DE WERELDKAMPIOENSCHAPPEN TE
KOPENHAGEN
MAANDAG 23 AUGUSTUS 1937
DE LEIDSCHE COURANT
TWEEDE BLAD - PAG. 5
Van den Vijver amateur-
wereldkampioen.
Ooms derde.
DE WEDSTRIJDEN VAN ZATERDAG.
De eerste dag der wereldkampioen
schappen is wel bijzonder succesvol
voor Nederland verloopen. Alle drie
Nederlandsche amateursprinters, Ooms
van der Vijver en Kropma plaatsten
zich voor de kwarteindstrijden. Al
leen ons land heeft alle drie deel
nemers in de kwareindstrijden kun
nen krijgen, waarin verder nog zou
den starten de beide Denen Niel-
sel en Gene, de Belg Collard, de Ita-
laan Pola en de Franse hm an Geor-
get, wel een bewijs, dat Nederland
sterk domineerde in dit millieu.
Onze Nederlandsche kampioen Ooms
had in zijn serie tegen den Zwitser Rei-
scher en den Hongaar Ferenc Eles geloot.
De laatste was echter niet verschenen.
Reischer nam den kop, het werd een lan
ge sprint. Reeds bij het ingaan van de
laatste ronde lagen beiden in vol tem
po, in den bocht ging Ooms den Zwitser
gemakkelijk voorbij en won met enkele
lengten. Daarmede had hij zich voor de
achtste finales er waren negen series
en zeven herkansingsritten, waarvan de
winnaars in de achtste finales kwamen
geplaatst, waarin hij tegen Loatti uit
kwam. Ooms vertrok van kop, doch hield
onmiddellijk in en Loatti werd daardoor
gedwongen, voor te rijden. 350 K.M. voor
de eindstreep demarreerde de Italiaan,
doch Ooms volgde gemakkelijk en daar
Loatti iets van zijn lijn afweek was het
zeer moeilijk, hem met een kwart wiel
te kloppen.
Een uur, voordat de wedstrijden, welke
in den avond op de Ordrupbaan voor
500 toeschouwers werden gehouden, aan
vingen, had van der Vijver reeds een
sprintje getrokken. Van Vliet, die een
een week van tevoren is aangekomen,
hij start pas eind volgende week
was gaarne bereid geweest, van der Vij
ver te trekken en Ooms volgde in dit
oefenritje als derde man. Na enkele rus
tige rondjes werd het tempo versneld en
van het wiel van van Vliet komend liet
van der Vijver zien, dat het wel best zou
gaan. Zijn tijd over de laatste 200 m. was
11 4/5 sec. Deze training had hem vol
doende vertrouwen gegeven voor zijn se
rie, in welke hij was ingedeeld met den
Duitscher Ihbe en den Belgischen Hen-
drikx. Van der Vijver vertrok van kop
met Ihbe als tweede en Hendikx als der
de.
Bij het ingaan van de laatste ronde
schoot de Belg binnendoor, Ihbe ging er
achter en zoo stond van der Vijver voor
de moeilijke opgave, over beiden heen te
komen, Ihbe had hij, bij het ingaan van
den laatsten bocht, reeds te pakken en
op het rechte eind ging hij met het groot
ste gemak nog langs Hendrikx.
Een enthousiast applaus ontving
van der Vijver voor zijn rijden,
want het Deensche publiek was er
volkomen mee op de hoogte, dat hij
met blessures aan den start was ge
komen.
Zijn achtste finale won hij al zeer
gemakkelijk. Onze landgenoot ging
op kop, bij het uitkomen van den
voorlaatsten bocht schoot zijn tegen
stander, de Franschman Courly, bin
nendoor. Hij ging hard door, doch
met het grootste gemak kwam van
der Vijver langs den Franschman en
won op overtuigende wijze.
Onze derde vertegewoordiger, Krop
man, reed in de achtste serie tegen den
Deenschen kampioen Hans Nielsen, ter
wijl de Hongaar Zoltan Karakie, niet
verschenen was. De Deen dwong Krop
man den kop te nemen, het werd een zeer
snelle rit. De Nijmegenaar hield zijn te
genstander echter goed in het oog. Toen
de Deen op 250 M. wilde passeeren,
ving Kropman hem keurig op, doch
Nielsen zette door, ging over Kropman
•heen en reeds bij het ingaan van den
laatsten bocht was de Nijmegenaar een
geslagen man. Nielsen was intusschen de
snelste renner van de series geweest, hij
noteerde 12 seconden over de laatste 200
M. Kropman moest zijn herkansingsrit
tegen Karsch en Sandtorp rijden. De kop
werd hem opgedrongen met Karsch op
de tweede plaats. Op 300 M. voor de fi
nish schoot de Noor Sandtrop binnendoor,
Kropman liet hem voorgaan, versnelde
echter tegelijkertijd en gaf Karsch geen
kans, ook te passeeren. Uit tweede posi
tie won de Nijmegenaar met een lengte.
Kropman heeft het overigerus wel
zwaar in deze voorwedstrijden ge
had, want hij kwam in zijn achtste
finale tegen Rigoni uit. Ooms had
reeds ondervonden, hoe moeilijk het
is tegen Italiaansche vertegenwoor
digers te rijden. Ook Rigoni reed
verre van regelmatig. Kropman nam
den kop, doch bij het uitkomen van
den voorlaatsten bocht schoot Rigoni
hem voorbij, hij slingerde in den
laatsten bocht geducht, zoodat Krop
man hem niet langszij kon komen,
doch bij het uitkomen van den bocht
trok Kropman er geducht aan, schit
terend wist hij langs hem te komen
en met gering verschil den Italiaan
te kloppen. Ook Kropman wist zich
dus voor de kwarteindstrijden te
plaatsen.
Van verrassingen is overigens weinig
sprake geweest. De meeste nationale
kampioenen hebben zich weten te plaat
sen, behalve Hicks, de Engelschman en
Baumann, de Zwitser. Ook Hasselberg de
Duitsche kampioen, maakte een minder
goeden indruk en werd dan ook uitge
schakeld.
De uitslagen der sprintwedstrijden
voor amateurs op Zaterdag waren:
le serie: 1. Pola (Italië), 2. Pirotte
(België), 3. Mortensen (Noorwegen) tijd
laatste 200 meter 12 4/5 sec.
2e serie: 1. Georget (rFankrijk), 2.
Loatti (Italië), 3. Jakl (Tsj. SI.) 12 1/5
sec.
3e. serie: 1. Ooms (Nederland), 2.
Reischer (Zwitserland) 12 3/5 sec.
4e serie: 1. Baumann (Zwitserland), 2.
Courly (Frankrijk), 3. Sandtorp (Noor
wegen) 12 3/5 sec.
5e serie: 1. Collard (België), 2. Gene
(Denemarken), 3. Rose (Zd. Afrika) 13
sec.
6e serie: 1. v. d. Vijver (Nederland),
2. Hendrikx (België), 3. Ihbe (Duitsch-
land) 12 1/5 sec.
7e serie: 1. Hicks (Engeland), 2. Karsch
(Duitschland), 3. Hoeltzer (Denemar
ken) 12 4/5 sec.
8e serie: 1. H. Nielsen (Denemarken),
2. Kropman (Nederland) 12 sec.
9e serie: 1. Rigoni (Italië), 2. Hassel
berg (Duitschland), 3. Mohr (Oostenrijk)
12 3/5 sec.
Herkansingsritten
le rit: 1. Loatti, 2. Ihbe 12 3/5 sec.
2e rit: 1. Gene, 2. Pirotte, 3. Jakl, 12
1/5 sec.
3e rit: 1. Coury, 2. Mortensen 13 1/5
sec.
4e rit: 1. Hasselberg, 2. Rose 12 3/5
sec.
5e rit: 1. Mohr, 2. Hendrikx 12 2/5 s.
6e rit: 1. Hoeltzer, 2. Reischer 13 1/5
sec.
7e rit: 1. Kropman, 2. Karsch, 3. Sand
torp 12 3/5 sec.
Achtste finales:
le rit: 1. Pola, 2 Mohr 12 sec.
2e rit: 1. Georget, 2. Hasselberg 12 3/5
sec.
3e rit: 1. Ooms, 2. Loatti (op een kwart
wiel) 12 2/5 sec.
4e rit: 1. Gene, 2. Baumann, 12 1/5 sec.
5e rit: 1. Collard, 2. Hoeltzer 13 2/5
sec.
6e rit: 1. v. d. Vijver. 2. Courly 12 sec.
7e rit: 1. Kropman, 2. Rigoni 13 sec.
8e rit: 1. Nielsen, 2. Hicks 12 2/5 sec.
DE WEDSTRIJDEN VAN ZONDAG.
Door achtereenvolgens den Belg
Collard in den kwwteindstrijd, den
Italiaan Pola in de halve finale en den
Franschman Georget na drie ritten, in
den eindstrijd te hebben verslagen,
heeft de 22-jarige Jef van der Vijver
den titel van wereldkampioen der
amateursprinters behaald, waardoor de
traditie, dat Nederland altijd over uit
stekende amateurs in de sprint heeft
kunnen beschikken, op fraaie wijze
werd voort gezet.
Na Jaap Eden in 1894 en 1895, Peters
in 1920, Meyer in 1925, Mazairac in
1929, van Egmond in 1933 en van Vliet
in 1936 is van der Vijver thans de ze
vende Nederlandsche renner, die den
hoogsten U.C.I.-titel in deze categorie
heeft behaald.
Dat Nederland, evenals op den eersten
dag bij de voor wedstrijden, ook thans weer
sterk op den voorgrond is getreden, moge
ook blijken uit het feit, dat behalve de
kampioenstitel ook de derde plaats in ons
bezit kwam. Ooms slaagde er in om op
eminente wijze den Italiaan Pola, alweer in
drie ritten, te kloppen. Het was een
grootsch moment, toen, nadat de luidspre
ker verkondigd had, dat de Nederlander
van der Vijver het wereldkampioenschap
had gewonnen en he Wilhelmus klonk, het
in het kleine groepje Nederlandsche offi
cials en renners, die van der Vijver en
elkaar gelukwenschten met deze indruk
wekkende zege en op uitbundige wijze hun
vreugde over dezen glorierijken dag uit
ten, plotseling stil werd "en allen op eer
biedige wijze naar het volkslied luister
den.
De voorwedstrijden van Zaterdag wa
ren buitengewoon gunstig voor de Neder
landsche vertegenwoordigers verloopen en
in Hollandsche kringen was men zoo opti
mistisch gestemd, dat de drie eerste plaatsen
aan.... landgenooten werden toegedacht.
Een dergelijke stemming kan funest zijn
en uit onderstaand relaas zal duidelijk
blijken, hoe de zege van van der Vijver
aan een heel dun draadje heeft gehangen
en hoe moeilijk het voor Ooms is geweest,
de derde plaats te bemachtigen.
De indeeling van de kwarteindstrijden
was voor onze renners" verre van gunstig
geweest. Pola startte tegen Kropman, Ooms
tegen Hans Nielsen, van der Vijver tegen
Collard. Kropman viel af, maar zijn rij
den heeft een uitstekenden indruk achter
gelaten. In de halve eindstrijden kwamen
van der Vijver en Pola tegen elkaar te
staan, hoewel men algemeen had verwacht,
dat deze beide renners eerst in de finale
zouden ontmoeten.
Van der Vijver won, dank zij zijn enorme
snelheid. Ooms kon het tegen Georget niet
houden en durfde niet tegen den Fransch
man zijn eigen koers te rijden, hetgeen
ons verwonderde, daar hij juist dit seizoen,
speciaal in de Nederlandsche kampioen
schappen, maar ook in deze wereldkam
pioenschappen tot nu toe zoo moedig en zoo
tactisch had gereden.
Zoo werd het een finale van der Vij
verGeorget. Laten wij dadelijk ver
klaren, dat het rijden van den Braban
der ons in de beide eerste ritten geens
zins heeft bevallen. Ook hij reed zijn
eigen koers niet, liet zich in de beide
eerste ritten bij het uitkomen van den
voorlaatsten bocht tegen de balustrade
drukken, speelde geheel in de kaart
van Georget, die het bijzonder door zijn
snelheid en zijn kwiek demarreeren
het geheel op den korten afstand
zocht. En als Georget niet dien zwieper
had gegeven, in den tweeden rit, mid
den in den laatsten bocht, waardoor
van den Vijver beslist gehinderd werd
en de Franschman wel moest worden
gedistanceerd, dan had, wij durven het
zonder beschroomdheid te verklaren,
Georget gewonnen en in twee ritten
den wereldkampioenstitel behaald.
Want Georget behoefde op dat mo
ment, midden in den bocht, dien zwie
per niet te geven, want hij lag zoo in
de koers, dat hij ook zonder het on
regelmatige rijdengewonnen had.
De derde rit moest dus de beslissing
brengen. Even dachten wij, dat deze
op dezelfde wijze zou verloopen als de
beide vorige ritten, want weer ging
van der Vijver hoog door den voorlaat
sten bocht, weer ging Georget binnen
door, trachtte zijn tegenstander te ver
hinderen te demarreeren om op den
korten afstand een beslissing uit te lok
ken. Want nu werd niet de balustrade
opgezocht, het gevecht werd ditmaal
in het midden der baan geleverd en
van der Vijver had den Franschman bij
het ingaan van de laatste 50 M. een
dergelijke snelheid, dat Georget juist
iets te kort schoot om met zijn gevrees-
den sprong op de laatste tientallen me
ters te kunnen winnen.
Een rit, waarin snelhfM^oyer tactiek
zegevierde.
De kwarteindstrijden.
In den eersten kwarteindstrijd startte
Pola tegen Kropman. Pola nam den kop, bij
het uitkomen van den voorlaatsten bocht
joeg Kropman den Italiaan op, trachtte
hem voorbij te komen, doch Pola ving on
zen landgenoot op en gaf hem ook in den
laatste bocht geen kans om te passeeren.
Met anderhalve lengte won Pola op besliste
wijze. De laatste 200 M. in 12 4/5 sec.
In den tweeden rit versloeg Georget met
twee lengten den Deen Gene.
In de derde kwartfinale startte de Neder
landsche kampioen Ooms tegen zijn Deen
schen collega Hans Nielsen. Een lekke band
van den Deen, binnen de 200 M., was oor
zaak, dat de rit opnieuw moest worden
gereden, na den vierden kwarteindstrijd.
Om moeilijkheden te vermijden was be
paald, dat op binnen de 200 M. lijn bij lek
ke banden zou worden overgereden.
In den tweeden rit nam Nielsen weer
den kop, in de tweede ronde versnelde de
Deen geleidelijk. Op het rechte eind tegen
over de officieele tribune demarreerde
Nielsen, Ooms had opgelet, deed een schijn-
aanval, direct gevolgd door een serieuze
poging. Dit tactische, maar vooral ook moe
dige rijden van onzen kampioen werd met
succes bekroond. Bij het ingaan van den
laatsten bocht lag Ooms bijna gelijk met
den Deen, maar bij het uitkomen van den
bocht was het duidelijk, dat Ooms ging
winnen. Het werd een wiellengte verschil.
In den vierden kwarteindstrijd moest
Collard voor van der Vijver den kop ne
men. Bij het ingaan van den voorlaatsten
bocht nam de Roosendaler den kop over,
in den laatsten bocht slaagde Collard er
niet in opzij te komen. Met wiellengte werd
de Belg verslagen.
De uitslagen luidden: Kwarteindstrij
den:
le rit: 1. Pola, 2. Kropman, laatste
200 M. 12 4/5 sec.
2e rit: 1. Gerorget, 2. Gene, 12 2/5 sec.
3e rit: 1. Ooms, 2. Hans Nielsen, 12
3/5 sec.
4e rit: 1. Van der V ij v e r, 2. Collard,
12 2/5 sec.
Halve eindstrijden:
le rit: 1. Van der Vijver, 2. Pola,
11 4/5 sec.
2e rit: 1. Georget, 2. Ooms, 12 2/5 s.
Om de derde plaats:
le rit: 1. Pola, 2. Ooms op 3/4 lengte,
13 2/5 sec.
2e rit: 1. Ooms, 2. Pola op 1/2 wiel,
12 sec.
3e rit: 1. Ooms, 2. Pola, anderhalf
lengte, 12 sec.
Finale:
le rit: 1. Georget, 2. van der Vij
ver, half wiel, 12 2/5 sec.
2e rit: 1. v. d. Vijver, 2. Georget, ge
distanceerd, 14 4/5 sec.
3e rit: 1. v. d. Vijver, 2. Georget,
een half wiel, 12 sec.
Einduitslag:
1. en wereldkampioen v. d. V ij v e r
Ooms (Nederland), 4. Pola (Italië)..
De halve eindstrijden.
In de halve eindstrijden waren dus twee
Nederlanders, Ooms en van der Vijver,
een Italiaan, Pola, en de Franschman
Georget gekomen.
In den eersten halven eindstrijd reden
van der Vijver en Pola tegen elkaar. Het
werd een der fraaiste ritten van den dag.
Van der Vijver nam den kop, na een snelle
eerste ronde ging de Brabander omhoog
door den voorlaatsten bocht. Op 250 M.
liet Pola plotseling grooteren afstand, on
geveer drie lengten, tusschen hem en on
zen landgenoot. Van der Vijver maakte van
dit ontactisch rijden van den Italiaan goed
gebruik, demarreerde en als hij op dat
moment in denzelfden snelheid zou zijn
doorgegaan, zou Pola met vele lengten ge
slagen zijn geworden.
Voor het ingaan van den laatsten bocht
minderde van der Vijver iets, zoodat Pola
gelegenheid kreeg weer het wiel van den
Hollander te pakken. In den bocht kwam
Pola langszij, de Italiaan gaf alles, doch
moest zich met een kwart lengte geslagen
bekennen. De tijd van van der Vijver was
11 4/5 sec., de snelste tijd tot nu toe ge
maakt. Indien men bovendien bedenkt, dat
deze tijd voor de laatste 200 M. van onzen
landgenoot was, die op 200 M. meer dan
een lengte had voorgelegen, dan is het
duidelijk, hoe geweldig snel Pola moet zijn
geweest, door nog op een kwartlengte ach
ter den winnaar te eindigen.
De kans op een algeheele Hollandsche
finale was dus nog aanwezig, doch zoover is
het niet gekomen. Ooms reed tegen Georget
voor. Met schijnbewegingen trachtte de
Franschman onzen landgenoot te beïnvloe
den, die achter hem reed. Ooms had ver
standiger gedaan om op dat moment hard
door te gaan, nu gaf hij Georget gelegen
heid bij het uitkomen van den bocht over
hem heen te komen. En de Franschman,
die op korten afstand zeer snel is, wist met
enkele krachtige rukken met een half wiel
te winnen.
Om de derde plaats.
In den eersten rit in het duel om de
derde plaats tusschen Ooms en Pola nam
Ooms den kop. Het werd een korte sprint.
In den laatsten bocht zette de Nederland
sche kampioen, evenals in den rit tegen
Georget, niet door, waardoor hij zijn hoog
tempo verloor, Pola kon toen gemakkelijk
over hem heen komen.
In den tweeden rit nam Pola de leiding,
in den voorlaatsten bocht reed Pola in het
midden, zocht bij het uitkomen, waar
Ooms zich bevond, boven of beneden ach
ter hem. Van dit moment maakte Ooms ge
bruik, schoot naar beneden, demarreerde,
had zeer snel 5 M. voorsprong genomen,
een wanhopige achtervolging van den Ita
liaan ontstond, doch op 250 M. kon de snelle
Pola het niet meer halen. Met een half wiel
werd hij geslagen in 12 sec. over de laat
ste 200 M.
Tactiek had over snelheid gezegevierd.
Het merkwaardige was, dat in den derden
rit, de wereldkampioen van Leipzig in
1934, een renner met toch zeer veel erva
ring, dezelfde fout maakte. Of, zoo men
wil, Ooms kan de zelfde handige tactiek
toepassen.
Weer ging het hoog boven in den voor
laatsten bocht, Pola ging het midden op
zoeken en bij het uitkomen sprong Ooms
weg, liep buitenom en had met enkele ste
vige trappen drie lengten voorsprong ge
nomen. In hoog tempo ging Ooms door,
Pola had tegen van der Vijver en in de
beide eerste ritten tegen Ooms reeds zoo
veel moeten geven, dat hij Ooms niet meer
kon bereiken. De laatste won met onge
veer twee lengten. Hij had over meer re
serve dan zijn tegenstander beschikt. We
derom werd een tijd van 12 sec. genoteerd.
DE FINALE.
Georget nam in den eersten rit den kop.
In de eerst ronde ging het langzaam, Geor
get liet het duidelijk op een korte sprint
aankomen, doch van der Vijver nam de
leiding over, een juist inzicht.
Want hij ging hoog door den voorlaatsten
bocht en nog voor het uitkomen kwam de
Franschman binnendoor. Hij bleef echter
hoog rijden, drukte van der Vijver haast
tegen de balustrade aan, belette zoodoende
den Nederlander zijn tempo te versnellen.
Zoo werd het dus toch een korte sprint, ge
heel in het vooi-deel van den Franschman,
die met een halve wiellengte won.
In den tweeden rit hetzelfde beeld als in
den eersten. Van der Vijver nam den kop,
een lange sprint zou en moest het worden.
Hoog. te hoog ging van der Vijver den
voorlaatsten bocht in, weer ging Georget
binnendoor, drukte onzen landgenoot tegen
de balustrade aan, waardoor hij geen gele
genheid kreeg te demarreeren. In den laat
sten bocht gaf Georget hem nog een zwie
per, zoodat van der Vijver terecht zijn
hand opstak als protest tegen dit unfaire
rijden. Hij liet Georget gaan.
Een protest van van der Vijver volgde.
Onze landgenoot, J. Stol, vroeg advies van
een der bocht commissarissen, die inder
daad moest toegeven, dat Georget zwaar
gehinderd had. Daarop werd Georget ge
distanceerd en van der Vijver winnaar van
dezen rit verklaard.
Een belle was dus noodig. In den be-
slissenden rit nam Georget den kop,
een zeer langzame eerste ronde volg
de, onder aan den baan gereden. Deze
methode van den handigen Fransch
man was juist gezien, hij wilde onzen
landgenoot door zeer langzaam rijden
als het ware doen „inslapen" om dan,
het liefst op korten afstand en niet met
een langen sprint met een sprong zijn
tegenstander te verrassen. Doch van
der Vijver had dit spelletje door. Hij
verhoogde het tempo bij het ingaan van
de tweede ronde door zelf den kop te
nemen, weer ging hij hoog door den
voorlaatsten bocht, weer schoot de
Franschman binnendoor, maar bij het
uitkomen drukte hij onzen landgenoot
niet naar de balustrade, doch zocht dit
maal het midden. Toen had van der
Vijver op 230 M. voldoende gelegen
heid om op volle snelheid te komen. In
den laatsten bocht lagen de beide ren
ners op vrijwel gelijke hoogte, doch de
titel werd gewonnen op de laatste 50
toen van der Vijver een zoo groot e
snelheid ontwikkelde, dat Georget, on
danks uiterste krachtsinspanning met
een half wiel gèslagen werd. Tijd we
derom 12 sec. Een buitengewoon fraaie
race.
De huldiging:.
Hoe populair de Nederlandsche renners
in Kopenhagen zijn bleek wel na afloop
van dezen rit. Met uitbundig enthousiasme
werd van der Vijver door het Deensche pu
bliek gehuldigd. Van Vliet was er direct
bij, Guus Schilling, de trouwe N.W.U.-ver-
zorger was er ook. Van alle kanten werd
de nieuwe wereldkampioen gelukge-
wenscht. Ook de U.C.I.-trui werd hem om
de schouders gedaan, met de krans om
maakte hij de eereronde onder de tonen
van het Wilhelmus.