STUDIEDAGEN VAN DEN VOLKSBOND. KERKNIEUWS AGENDA RECHTZAKEN MAANDAG 23 AUGUSTUS 1937 DE LEIDSCHE COURANT EERSTE BLAD - PAG. 2 DE BEGRO TING - DE EERSTE LESSEN. HOE WORDT HET WEER? WEINIG VERANDERING. De Bilt seint: Matige tot zwakke Noordelijke tot Noord westelijke wind, gedeeltalijk bewolkt, wei nig of geen regen, weinig verandering in temperatuur. Hoogste barometerst.: 767.7 te Rennes. Laagste barometerst.: 748.6 te Reykjavik. Het kleine minimum, dat Zaterdag in ons land zooveel regen gaf is thans geheel ver dwenen. In het Oosten ligt nog een vlakke depressie, die gisteren in Duitsehland en Zwitserland nog zware regens bracht. In het Zuidwesten ligt een gebed van hooge- luchtdruk, dat zich langzaam over het Zui den van het waarnemingsgebied uitbreidt. De Oceaandepressies zijn niet buitenge woon diep en blijven ver in het Westen. In Finland en om de Bothnische Golf heerscht nog volle zomer met temperaturen tot 8 gra den boven normaal en zonnig windstil weer. Vanaf den Zuidrand van de Oostzee breidt een dek van lage wolken zich over geheel Duitsehland en Centraal-Europa uit met regen in de Oostelijke middengeberg ten en in de Alpen, voornamelijk in de Noordelijke ketens. Het wolkendek bedekt ook nog ons land en het Oostelijk deel van Frankrijk. In Engeland en West-Frankrijk heerscht mooi weer met zwakke winden, echter met abnormaal lage ochtendtempe- raturen langs de Golf van Biscaye en in Bretagne. In Engeland komt plaatselijk mist voor. Ierland en Schotland zijn nog buiten het berek der Oceaandepresses n het Wes ten. Het s te verwachten, dat de Noordweste lijke wind weinig verandering van tempe ratuur zal brengen en verder perioden van zware bewolking afgewisseld met tijdelijk helder weer en geen regen van beteekenis. LICHT OP VOOR FIETSERS e.a.: Van Maandagavond 8.40 uur tot Dinsdag morgen 5.27 uur. MOOG WATER. Te Katwijk aan Zee op Dinsdag 24 Aug. voorm. 5 en nam. 5.25 uur. WATERTEMPERATUUR. Poelmeer 18 gr. C. De Zijl 17.5 gr. C. MUZIEKFEEST TE DEN HAAG van Harmoniën en Fanfares, Gisteren werd te Den Haag in de tlie- schenkerij „De Bataaf" het Festival voort gezet hetwelk georganiseerd was bij ge legenheid van het 10-jarig bestaan van den Bond van Kath. Muz. gez. in Z.-H. Te ruim 2 uur verzamelde zich het Eere comité, Bondsbestuur en afgevaardigden der aangesloten vereenigingen in de zaal van de Bataaf. Ook merkten wij op mgr. J. M. v. d. Tuijn, Deken van 's-Graven- hage. Verschillende gelukwenschen waren in gekomen, o.m. van mr. S. J. R. de Mon- chy, burgemeester van 's-Gravenhage. De voorz. van den Bond, den heer C. A. Volgering uit Langeraar, sprak een kort openingswoord. Spr. besprak nogmaals de financieele toestand in den Bond en zette uiteen, wat muziek feitelijk is. Zonder muziek is onze Kath. Cultuur niet af. Spr. spoorde de besturen van onze corp sen aan vooral hun taak te begrijpen en den Bond te maken tot een groote orga nisatie. Wees niet tevreden met goede prestaties doch help mee het organisatie wezen meer te ontplooien. Moch het weer vorige Zondag tegen werken, thans begunstigd door mooi weer verklaarde de voorz. dit tweede gedeelte voor geopend. Vervolgens werd het woord gevoerd door mgr. v. d. Tuijn. Mgr. toonde aan dat dit feest een propagandistisch karakter draagt en sprak den wensch uit, dat spoe dig alle corpsen zullen toetreden tot den Bond, en spoedig de R. K. Federatie zal gesticht zijn. Hierna werd begonnen aan het muzikale gedeelte van dezen dag en werd ingezet, met het lied: „Aan U, o Koning der Eeuwen"', door alle aanwezi gen spontaan meegezongen. Achtereenvolgens traden op de corpsen St. Gregorius, Kwintheul, St. Jan-fan fare te Rijswijk, Arti et Religioni te Lan geraar, Pius X-fanfare te Poeldijk, Door Samenwerking Sterk te Aarlanderveen en St. Radboud te Kethel. Den geheelen mid dag was er groote belangstelling. Te 6 uur werd gepauzeerd. Na de pauze be luisterden wij de vereen. St. Cecilia te Schipluiden, Padua te Rotterdam, Perosi te Leiden en St. Franciscus te Delft. Te 10 uur werd een gezamenlijke marsch uitgevoerd door pl.m. 250 muzikanten on der leiding van Jac. J. v. Oosten Jr. uit Delft. Gespeeld werd de Rucphensche Feestmarsch van J. R. v. d. Glas. Het Festival werd besloten met het Wilhel mus. Rest ons nog te vermelden dat tij dens het feest een drietal vereen, zich aansloten bij den Bond terwijl nog en kele corpsen toezegging deden. VOORHOUT, Zondagavond. Zaterdagavond 6 uur rolden van de rich tingen Haarlem en Leiden de treinen het dorp Voorhout onder stroomenden regen binnen, en voerden dit jaar niet minder dan plm. 200 deelnemers aan de studieda gen aan. Zooals te doen gebruikelijk wer den ook deze studiedagen ingezet met een Openingslof, gecelebreerd door den zeer- eerw. rector der Bisschoppelijke Nijver heidsschool, L. M.v. d. Griendt, voorafge gaan door een door alle aanwezigen mede gezongen „Veni Creator Spiritus". In de studiezaal, eenvoudig maar keurig met bloemen en groen versierd, werden de circa 200 deelnemers verwelkomd door het hoofdbestuur, bij monde van zijn voorzit ter, den heer Van den Akker, die zich ver heugde over de steeds groeiende belang stelling voor de studiedagen; er is gepast en gemeten om zoovelen in dit groote huis een goed onderkomen gedurende 4 dagen te verschaffen, waarbij dankbaar de acti viteit der eerw. Broeders wordt herdacht. Voorts zeide spreker, dat het de zevende maal is, dat de Volksbond in dit Bisdom zijn studiedagen organiseert, en legt er den nadruk op, dat de arbeidersbeweging ook de stoffelijke belangen harer leden behar tigt, doch dat dit slechts het middel is om tot het doel, den hemel, te geraken. Eén is er, zegt spr., die we dezen keer voor het eerst op onze studiedagen missen, n.l. rec tor, thans deken Bots, die de initiatiefne mer daartoe is geweest. Als bewijs van dankbaarheid wordt hem onder hartelijk applaus een telegram gezonden, waarin de deelnemers van deze studiedagen dank baar hun initiatiefnemer gedenken en hem groeten. Met genoegen heet spr. in dit milieu, welkom den nieuwen geestelijken adviseur, rector dr. A. A. Olierook, die gerust „de ziel" van het programma genoemd mag worden, en wien hij gaarne het woord ver leend tot het houden van de eerste les: „Algemeene beschouwingen over cultuur en beschavin g". De eerste les Deze kalme inleider geeft zijn geheer te kennen, dat hij het fundament wil leggen voor het studiemateriaal, dat ruimschoots deze dagen zal worden geboden. Spr. stelt de vraag of onze beschaving, onze cultuur wel zal blijven bestaan. De gevoelens van daling en verval overvallen ons, we zijn evenwel niet ten prooi aan angstneurosen. De economische ontwrichting is een symp toom van de lijdende menschheid. Op alle terreinen ontmoet men 't woord cultuur; er kan niets meer zijn of het heeft cultu- reele beteekenis. Wat is dan eigenlijk „cul tuur"? Als wij hierop het antwoord willen geven, gevoelen we ons in een labyrinth. De hoog opgevoerde „beschaving" van de zen tijd heeft geen cultuur maar slechts schijn-cultuur voortgebracht. Cultuur moet gedragen worden door een gemeenschap pelijk streven, een ideaal. Er is een tendenz waar te nemen, een tendenz naar nivel leering. Cultuur beschouwt spr. als een heerschappij van den mensch over de na tuur, welk laatste begrip spr. onderscheidt in de stoffelijke natuur, de geestelijke na tuur in het algemeen en de eigen persoon lijke natuur, de innerlijke natuur van het individu. Spreker besluit zijn interessant betoog met den wensch dat de lessen van deze sociale studiedag nnder verlichting van den H. Geest en onder bescherming van de Koningin des Hemels een beter en klaarder inzicht brengen mogen in deze materie. Een aanhoudend applaus, gevolgd door 'n dankwoord van den voorzitter, be wees de instemming der vergaderden. ZONDAGMORGEN Zondagmorgen om half acht traden alle deelnemers ter H. Tafel, waarna gemeen schappelijk werd ontbeten. Om half tien droeg de zeereerw. rector W. Bokeloh uit 's Gravenhage een plechtige Hoogmis op, waarna de koffie werd geserveerd. Om 11 uur nam de 2de les een aanvang, onder den titel: „DecultuurgangvanhetO os- t e n", ingeleid door ir. L. J. Feber, wet houder van 's Gravenhage. De tweede les In den Oosterschen mensch leefde de drang naar de verte, naar meer kennis en dieper inzicht, 'n drang ook naar macht, naar gemeenschapszin. De Oostersche mensch werd betrokken in het Westersch productie-systeem, werd ingeschakeld in de economische orde. Zij zullen in zich den drang voelen ontwaken van vrijheid en zelfstandigheid in plaats van economische onderworpenheid. Zij die het Oosten als expansie-terrein hebben aangegrepen, zij waren niet de dragers van de Westersche beschaving, zij waren meer een steen des aanstoots, zij brachten eer een materialis tische besmetting. Het moderne paganisme en de Kantiaansche wijsbegeerte werd er geïmporteerd, terwijl het communisme zijn intrede deed. Zij waren geïnfecteerd van het materialisme. Begrijpelijk heeft dat reactie gewekt in de godsdienstige, de ze delijke en cultureele ontwikkeling. Spr. stelt dan de vraag, of het Christendom als men zoo alles hoort, nog kans van slagen heeft in Azië? en antwoordt daarop vol mondig: „ja". Ieder mensch is minstens potentieel christelijk. Spr. constateert dan ook een hooge zedelijke kracht in het Con fucianisme, 'n zeer hoog, edel begrip van 't g^insleven, hooger dan het practische ge zinsleven bij de volkeren die de dragers zijn van de Westersche beschaving. Boven dien wordt het gezag als van God gegeven, erkend en gerespecteerd. Spreker be schouwt hun opvattingen betreffende den Heiligen Oorlog van de Boeddhisten als hoogstaand tegenover de opvattingen, wel ke golden bij de Westersche beschaving in 1914-1918. Het Oosten heeft genoeg van de Westersche suprematie. Spreker constateert dan weer een ontstaan van opleving van het Oostersch rassenbewustzijn, met een scherp conflict tusschen Oostersche en Westersche beschaving, en besluit met te zeggen, dat wanneer er een kans om de ontwikkeling tusschen Oost en Westersche beschaving in een bevredigende richting te voeren aanwezig is, deze dan gelegen is in de missioneering van het Oosten. Alleen in en door het Christendom zal de cultuurgang van Oostersche en Westersche beschaving kunnen' samenstroomen. ZONDAGMIDDAG Derde les Nadat was gegeten, volgde de derde les over het onderwerp: „Ruïnes boven gave fundam-entein", ingeleid door Willem Snitker. De Westersche bescha- ging der laatste eeuwen heeft het christe lijk karakter achteruit gesteld. Spr. wil in dit verband drie figuren aanhalen, te we ten: Thomas Morus, Erasmus en Luther. De eerste een humanist, een strever naar volmaakte menschelijkheid; de tweede een kosmopoliet zonder doel, terwijl de derde was een mensch, die sprong uit de orde der dingen. De mensch is onttroond, hij is ver slagen door de machine. De standen-op bouw is vervangen door klasse-afbraak. De Westersche beschaving heeft getracht zich over geheele de wereld te verbreiden, de innerlijke verdeeldheid der dragers van deze beschaving, gepaard aan de ontwa king van het Oosten, heeft ten gevolge ge had, dat de kracht tot expansie zeer sterk is verminderd. Zonder de adel van het Christendom is de beschaving ondenk baar; ieder individu en niet enkel het in tellect, bevestigt de beschaving. Om half zeven volgde een kort Lof, waar na souper, gevolgd door de vierde in de serie van tien lessen, met het onderwerp: „Het Jodendom en zijn verhou ding tot de Westersche bescha ving en met name tot het Chris tendom, ingeleid door pater dr. P. van der Kooy S.C.J. Vierde les. Alvorens voorzitter van den Akker den geachten inleider het welkom toeriep, heet te hij welkom den rector-magnificus van de R.K. Universiteit te Nijmegen, prof. Th. Baader, die uit belangstelling naar hier was gekomen. 1 Hierna was 't woord aan pater dr. van der Kooy. Het stemt spr. tot groote vreug de te mogen spreken over het aangekon digde onderwerp, omdat hierover nog zooveel misverstand bestaat. Voor hij ver der gaat, wil spr. onderscheiden zien de Joden als natie en de Joden als aanhan gers van het Joodsche geloof. Hij legt ver volgens de vergadering deze drie vragen voor: 1 ontstond het Jodendom en welke plaats neemt het in de maatschappij in? 2. Waarom heeft de Jood zijn eigen Christus verworpen? 3. Hoe bleven de Joden na Christus nog voortbestaan? Allereerst merkt spr. op, dat de Joden in wezen geen zuivere semieten zijn, hetgeen opvalt bij vergelijking met de Arabieren. Spr. meent zelfs dat zij meer Arisch zijn dan wij! Een eigen cultuur hebben de Joden nooit ge kend, zij hadden zelfs geen eigen taal, al meenen velen dat het 't Hebreeuwsch is. Het Hebreeuwsch is niets anders dan het Canadeesch. De Joden bleven hun bescha ving ontleenen aan anderen, vandaar dat waar zij leven, steeds een andere cultuur de hunne is. Zij beschikken over een bui tengewoon aanpassingsvermogen, waar door zij de beschaving van anderen gemak kelijk overnemen; zij zijn bovendien bui tengewoon intelligent. In de enorme zee van menschelijke stroomingen zijn zij de eeni- gen geweest die de godsdienst van vóór Christus hebben bewaard. Het Jodendom werd veroordeeld om verspreid te leven onder verschillende naties, waardoor het een heel bijzondere plaats en positie in nam; vandaar ook dat het thans meer een godsdienstige secte dan een natie is. Hun godsienst bracht saamhoorigheids- gevoel met zich mee; begrijpelijk kregen zij dan ook als voorbeeldig volk invloed, dank zij hun godsdienstigheid, in andere zaken als handelspraktijken e.d. genoten zij nu niet direct invloed op de omgeving. Orn aan te toonen, waarom de Jood zijn eigen Christus verwierp, onderscheidt spr.. de Joden in drie groepen, nl. de Phari- heeën, de Sadduceeën en de z.g. Vrijheids partij of Formalisten. Christus nam de rei- nigngswetten van de eerste groep niet aan; beliefde niet met die Joden samen tewer- ken die het met de Romeinen hielden en wilde ten slotte geen Koning zijn in den zin zooals de formalisten dat wilden. Be grijpelijk heeft Jezus het ergst geleden on der de verwerping van „Zijn" volk, zoo als St. Joannes het zoo treffend iq zijn „memoires" schrijft (Evangelie Joannes): „Hij kwam in Zijn eigendom en de Zijnen hebben Hem niet aangenomen". Als Jezus zelf dan zooveel geleden moet hebben als mensch omdat Hij één der hunnen was, één dergenen, die Hem verwierpen, laat dat dan voor ons menschen een reden zijn om vooral voor de bekeering van de Jo den ook te bidden, en het Joodsche volk niet te verwerpen. Om het antwoord te geven op de derde vraag, hoe de houding was van de Joden, tegen over het Christendom, leest spreker de Godslasterlijk^ en liederlijke aantijgin gen uit den Talmud voor, en antwoordt daarop dat hun houding tegenover het Christendom vijandig is en moet zijn. Maar dan dient deze beantwoording ver duidelijking in zooverre dat onderscheidt moet worden gemaakt tusschen de ortho- BENOEMINGEN BISDOM HAARLEM. Z. H. Exc. de Bisschop van Haarlem heeft de volgende Weleerw. Heeren benoemd: tot Rector te 's-Gravenhage (St. Maria- gesticht, Toussaintkade 43) A. H. Harst; tot Kapelaan: te Achthuizen: P. W. van Leeuwen (Neom.). te Aerdenhout: C. J. A Campfens. te Alkmaar: (H. Laurentius): W. A. J. Geels. te A 1 p h e n a. d. R ij n: C. M. Klaver, te Amsterdam (H. Hart): A. C. J. van Rooyen; (H. Maria Magdalena): H. A. A. Rouw; (O. L. Vrouw van Alt. Bijstand): J. Berger; (O. L. Vrouw van Lourdes): C. A. 'M. Kroon; (H.H. Petrus en Paulus): A. J. A. Schulte; (Begijnhof): Dr. J. G. M. Wllle- brands; (St. Hubertuskapel): L. van Vugt. te Assenfeldt: J. H. M. van der Vliet (Neom.). te Beemster: A. A. M. C. Rietveld, te Berkel: Th. J. Steenland (Neom.). te Beverwijk (H. Agatha): S. J. de Bot. te Bloemendaal: W. J. J. M. van Niekerk. te Bovenkarspel: C. Nijsten. te Buitenveldert: L. J. Beugelsdijk (Neom.). te Dordrecht (H. Antonius v. F.): A. Breg- ten; (H. Bonifatius): F. M. H. J. Eppings. te Enkhuizen: C. A. van der Voort (Neom.). te 's-Gravenhage (H. Antonius Abt): A. C. Schaaper; (H. Hart): H. C. M. Dijssel- bloem; (O. L. Vrouw van Lourdes): C. Ch. van der Sman. te Grootebroek: J. van der Stap (Neom.). te Haarlem (Kathedraal Sint Bavo): Dr. A. I. M. Kat; (Mariastichting): J. Sijm. te Haarlemmerliede: A. C. W. Berkhout, te Haastrecht: F. L. Kok (Neom.). te Halfweg: H. G. A. Wensveen (Neom.). te Heemskerk: J. M. Th. Reiber (Neom.). te Heemstede (H. Bavo): J. N. Kossen. te Hillegersberg (Christus Koning): F. S. Wolff. te Hoorn: J. M. Dijsselbloem. te Kethel: P. J. Zoutenbier (Neom.). te Kwadendamme: A. J. J. M. van Vliet (Neom.). te Kwakel: J. J. Tulp (Neom.). te Kwintsheul: F. J. C. Langelaan (Neom.) te L a n g e r a a r: A. N. Duinisveld. te L e id e n (O. L. Vrouw Hem. en H. Jo seph): E. A. M. Paap; (H. Petrus): F. H. M. Lohman. te Leidschendam: Th. van Niekerk. Niekerk. te L e i m u i d e n: C. P. de Wit. te Meye en Zegveld: A. L. Umans (Neom.). te Middelburg: H. G. Tuin (Neom.). te Muiden: J. G. van Dijk (Neom.). teNoordwijkerhout (St. Bavo- gesticht): J. F. van de Gent; (St. Mariage- sticht): J. A. M. van der Gaag. te Poeldijk: C. W. J. Wenneker. te R e e w ij k: C. A. J. Netten (Neom.). te Rijswijk: L. A. Brabander, te Rotterdam (H. Barbara): G. P. Regeer; (H. Elisabeth): B. J. M. Dorbeck; H. Lau rentius): J. F. Franse, te Schagen: C. Visser (Neom.). te S t o m p w ij k: E. R. C. M. Klaver (Neom.). te Uitgeest: J. A. Solleveld (Neom.). te Vogelenzang: F. C. Verheul (Neom.). te Voorburg (H. Martinus): Th. J. G. Dek ker. teVoorschoten:P. Th. A. Perquin. te Wormer: S. J. M. Broersen. te Wormerveer: L. Voets (Neom.). teZoeterwoude (H. Joannes Onth.) A. H. Duyvestijn (Neom.). BENOEMINGEN PATERS JEZUÏETEN. Z. H. Exc. de Aartsbisschop van Utrecht heeft benoemd tot assistent der kerk van O. L. Vrouw Onbevl. Ontv. te Groningen den Weleerwaarden Pater A. Brink- hoff S.J. Z. H. Exc. de Bisschop van Haarlem heeft benoemd tot assistent der kerk van den H. Ignatius te Amsterdam der Wel eerw. Pater Th. Helssloot S.J. tot kapelaan der kerk van O L. Vrouw Onbevl. Ontv. te 's-Gravenhagë den Weleerw. Pater L. v. d. Meer S.J., tot assistent aldaar den Wel eerw. Pater Ch. Hanckx S.J., en tot assi stent der kerk van de H. Theresia te 's Gra venhage den Weleerw. Pater J. de Lang S.J. Z. H. Exc. de Bisschop van 's Hertogen bosch heeft benoemd tot assistent dei- hulpkerk van den H. Joseph te Nijmegen den Weleerw. Pater V. Spauwen S.J. Tot Superior van het Retraitehuis „Loyola" te Vught werd benoemd de Zeer eerw. Pater J. Bak S.J. leeraar van het Canisius-college te Nijmegen. doxe Joden, de liberale of meer vooruit strevende Joden en de z.g. ongeloovige Joden. De orthodoxe staan positief afwij zend t.o. Jezus; de vooruitstrevendz of li berale Joden spreken met eerbied over Jezus als over den grootsten Profeet en prij zen vooral Zijn zedenleer, en willen zelfs de boeken van het Nieuwe Testament wel ke zij niet kennen, als vervolg van het Oude Testament (natuurlijk niet alle boe ken) beschouwen. Tenslotte nog de onge loovige Joden, die in dezelfde verhouding staan tot het Christendom als ieder heiden of ieder ander geloovige, maar lang niet zoo fel anti-christelijk zijn als de orthodoxe Joden. Met nadruk noemt spr. nog de baanbreker van het liberale Jodendom, de Nederlander Baruch Spinoza. Een uitgebreide reeks van vragenstellers werpen zich op, niet omdat deze les onvol doende duidelijk was, integendeel, omdat juist deze les de bijzondere interesse had van alle aanwezigen en bovendien de meeste duisterheden in zich verborgen hield nopens dit onderwerp. Het duurde dan ook geruimen tijd alvo rens deze gedachtenwisseling was beëin digd. LEIDEN. Donderdag, R. K. Transportarbeiders, 8 uur, Bondsgebouw. De Zondagsdienst der huisartsen te Lei den wordt waargenomen door de dokters: Renaud, Winkler, Nieuwzwaag, Poortman en Stoffers. De Zondagsdienst te Oegstgeest wordt waargenomen door dr. Leemhuis, Tel. 2030. De avond-, nacht- en Zondagdienst der apotheken wordt van Maandag 16 tot en met Zondag 22 A ug. a.s. waargeno men door de apotheken: P. du Croix, Ra penburg 9, telef. 807, J. P. M. ten Dijk, Haven 18, telef. 85 en J. Doedens, Wilhél- minapark 8, Oegstgeest tel. 274. HAAGSCHE POLITIERECHTER. Zittiug van 23 Augustus. Dekens weggenomen te Noord- w ijkerhout. J. W. de K. te den Haag was met een col lega naar Noordwijkerhout geto gen. Daar aangekomen was hij op verken ning uitgegaan om te zien of hij wat van zijn gading kon vinden. Na veel gesluip door de struiken was hij aangeland bij een schuurtje op het kampeerterrein, nabij den Gooweg te Noordwijkerhout. In dit schuur tje, waarover een juffrouw toezicht had, werden allerlei kampeerbenoodigdheden op geborgen van menschen, die daar plegen te kampeeren. Om kort te gaan, verdachte had uit dit schuurtje drie dekens en kus sens meegenomen. Verdachte is reeds meer veroordeeld. Het rapport ziet geen heil meer in een voorwaardelij ken sti-af en zelfs de moeder van verdachte heeft gezegd, dat een gevoe lige straf op zijn plaats is. Misschien dat hij dan wil beteren. Ook de verdediger van ver dachte vroeg een gevangenisstraf voor zijn cliënt, omdat het mogelijk het beste is voor zijn toekomstig leven. Daarmede rekening houdend eischte de Officier van Justitie, Mr. Cohen Tervaart, een gevangenisstraf van 14 dagen. De politierechter, Mr. Feith, achtte ook een gevangenisstraf de beste oplossing. Mogelijk komt er dan nog iets van hem te recht en zal deze straf een les voor hem zijn. Uitspraak tenslotte drie weken gevan genisstraf. Drie maanden voor scheld woorden. R. R., thans gedetineerd, zonder vaste woon- of verblijfplaats, was in verzet ge komen van een vonnis van den politierech ter waarbij hij wegens het toevoegen van allerlei minderwaardige scheldwoorden aan een agent van politie te A1 p h e n a. d. R ij n tot een gevangenisstraf van drie maanden veroordeeld. Verdachte vond, dat de straf veel en veel te zwaar was voor alleen maar scheldwoor den. De zaak werd nogmaals aangehouden tot 17 September wijl deze politierechter het vonnis niet heeft geveld. Nog steeds het oude ijzer. A. L., los werkman te Leiden was ten laste gelegd dat hij met een vriend een hoe veelheid oud ijzer weggenomen had van een stuk land langs den Vlietweg te Leid schendam. Verdachte zeide, dat het ijzerafval daar lag, omdat degene die het terrein had ge bruikt voor zijn werkzaamheden naar een ander karwei te Zoetermeer was vertrok ken, zonder zich om het ijzer te bekomme ren. Verdachte had zich er toen maar over ontfermd, wat natuurlijk niet mocht en waarvoor hij nu voor den politierechter moest verschijnen. De Officier eischte aanhouding van de zaak tot inwinning van een rapport tot 17 September. Aldus besloten. Geld en Kinawijn ontvreemd. J. v. d. M., woonachtig teLeidschen- d a m, van beroep betonwerker, thans ge detineerd, heeft, toen hij ergens werkte on der de gemeente Rotterdam want hij is van het ouderlijk huis weggeloopen, omdat het hem thuis niet beviel, bij den persoon, bij wien hij inwoonde, een bedrag van 60 ontvreemd uit een geldkistje en bovendien nog een flesch Kinawijn. De verdachte komt uit een gezin, dat ge heel uit elkaar is gespat, waardoor de kin deren een tijd onder toezicht gesteld wer den. Door deze minder gewenschte toestan den in het ouderlijk huis waren de jon gens den slechten weg opgegaan. Verdachte zit thans in voorarrest voor een rijwiel diefstal terwijl er bovendien nog een ge vangenisstraf van drie maanden in het vat voor hem is wegens diefstal van een ijzeren riooldeksel. De Officier noemde verdachte onverbe terlijk en eischte een gevangenisstraf voor den tijd van drie maanden. De politierechter gaf verdachte den raad om maar weer naar zijn ouders te gaan en het weer eens te probeeren. „Zoo gaat het niet en komt er niets van je terecht", meen de de politierechter. Spr. van zijn kant wil verdachte nog een kans geven en zal de gevraagde drie maanden voorwaardelijk opleggen met een proeftijd van drie jaar.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1937 | | pagina 2