3)e Êéiebche 0ou4a/nt
Om een Kind
FEUILLETON
ROMAN VAN NORBERT GARAI.
1)
Adviesbureau voor vrouwen.
Een jaar geleden, toen de kleine Kitty,
blakend van ijver en ondernemingsgeest,
haar vriendin Nicolle het plan voorlegde
om een adviesbureau voor vrouwen op te
richten, had het er werkelijk naar uitge
zien, of het den beiden meisjesstudenten
zou gelukken zich door dit bureau de mid
delen te verschaffen om hun studie aan de
universiteit voort te zetten
Er was voor een dergelijke onderne
ming niet veel kapitaal noodig. Men be
hoefde slechts wat geduld te oefenen en op
de cliënten te wachten. Volgens Kitty be
hoefden zjj er niet aan te twijfelen, of er
zouden al spoedig tal van raad- en hulpzoe
kende vrouwen zich tot hen wenden. De
wereldcrisis had immers ook Engeland de
laatste jaren op ontzettende wijze geteis
terd; een advies-bureau voor vrouwen was
dus juist een behoefte voor dezen tijd, die
zoovele menschen, onder wie zeker vijftig
procent vrouwen, totaal uit hun evenwicht
bracht
Konden zij van arme, vertwijfelde vrou
wen een honorarium verlangen voor hun
adviezen al waren die dan ook nog zoo
goed? Mochten zij profijt trekken van den
nood en de ellende huner medemenschen?
En konden zij sexegenooten, wier wanhoop
het hoogtepunt bereikt had, met leege
handen en wat goedkoope troostwoorden
afschepen?
Zoo kwam het, dat de deurwaarder bij
de beide vrouwelijke studenten ten slotte
kind in huis was, want al spoedig bleek,
dat zij van hun talrijke cliënten niet al
leen gen honorarium ontvingen, maar dat
zij bovendien meermalen zelf in de zak
moesten tasten om arme drommels voor
een totalen ondergang te behoeden. En
daarbij was het toch de vurigste wensch
van het weetal om „geld te verdienen".
Kitty's ouders hadden alles gedaan om
hun dochter de studie mogelijk te maken.
De tijden werden echter steeds moeilijker.
Het landgoed in Schotland was reeds lang
geleden met hypotheek belast en daarna
had men opnieuw geld moeten opnemen
om de hypotheekrente te kunnen betalen.
De tijd verging ook zoo sneL Voor men het
goed besefte, was er al weer een termijn
verstreken, de rente moest bijeen ge
schraapt worden en op het landgoed liep
men met radelooze gezichten....
Geld verdienen. Ook Nicolle droomde
daarvan. Haar vader was een gepension-
neerd miltair, die zich, ondanks een stijf
rechterbeen, nog als vertegenwoordiger
van een filmverhuurkantoor door het leven
trachtte te slaan. De firma, waarvoor hij
werkte ging echter failliet, zoodat hij zijn
dochter Nicolle geen toelage meer kon ge
ven om haar studie te beëindigen.
Ja geld verdienen. Geld verdienen!
Helaas maar al te spoedig was de droom
ten einde.
En de onbarmhartige werkelijkheid in de
gedaante van den deurwaarder, trad de
kleine woning binnen, beplakte alle meu
bels met de voor dit doel gebruikelijke ze
gels en verklaarde, dat een en ander bin
nen veertien dagen naar het verkooplo
kaal zouden worden getransporteerd, wan
neer niet binnen dien termijn de achter
stallige belastingschuld, ten bedrage van
een-en-dertig pond, was aangezuiverd.
In tegenstelling met Kitty, die, al haar
ondernemingsgeest ten spijt, langzamer
hand den moed begon te verliezen, wist Ni
colle onder alle omstandigheden haar goed
humeur te bewaren.
Aan niets je hart verpanden en zeker
allerminst aan geld! Hygiëne van de ziel!
Dat was haar motto.
De ziel is als een kamer, die steeds be
hoorlijk moet worden gelucht. Hoe minder
meubilair er zich in bevindt, hoe gemak
kelijker zij zich laat schoonhouden. Geen
oüde rommel laten staan! Alle onnoodige
stofnesten opruimen! Geen nuttelooze sen
timenten, gen dwaze illusies. Teleurstel
lingen mogen niet meer beteekenen dan een
stofje, dat men wegblaast.
De bonde, tengere Kitty, echter voelde
zich door al dien tegenspoed hopeloos ter
neergeslagen. De ondergang van het Ad
viesbureau voor Vrouwen had haar diep in
de put gebracht.
Wat hielpen haar de fraaiste theorieën
over de hygiëne van de ziel, als zij de hy
potheekrente niet kon opbrengen, die zij
haar ouders beloofd had aan het einde van
de maand te zullen sturen?
De domme bij.
Door de stille, zonnige straat loopt een
man, die een klein, ongeveer vierjarig
meisje aan de hand houdt. Ondanks de zo-
mersche temperatuur heeft hij de kraag
van zijn jas opgeslagen en de slappe hoed,
welke hij draagt, is zoo diep op het voor
hoofd getrokken, dat men zijn gelaat nau- j
welijks kan onderscheiden.
„Zijn we er nu haast?" vraagt het kind
op huilerige toon. „Ik ben zoo moe
„Stil!" fluistert de man, terwijl hij een
schuwen blik werpt in de richting van een
politie-agent, die aan de overzijde van de
straat staat. „Kom, loop wat door, anders
neemt die booze man daar je nog mee en
dan kom je heelemaal niet bij je mam
ma".
En haastig trekt hij het kind met zich
voort.
Misschien zou alles anders geloopen zijn,
wanneer niet juist op dit oogenblik een
ijverig zoemende bij zich had neergelaten
op een naambord, dat bij de ingang van
een der huizen in de stille straat is aange
bracht.
Op dit naambord prijkt links, naast de
met vele krullen versierde letters een ge
graveerde roodgelakte roos. De bij doet
vergeefsche moeite om deze, fel rood ge
kleurde bloem de honing te ontfutselen
en schijnt zich er steeds nijdiger over te
maken, dat de roos haar kelk niet wil ope
nen.
Het meisje, dat zich tot dusver vermoeid
door den man heeft laten voortsleepen, be
gint plotseling luid te lachen.
„O, kijk eens, wat een domme bij. Die
denkt dat het een echte bloem is. En het
is niet eens een echte bloem. En hoor eens
hoe boos hij bromt...."
De blik van den man blijft even op het
naambord rusten en plotseling schijnt dit
zijn volle aandacht te trekken. Twee meis
jes studenten hebben hier een adviesbureau
voor vrouwen gevestigd; de een studeert
medicijnen, de andere rechten.
Een oogenblik staart de man gefasci
neerd naar het bord, dan monstert hij wan
trouwend het huis, dat niet bepaald een
imponeerenden indruk maakt. Hij haalt
een paar maal diep adem als iemand, die
het het met zichzelf niet geheel eens is,
maakt een beweging, alsof hij door wil
loopen, blijft dan echter toch staan, kijkt
nog eens naar den politie-agent aan den
overkant, pakt dan gedecideerd het kind
bij den arm en duwt het haastig het huis
binnen.
Voor een deur, waarop eveneens een
koperen naambord met een roodgelakte
roos is aangebracht, blijft hij staan om on
middellijk tweemaal achtereen te bellen
als iemand, die niet gewend is om te
wachten.
Het duurt eenige minuten voor er
iemand komt.
Verwonderd kijkt Kitty naar den man,
die zijn hoed zoo diep in de oogen heeft
getrokken. Merkwaardig uitgedost is het
kind, dat naast hem staat. Een aardig meis
je met een lief gezichtje, maar met een
voor dezen tijd van het jaar veel te dik,
grijs fluweelen manteltje.
Hier is het Adviesbureau voor vrouwen,
wat? vraagt de man op vrij onhebbelij-
ken toon. En op hetzelfde oogenblik hoort
Kitty het meisje vragen: „Bent u myn
nieuwe mammie?"
De man gaat zonder verder nog een
woord te spreken aan Kitty voorbij door
de donkere gang naar de kamer, waarvan
de deur open staat en waarin de meubels
wanordelijk door elkaar zijn geplaatst.
(Wordt vervolgd).
De strijd in het verre Oosten woedt met ongekende hardnekkigheid
voort Barricades van zandzakken en prikkeldraad worden door de
troepen in de straten van Tientsin opgericht
Een rookgordijn wordt gelegd tijdens
de manoeuvres van de eerste brigade
van het Engelsche .Royal Tank Corps"
te Westdown
Het Noordzee-kanaal wordt ten behoeve van de drukke scheepvaart via IJmuiden naar Amsterdam Het tournée, dat een Tsjecho Slowaaksch jeugd-orkest door Engeland
r I, maakt, trekt veel belangstelling. Een aardig snapshot tijdens de eerste
verbreed. Een kijkje op de uitgebreide werkzaamheden nabij de Hembrug uitvoering te Londen
Woensdag was de groote dag der zeil
wedstrijden van de Sneek-week. Foto
boven: een fraaie opname der in actie
zijnde booten; onder: een kijkje op de
groote drukte langs den oever
Het s. s. .Willemsplein" van de N. V. Scheepvaart Mij.
.Millingen* te Rotterdam, dat 50 mijl ten Zuid-Westen van
Oporto een aanvaring had