Belangrijke dagen voor de jamboree.
Het vorstelijk bezoek van Vrijdag aan het Ned. Indische De Italiaansche roeiers, die zullen deelnemen aan de Europeesche kampioen- Qp het demonstratieterrein der Wereldjamboree bood de Chief Guide,
kamp op de Wereldjamboree te Vogelenzang. Z. K. H. schappen op de Amsterdamsche Boschbaan, zijn Vrijdag te Amsterdam aan- Lady Baden Powell Vrijdagmiddag aan de Nederlandsche padvindsters een
Prins Bemhard in gesprek met een der leiders gekomen wereldvlag aan
3)e Êcidódie Gou/fccmt
Lord Baden Powell op het terrein der
Wereldjamboree in gesprek met mevr.
v. d. Bosch-de Jongh en mej. Piepers
De heer J. Nikerk, alg. secretaris der
Ned. Poolsche Kamer van Koophandel,
is benoemd tot directeur der Vereeni-
ging tot Bevordering van het Vreem
delingenverkeer .Amsterdam
Zeilensymphonie op de Loosdrechtsche plassen tijdens de internationale
zeilwedstrijden, welke door de jubileerende watersportvereniging .Loos-
drecht" georganiseerd worden
De zeeverkenners, die aan de Wereldjamboree deelnemen, brachten Vrijdag te Amsterdam een
bezoek aan de .Johan van Oldenbarneveldt', waar de jongens zich echt in hun element ge
voelden
FEUILLETON
WELKOM THUIS
De wonderlijke belevenissen
van dr. Kaiserlien
door
WILL AMBERG.
(Nadruk verboden).
38)
Instinctief voelde hij, dat deze brief van
Nora Tilden voor dr. Kaiserlien van on
schatbare waarde kon zijn. En daardoor
kwam het, dat hij al zijn moed bijeenraap
te en Kaiserlien, toen de avond gevallen
was, in het halfduister van het trappen
huis aansprak „Hm.... eh.... doctor?"
,Wel, Achmed, wat is er?"
Kaiserlien's minzaamheid deed Aohmed's
moed toenemen. „Ik wilde u vragen, doc
tor maar natuurlijk niet uit nieuwsgie
righeid interesseert u zich nog voor miss
Tilden?"
Kaiserlien begreep, dat Achmed hem
iets wilde toevertrouwen. „Natuurlijk inte
resseer ik mij voor miss Tilden, beste jon
gen. Ik was toch vroeger heel goed met haar
bevriend."
„Ja, ja, maar u weet zeker niet, waar zij
zich op het oogenblik bevindt?"
„Neen", antwoordde Kaiserlien verwon
derd.
„O ja, dat komt zoo ik heb nog
iets van haar. Daarbij zoudt u misschien
kunnen zien, waar zij nu woont!"
„Zoo, wat heb je dan van haar?" vroeg
Kaiserlien, nu toch werkelijk nieuwsgierig.
„Een brief!"
„Een brief van haar of aan haar?"
„Een brief, dien zij zelf geschreven
heeft".
„Hoe kom je daar aan?"
Achmed begreep, dat een leugentje om
bestwil niet te omzeilen zou zijn.
„Ik heb vergeten hem in de bus te
gooien", verontschuldigde hij zich. „En
later, toen miss Tilden al vertrokken was,
bemerkte ik, dat hij nog in mijn lesse
naar lag."
„Nou, geef hem mij dan maar", verzocht
Kaiserlien goedig.
Achmed overhandigde hem het epistel en
het was hem of hem daarbij een last van
de schouders werd genomen. Een mensch
moet niet de Voorzienigheid willen spelen.
Het straffen was ten slotte slechts aan Al
lah.
Kaiserlien bekeek het couvert: „Berlijn,
Poste restante 1784" las hij en dat prik
kelde zijn nieuwsgierigheid. Het interes
seerde hem te weten met wien Nora Til
den poste restante in Berlijn correspon
deerde.
„Ik zal zien, of ik den brief nog op de
plaats van bestemming kan krijgen", zei hij
vriendelijk en daarop begaf hij zich naar
zijn kamer.
Daar onderdrukte hij zijn gewetensbe
zwaren ten opzichtte van een schending van
het briefgeheim en opende het couvert.
„Waarde Syndicus!" las hij. „Geachte
Syndicaat!"
Verder kwam hij 'voorloopig niet. Er
werd geklopt. Professor Cinon trad binnen.
Eenigszins verlegen legde Kaiserlien den
brief op tafel. Hij voelde zich als een
schooljongen, die bij een of andere kwa
jongensstreek op heeterdaad wordt betrapt.
Cinon scheen dit niet te ontgaan.
„Laat u zich door mij niet storen, jonge
man. Leest u gerust eerst dien brief van
uw teerbeminde!"
„Er is geen haast bij", verzekerde Kai
serlien, ietwat verlegen. Het lag niet in
zijn bedoeling den brief in Cinon's tegen
woordigheid te lezen. Verstrooid luisterde
hij naar het gepraat van den professor. In-
tusschen trachtte hij met zichzelf uit te
maken, wie de „syndicus" en wat het „syn
dicaat" was, tot wie Nora Tilden zich in
haar brief had gewend.
Het scheen Cinon niet op te vallen, dat
zijn bezoek op dit oogenblik zeer ongele
gen kwam. Hij praatte weer honderd uit
over zyn geologische democratie, maar
plotseling vroeg hij als terloops: „Vertelt
u mij eens, meneer Kaiserlien, hoe lang
denkt u nu eigenlijk nog hier te blijven?
Ik denk er over binnenkort te vertrekken.
Eerlijk gezegd, begin ik langzamerhand
weer naar huis te verlangen."
Kaiserlien haalde de schouders op. „Dat
kan nog weken, maar ook maanden du
ren. Joost mag weten, wanneer het die
commissie eindelijk belieft te komen!"
Cinon speelde wat met zijn horlogeket
ting. „Als ik u was, zou ik eens naar Ber
lijn telegrafeeren en als men u daar dan
geen definitieve toezegging kan doen, zou
ik eenvoudig teruggaan. Wat mij betreft,
ik ben van plan om morgen aan het bu
reau van de Lloyd een nassage-biljet te
koopen. Hebt u geen zin om mee te gaan?"
„Dat is helaas niet mogelijk", antwoord
de Kaiserlien. „Ik "bén financieel niet zoo
onafhankelijk, dat ik mij een dergelijke
handelwijze zou-kunnen veroorloven".
„Jammer", meende Cinon. „Ik zou graag
wat gezelschap hebben gehad."
Eindelijk vertrok hij en nu kreeg Kai
serlien gelegenheid den brief ten einde te
lezen De inhoud luidde als volgt:
„Waarde syndicus! Geachte syndicaat!
Gelukkig! Het i6 zoo ver. Kaiserlien
blijft nog vier weken. Maar dat is dan ook
het uiterste, wat ik kon bereiken. En het
heeft mij moeite genoeg gekost. Die ge
leerden met hun visschenbloed zijn nu een
maal niet te genaken.
Maar nu moet ik dan ook op den meest
mogelijk spoed aandringen. Zet er stoom
achter, syndicus! Het proces met de villa
heeft m.i. veel te lang geduurd en ook met
het echtscheidingsproces is te veel kostbare
tijd verloren gegaan. De rest moet dus be
slist binnen vier weken afgeloopen zijn, an
ders kan ik voor niets instaan.
Hoe gaat het overigens met jullie, jon
gelui? Denk er om, geen ruzie alsjeblieft!
Hartelijk dank voor je brief, waarde ba
ron. Natuurlijk moest je weer even van de
gelegenheid gebruik maken om mij de les
te lezen over mijn hooge uitgaven. Van
daar, dat ik meen je er nogmaals aan te
herinneren, dat het zaakje leelijk in 't
honderd zou zijn geloopen, als jullie mij
niet naar hier hadden gestuurd. Bedenk dat
baron, vóór je nog eens tegen mij uitpakt!
Bovendien mag je Spiona gerust een kus
geven, want aan haar heb je de tip te
danken, dat Kaiserlien eerder wilde terug-
keeren dan hij van plan was.
Wat je me over den Professor en Rak
ker schreef, was voor mij gen nieuwtje. Ik
heb dat al zien aankomen, waarde syndi
cus. Laat ze maar! de professor kan zulke
schitterende redevoeringen houden en Rak
ker kan zoo netjes luisteren. Ik reken er
op, dat de professor mij met een aardig
philosofisch speechje begroet, als ik weer
ten tooneel verschijn!
Nogmaals dus, syndicus: over vier we
ken vertrekt Kaiserlien van hier. Zorg er
dus voor, dat dan het zaakje voor elkaar
is Nu krijg je de gelegenheid te toonen,
dat je werkelijk de minister van justitie
van onze onderneming bent! Ik zelf Kom
met de eerste de beste boot via Napels en
als je een nette vent bent, syndicus, kom
je me tegemoet. Wij kunnen dan samen
eerst nog een paar genoegelijke weken in
Italië doorbrengen. Zelfs Edith W. zal daar
niets tegen hebben.
Ik verwacht jullie expresse boodschap
poste restante Cairo.
Tot zoolang.
Je Notje".
III.
Het was Kaiserlien een oogenblik zwart
voor de oogen, toen hij den brief ten einde
gelezen had. Mechanisch las hij daarop re
gel na regel steeds weer opnieuw, maar hij
slaagde er niet in den inhoud van dit fris-
sche bericht geheel te doorgronden. Noch-
thans bleef hem het besef niet gespaard,
dat hij het slachtoffer was geworden van
een complot, dat een of andere oplrihters
bende tegen hem had gesmeed en waaruit
hij niet bepaald eervol te voorschijn was
getreden.
Nora Tilden was dus naar Palestina ge
zonden, omdat men er op de een of an
dere duistere manier achter was gekomen,
dat hij niet van plan was hier twee en een
half jaar te blijven en zijn vroegtijdige te
rugkeer dan zeker de plannen van „het
syndicaat" in de war zou brengen. „Het
syndicaat!" Een schitterende benaming
voor een onderneming, die slechts van be
driegerijen op groote schaal bestond!
(Wordt vervolgd).