RECHTZAKEN MGEVING ZATERDAG 21 AUGUSTUS 1937 DE LE1DSCHE COURANT i'WEEDE BLAD - PAG. 6 UIT HET LAND DER KOPPENSNELLERS fNOORD-BORNEO) Grasle de menschenverslindende geest. Ons bootje lekte en een geweldige re genbui viel meedoogenloos op ons neer. De strooming van het water nam in sterk te toe, en de krachten der bemanning waren nauwelijks voldoende om het klei ne bootje stroomopwaarts te boomen. De lange uren in de uitgeholde boom stam werden bij wijze van afwisseling doorgebracht met water uit den boot te scheppen. Onze ervaren stuurman bracht ons bootje veilig langs de gevaarlijke rotspunten in de rivier en te ongeveer half zeven lag de prauw aan een boom stronk vastgebonden en begaven we ons gepakt en gezakt naar de Dayak-woning waar Oentol het hoofd was. Deze man was geboren zonder vingers en teenen en werd daarom Oentol of de „afgeknotte" genoemd. Toen ik het huis binnenkwam zag ik hem reeds klaar zitten om ons te ontvangen. Rondom hem lagen matten uitgespreid en op zijn knieën zat zijn las tig tweejarig dochtertje. Toen hij mijn ongewone verschijning (in regenjas) zag, gebood hij de kleine onmiddellijk stil te zijn en naar mij wijzend zeide hij dat de grootmoeder van Grasie (de menschen- verslindende geest) zoo juist gearriveerd was om de huilende kinderen te verslin den. De andere kinderen, zich blijkbaar ook schuldbewust, maakte zich onmid dellijk uit de voeten. Van schrik hield de kleine onmiddellijk stil om, zoodra ik mijn regenjas had uitgetrokken, haar ge huil weer voort te zetten. De goede oude tijd. Nadat we gegeten hadden in het vertrek van de „afgeknotte" en we weer op de waranda gezeten waren, nam de catechis mus-les een aanvang waarna zooals gewoonlijk de avond verder werd door gebracht met praten. Er brandde geen ander licht dan de knetterende harsvuurtjes welke hier en daar in 't huis waren aangelegd. Boven het vuur hingen de gesnelde koppen ge heel onder roet en spinrag bedekt. De koppen waren met rotan aan elkaar ge bonden en de geheele tros was het tro- phee hunner voorvaderen een teeken van him dapperheid. Onder de vele doodshoofden bevond zich ook een kop door mijn gastheer zelf gesneld. Ofschoon de pas bekeerde Dayaks de gesnelde koppen in hun huizen mogen bewaren op voorwaarde dat zij er geen gebruik van maken zooals de heidenen bij hun prak tijken, bewerkt de missionaris toch dat deze sieraden langzamerhand uit de Christendorpen verdwijnen. Toevallig liep het gesprek over de goede oude tijd van oorlog voeren en koppensnellen waarbij de dapperheid en onwondbaarheid van menig Dayak besproken werden. Met trotsch wees Oentol op de door hem ge snelde kop; „maar" zoo zeide hij „het is van geen nut". Inderdaad; zijn levensge schiedenis was mij bekend. Zijn levensgeschiedenis. In zijn jonge dagen had hij zich bij 'n troepje jongelingen aangesloten en was de binnenlanden ingegaan. Met de man nen van een Poenan-dorp hadden ze een jachtexpeditie georganiseerd. De Poenan- mannen moesten naar links en zij zouden naar rechts gaan. Wanneer beide partijen 'n halve cirkel beschreven hadden en elkaar op 'n zeker punt ontmoet hadden zouden ze allen met hun honden den heuvel van alle kanten beklimmen om zoo al het wild, hetwelk zich daar bevond, in te sluiten. De Poenan-mannen begaven zich op weg doch de jonfe Dayaks gingen terug naar het dorp en vermoordde daar meedoogenloos alle vrouwen en kinderen. Hun buit bestond uit zeventien koppen en het aandeel van Oentol was vijf kop pen. Al spoedig werden ze door de re- geeringstroepen achtervolgd en gevan gen. De koppen werden door de regee ring in beslag genomen en begraven en alle misdadigers werden voor 'n aantal jaren in de gevangenis van Koetsjing op gesloten. Voor Oentol gevangen geno men werd, was hij erin geslaagd een der koppen te begraven en toen hij na jaren uit de gevangenis verlost werd, begaf hij zich onmiddellijk naar de plek waar hij de kop begraven had en nu pronkte het nog als 'n teeken van dapperheid in zijn woning. Het dispuut over een kop. Nu tot het Christendom bekeerd, zeide hij „Nadai guna", ,,'t is van geen nut". Deze gelegenheid nam ik te baat om hem te doen besluiten mij 't hoofd te laten be graven en toen ik terug ging maakte het doodshoofd een deel van mijn bagage uit. De lezer zal zich afvragen waarom ik niet onmiddellijk tot begraven over ging. Ten eerste vreesde ik dat zijn bloedverwanten den kop weer zouden opgraven en vervolgens wilde ik zooveel mogelijk met de toestemming van zijn vader handelen om geen onnoodige ruzie in de familie te veroorzaken. De dag, nadat ik thuisgekomen was, arriveer de een oude man op de missie. Het was de oude vader zelf, die mij nagereisd was zoodra hij het geval vernam. „Toean" zoo sprak hij „steel mijn kruiken en gongen maar geen doodshoofd'', waarop ik antwoordde dat zijn zoon de kop ge sneld had en erover kon beschikken zoo als hij wilde. „Elke week moest ik vuur aanmaken en de kop berooken" zei hij „en wie anders dan ik verschafte het hoofd rijst en rijstebier?" Hij voorspelde dat moord en doodslag daaruit zou kun nen voortvloeien en voorzichtigheids- ONEERLIJKE CONCURRENTIE Aan den verkeerde werd de rok meegegeven Een bewoonster van de Santpoorterstraat te Haarlem wilde een rok laten uitstoomen door een Chemische Wasscherij en Verve rij. En dies verscheen er een loopjongen aan haar deur om de rok te halen. Maar de bewoonster vertrouwde hem niet erg, want hij hadzulke droomerige oogen! (Aldus zou ze later als getuige voor de rechtbank verklaren). De loopjongen met de droomerige oogen kreeg dus in plaats van de rok, de kous op den kop en trok af. Eenigen tijd later ver scheen er zoowaar weer iemand, nu een oudere jongeman van de Chem. Wasscherij en die scheen toen wèl vertrouwenswaard te zijn, want hij kreeg van de bewoonster wel de rok mede. Het merkwaardige van dit geval was ech ter, dat de laatste boodschapper juist het minst te vertrouwen was geweest! Want deze jongeman was ook aan een Chem. Wasscherij verbonden, maar aan een con- curreerende onderneming. Op een slinksche wijze wilde hij klanten voor zijn zaak ver werven door den loopjongen van zijn con current achter na te rijden en dan te pro- beeren de klanten van den concurrent tot de zijne te maken. Zoo ook dien dag. Ook hij was in de Santpoorterstraat ge weest en zag daar den loopjongen van zijn concurrent met leege handen van een wo ning terugkeeren. Hij hoorde dien jongen uit en vernam toen, dat de bewoonster een rok wilde laten uitstoomen, maar dit klee- dingstuk niet aan den jongen had willen meegeven. Hij wachtte eenigen tijd, tot de pech-hebbende loopjongen de straat uit was en belde aan hetzelfde huis aan. Aan de bewoonster vertelde hij, dat hij van dezelf de Chem. Wasscherij kwam als de loopjon gen en hoewel de bewoonster zich er over verwonderde dat de Chem. Wasscherij zoo vlug een tweeden loopjongen had gezonden, gaf ze zoowaar het kleedingstuk mee. En eenige dagen later bleek, dat ze het aan den verkeerde had meegegeven! Een ande re Chem. Wasscherij, dan ze had besteld, had haar rok uitgestoomd entegen een hoogeren prijj Haar man deed aangifte bij de politie en de jongeman, een 28-jarige Haarlemsche colporteur, moest voor d e Haarlemsche rechtbank verschijnen. De president hield hem voor, dat hij on behoorlijk had gehandeld en dat hij zoo'n zelfde geval, nu met een deken, ook al had uitgehaald ergens anders in Haarlem en bovendien was de verdachte al eens ver oordeeld wegens mishandeling van zijn concurrent De officier van justitie zeide, dat verdach te een door en door gemeenen streek had uitgehaald. Hij vergeleek het geval met Roodkapje, dat ook door den Wolf was uit gehoord en later door denzelfden Wolf was opgegeten. De eisch was een maand gevan genisstraf. De verdediger, mr. B. W. Stomps, zette uiteen dat er toch wel eenig verschil met het verhaaltje van Roodkapje bestond. Roodkapje was door haar grootmoeder vriendelijk ontvangen, maar den boozen wolf was de deur gewezen, terwijl hier in dit geval den onschuldigen loopjongen van wege zijn droomerige oogen de deur was gewezen en de schuldige colporteur haast met open armen door de dame was ontvan gen! Tenslotte verzocht mr. Stomps, die in kindersprookjes blijkbaar even goed thuis is als in rechtszaken, een voorwaardelijke veroordeeling of een geldboete voor zijn cliënt, die op 30 Augustus zal vernemen welke straf de rechtbank voor. hem be stemt. „Tijd". KANTONGERECHT TE ALPHEN AAN DEN RIJN. Vleesch, dat stonk, groen zag en waar de vormen uitkropen. Als eerste zaak werd behandeld de zaak tegen J. C. W. slager te A lp h en, die door een controleerend ambtenaar was verbali- seerd wegens het in voorraad hebben van vleesch dat „stonk" en hetwelk bij een na dere verklaring van den controleerend ambt. groen was en waar de „maaien" uit liepen. De ambtenaar van het O M. deelde darop mede, dat verdachte voor nalating vleeschkeuring reeds 8 maal was veroor deeld, waaronder 3 dagen principaal en een geldboete van 150.waarom hij dan ook een flinke straf wilde vragen. De ambtenaar eischte 10 dagen principaal, verder openbaarmaking van het vonnis. Deze man, aldus de ambtenaar, is her haaldelijk gewaarschuwd doch gaat hier mede rustig door zoodat deze straf op haar plaats is. Mr. v. Heijst, die verdachte verdedigde, was reeds direct gestruikeld over het woord „in voorraad hebben", en meende dat dit niet voldoende was om verdachte te veroordeelen. Bij in voorraad hebben, moet ook nog iets bijkomen en wel b.v. ten verkoop in voorraad hebben enz. Ver volgens dat in de dagvaarding stond ver- halve had ik de kop een plaatsje onder mijn bed gegeven totdat hij de zaak vol komen met zijn zoon besproken had. Een van onze beste catechisten zond ik naar zijn dorp om daar de zaak verder te be spreken en het resultaat was bevredigend in zooverre hij beloofde geen ruzie met zijn zoon te maken, ofschoon hij volhield dat hij het in geen geval met zijn zoon eens was. Father J. BUIS, Waldeck Pyrmontstraat 31, Leiden. Giro 301285. melde vleesch was toebereid, waarover mede de verdediger het ook niet eens was. Dat het vleesch gehakt stank ver spreidde is nog niet een aanwijzing dat het bedorven is, aldus de verdr., deze was van oordeel, dat niet ieders reukorganen gelijk zijn en wat de één een onaangename reuk vind, is voor den ander misschien een lekkere geur. Ten slotte het in de dagvaarding ver- meud evleesch was toebereid, waarover door den verdediger eveneens een andere meening naar voren werd gebracht. Ten slotte was verdediger van oordeel, dat bij deze man niet het knoeien had voorgezeten maar veeleer een verregande nonchalance de oorzaak was geweest. Na deze uiteenzetting van mr. Heijst wij zigde de ambtenaar zijn eisch en vroeg nu 150.subs. 50 dagen en een voorwaar delijke hechtenis van 2 maanden met een proeftijd van 2 jaar, terwijl de openbaar making volgens art. 42 der Vleeschkeu- ringswet gehandhaafd blijft. De verdediger mr. Heijst vroeg schrif telijk vonnis over 14 dagen. Onwetend zondigt niet. C. de V„ bloemenhandelaar, had met zijn motorbakfiets gereden langs de Gouwe, welke weg verboden was voor motorrijtui gen op meer dan 2 wielen. Op de vraag van den kantonrechter deelde verdachte mede, dat op het bord dat langs het Jaag pad stond, een auto en sleeperskar stonden, waaddoor hij in de veronderstelling was ge komen, dat dit niet van toepassing was voor motorbakfietsen. Dit was echter wel het geval, doch de ambtenaar wilde reke ning houden met de onwetendheid van verdachte hiervan en vroeg ƒ0.50 subs. 1 dag, veroordeeling conmorm. Te vroeg van school. G. P. v. T. had zich te verantwoorden wegens overtreding van de leerplichtwet. T. had zijn dochtertje thuis gehouden ter wijl het volgens de wet nog schoolplichtig was. Hiertoe was T. gekomen, omdat zijn vrouw en nog andere gezinsleden ziekelijk waren en het meisje dus in de huishouding niet gemist kon worden, terwijl ook de fi- nancieele omstandigheden van dien aard waren, dat geen dienstbode kon worden ge houden. De ambtenaar wilde met de laat ste moeilijkheden rekening houden en vroeg voor dezen keer slechts 2 subs. 2 dagen. Veroordeeling conform den eisch. De trein stopte voor een koe. J. C. H., landarbeidersknecht, was als ge leider van een koe de spoorrails overge gaan zonder voldoende op te létten en had hierdoor het treinverkeer 2 minuten stag natie veroorzaakt, aldus de dagvaarding. Verdachte beriep zich op het feit, dat het uitzicht aldaar slecht was en dat dan ook de daar staande boompjes waren wegge hakt. De ambtenaar meende echter, dat hij toch voldoende had moeten uitkijken en eischte een geldboeV van 2.50 subs. 2 d. Veroordeeling conform den eisch. Een zonderlinge diefstal! Van V. was diefstal ten laste gelegd om dat hij zonder daarvoor te betalen of ken nis tè geven gebruik had gemaakt van een stier van den H., om daarmede zijn koeien te laten dekken. Dit feit was, aldus de was in de dagvaarding slechts 4 maal ten laste gelegd. De ambtenaar vond dit een slecht feit en eischte dan ook een geld boete van 4 maal 15 subs. 15 dagen. Ver dachte was echter van den ernst hiervan niet overtuigd en had dit niet gedaan, als gemakzucht hem er niet toe had gebracht. De kantonrechter vond het feit eveneens ernstig en veroordeelde hem dan ook tot 4 maal 15.subs. 15 dagen. Hardnekkig in de boosheid. Mej. V. was verschenen voor haar man, wien ten laste was gelegd overtreding van de leerplichtwet. Zonder duidelijke reden had hij zijn zoontje thuis gehouden en had ook geen gevolg gegeven aan de aanma ning, die hij hierover had ontvangen, doch de dag daarna eveneens zijn'zoontje thuis gehouden. De ambtenaar eischte voor dit feit bij verstek een geldboete van 3. subs. 3 dagen. Verdoordeeling conform. Zij kwamen er nog goed af. J. K. had met een bakfiets gereden in verkeerde richting waarvoor hij dan ook was verbaliseerd. Verdachte voerde als verdediging aan, dat hem door een der agenten was gezegd, dat wel met een bak fiets in de Raadhuisstraat en van Man- dersloostraat mocht worden gereden in beide richtingen. De ambtenaar had hier van reeds meer gehoord en veroordeelde verdachten dan ook zonder strafoplegging. Bij arrest van 10 Juni 1930 aldus de amb tenaar is uitgemaakt, dat een bakfiets ge lijk gesteld is met een rijwiel. Eveneens werd J. v. W. voor hetzelfde feit veroor deeld zonder strafoplegging. INGEZONDEN STUKKEN LEIMUIDEN, 19 Aug. 1937. Het riekende hondje In het tweede blad, pag. 7, d.d. 19 Aug., staat onder ingezonden vermeld, dat P. Janssen, Heerenweg 62, te Leimuiden, dit stuk heeft ingezonden. Dit is niet waar, ik weet van geen hond in de bus af. Ik heb dien dag zelfs geen bus gezien, daar ik van Zaterdag tot Dinsdag met vacantie was, zoodat mijn naam ten onrechte onder dit stuk is vermeld. Mijn zoon P. weet hier ook niets van af. P. JANSSEN, Leimuiden 62. HlLLEGOI\ HONDERDSTE VERJAARDAG MEVR. RITSCHIE EEN EEUW OUD. Koningin zond telegram. B. en W. kwamen gelukwenschen. Gisteren vierde mevrouw de weduwe Ritschie ten huize harer dochter ge huwd met den heer Herman Veldh. van Zanten Veenenburgerlaan 6, haar hon derdsten verjaardag. Reeds vóór dezen feestdag waren tal rijke bloemstukken gezonden, doch he den konden de groote suites der villa den bloemschat niet bevatten. Ofschoon geen eigenlijke receptie ge geven werd, was er voor intieme vrien den en kennissen des voorm. van 1112 en des avonds na 7 uur gelegenheid tot feliciteeren. Het behoeft niet gezegd, dat hiervan een zeer ruim gebruik gemaakt werd. Onder die velen was ook het college van Burgemeester en Wethouders en den ge meente-secretaris. Slechts een enkele (behalve de naaste familie) werd tot de feestelinge toegela ten; hiertoe behoorde de Burgemeester. De post had het ook zeer druk. De 100- jarige mocht ook een telegram van de Koninklijke familie ontvangen. Deze hoo- ge, vorstelijke attentie ontroerde mevr. Ritschie bijzonder. Des avonds werd een serenade gebracht waarvoor ondanks het slechte weer groote belangstelling bestond. De oudste inwoonster van Hillegom ge voelde zich op haar feest heel goed. Gemeenteraad. De raad dezer gemeen te houdt een openbare vergadering op Vrijdag 27 Augustus nam. 2 uur. Agenda: 1. Vaststelling van de notulen. 2. Ingekomen stukken. 3. Comptabiliteits- besluitne. 4. Reclame plaatselijke belastin gen. 5. Vaststelling kohier aanlegbelasting dienst 1937. 6. Rekening van inkomsten en uitgaven van den schoolartsendienst over 1936. 7. Voorstel tot wijziging van de Precarioverordening. 8. Voorstel tot wijzi ging van de verordening op de heffing van besmettelijke, ziektengelden. 9. Voorstel tot vaststelling eener verordening, rege lende het beroepsrecht inzake vergunnin gen voor huurauto's e.d. 10. Voorstel tot verleening van voorschotten voor de ver krijging van plaatsjes door landarbeideds. 11. Voorstel tot aanstelling van een admi nistratieve kracht ten bureele van den schoolarts. 12. Voorstel tot verlenging van de huur van het kantoor van den rijks ontvanger. 13. Voorstel tot verleening van een subsidie aan de Chr. H.B.S. te Leiden. 14. Voorstel tot aanvulling van de Alge- meene Politieverordening. 15. Voorstel tot wijziging van de beheersverordeningen en reglement Burgerlijk Armbestuur, in ver band met fraudeverzekering. 16. Mededee- lingen: a. Benoemng van den burgemeester tot ambtenaar van den Burgerl. Stand; b. Ontsuag onderwijzer O.L.S. H. P. Postma; c. Ontheffing openruimtemaat, ingevolge het Uitbreidingsplan, voor verbouwing woonhuis Leidschestraat 76; d. Brief Ge deputeerde Staten inzake Capitulantenver- erdening; e. Verzoek van de Harddrave- vereeniging tot het houden van volksfees ten en het exploiteeren van een beschei den Limapark. Hilleg. Beurscommissie; beurs-entree in gevoerd. Donderagavond hield de Com missie een buitengewone vergadering in Flora. Afwezig met kennisgeving de hee- ren K. Velthuijs, P. Goemans Antz. en J. v. Til Rz. De vergadering werd geleid door den heer Bijl van Duivenvoord. Tot controleur der beurskaartj es'wordt met alg. st. benoemd de heer H. Verdoorn alhier. Waar op 2 September voor het eerst een entree-heffing a 10 ct. per beurs bezoeker zal' worden geheven, zal zulks Donderdag 26 Aug. op 't Vraag- en Aan bodbord worden bekend gemaakt. Uit drukkelijk wordt er op gewezen, dat de Commissie zeer tot haar spijt, doch ge dwongen over moet gaan tot het vragen van een klein entree, daar dit volkomen tegen het principe strijdt. Vertrouwd wordt dat de bezoekers even trouw de beurs zul len bezoeken als tot heden. Na ampele be spreking werd besloten, voorloopig nog geen doorloopende beurskaarten te ver strekken. Rijwielplaatjes. Bij de eerste contro leering der belastingmerken alhier bleek de helft der aangehoudenen niet in 't be zit te zijn van een belastingplaatje. En natuurlijk allemaal een bekeuring! KATWIJK AAN ZEE Aantal badgasten stijgende. Het aan tal badgasten, officieel ingeschreven vol gens de badlijsten, is thans de 14000 ge passeerd. Het hoogste cijfer tot heden be reikt was 13543 en wel in 1936. Het gaat dus nog steeds in stijgende lijn. De Oudheidskamer. Deze instelling trekt nog geregld flink bezoek. Gedurende dit badseizoen zijn reeds 2200 betalende bezoekers geweest. OUD-ADE. Personalia. Onze plaatsgenoot, de heer G. S. v. d. Ploeg, welke in Juni 1936 aan de Nederlandsche Volksschool te Utrecht het Makelaarsdiploma behaalde, werd heden door de Arrondissements- Rechtbank te 's-Gravenhage als make laar in onroerende goederen, hypotheken en assurantiën beëedigd. RIJNSBURG Bloemenhandel. De maand Juli gaf aan „Flora" een totaal-omzet van ƒ73.607.39 te gen ƒ71.986.79 in 1936. Meer omzet dus van 1620.60. UITHOORN. Geboren: Andries, z. v. A. ter Wal en J. A. van Duijne Antonius Henricus, z. v. H. W. Verhaar en C. M. Dorrestijn. Ondertrouwd: Frans Hendrik Stik- kelbroeck, 31 jaar en Johanna van Schooten 27 jaar. Getrouwd: J. van Veen en C. G. M. Pothuizen. ZOETERMEER. Herwonnen Levenskracht. Voor de zoo nuttige en niet genoeg te waardeeren R. K.. Vereeniging tot bestrijding der tuber culose „Hrewonnen Levenskracht" is in deze gemeente een collecte gehouden. De zeer ijverige collectrices mochten aan het plaatselijk comité een bedrag van 66 af dragen. Voor beide partijen was dit een schitterend resultaat voor hare bemoei ingen. Een dankwoord aan allen, die hier aan medegewerkt hebben, is wel op zijn plaats. De Veensche velling deze week EOELOFARENDSVEEN, 21 Augustus. Wat wij in ons vorig overzicht reeds vreesden, n.l. dat de augurken voor dit jaar wel spoedig tot het verleden zullen behoo- ren, is in de afgeloopen week wel verwe zenlijkt. De zeer kleine hoeveelheid welke de laatste dagen aan onze veiling werd aan gevoerd, is wel het sprekend bewijs dat deze campagne weer met rasse schreden ten einde loopt. Het koude natte weer van het begin dezer week zal hiervan wel de voornaamste oorzaak zijn, want al is het waar dat vele gewassen, door sterfte of stippel reeds waren uitgeput, er waren toch nog wel enkele hoekjes augurken waarvan met mooi warm weer nog wel iets meer had terecht gekomen, maar nu schijnen ook deze in hun groei gestuit en kunnen hun vrucht niet meer voortbrengen. Voorzeker wel jammer, daar juist nu de laatste dagen Duitschland nog van alle kanten naar augurken vraagt. Het logisch gevolg hier van is, dat naar mate de aanvoer kleiner wordt, de augurken in prijs stijgen. Reeds Maandag was dit al goed merkbaar, wij no teerden toen voor het Grof 70 tot 72 ct. per 25 K.G. en geleidelijk liepen deze prijzen nog op, zoodat wij Woensdag reeds een prijs mochten boeken van 1.25. Donderdag daarentegen liepen deze prijzen weer even terug van 1.15 naar 0.95, zoo ook Vrij dag. Ook de fijnere augurken bleven nog steeds eenigszins in prijs stijgen; noteerden wij Maandag voor het Baster 72 en 77 ct., de laatste dagen steeg deze prijs tot 1.00 en 1.10. Ook het Fijn en Fijnbaster steeg geleidelijk in prijs en bracht het de laat ste dagen respectievelijk tot 4.30 en 1.60 per 25 K.G. De komkommers, waarvan maar een zeer kleine hoeveelheid meer is, gaan nu graag weg, al is het dan ook voor een prijs van 16 tot 25 ct. Het stippel, dat, wat de aan voer betreft, reeds lang de boventoon voert, wordt nu ook gretig gekocht; de prijzen van dit artikel liepen deze week op van 14 tot 30 ct. Wat wij zoo juist vermeldden van de aan voer der augurken, geldt ook voor ons twee de hoofdartikel snijboonen, ook hiervan is de aanvoer dermate verminderd, dat we wel kunnen zeggen: het is met dit product ook zoo goed als gedaan. En toch ondanks de kleine aanvoer, draait voor dit product, althans wat de gewone snijboonen betreft, de wijzer nog steeds door; behoudens een enkel klein partijtje voor den kleinhandel, worden de onverkochte boonen dagelijks afgehaald voor veevoer. Alleen voor een zakje mooi jonge snijboonen komt weer eenige interesse en noteerden wij een prijs van 1.20 per zak. Maar het blijft maar bij een enkel zakje, want ook de snijboonen, zoowel als de augurken zijn zoodanig door ziekten en ongemakken aangetast, dat zij in eens totaal „af" zijn, en we wel kunnen zeggen: zomercampagne van -onze twee hoofdproducten Augurken en Snijboonen, behoort weer tot het verleden, jammerlijk veel te vroeg. Wat de sla betreft; dit product kwam deze week geweldig afzetten, wij hadden een aanvoer van ruim 2000 kisten per dag, maar de handel in dit artikel liet zeer veel te wenschen over en werd de laatste dagen nog steeds trager; vele mooie partijen draaiden door; zoo nu en dan werd er eens een extra partijtje uitgepikt, welke in het begin van de week nog een prijs konden halen van 1.40 tot 1.70, doch de laatste dagen was onze hoogste noteering 1.10; voorts gin gen er véle partijen van beste kwaliteit voor 60 tot 80 ct. per 100, terwijl nog een zeer groot gedeelte de ophoudprijs van 60 cent niet kon halen en bestemd was voor vernietiging. Ook de handel in de meloenen is nog steeds onveranderd, d.w.z. nog even traag als dé vorige week. Het is weer het oude liedje; de prijzen varieeren voor Ananas meloenen van 4 tot hoogstens 11 cent. Sui kermeloenen tot 14 ct. en de allerbeste Net- meloenen konden het niet verder brengen dan 16 ct. per stuk, terwijl ook nog vele partijen doordraaiden. Als we dan in aan merking nemen dat we thans in het hartje van den aanvoer zitten, dan is het zoo goed als zeker, dat de opbrengst van dit product ook weer op een mislukking zal uitloopen. Wij willen hiermede weer volstaan en wachten tot een volgende week.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1937 | | pagina 6