal zeker niet teveel gezegd zijn, dat deze negende les één van de meest in teressante der tot nu toe gegeven lessen is gweest. Begrijpelijk, dat de anders zoo woordenrijke voorzitter zich min of meer verlegen gevoelde om de tolk der vergade ring te zijn om dr. Moller uit Tilburg van heeler harte dank te zeggen voor zijn ac- tueele les, welke in het brandpunt der be langstelling van alle aanwezigen heeft ge staan, hetgeen mocht worden geconstateerd uit het buitengewoon aandachtige gehoor. Maar de soep was koud geworden! De soep was door het te laat komen wel wat afgekoeld, toch deed ons het middag maal goed smaken. Vol verwachting naar de eindles, niet omdat daarmede een einde zou komen aan deze studiedagen, maar omdat daarbij de Volksbond voor het eerst officieel zou worden bezocht door Z.H.Exc. Mgr. J. P. Huibers, den beschermheer van den Volksbond in zijn diocees. Aankomst van den Bisschop van Haarlem. Onder het zingen van het: „Aan U, o Koning der Eeuwen", trad Z.H.Exc. de stu diezaal binnen, hartelijk verwelkomd door den voorzitter, den heer J. W. v. d. Ak ker. Op het podium werd o.m. plaats geno men door den spreker van deze eindles, prof. J. B. Kors, O.P., dr. A. Olierook, de zeereerw. heeren W. J. Warmenhoven, pas toor van Voorhout, L. M. v. d. Griendt, rector van de Bissch. Nijverh. School, het voltallige dagelijksche bestuur en den oud voorzitter, mede-oprichter van den Volks bond, Jan Smit. De voorz. heette Z.H.Exc. van heeler harte welkom op deze studiedagen, terwijl de „studenten" zich over de komst van hun bisschop zeer verheugden. Het is voor de eerste maal, dat wij u in ons midden zien, zeide spr., en wij maken daarom gaarne van de gelegenheid gebruik om u dank te zeggen voor uw .bereidverklaring bij de aanvaarding van uw bisschoppelijk ambt, om het beschermheerschap onzer organisa tie op u te nemen. Bij monde van den voorzitter betuigt de Volksbond zijn kin- DE ZOETERWOUDSCHE KERMIS In glorie en einde Hoewel het vast staat, dat de oude ker mis in oorsprong aan een kerkelijk feest verbonden is geweest, komt de datum niet overeen met een kerkelijke viering, die in onzen tijd nog bekend is. Het Patroon feest, H. Joannes de Dooper Onthoofding, valt op 29 Augustus en de Zoeterwoudsche kermis viel volgens de Leidsche Almanak in de eerste volle week van September. De Protestanten hebben meermalen te kennen gegeven, dat zij aan de kermis niet wilden meedoen, omdat de oorsprong daar van een Roomsch kerkelijk feest is. Wij willen, nu de a.s. Koninginnefeesten in velerlei dingen de herinneringen aan de oude kermis oproepen, eenige feiten, die nog sporadisch bekend zijn, neerschrijven. Wellicht komen nog meer van die oude en typische volksgebruiken uit de oude doos te voorschijn, waarvan er zeker nog waard zijn aan de vergetelheid ontrukt te worden. De Zoeterwoudsche kermis lag naar de ligging van de gemeente wel zeer verspreid, want te voet als men toen ging was er wel een kleine dag noodig om het weinige, waaruit zij bestond te gaan zien. Eigenlijk had 'elke herberg zijn eigen kermis, die meestal niet grooter was dan één koekkraam. In het dorp, bij het café „Het Wapen van Zoeterwoude", ter plaatse van het huis van den heer Chr. B. A. Deckers, was de voor naamste plek van de kermis. Daar stonden de kramen nog op den grond, die toebehoorden aan de Ned. Her vormde Gemeente, waaruit de gemoedelijk heid van dien tijd nog geteekend wordt. Jan de Frankrijker was daar met zijn koekkraam en op het erf van de Fa. van Niekerk stond meestal een draaimolen. Dan was er meestal ook een poffertjeskraam en ook vaak nog eenige spullen o.a. het spul van Boesnac. i De pret begon al in Leiden daar stond Jaapie Rikketik. Zeer eigenaardig is het feit, dat ook bij het café „Ruimzicht" op den hoek van den Witte Singel en Heerenstraat een koek kraam stond, de oude beroemdheid Jaap Waasdorp, bij de Leidenaars beter bekend als Jaapie de Rikketik. De grens van Zoe terwoude liep in die dagen langs den Zoe terwoudsche en Witte Singel, langs het Galgewater en zelfs de Oude Vink was nog Zoeterwoudsch grondgebied. Aan den Hooge Rijndijk was de kermis een koekkraam, waaraan de naam van Jan de Gier nog roemrijk verbonden is. In de Weipoort had men ook aan één koekkraam genoeg om een week lang ker mis te kunnen houden. Hier heeft de koek- kramer Leen de Bruijn zijn gouden feest gevierd en zijn opvolger Jan Waasdorp heeft ook het feit, dat hij 25 jaar met zijn kraampje had gestaan, feestelijk laten vie ren. Van de kermis in de Weipoort is be kend, dat daar enorm veel koek ge slagen werd. De echte amateurs kwa men 's avonds met een melkjuk naar het feest, want zij wisten vooruit, dat zij zooveel koek zouden winnen, dat dragen zonder juk niet mogelijk zou zijn! Bijna werd de koopman tot koek geslagen. Eenmaal, op het zilveren feest van Jan Waasdorp, sloegen de kermisklanten 1100 peperkoeken en honderden groote snijkoe ken op één avond stuk, toen was de voor raad op en, in groote ontevredenheid over zoo weinig zorg van dien koekkramer, wer den alle koekkisten op het blok in stukken geslagen. De koekkramer was toen maar op de vlucht geslagen, omdat hij bang was, dat zij met hem grappen zouden gaan uithalen. Van de Zoeterwoudsche kermis is bekend, dat er nooit een vechtpartij plaats heeft gehad. Eenmaal, toen een stroopersfamilie op het dorp de feestvreugde kwam versto ren, werden deze ruziemakers door de slo ten heengejaagd. Dat gaf wel eenig tumult op het feest, want naar van oud op jong nog wordt oververteld vlogen de hooge sta pels borden, die voor de poffertjeskraam stonden opgestapeld, rinkelend over de Dorpsstraat. In de Weipoort was tijdens de kermis pret al bekend, dat de verslagen tfoep op weg was, om ook daar de boel op stelten te zetten. Het defensief was toen zoo sterk dat ook daar geen inbreuk op de vredige kermisviering mogelijk was. Toch ging het er wel eens ruw van langs want onder het hossen en zingen kreeg men er wel eens plezier in om de slip jassen tot aan de kraag toe open te scheu ren, zoodat de kleermaker heel wat te doen kreeg om te zorgen, dat de mannen weer in jassen met behoorlijke splitsing naar de kerk konden gaan. Toch schijnt het, dat de Zoeterwoudsche kermis al vaker met ondergang bedreigd was, want altijd werd aan het repa- toir van de kermisbedjes toegevoegd: Belast zich met den aan- of verkoop van effec,en en 8'aa' U 1 lïH^ 9aarne ter zijde met ■y inlichtingen omtrent aandeelen of obligaties 5463 derlijke onderwerping aan zijn Bisschop. Spr. deelt in het kort mede, dat deze da gen het middel zijn geweest om de arbei ders in dit diocees nader te brengen tot hun ideaal als Volksbonders, de verhef fing van het cultureel-zedelijk leven. Spr. betuigde hartelijk dank aan Mgr. voor zijn tegenwoordigheid. Een geweldig applaus gaf blijk aan de instemming, waarna het woord werd ver leend aan den Nijmeegschen professor J. B. Kors O.P., tot het houden der laatste of tiende les met als onderwerp: „Christendom en menschelijkheid", waarop wij morgen nader zullen terugkomen. De Zoeterwoudsche kermis gaat te niet Maar de eerste vijf en twintig jaar nog niet. Eenmaal bij een heerschende besmet telijke ziekte, achtte de overheid het ge past de kermis voor dat jaar af te schaf fen waarover toch nog zooveel ontstem ming bestond, dat in de kermisweek de ruiten van het huis van den wethouder in gegooid werden. Overblijfsel van barbaarsch gebruik. De kermis, die toen van Maandag tot Vrijdagavond duurde, ging ook meestal gepaard met volksspelen. Als een oud overblijfsel van het barbaarsche kat knuppelen werd het z.g. tonknippelen twee dagen lang beoefend. Dit spel bestaat uit het gooien naar een opgehangen ton, die gevuld is met hooi, waartusschen een houten balletje is ge wikkeld. Men gooit met hardhouten knup pels in den vorm van een flesch. Degene, die nu het balletje door een worp uit de reeds stuk gegooide duigen weet te krij gen, wint de prijs. Vroeger was meestal een gouden horloge de hoofdprijs. Naar wij vernemen zal op het a.s. Oran jefeest het oude tonknuppelen weer ge speeld worden. De echte „knuppelaars" zijn meest allen uitgegooid. Sportlui van onzen tijd zullen nu moeten gaan trainen tusschen kogelstooten en discuswerpen. Een geliefkoosd spel was ook het haan sabelen; een te voren gedoodde haan werd aan de pooten opgehangen en de deelne mer aan het spel werd op eenigen afstand geblinddoekt, een sabel in de hand gege ven om dan te trachten in één slag de kop van den haan of te sabelen. Later werd in de plaats van den dooden haan een ledige flesch opgehangen en de sabel van hout gemaakt. Dit spel was wel minder wreedaardig maar werd, na een ongelukje door de glasscherven, weer afgedankt. Als je niet op de koek gevraagd werd Zeer romantisch was het gebruik van de kermiskoek. Als een kermisvrijer aan het liefje waar hij mee kermis hield een voortdurende of eeuwige liefde wilde ver klaren, kocht hij een mooie groote snij koek, met gesuikerd-zoete opschriften als: „Uit Liefde", „Uit Achting" of „Uit Vriendschap", die hij als een postillon d'amour aan het huis van de „vrijster" liet brengen. Werd hij dan na twee Zondagen nog niet op de koek gevraagd, dan gold de term „hij heeft het korstje van de koek gehad", en was de liefde niet bestendig van duur of onbeantwoord of niet goed gekeurd door de ouders. In 1898 met de Kroningsfeesten kwam er kentering in den alleroudsten vorm. Volksspelen van den nieuweren tijd wer den ingevoerd; de protestanten deden nu ook mee. Het jaar daarna werd nog verder ge gaan door oprichting van een Harddrave- rijvereeniging. In 1913 was in een maand tijd: kermis, onafhankelijkheidsfeesten en harddraverij. In de oorlogsjaren 1914—'16 weid de kermis niet gehouden. In 1917 dus mid den in den oorlog werd, mét de hard draverij, de kermis volop gevierd: mid den in den smokkeltijd werd er bij dit feest nog al een potje gebroken. Toch was de gang er uit, de harddrave rij raakte in verval en de kermis werd steeds minder. In het jaar 1920 was het de heer G. van Leeuwen (A.-R.), die in den Raad aan B. en W. het verzoek deed om met een voor stel te komen om de kermis af te schaffen, waartoe dit college niet bereid bleek. Meerdere malen is in den gemeenteraad over de afschaffing van de kermis ge sproken, maar steeds bleef het Dag. Be stuur op het standpunt: zoolang er niet een goed volksfeest in de plaats zou ge steld worden, niet tot afschaffing over te gaan. Toen echter ook de harddraverij, na 25- jarig bestaan, moest ontbonden worden, en de kermis van 1925 als een kaarsje was uitgestorven, besloot de Raad op 14 Oc tober 1925 tot afschaffing van de kermis. Nog poogden de heeren Stadhouder en Starrenburg het oude onschuldige volks vermaak te redden, maar de Burgemees ter getuigde, dat de belangstelling voor de kermis zoodanig verzwakt was, dat zij eigenlijk haar eigen dood reeds was ge storven. De kasteleins hadden geen ver gunning meer gevraagd voor dansmuziek. Wethouder Noordman verdedigde een aanval op de eer van de ontslapen kermis (als te zijn een gelegenheid tot uitspat ting) door er op te wijzen, dat deze ook op volksfeesten kunnenplaats hebben, maar dat de kermis altijd in Zoeterwoude ordelijk verloopen is. Het café „Het Wapen van Zoeterwoude" waar omheen de laatste kermispret zich nog gaande had gehouden, was ook ver dwenen en het laatste stukje kermis was bij café „het Watertje", het roemloos ein de van de eeuwenoude traditie. Koopt bij hen, die In Uw Dagblad adverfeeren

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1937 | | pagina 7