STUDIEDAGEN VAN DEN VOLKSBOND.
KERKNIEUWS
AGENDA
RECHTZAKEN
MAANDAG 23 AUGUSTUS 1937
DE LEIDSCHE COURANT
EERSTE BLAD - PAG. 2
DE BEGRO TING - DE EERSTE LESSEN.
HOE WORDT HET WEER?
WEINIG VERANDERING.
De Bilt seint:
Matige tot zwakke Noordelijke tot Noord
westelijke wind, gedeeltalijk bewolkt, wei
nig of geen regen, weinig verandering in
temperatuur.
Hoogste barometerst.: 767.7 te Rennes.
Laagste barometerst.: 748.6 te Reykjavik.
Het kleine minimum, dat Zaterdag in ons
land zooveel regen gaf is thans geheel ver
dwenen. In het Oosten ligt nog een vlakke
depressie, die gisteren in Duitsehland en
Zwitserland nog zware regens bracht. In
het Zuidwesten ligt een gebed van hooge-
luchtdruk, dat zich langzaam over het Zui
den van het waarnemingsgebied uitbreidt.
De Oceaandepressies zijn niet buitenge
woon diep en blijven ver in het Westen. In
Finland en om de Bothnische Golf heerscht
nog volle zomer met temperaturen tot 8 gra
den boven normaal en zonnig windstil
weer. Vanaf den Zuidrand van de Oostzee
breidt een dek van lage wolken zich over
geheel Duitsehland en Centraal-Europa uit
met regen in de Oostelijke middengeberg
ten en in de Alpen, voornamelijk in de
Noordelijke ketens. Het wolkendek bedekt
ook nog ons land en het Oostelijk deel van
Frankrijk. In Engeland en West-Frankrijk
heerscht mooi weer met zwakke winden,
echter met abnormaal lage ochtendtempe-
raturen langs de Golf van Biscaye en in
Bretagne. In Engeland komt plaatselijk mist
voor. Ierland en Schotland zijn nog buiten
het berek der Oceaandepresses n het Wes
ten.
Het s te verwachten, dat de Noordweste
lijke wind weinig verandering van tempe
ratuur zal brengen en verder perioden van
zware bewolking afgewisseld met tijdelijk
helder weer en geen regen van beteekenis.
LICHT OP VOOR FIETSERS e.a.:
Van Maandagavond 8.40 uur tot Dinsdag
morgen 5.27 uur.
MOOG WATER.
Te Katwijk aan Zee op Dinsdag 24 Aug.
voorm. 5 en nam. 5.25 uur.
WATERTEMPERATUUR.
Poelmeer 18 gr. C.
De Zijl 17.5 gr. C.
MUZIEKFEEST TE DEN HAAG
van Harmoniën en Fanfares,
Gisteren werd te Den Haag in de tlie-
schenkerij „De Bataaf" het Festival voort
gezet hetwelk georganiseerd was bij ge
legenheid van het 10-jarig bestaan van
den Bond van Kath. Muz. gez. in Z.-H.
Te ruim 2 uur verzamelde zich het Eere
comité, Bondsbestuur en afgevaardigden
der aangesloten vereenigingen in de zaal
van de Bataaf. Ook merkten wij op mgr.
J. M. v. d. Tuijn, Deken van 's-Graven-
hage.
Verschillende gelukwenschen waren in
gekomen, o.m. van mr. S. J. R. de Mon-
chy, burgemeester van 's-Gravenhage.
De voorz. van den Bond, den heer C. A.
Volgering uit Langeraar, sprak een kort
openingswoord. Spr. besprak nogmaals de
financieele toestand in den Bond en zette
uiteen, wat muziek feitelijk is. Zonder
muziek is onze Kath. Cultuur niet af.
Spr. spoorde de besturen van onze corp
sen aan vooral hun taak te begrijpen en
den Bond te maken tot een groote orga
nisatie. Wees niet tevreden met goede
prestaties doch help mee het organisatie
wezen meer te ontplooien.
Moch het weer vorige Zondag tegen
werken, thans begunstigd door mooi
weer verklaarde de voorz. dit tweede
gedeelte voor geopend.
Vervolgens werd het woord gevoerd
door mgr. v. d. Tuijn. Mgr. toonde aan dat
dit feest een propagandistisch karakter
draagt en sprak den wensch uit, dat spoe
dig alle corpsen zullen toetreden tot den
Bond, en spoedig de R. K. Federatie zal
gesticht zijn. Hierna werd begonnen aan
het muzikale gedeelte van dezen dag en
werd ingezet, met het lied: „Aan U, o
Koning der Eeuwen"', door alle aanwezi
gen spontaan meegezongen.
Achtereenvolgens traden op de corpsen
St. Gregorius, Kwintheul, St. Jan-fan
fare te Rijswijk, Arti et Religioni te Lan
geraar, Pius X-fanfare te Poeldijk, Door
Samenwerking Sterk te Aarlanderveen en
St. Radboud te Kethel. Den geheelen mid
dag was er groote belangstelling. Te 6
uur werd gepauzeerd. Na de pauze be
luisterden wij de vereen. St. Cecilia te
Schipluiden, Padua te Rotterdam, Perosi
te Leiden en St. Franciscus te Delft.
Te 10 uur werd een gezamenlijke marsch
uitgevoerd door pl.m. 250 muzikanten on
der leiding van Jac. J. v. Oosten Jr. uit
Delft. Gespeeld werd de Rucphensche
Feestmarsch van J. R. v. d. Glas. Het
Festival werd besloten met het Wilhel
mus. Rest ons nog te vermelden dat tij
dens het feest een drietal vereen, zich
aansloten bij den Bond terwijl nog en
kele corpsen toezegging deden.
VOORHOUT, Zondagavond.
Zaterdagavond 6 uur rolden van de rich
tingen Haarlem en Leiden de treinen het
dorp Voorhout onder stroomenden regen
binnen, en voerden dit jaar niet minder
dan plm. 200 deelnemers aan de studieda
gen aan. Zooals te doen gebruikelijk wer
den ook deze studiedagen ingezet met een
Openingslof, gecelebreerd door den zeer-
eerw. rector der Bisschoppelijke Nijver
heidsschool, L. M.v. d. Griendt, voorafge
gaan door een door alle aanwezigen mede
gezongen „Veni Creator Spiritus".
In de studiezaal, eenvoudig maar keurig
met bloemen en groen versierd, werden de
circa 200 deelnemers verwelkomd door het
hoofdbestuur, bij monde van zijn voorzit
ter, den heer Van den Akker, die zich ver
heugde over de steeds groeiende belang
stelling voor de studiedagen; er is gepast
en gemeten om zoovelen in dit groote huis
een goed onderkomen gedurende 4 dagen
te verschaffen, waarbij dankbaar de acti
viteit der eerw. Broeders wordt herdacht.
Voorts zeide spreker, dat het de zevende
maal is, dat de Volksbond in dit Bisdom
zijn studiedagen organiseert, en legt er den
nadruk op, dat de arbeidersbeweging ook
de stoffelijke belangen harer leden behar
tigt, doch dat dit slechts het middel is om
tot het doel, den hemel, te geraken. Eén is
er, zegt spr., die we dezen keer voor het
eerst op onze studiedagen missen, n.l. rec
tor, thans deken Bots, die de initiatiefne
mer daartoe is geweest. Als bewijs van
dankbaarheid wordt hem onder hartelijk
applaus een telegram gezonden, waarin de
deelnemers van deze studiedagen dank
baar hun initiatiefnemer gedenken en hem
groeten.
Met genoegen heet spr. in dit milieu,
welkom den nieuwen geestelijken adviseur,
rector dr. A. A. Olierook, die gerust „de
ziel" van het programma genoemd mag
worden, en wien hij gaarne het woord ver
leend tot het houden van de eerste les:
„Algemeene beschouwingen
over cultuur en beschavin g".
De eerste les
Deze kalme inleider geeft zijn geheer te
kennen, dat hij het fundament wil leggen
voor het studiemateriaal, dat ruimschoots
deze dagen zal worden geboden. Spr. stelt
de vraag of onze beschaving, onze cultuur
wel zal blijven bestaan. De gevoelens van
daling en verval overvallen ons, we zijn
evenwel niet ten prooi aan angstneurosen.
De economische ontwrichting is een symp
toom van de lijdende menschheid. Op alle
terreinen ontmoet men 't woord cultuur;
er kan niets meer zijn of het heeft cultu-
reele beteekenis. Wat is dan eigenlijk „cul
tuur"? Als wij hierop het antwoord willen
geven, gevoelen we ons in een labyrinth.
De hoog opgevoerde „beschaving" van de
zen tijd heeft geen cultuur maar slechts
schijn-cultuur voortgebracht. Cultuur moet
gedragen worden door een gemeenschap
pelijk streven, een ideaal. Er is een tendenz
waar te nemen, een tendenz naar nivel
leering. Cultuur beschouwt spr. als een
heerschappij van den mensch over de na
tuur, welk laatste begrip spr. onderscheidt
in de stoffelijke natuur, de geestelijke na
tuur in het algemeen en de eigen persoon
lijke natuur, de innerlijke natuur van het
individu. Spreker besluit zijn interessant
betoog met den wensch dat de lessen van
deze sociale studiedag nnder verlichting
van den H. Geest en onder bescherming
van de Koningin des Hemels een beter en
klaarder inzicht brengen mogen in deze
materie. Een aanhoudend applaus, gevolgd
door 'n dankwoord van den voorzitter, be
wees de instemming der vergaderden.
ZONDAGMORGEN
Zondagmorgen om half acht traden alle
deelnemers ter H. Tafel, waarna gemeen
schappelijk werd ontbeten. Om half tien
droeg de zeereerw. rector W. Bokeloh uit
's Gravenhage een plechtige Hoogmis op,
waarna de koffie werd geserveerd. Om 11
uur nam de 2de les een aanvang, onder den
titel: „DecultuurgangvanhetO os-
t e n", ingeleid door ir. L. J. Feber, wet
houder van 's Gravenhage.
De tweede les
In den Oosterschen mensch leefde de
drang naar de verte, naar meer kennis en
dieper inzicht, 'n drang ook naar macht,
naar gemeenschapszin. De Oostersche
mensch werd betrokken in het Westersch
productie-systeem, werd ingeschakeld in de
economische orde. Zij zullen in zich den
drang voelen ontwaken van vrijheid en
zelfstandigheid in plaats van economische
onderworpenheid. Zij die het Oosten als
expansie-terrein hebben aangegrepen, zij
waren niet de dragers van de Westersche
beschaving, zij waren meer een steen des
aanstoots, zij brachten eer een materialis
tische besmetting. Het moderne paganisme
en de Kantiaansche wijsbegeerte werd er
geïmporteerd, terwijl het communisme zijn
intrede deed. Zij waren geïnfecteerd van
het materialisme. Begrijpelijk heeft dat
reactie gewekt in de godsdienstige, de ze
delijke en cultureele ontwikkeling. Spr.
stelt dan de vraag, of het Christendom als
men zoo alles hoort, nog kans van slagen
heeft in Azië? en antwoordt daarop vol
mondig: „ja". Ieder mensch is minstens
potentieel christelijk. Spr. constateert dan
ook een hooge zedelijke kracht in het Con
fucianisme, 'n zeer hoog, edel begrip van 't
g^insleven, hooger dan het practische ge
zinsleven bij de volkeren die de dragers
zijn van de Westersche beschaving. Boven
dien wordt het gezag als van God gegeven,
erkend en gerespecteerd. Spreker be
schouwt hun opvattingen betreffende den
Heiligen Oorlog van de Boeddhisten als
hoogstaand tegenover de opvattingen, wel
ke golden bij de Westersche beschaving in
1914-1918. Het Oosten heeft genoeg van de
Westersche suprematie. Spreker constateert
dan weer een ontstaan van opleving van
het Oostersch rassenbewustzijn, met een
scherp conflict tusschen Oostersche en
Westersche beschaving, en besluit met te
zeggen, dat wanneer er een kans om de
ontwikkeling tusschen Oost en Westersche
beschaving in een bevredigende richting te
voeren aanwezig is, deze dan gelegen is in
de missioneering van het Oosten. Alleen in
en door het Christendom zal de cultuurgang
van Oostersche en Westersche beschaving
kunnen' samenstroomen.
ZONDAGMIDDAG
Derde les
Nadat was gegeten, volgde de derde les
over het onderwerp: „Ruïnes boven
gave fundam-entein", ingeleid door
Willem Snitker. De Westersche bescha-
ging der laatste eeuwen heeft het christe
lijk karakter achteruit gesteld. Spr. wil in
dit verband drie figuren aanhalen, te we
ten: Thomas Morus, Erasmus en Luther.
De eerste een humanist, een strever naar
volmaakte menschelijkheid; de tweede een
kosmopoliet zonder doel, terwijl de derde
was een mensch, die sprong uit de orde der
dingen. De mensch is onttroond, hij is ver
slagen door de machine. De standen-op
bouw is vervangen door klasse-afbraak. De
Westersche beschaving heeft getracht zich
over geheele de wereld te verbreiden, de
innerlijke verdeeldheid der dragers van
deze beschaving, gepaard aan de ontwa
king van het Oosten, heeft ten gevolge ge
had, dat de kracht tot expansie zeer sterk
is verminderd. Zonder de adel van het
Christendom is de beschaving ondenk
baar; ieder individu en niet enkel het in
tellect, bevestigt de beschaving.
Om half zeven volgde een kort Lof, waar
na souper, gevolgd door de vierde in de
serie van tien lessen, met het onderwerp:
„Het Jodendom en zijn verhou
ding tot de Westersche bescha
ving en met name tot het Chris
tendom, ingeleid door pater dr. P. van
der Kooy S.C.J.
Vierde les.
Alvorens voorzitter van den Akker den
geachten inleider het welkom toeriep, heet
te hij welkom den rector-magnificus van
de R.K. Universiteit te Nijmegen, prof. Th.
Baader, die uit belangstelling naar hier
was gekomen. 1
Hierna was 't woord aan pater dr. van
der Kooy. Het stemt spr. tot groote vreug
de te mogen spreken over het aangekon
digde onderwerp, omdat hierover nog
zooveel misverstand bestaat. Voor hij ver
der gaat, wil spr. onderscheiden zien de
Joden als natie en de Joden als aanhan
gers van het Joodsche geloof. Hij legt ver
volgens de vergadering deze drie vragen
voor: 1 ontstond het Jodendom en welke
plaats neemt het in de maatschappij in? 2.
Waarom heeft de Jood zijn eigen Christus
verworpen? 3. Hoe bleven de Joden na
Christus nog voortbestaan? Allereerst
merkt spr. op, dat de Joden in wezen geen
zuivere semieten zijn, hetgeen opvalt bij
vergelijking met de Arabieren. Spr. meent
zelfs dat zij meer Arisch zijn dan wij! Een
eigen cultuur hebben de Joden nooit ge
kend, zij hadden zelfs geen eigen taal, al
meenen velen dat het 't Hebreeuwsch is.
Het Hebreeuwsch is niets anders dan het
Canadeesch. De Joden bleven hun bescha
ving ontleenen aan anderen, vandaar dat
waar zij leven, steeds een andere cultuur
de hunne is. Zij beschikken over een bui
tengewoon aanpassingsvermogen, waar
door zij de beschaving van anderen gemak
kelijk overnemen; zij zijn bovendien bui
tengewoon intelligent. In de enorme zee van
menschelijke stroomingen zijn zij de eeni-
gen geweest die de godsdienst van vóór
Christus hebben bewaard. Het Jodendom
werd veroordeeld om verspreid te leven
onder verschillende naties, waardoor het
een heel bijzondere plaats en positie in
nam; vandaar ook dat het thans meer een
godsdienstige secte dan een natie is.
Hun godsienst bracht saamhoorigheids-
gevoel met zich mee; begrijpelijk kregen
zij dan ook als voorbeeldig volk invloed,
dank zij hun godsdienstigheid, in andere
zaken als handelspraktijken e.d. genoten
zij nu niet direct invloed op de omgeving.
Orn aan te toonen, waarom de Jood zijn
eigen Christus verwierp, onderscheidt spr..
de Joden in drie groepen, nl. de Phari-
heeën, de Sadduceeën en de z.g. Vrijheids
partij of Formalisten. Christus nam de rei-
nigngswetten van de eerste groep niet aan;
beliefde niet met die Joden samen tewer-
ken die het met de Romeinen hielden en
wilde ten slotte geen Koning zijn in den
zin zooals de formalisten dat wilden. Be
grijpelijk heeft Jezus het ergst geleden on
der de verwerping van „Zijn" volk, zoo
als St. Joannes het zoo treffend iq zijn
„memoires" schrijft (Evangelie Joannes):
„Hij kwam in Zijn eigendom en de Zijnen
hebben Hem niet aangenomen". Als Jezus
zelf dan zooveel geleden moet hebben als
mensch omdat Hij één der hunnen was,
één dergenen, die Hem verwierpen, laat
dat dan voor ons menschen een reden zijn
om vooral voor de bekeering van de Jo
den ook te bidden, en het Joodsche volk
niet te verwerpen.
Om het antwoord te geven op de derde
vraag, hoe de houding was van de Joden,
tegen over het Christendom, leest spreker
de Godslasterlijk^ en liederlijke aantijgin
gen uit den Talmud voor, en antwoordt
daarop dat hun houding tegenover het
Christendom vijandig is en moet zijn.
Maar dan dient deze beantwoording ver
duidelijking in zooverre dat onderscheidt
moet worden gemaakt tusschen de ortho-
BENOEMINGEN BISDOM HAARLEM.
Z. H. Exc. de Bisschop van Haarlem heeft
de volgende Weleerw. Heeren benoemd:
tot Rector te 's-Gravenhage (St. Maria-
gesticht, Toussaintkade 43) A. H. Harst;
tot Kapelaan:
te Achthuizen: P. W. van Leeuwen
(Neom.).
te Aerdenhout: C. J. A Campfens.
te Alkmaar: (H. Laurentius): W. A. J.
Geels.
te A 1 p h e n a. d. R ij n: C. M. Klaver,
te Amsterdam (H. Hart): A. C. J. van
Rooyen; (H. Maria Magdalena): H. A. A.
Rouw; (O. L. Vrouw van Alt. Bijstand): J.
Berger; (O. L. Vrouw van Lourdes): C. A.
'M. Kroon; (H.H. Petrus en Paulus): A. J. A.
Schulte; (Begijnhof): Dr. J. G. M. Wllle-
brands; (St. Hubertuskapel): L. van Vugt.
te Assenfeldt: J. H. M. van der Vliet
(Neom.).
te Beemster: A. A. M. C. Rietveld,
te Berkel: Th. J. Steenland (Neom.).
te Beverwijk (H. Agatha): S. J. de Bot.
te Bloemendaal: W. J. J. M. van Niekerk.
te Bovenkarspel: C. Nijsten.
te Buitenveldert: L. J. Beugelsdijk
(Neom.).
te Dordrecht (H. Antonius v. F.): A. Breg-
ten; (H. Bonifatius): F. M. H. J. Eppings.
te Enkhuizen: C. A. van der Voort
(Neom.).
te 's-Gravenhage (H. Antonius Abt): A.
C. Schaaper; (H. Hart): H. C. M. Dijssel-
bloem; (O. L. Vrouw van Lourdes): C. Ch.
van der Sman.
te Grootebroek: J. van der Stap (Neom.).
te Haarlem (Kathedraal Sint Bavo): Dr.
A. I. M. Kat; (Mariastichting): J. Sijm.
te Haarlemmerliede: A. C. W. Berkhout,
te Haastrecht: F. L. Kok (Neom.).
te Halfweg: H. G. A. Wensveen (Neom.).
te Heemskerk: J. M. Th. Reiber (Neom.).
te Heemstede (H. Bavo): J. N. Kossen.
te Hillegersberg (Christus Koning): F. S.
Wolff.
te Hoorn: J. M. Dijsselbloem.
te Kethel: P. J. Zoutenbier (Neom.).
te Kwadendamme: A. J. J. M. van Vliet
(Neom.).
te Kwakel: J. J. Tulp (Neom.).
te Kwintsheul: F. J. C. Langelaan (Neom.)
te L a n g e r a a r: A. N. Duinisveld.
te L e id e n (O. L. Vrouw Hem. en H. Jo
seph): E. A. M. Paap; (H. Petrus): F. H. M.
Lohman.
te Leidschendam: Th. van Niekerk.
Niekerk.
te L e i m u i d e n: C. P. de Wit.
te Meye en Zegveld: A. L. Umans
(Neom.).
te Middelburg: H. G. Tuin (Neom.).
te Muiden: J. G. van Dijk (Neom.).
teNoordwijkerhout (St. Bavo-
gesticht): J. F. van de Gent; (St. Mariage-
sticht): J. A. M. van der Gaag.
te Poeldijk: C. W. J. Wenneker.
te R e e w ij k: C. A. J. Netten (Neom.).
te Rijswijk: L. A. Brabander,
te Rotterdam (H. Barbara): G. P. Regeer;
(H. Elisabeth): B. J. M. Dorbeck; H. Lau
rentius): J. F. Franse,
te Schagen: C. Visser (Neom.).
te S t o m p w ij k: E. R. C. M. Klaver
(Neom.).
te Uitgeest: J. A. Solleveld (Neom.).
te Vogelenzang: F. C. Verheul (Neom.).
te Voorburg (H. Martinus): Th. J. G. Dek
ker.
teVoorschoten:P. Th. A. Perquin.
te Wormer: S. J. M. Broersen.
te Wormerveer: L. Voets (Neom.).
teZoeterwoude (H. Joannes Onth.)
A. H. Duyvestijn (Neom.).
BENOEMINGEN PATERS JEZUÏETEN.
Z. H. Exc. de Aartsbisschop van Utrecht
heeft benoemd tot assistent der kerk van
O. L. Vrouw Onbevl. Ontv. te Groningen
den Weleerwaarden Pater A. Brink-
hoff S.J.
Z. H. Exc. de Bisschop van Haarlem
heeft benoemd tot assistent der kerk van
den H. Ignatius te Amsterdam der Wel
eerw. Pater Th. Helssloot S.J. tot kapelaan
der kerk van O L. Vrouw Onbevl. Ontv. te
's-Gravenhagë den Weleerw. Pater L. v. d.
Meer S.J., tot assistent aldaar den Wel
eerw. Pater Ch. Hanckx S.J., en tot assi
stent der kerk van de H. Theresia te 's Gra
venhage den Weleerw. Pater J. de
Lang S.J.
Z. H. Exc. de Bisschop van 's Hertogen
bosch heeft benoemd tot assistent dei-
hulpkerk van den H. Joseph te Nijmegen
den Weleerw. Pater V. Spauwen S.J.
Tot Superior van het Retraitehuis
„Loyola" te Vught werd benoemd de Zeer
eerw. Pater J. Bak S.J. leeraar van het
Canisius-college te Nijmegen.
doxe Joden, de liberale of meer vooruit
strevende Joden en de z.g. ongeloovige
Joden. De orthodoxe staan positief afwij
zend t.o. Jezus; de vooruitstrevendz of li
berale Joden spreken met eerbied over
Jezus als over den grootsten Profeet en prij
zen vooral Zijn zedenleer, en willen zelfs
de boeken van het Nieuwe Testament wel
ke zij niet kennen, als vervolg van het
Oude Testament (natuurlijk niet alle boe
ken) beschouwen. Tenslotte nog de onge
loovige Joden, die in dezelfde verhouding
staan tot het Christendom als ieder heiden
of ieder ander geloovige, maar lang niet
zoo fel anti-christelijk zijn als de orthodoxe
Joden. Met nadruk noemt spr. nog de
baanbreker van het liberale Jodendom, de
Nederlander Baruch Spinoza.
Een uitgebreide reeks van vragenstellers
werpen zich op, niet omdat deze les onvol
doende duidelijk was, integendeel, omdat
juist deze les de bijzondere interesse had
van alle aanwezigen en bovendien de
meeste duisterheden in zich verborgen
hield nopens dit onderwerp.
Het duurde dan ook geruimen tijd alvo
rens deze gedachtenwisseling was beëin
digd.
LEIDEN.
Donderdag, R. K. Transportarbeiders, 8 uur,
Bondsgebouw.
De Zondagsdienst der huisartsen te Lei
den wordt waargenomen door de dokters:
Renaud, Winkler, Nieuwzwaag, Poortman
en Stoffers.
De Zondagsdienst te Oegstgeest wordt
waargenomen door dr. Leemhuis, Tel. 2030.
De avond-, nacht- en Zondagdienst der
apotheken wordt van Maandag 16 tot
en met Zondag 22 A ug. a.s. waargeno
men door de apotheken: P. du Croix, Ra
penburg 9, telef. 807, J. P. M. ten Dijk,
Haven 18, telef. 85 en J. Doedens, Wilhél-
minapark 8, Oegstgeest tel. 274.
HAAGSCHE POLITIERECHTER.
Zittiug van 23 Augustus.
Dekens weggenomen te Noord-
w ijkerhout.
J. W. de K. te den Haag was met een col
lega naar Noordwijkerhout geto
gen. Daar aangekomen was hij op verken
ning uitgegaan om te zien of hij wat van
zijn gading kon vinden. Na veel gesluip
door de struiken was hij aangeland bij een
schuurtje op het kampeerterrein, nabij den
Gooweg te Noordwijkerhout. In dit schuur
tje, waarover een juffrouw toezicht had,
werden allerlei kampeerbenoodigdheden op
geborgen van menschen, die daar plegen
te kampeeren. Om kort te gaan, verdachte
had uit dit schuurtje drie dekens en kus
sens meegenomen.
Verdachte is reeds meer veroordeeld.
Het rapport ziet geen heil meer in een
voorwaardelij ken sti-af en zelfs de moeder
van verdachte heeft gezegd, dat een gevoe
lige straf op zijn plaats is. Misschien dat hij
dan wil beteren. Ook de verdediger van ver
dachte vroeg een gevangenisstraf voor zijn
cliënt, omdat het mogelijk het beste is voor
zijn toekomstig leven.
Daarmede rekening houdend eischte de
Officier van Justitie, Mr. Cohen Tervaart,
een gevangenisstraf van 14 dagen.
De politierechter, Mr. Feith, achtte ook
een gevangenisstraf de beste oplossing.
Mogelijk komt er dan nog iets van hem te
recht en zal deze straf een les voor hem zijn.
Uitspraak tenslotte drie weken gevan
genisstraf.
Drie maanden voor scheld
woorden.
R. R., thans gedetineerd, zonder vaste
woon- of verblijfplaats, was in verzet ge
komen van een vonnis van den politierech
ter waarbij hij wegens het toevoegen van
allerlei minderwaardige scheldwoorden aan
een agent van politie te A1 p h e n a. d.
R ij n tot een gevangenisstraf van drie
maanden veroordeeld.
Verdachte vond, dat de straf veel en veel
te zwaar was voor alleen maar scheldwoor
den.
De zaak werd nogmaals aangehouden tot
17 September wijl deze politierechter het
vonnis niet heeft geveld.
Nog steeds het oude ijzer.
A. L., los werkman te Leiden was ten
laste gelegd dat hij met een vriend een hoe
veelheid oud ijzer weggenomen had van een
stuk land langs den Vlietweg te Leid
schendam.
Verdachte zeide, dat het ijzerafval daar
lag, omdat degene die het terrein had ge
bruikt voor zijn werkzaamheden naar een
ander karwei te Zoetermeer was vertrok
ken, zonder zich om het ijzer te bekomme
ren.
Verdachte had zich er toen maar over
ontfermd, wat natuurlijk niet mocht en
waarvoor hij nu voor den politierechter
moest verschijnen.
De Officier eischte aanhouding van de
zaak tot inwinning van een rapport tot 17
September. Aldus besloten.
Geld en Kinawijn ontvreemd.
J. v. d. M., woonachtig teLeidschen-
d a m, van beroep betonwerker, thans ge
detineerd, heeft, toen hij ergens werkte on
der de gemeente Rotterdam want hij is
van het ouderlijk huis weggeloopen, omdat
het hem thuis niet beviel, bij den persoon,
bij wien hij inwoonde, een bedrag van 60
ontvreemd uit een geldkistje en bovendien
nog een flesch Kinawijn.
De verdachte komt uit een gezin, dat ge
heel uit elkaar is gespat, waardoor de kin
deren een tijd onder toezicht gesteld wer
den. Door deze minder gewenschte toestan
den in het ouderlijk huis waren de jon
gens den slechten weg opgegaan. Verdachte
zit thans in voorarrest voor een rijwiel
diefstal terwijl er bovendien nog een ge
vangenisstraf van drie maanden in het vat
voor hem is wegens diefstal van een ijzeren
riooldeksel.
De Officier noemde verdachte onverbe
terlijk en eischte een gevangenisstraf voor
den tijd van drie maanden.
De politierechter gaf verdachte den raad
om maar weer naar zijn ouders te gaan en
het weer eens te probeeren. „Zoo gaat het
niet en komt er niets van je terecht", meen
de de politierechter. Spr. van zijn kant wil
verdachte nog een kans geven en zal de
gevraagde drie maanden voorwaardelijk
opleggen met een proeftijd van drie jaar.