Wilt U iets weten?
STUDIEDAGEN VAN DEN VOLKSBOND
WOENSDAG 25 AUGUSTUS 1937
DE LEIDSCHE COURANT
TWEEDE BI AD - PAG. 7
STAKING IN DE WERKVERSCHAFFING
BIJ EINDHOVEN.
Nadat Vrijdagavond op de werkverschaf
fing aan het z.g. nieuwe kanaal een kort
stondige staking was uitgebroken, die des
middags eindigde, hebben vanochtend de
twee honderd te werk gestelden wederom
den arbeid neergelegd.
De inspecteur van de rijkswerkverschaf
fing, de heer van Hooff, heeft hun ter
plaatse op het verkeerde van hun hou
ding gewezen, aangezien zij thans automa
tisch geschorst moeten worden, waardoor
ook hun steun komt te vervallen.
Vanmiddag om vier uur zou er een con
ferentie met de contactcommissie worden
gehouden.
Naar de meening der deskundigen zou
den de nieuwe accoordloonen voldoende
moeten worden geacht.
Naar we vernemen zal de heer K. Slomp,
burgemeester van Nijeveen (Dr.) tegen 1
September a.s. eervol ontslag aanvragen.
De heer Slomp, die sinds 1904 burge
meester is dezer gemeente, is thans 78 jaar
oud en de oudste burgemeester van ons
land.
Zestig jaar organist.
Zaterdag a.s. zal de 74-jarige heer A. J.
van der Sprong te Haastrecht (Z.-H.) den
dag herdenken, waarop hij vóór 60 jaar
werd aangesteld als organist van de R.K.
Kerk in genoemde plaats.
Minister Colijn weer op het departement.
De minister-president, dr. H. Colijn
heeft vanochtend op het departement van
buitenlandsche zaken zijn werkzaamhe
den hervat.
De heer Van Marle bedankt voor
benoeming als Eerste Kamerlid.
Naar de „Standaard'' verneemt, zal de
heer H. W. van Marle zijn benoeming tot
lid der Eerste Kamer niet aannemen. Op
volger op de A. R. lijst is de heer S. Siets-
ma, oud-burgemeester van Oost-Dongera-
deel.
Week-eind-trein naar Parijs.
Naar wij vernemen was de bezetting
van den proef-weekeind-trein naar Parijs
op 1922 dezer, van dien aard, dat de
Ned. Spoorwegen besloten hebben nog
maals zoon trein naar Parijs te laten
loopen. Deze trein zal Donderdag 2 Sep
tember a.s. van Rotterdam DP vertrek
ken en Zondag d.a.v. terugkeeren. De
trein zal worden ingelegd geheel volgens
dezelfde dienstregeling als de eerste
trein en vertrekt dus van Rotterdam DP
to 22.35, met aansluiting van en naar de
stations Amsterdam, Haarlem, Leiden,
den Haag, Delft en Schiedam. De goed-
koope prijzen blijven gehandhaafd.
De N.S.B. verlaten.
Naar wij vernemen heeft de heer B. van
Tol voor het lidmaatschap der N.S.B. be
dankt. De heer van Tol was een der on
derteekenaars van de verklaring van ka
tholieke N.S.B.-ers naar aanleiding van het
herderlijke schrijven van het Nederlandsch
Episcopaat van 24 Mei 1936.. De heer van
Tol maakte ook deel uit van den raad van
katholieken van de N.S.B.
Vr a a g: Welke is de kortste route van
Hazerswoude naar Purmerend? Hoeveel
K.M.?
Antwoord: Hazerswoude, Alphen,
Leimuiden, Kudelstaart, Amstelveen, Am
sterdam, Overtoom, Ilpendam, Purmerend.
Afstand 60 K.M.
Vraag: Welke is de kortste en -mooiste
weg van Boskoop naar Beesd? Hoeveel
K.M.?
Antwoord: Boskoop, Gouda, Haas
trecht, Oudewater, Montfoort, IJsselstein,
Vreeswijk, Vianen, Everdingen, Beesd. Af
stand 60 K.M.
Vraag: a. Waar moet ik mij vervoegen
voor een rijwielkaart in N.-B. en wat zijn
de kosten daarvan? b. Indien ik het
avontuur zonder rijwielkaart te rijden,
loop ik dan kans bekeurd te worden en wat
kost dat? c. Hoeveel K.M. is het van Lan-
geraar via Haarlem, Alkmaar. Wieringen,
Afsluitdijk, Leeuwarden, Heerenveen,
Steenwijk, Meppel, Zwolle, Nijkerk, Amers
foort, Utrecht naar Langeraar?
Antwoord: a. U kunt kosteloos een
rijwielkaart aanvragen bij de Prov. Grif
fie van Noord-Brabant te 's Hertogenbosch.
Postzegel van 6 cent in enveloppe met
adres insluiten voor toezending, b. Waarom
wilt u risico loopen als een kaart u niets
kost? Er wordt zeker controle uitgeoefend
en een bekeuring kost toch minstens ƒ3.
c. Afstand pl.m. 400 K.M.
Vraag: Welke is de beste weg van Rot
terdam over de eilanden IJselmonde en
Beierland naar Numansdorp, dan over naar
Willemstad en verder naar Bergen op
Zoom? Hoeveel K.M.? Hoeveel overzetten
zijn er? Wat bedragen de kosten? Gaan de
ponten geregeld?
Antwoord: Rotterdam, Rhoon, over
varen over Oude Maas (geregelde dienst),
Klaaswaal, Numansdorp, (overvai-en naar
Willemstad geregelde dienst), Dinteloord,
Steenbergen, Halsteren, Bergen op Zoom.
Afstand 65 K.M. De kosten der overzetve
ren zijn ons niet bekend, doch bedragen in
geen geval meer dan 50 cent.
Groote belangstelling voor dictaturen
De Bisschop woont de laatste les bij
VOORHOUT, Dinsdag.
Na verwelkoming door den voorzitter,
werd aan dr. L. K. Kortenhorst, lid der
Tweede Kamer, de gelegenheid gegeven de
zevende les aan te vangen, en wel over het
onderwerp: „het liberalisme".
Over het liberalisme.
Spreker verdeelt de stof in drie dee-
len, en vraagt: lo. Is het liberalisme een
werkelijke levensbeschouwing? Wat is zijn
inhoud. 2o. Welke waarde heeft deze le
vensbeschouwing gehad en welke heeft zij
eventueel nog voor de beschaving? 3o. Is
het liberalisme geschikt om andersgeaarde
beschavingsvormen geestelijk tot elkander
te brengen?
Als antwoord op de eerste vraag, zegt
spr. nu reeds met Paus Pius XI tot de slot
som te komen, dat het liberalisme als le
vensbeschouwing de oorsprong vormt voor
talloos vele dwalingen, die tenslotte als
zelfstandige wereldbeschouwingen in hun
uiterlijke verschijningsvormen lijnrecht
met den oervorm in strijd zijn geraakt (Di-
vini Redemptoris).
Het liberalisme noemt spr. dan een zich
op verschillende wijzen uitende geestelijke
beweging, die op het individualisme berust.
Het liberalisme is niet geschikt gebleken
om andersgeaarde beschavingsvormen gees
telijk tot elkaar te brengen, waarmede te
vens het antwoord gegeven is op de derde
vraag, in den aanvang gesteld. Het afgods
beeld van het individualisme ligt in stuk
ken, verwoest door de ontbindenle elemen
ten, die tot zijn innigste wezen behooren.
Das Lied ist aus! Geen symphonie van ar
chitectonische, innerlijke schoonheid en ge
bondenheid heeft het liberalisme vermo
gen te scheppen, doch slechts zooals
Alois Demps geestig opmerkt een spreek
koor, dat niet langer functioneert dan de
executanten ieder voor zich dat gelieven.
Menschelijke hoogmoed is de bron waar
aan het liberalisme ontsproot. Met Vernon
zegt spr. na: Er is nog iets ergers dan de
openlijke barbaarschheid, n.l. de valsche
beschaving, welke het liberalisme heeft ge
bracht. De liberale grondwetsherziening
van 1848 beteekent voor ons het ochtenglo-
ren van een nieuwen tijd, zij bracht ons de
kans van ons leven. Het Katholicisme heeft
zijn volle kans nog niet gehad. Moge God,
zoo besluit deze inleider, die de Weg, de
Waarheid en het Leven is, door ons, Zijn
medewerkers, in een herboren Christendom
opnieuw de alle menschen en volkeren om
vattende cultuurdgemeenschap als een tot
hooger opstuwende kracht aan de ontred
derde wereld deelachtig maken.
Een enorm applaus, en een toevloed van
vragenstellers, gevolgd door een dank
woord van den voorzitter was de belooning
voor deze interessante lezing.
Het Marxisme.
DINSDAG
Des morgens waren allen om 7 uur we
derom in de H. Mis present. Om half ne
gen stond in de studiezaal achter het ge
stoelte voor ons de heer H. J. Kuiper uit
Haarlem, die tot taak had „het Marxisme"
voor ons in te leiden. Deze spreker toonde
ons in zijn inleiding de geestelijke con
flicten tusschen het Marxisme en de 1 e-
schaving. Het Marxisme is een levensbe
schouwing van onverdraagzaamheid. De
godsdienst is voor den Marxist de hersen
schim, die de mensch zich schept om het
anders ondragelijke leven dragelijk te ma
ken. De godsdienst is het opium voor het
volk. Bij de gematigde en religieuse so
cialisten is nog te veel van de beschaving
blijven hangen, hetgeen we vooral opmer
ken bij de Engelsche socialisten en thans
ook bij onze S.D.A.P. De Engelsche leider,
vroegere minister van buitenlandsche zaken,
Henderson, heeft immers gezegd, dat de
godsdienst de grondslag voor de bescha
ving vormt. Hij zeide o.m., dat de enke
ling de gemeenschap met Jezus zoeken
moest, om tot beschaving te kunnen ge
raken.
Na nog een uiteenzetting te hebben ge
geven van den inhoud van de wetten in
het Russische rijk, besluit spr. met de hoop
een steentje te hebben bijgedragen aan den
opbouw en de vervolmaking van de reeks
van lessen over het algemeene onderwerp:
„Licht en schaduw over de beschavingen".
Een welverdiend applaus gaf uitdruk
king aan de gevoelens van dankbaarheid
der vergadering voor deze interessante les.
Een kluifje vóór de soep....
Nadat de koffie in de korte recreatietijd
was gebruikt, trokken alle deelnemers zich
weer in de studiezaal terug, om thans te
beluisteren dr. H. Moller uit Tilburg over
het onderwerp der negende les: „De mo
derne totaliteits-sytemen". Na een wel
komstwoord van den voorzitter en dank
woord voor diens bereidverklaring, ving
deze inleider aan met onderscheid te maken
tusschen de verschillende vormen, waarin
de totale staat zich opdient. De mensch,
zegt spr., is een geestelijk zelfstandig we
zen, dat zijn bestemming in de eeuwigheid,
in een eeuwig geestelijk bestaan vindt. Al
het overige geschapene is voor den mensch
gemaakt, om middel te kunnen zijn om zijn
doel te bereiken. Er is niets dat op zichzelf
reden van bestaan heeft, maar het zij mid
del tot het doel van den mensch. Hoe is
men dan tot de opvatting kunnen komen,
dat de Staat er is voor zichzelf en niet voor
den mensch? Als de Staat het absolute
denken, de opperste openbaring is, zooals
spr. aantoont aan de hónd van citaten, dan
verwondert het ons niet dat bij onze Oos
terburen wordt beweerd: „Wij wenschen
geen andere God dan Duitschland zelf"
(Hitier).
„Het Fascisme is de Godheid van het
Vaderland" (Mussolini), hetgeen volkomen
in overeenstemming is met wat Hegel be
weert, hoewel men deze landen: Duitsch
land en Italië, niet kan kwalificeeren als
de copie, het afdruk van Hegel's werk: „De
wil van den Staat is de zedelijke wet". Ver
der gaande zegt Hitier nog: „Al wat goed
is voor het Duitsche volk, is zedelijk goed
en recht, terwijl Mussolini nog zegt: „De
Staat, als allesomvattende zedelijke wil, is
schepper van het recht". Hiermede wil spr.
niet tot uitdrukking doen komen dat in
deze beide landen Hegel's stelsel toepassing
vindt, maar zeker wel zijn grondprincipe.
Ook in ons land, waar men heeft getracht
zooiets van de buren na te bootsen, wer-
de brochures uitgegeven. In brochure (in
middels berucht geworden) 3 stond o.m.
ongeveer: „Het recht is niet iets buiten of
boven den Staat, maar het is de Staat zelf".
Op deze brochure werden aanvallen ge
pleegd, gevolg daarvan was: de plechtige
afkondiging: „Brochure drie wordt inge
trokken", dat wilde niet zeggen, dat men
het met den inhoud daarvan niet eens zou
zijn, neen, geenszins, maar men achtte het
beter om met deze brochure nog een wijle
te wachten, tot ons volk daarvoor wel rijp
zoude zijn. Recht, waarheid, zedelijkheid,
ontwikkelen zich, en nu vraagt spr. zich
af: wat moet dat worden ten opzichte van
eigen burgers, en ten opzichte van andere
landen? „Alles" beslist de Staat alleen, o.a.
ook de opvoeding enz. De Staat was, zoo
werd aangetoond: de opperste openbaring,
en zooals alles zich ontwikkelt, zoo zal ook
de opperste openbaringen der verschillende
landen zich ontwikkelen; waar gaat dat
heen? Daarop geeft de totaal-staat weer
het antwoord: „In ieder strijdperk is er
één Staat die het recht heeft alle andere
Staten aan zich te onderwerpen, met den
oorlog tot middel", zegt Hegel weer. Wat
moet er van de Kerk geworden bij den
totalen Staat in practijk? Een samengaan
is ondenkbaar, het blijft een contradictie.
Als Nederlanders mogen wij blij zijn zul
ke sprekende voorbeelden te hebben ont
vangen van meergenoemde landen. Al
hangt hier niet die Romeinsche waas om
één persoon, toch mogen wij hun streven
niet onderschatten.
Het communisme, zegt spr., in Rusland
beleeft vermoedelijk het meest bewust het
dialectisch materialisme, en daarom durft
spr. het gerust zeggen, dat naar zijn oor
deel de beste voorbereiding van het com
munisme is de totale-staatsvorm. Het zal
den communist op grond van dezelfde be
ginselen als waarop de totale-staatsvorm
is opgebouwd, gemakkelijk, althans min
der moeilijk vallen de communistische staat
van het nationaal-socialisme over te nemen,
als tenminste de naam „communisme" maar
niet of anders genoemd wordt.
Wij Nederlanders, mogen God dankbaar
zijn, dat wij gewaarschuwd zijn tegen het
komende gevaar, desnietemin mogen wij
ons daarmede niet in slaap sussen, maar
wij moeten nog meer en nog beter practisch
beleven wat wij belijden in onze christe
lijke levensbeschouwing.
Een geweldig applaus bracht de bekro
ning op deze bij uitstek interesante negen
de les. Het was ongeveer tijd om ons aan
tafel te begeven, doch aan de gezichten was
te zien, dat van gedachten moest worden
gewisseld, waarvan een zeer ruim gebruik
werd gemaakt. Al was de tijd voor den
aanvang van het middagmaal al verstre
ken, toch werd nog van gedachten gewis
seld. Het zal zeker niet teveel gezegd zijn,
dat deze negende les één van de meest in
teressante der tot nu toe gegeven lessen
is gweest. Begrijpelijk, dat de anders zoo
woordenrijke voorzitter zich min of meer
verlegen gevoelde om de tolk der vergade
ring te zijn om dr. Moller uit Tilburg van
heeler harte dank te zeggen voor zijn ac-
tueele les, welke in het brandpunt der be
langstelling van alle aanwezigen heeft ge
staan, hetgeen mocht worden geconstateerd
uit het buitengewoon aandachtige gehoor.
Maar de soep was koud
geworden!
De soep was door het te laat komen wel
wat afgekoeld, toch deed ons het middag
maal goed smaken. Vol verwachting naar
de eindles, niet omdat daarmede een einde
zou komen aan deze studiedagen, maar
omdat daarbij de Volksbond voor het eerst
officieel zou worden bezocht door Z.H.Exc.
Mgr. J. P. Huibers, den beschermheer van
den Volksbond in zijn diocees.
Aankomst van den Bisschop
van Haarlem.
Onder het zingen van het: „Aan U, o
Koning der Eeuwen", trad Z.H.Exc. de stu
diezaal binnen, hartelijk verwelkomd door
den voorzitter, den heer J. W. v. d. Ak
ker. Op het podium werd o.m. plaats geno
men door den spreker van deze eindles,
prof. J. B. Kors, O.P., dr. A. Olierook, de
zeereerw. heeren W. J. Warmenhoven, pas
toor van Voorhout, L. M. v. d. Griendt,
rector van de Bissch. Nijverh. School, het
voltallige dagelijksche bestuur en den oud
voorzitter, mede-oprichter van den Volks
bond, Jan Smit.
De voorz. heette Z.H.Exc. van heeler
harte welkom op deze studiedagen, terwijl
de „studenten" zich over de komst van hun
bisschop zeer verheugden. Het is voor de
eerste maal, dat wij u in ons midden zien,
zeide spr., en wij maken daarom gaarne
van de gelegenheid gebruik om u dank te
zeggen voor uw .bereidverklaring bij de
aanvaarding van uw bisschoppelijk ambt,
om het beschermheerschap onzer organisa
tie op u te nemen. Bij monde van den
voorzitter betuigt de Volksbond zijn kin-
DE ZOETERWOUDSCHE
KERMIS
In glorie en einde
Hoewel het vast staat, dat de oude ker
mis in oorsprong aan een kerkelijk
feest verbonden is geweest, komt de datum
niet overeen met een kerkelijke viering, die
in onzen tijd nog bekend is. Het Patroon
feest, H. Joannes de Dooper Onthoofding,
valt op 29 Augustus en de Zoeterwoudsche
kermis viel volgens de Leidsche Almanak
in de eerste volle week van September.
De Protestanten hebben meermalen te
kennen gegeven, dat zij aan de kermis niet
wilden meedoen, omdat de oorsprong daar
van een Roomsch kerkelijk feest is.
Wij willen, nu de a.s. Koninginnefeesten
in velerlei dingen de herinneringen aan de
oude kermis oproepen, eenige feiten, die
nog sporadisch bekend zijn, neerschrijven.
Wellicht komen nog meer van die oude en
typische volksgebruiken uit de oude doos
te voorschijn, waarvan er zeker nog waard
zijn aan de vergetelheid ontrukt te worden.
De Zoeterwoudsche kermis lag naar
de ligging van de gemeente wel zeer
verspreid, want te voet als men toen
ging was er wel een kleine dag
noodig om het weinige, waaruit zij
bestond te gaan zien.
Eigenlijk had 'elke herberg zijn eigen
kermis, die meestal niet grooter was
dan één koekkraam.
In het dorp, bij het café „Het Wapen van
Zoeterwoude", ter plaatse van het huis van
den heer Chr. B. A. Deckers, was de voor
naamste plek van de kermis.
Daar stonden de kramen nog op den
grond, die toebehoorden aan de Ned. Her
vormde Gemeente, waaruit de gemoedelijk
heid van dien tijd nog geteekend wordt.
Jan de Frankrijker was daar met zijn
koekkraam en op het erf van de Fa. van
Niekerk stond meestal een draaimolen. Dan
was er meestal ook een poffertjeskraam en
ook vaak nog eenige spullen o.a. het spul
van Boesnac.
i
De pret begon al in Leiden
daar stond Jaapie Rikketik.
Zeer eigenaardig is het feit, dat ook bij
het café „Ruimzicht" op den hoek van den
Witte Singel en Heerenstraat een koek
kraam stond, de oude beroemdheid Jaap
Waasdorp, bij de Leidenaars beter bekend
als Jaapie de Rikketik. De grens van Zoe
terwoude liep in die dagen langs den Zoe
terwoudsche en Witte Singel, langs het
Galgewater en zelfs de Oude Vink was nog
Zoeterwoudsch grondgebied.
Aan den Hooge Rijndijk was de kermis
een koekkraam, waaraan de naam van Jan
de Gier nog roemrijk verbonden is.
In de Weipoort had men ook aan één
koekkraam genoeg om een week lang ker
mis te kunnen houden. Hier heeft de koek-
kramer Leen de Bruijn zijn gouden feest
gevierd en zijn opvolger Jan Waasdorp
heeft ook het feit, dat hij 25 jaar met zijn
kraampje had gestaan, feestelijk laten vie
ren.
Van de kermis in de Weipoort is be
kend, dat daar enorm veel koek ge
slagen werd. De echte amateurs kwa
men 's avonds met een melkjuk naar
het feest, want zij wisten vooruit, dat
zij zooveel koek zouden winnen, dat
dragen zonder juk niet mogelijk zou
zijn!
Bijna werd de koopman tot koek
geslagen.
Eenmaal, op het zilveren feest van Jan
Waasdorp, sloegen de kermisklanten 1100
peperkoeken en honderden groote snijkoe
ken op één avond stuk, toen was de voor
raad op en, in groote ontevredenheid over
zoo weinig zorg van dien koekkramer, wer
den alle koekkisten op het blok in stukken
geslagen. De koekkramer was toen maar op
de vlucht geslagen, omdat hij bang was, dat
zij met hem grappen zouden gaan uithalen.
Van de Zoeterwoudsche kermis is bekend,
dat er nooit een vechtpartij plaats heeft
gehad. Eenmaal, toen een stroopersfamilie
op het dorp de feestvreugde kwam versto
ren, werden deze ruziemakers door de slo
ten heengejaagd. Dat gaf wel eenig tumult
op het feest, want naar van oud op jong
nog wordt oververteld vlogen de hooge sta
pels borden, die voor de poffertjeskraam
stonden opgestapeld, rinkelend over de
Dorpsstraat.
In de Weipoort was tijdens de kermis
pret al bekend, dat de verslagen tfoep op
weg was, om ook daar de boel op stelten
te zetten. Het defensief was toen zoo sterk
dat ook daar geen inbreuk op de vredige
kermisviering mogelijk was.
Toch ging het er wel eens ruw van langs
want onder het hossen en zingen kreeg
men er wel eens plezier in om de slip
jassen tot aan de kraag toe open te scheu
ren, zoodat de kleermaker heel wat te doen
kreeg om te zorgen, dat de mannen weer
in jassen met behoorlijke splitsing naar de
kerk konden gaan.
Toch schijnt het, dat de Zoeterwoudsche
kermis al vaker met ondergang bedreigd
was, want altijd werd aan het repa-
toir van de kermisbedjes toegevoegd:
Belast zich met den
aan- of verkoop van
effec,en en 8'aa' U
1 lïH^ 9aarne ter zijde met
■y inlichtingen omtrent
aandeelen of obligaties
5463
derlijke onderwerping aan zijn Bisschop.
Spr. deelt in het kort mede, dat deze da
gen het middel zijn geweest om de arbei
ders in dit diocees nader te brengen tot
hun ideaal als Volksbonders, de verhef
fing van het cultureel-zedelijk leven. Spr.
betuigde hartelijk dank aan Mgr. voor zijn
tegenwoordigheid.
Een geweldig applaus gaf blijk aan de
instemming, waarna het woord werd ver
leend aan den Nijmeegschen professor J.
B. Kors O.P., tot het houden der laatste of
tiende les met als onderwerp: „Christendom
en menschelijkheid", waarop wij morgen
nader zullen terugkomen.
De Zoeterwoudsche kermis gaat te niet
Maar de eerste vijf en twintig jaar nog
niet.
Eenmaal bij een heerschende besmet
telijke ziekte, achtte de overheid het ge
past de kermis voor dat jaar af te schaf
fen waarover toch nog zooveel ontstem
ming bestond, dat in de kermisweek de
ruiten van het huis van den wethouder in
gegooid werden.
Overblijfsel van barbaarsch
gebruik.
De kermis, die toen van Maandag tot
Vrijdagavond duurde, ging ook meestal
gepaard met volksspelen. Als een oud
overblijfsel van het barbaarsche kat
knuppelen werd het z.g. tonknippelen
twee dagen lang beoefend.
Dit spel bestaat uit het gooien naar een
opgehangen ton, die gevuld is met hooi,
waartusschen een houten balletje is ge
wikkeld. Men gooit met hardhouten knup
pels in den vorm van een flesch. Degene,
die nu het balletje door een worp uit de
reeds stuk gegooide duigen weet te krij
gen, wint de prijs. Vroeger was meestal
een gouden horloge de hoofdprijs.
Naar wij vernemen zal op het a.s. Oran
jefeest het oude tonknuppelen weer ge
speeld worden. De echte „knuppelaars"
zijn meest allen uitgegooid. Sportlui van
onzen tijd zullen nu moeten gaan trainen
tusschen kogelstooten en discuswerpen.
Een geliefkoosd spel was ook het haan
sabelen; een te voren gedoodde haan werd
aan de pooten opgehangen en de deelne
mer aan het spel werd op eenigen afstand
geblinddoekt, een sabel in de hand gege
ven om dan te trachten in één slag de
kop van den haan of te sabelen. Later
werd in de plaats van den dooden haan een
ledige flesch opgehangen en de sabel van
hout gemaakt. Dit spel was wel minder
wreedaardig maar werd, na een ongelukje
door de glasscherven, weer afgedankt.
Als je niet op de koek
gevraagd werd
Zeer romantisch was het gebruik van
de kermiskoek. Als een kermisvrijer aan
het liefje waar hij mee kermis hield een
voortdurende of eeuwige liefde wilde ver
klaren, kocht hij een mooie groote snij
koek, met gesuikerd-zoete opschriften als:
„Uit Liefde", „Uit Achting" of „Uit
Vriendschap", die hij als een postillon
d'amour aan het huis van de „vrijster"
liet brengen.
Werd hij dan na twee Zondagen nog
niet op de koek gevraagd, dan gold de
term „hij heeft het korstje van de koek
gehad", en was de liefde niet bestendig
van duur of onbeantwoord of niet goed
gekeurd door de ouders.
In 1898 met de Kroningsfeesten kwam
er kentering in den alleroudsten vorm.
Volksspelen van den nieuweren tijd wer
den ingevoerd; de protestanten deden nu
ook mee.
Het jaar daarna werd nog verder ge
gaan door oprichting van een Harddrave-
rijvereeniging.
In 1913 was in een maand tijd: kermis,
onafhankelijkheidsfeesten en harddraverij.
In de oorlogsjaren 1914—'16 weid de
kermis niet gehouden. In 1917 dus mid
den in den oorlog werd, mét de hard
draverij, de kermis volop gevierd: mid
den in den smokkeltijd werd er bij dit
feest nog al een potje gebroken.
Toch was de gang er uit, de harddrave
rij raakte in verval en de kermis werd
steeds minder.
In het jaar 1920 was het de heer G. van
Leeuwen (A.-R.), die in den Raad aan B.
en W. het verzoek deed om met een voor
stel te komen om de kermis af te schaffen,
waartoe dit college niet bereid bleek.
Meerdere malen is in den gemeenteraad
over de afschaffing van de kermis ge
sproken, maar steeds bleef het Dag. Be
stuur op het standpunt: zoolang er niet
een goed volksfeest in de plaats zou ge
steld worden, niet tot afschaffing over te
gaan.
Toen echter ook de harddraverij, na 25-
jarig bestaan, moest ontbonden worden,
en de kermis van 1925 als een kaarsje was
uitgestorven, besloot de Raad op 14 Oc
tober 1925 tot afschaffing van de kermis.
Nog poogden de heeren Stadhouder en
Starrenburg het oude onschuldige volks
vermaak te redden, maar de Burgemees
ter getuigde, dat de belangstelling voor
de kermis zoodanig verzwakt was, dat zij
eigenlijk haar eigen dood reeds was ge
storven. De kasteleins hadden geen ver
gunning meer gevraagd voor dansmuziek.
Wethouder Noordman verdedigde een
aanval op de eer van de ontslapen kermis
(als te zijn een gelegenheid tot uitspat
ting) door er op te wijzen, dat deze ook
op volksfeesten kunnenplaats hebben,
maar dat de kermis altijd in Zoeterwoude
ordelijk verloopen is.
Het café „Het Wapen van Zoeterwoude"
waar omheen de laatste kermispret zich
nog gaande had gehouden, was ook ver
dwenen en het laatste stukje kermis was
bij café „het Watertje", het roemloos ein
de van de eeuwenoude traditie.
Koopt bij hen,
die In Uw Dagblad
adverfeeren