GOLD
STAR
SHAG.
LICHT 111 DUIITfDHIJ
HET CONFLICT TUSSCHEN
CHINA EN JAPAN
LUCHTVAART
VRIJDAG 6 AUGUSTUS 1937
SE LEIDSCHE COURANT
TWEEDE BLAD - PAG. 6
VQAGEM OVED OflJ GELOOF
Vraag 190. Is een priester verplicht dage
lijks de H. Mis op te dragen?
Antwoord: Het Kerkelijk Wetboek geeft
in Canon 805 de volgende bepaling: „Alle
priesters zijn verplicht de H. Mis op te
dragen meermalen in het jaar; de
bisschop zorge er echter voor, dat zij ten
minste op Zondagen en Geboden Feestda
gen het H. Misoffer opdragen".
Deze wet geldt voor de priesters in het
algemeen: want het Kerkelijk Wetboek be
vat nog enkele andere bepalingen, waarbij
de Bisschoppen (en die hun plaats vervan
gen, zooals b.v. de Apostolische Praefec-
ten in de Missiegebieden) alsook de Pas
toors verplicht worden, om op de Zon
en Feestdagen het H. Misoffer op te
dragen voor de aan hen toevertrouwde ge-
loovigen, n.L „voor hun geestelijk en tij
delijk welzijn". Hieruit volgt dus voor hen
middellijk de plicht om op die dagen de
H. Mis te lezen.
Overigens bestaat er voor de priesters
geen verplichting onder zonde om iederen
dag de H. Mis te lezen, zelfs niet voor
iederen Zondag.
Toch is het p r a c t ij k, dat alle pries
ters, ook zij, die niet op een vastgesteld
uur de H. Mis lezen, dagelijks de H. Mis
lezen, en er moet wel een ernstige reden
zijn, zooals b.v. ziekte, wanneer zij hiervan
afwijken.
Volledigheidshalve moet er hier worden
bijgevoegd, dat op den Goeden Vrijdag
geen enkele priester de H. Mis opdraagt
en er op Witten Donderdag en Paasch-
Zaterdag in iedere kerk maar één H. Mis is.
Vraag 191. De Kerk leert, dat Chistus in
de H. Eucharistie onder elk van beide ge
daanten geheel tegenwoordig is. Toen
Christus dus in het Laatste Avondmaal de
woorden over het brood had uitgesproken,
was Hij daar geheel tegenwoordig, en heb
ben de Apostelen Hem dus geheel ontvan
gen. Maar waarom heeft Christus dan
daarna ook nog den wijn geconsacreerd?
Was dit niet overbodig? De Apostelen had
den Hem toch reeds geheel ontvangen?
Antwoord. Uw moeilijkheid wordt al heel
gauw uit den weg geruimd, door het ant
woord op de vraag: „W aarom heeft
Christus de H. Eucharistie ingesteld?" Dat
antwoord is zeer onvolledig, als we zeggen:
„Om in de H. Communie het voedsel te zijn
voor onze ziel". Dat is niet de eenige, en
zelfs niet de voornaamste reden. De eerste
reden is: „Om het kruisoffer dagelijks on
der ons te hernieuwen".
Het kruisoffer, dat Christus op den Goe
den Vrijdag op een bloedige wijze bracht,
had Hij den avond vóór Zijn Lijden op
een onbloedige wijze opgedragen, door het
brood te veranderen in Zijn Lichaam, en
den Wijn in Zijn Bloed. Het is niet gemak
kelijk om in twee, drie woorden duidelijk
te maken, dat Christus door die dubbele
consecratie een onbloedig offer bracht, en
er bestaat onder de godgeleerden over de
verklaring hiervan nog wel verschil van
meening; maar één punt is zeker, en wordt
door de Kerk als onfeilbare geloofswaar
heid geleerd: dat Christus door die beide
consecraties, over het brood en over den
wijn, op geheimzinnige maar werkelijke
wijze het onbloedige offer van het Nieuwe
Verbond voltrok, wat dagelijks in de H.
Mis wordt herhaald.
Krachtens de woorden over het brood:
Dit is Mijn Lichaam; komt het Lichaam
van Christus tegenwoordig, en krachtens
de woorden over den wijn: Dit is ds kelk
van Mijn Bloed, komt het Bloed van Chris
tus tegenwoordig, en heeft er dus, krach
tens de afzonderlijke consecraties, een ge
heimzinnige scheiding plaats van het
Lichaam en het Bloed van Christus;
maar, omdat Christus' Lichaam wegens
Zijn onsterfelijkheid niet meer echt van
Zijn Bloed kan gescheiden worden, daar
om is Hij geheel onder elk van de gedaan
ten tegenwoordig. Verder wil ik met de
uitleg hiervan niet gaan.
Misschien kan het volgende nog meer
duidelijkheid geven.
Veronderstel, dat een priester door een
onverklaarbare vergissing, in plaats van
wijn eenzelfde hoeveelheid water in de
kelk zou gieten en dit ook bij de consecra
tie en zelfs bij de communie niet zou mer
ken. Dan heeft Hij geen H. Mis opgedra
gen. Wél is bij de eerste consecratie
over het brood Christus daar tegen
woordig gekomen, maar van een oifer
kan niet gesproken worden, omdat daar
voor ook een (geldige) consecratie van
den wijn noodig is. Hij is zelfs niet eens
te communie geweest. Wel heeft hy het
lichaam van Christus onder de gedaante
van brood genuttigd, maar het is geen
eigenlijke sacramenteele Communie, want
communiceeren is: deelnemen aan het of
fer door het nuttigen van de offerspijs;
maar er was geen geldig offer, dus was
er ook geen offerspijs.
De viering van de H. Epcharistie heeft
dus altijd noodzakelijk plaats onder twee
gedaanten om aan de H. Eucharistie het
karakter te geven van het onbloedige Of
fer. De tweede consecratie onder den wijn
is dus niet overbodig, zelfs noodzakelijk.
Vraag 192. Is het aan een katholiek ge
oorloofd deel te nemen aan een boks
wedstrijd? Mag een katholiek zulk een
wedstrijd bijwonen?
Antwoord. Boksen is een sport, een
lichaamsoefening in kracht en behendig
heid. Wanneer dus het boksen een onge
vaarlijke sport, een soort meten van
krachten is, dan zou het niet te verwer
pen zijn, zelfs al zou het een buitenge
woon groote inspannig van het lichaam
vragen, en zelfs al zou er nu en dan eens
door een toeval een ongelukje gebeuren.
Ook bij het voetbalspel wordt nog al veel
van de menschelijke krachten gevraagd en
ook daar komt het nog al eens voor, dat
een speler meer of minder ernstig gewond
uit het veld gedragen moet werden.
Als men echter de verslagen van de
bokswedstrijden leest krijgt men niet. de
indruk van een edele sport en lichaams
training, maar meer van een bloederige en
ruwe slachtpartij. Uit de practijk blijkt,
ondanks strenge spelregels, dat het de
partijen er om te doen is, elkaar zoo ruw
en onbarmhartig mogelijk te verwonder.,
en te verminken, en het heeft er axle
schijn van, dat ze daar juist hun kracr.t «n
zoeken. Het is een afschuweiyk bedr-jf,
waarbij ieder, die nog een greintje be
schaving en ware sportiviteit bezit, nood
zakelijk moet' walgen.
Het spreekt dus vanzelf, dat het moder
ne boksen ingaat tegen het vijfde der
Tien Geboden Gods, en dit dus niet al
leen voor katholieken, maar voor ieder
ongeoorloofd is, omdat de Tien Geboden
gelden voor iederen mensch.
Om dezelfde reden is ook het bijwonen
van dergelijke onmenschelijke voorstel
lingen ten strengste af te keuren, temeer,
omdat zulk een stelselmatig en meedoogen-
loos verminken en tot bloedens toe ver
wonden de laagste hartstochten van den
mensch opzweept en een soort van sadis
tisch genoegen schijnt te geven,
Vraag 193. Onlangs was ik (voor het
eerst) tegenwoordig bij de toediening van
het H. Doopsel. Naar aanleiding daar
van wilde ik U verklaring vragen
van enkele ceremoniën.
1. Waarom legt de priester zout op
de tong van het kind? 2. Waarom tee
kent de priester, bij de doopvont gekomen,
de ooren en neus van den doopeling?
3. Waarom wordt de doopeling vóór en na
het doopsel gezalfd met H. Olie?
Antwoord. 1. Het gebruik, om aan den
doopeling een weinig zout op de tong te
leggen, dateert van zeer ouden datum.
Reeds St. Agustinus noemt het zout: het
sacrament van de catechumenen
doopleerlingen). Dit gebruik heeft een
zinnebeeldige beteekenis.
Zooals het zout aan de spijzen smaak
geeft, zoo wordt door het doopsel aan de
ziel van den mensch de genade gegeven
om de hemelsche dingen te smaken. En
gelijk het zout de spijzen bewaart voor
het bederf, zoo moet het gewijde zout be-
teekenen, dat de ziel van den doopeling
gevrijwaard wordt van het geestelijk be
derf der zonde. Gelijk een bedervende at
mosfeer het vleesch niet aantast, wan
neer dit gezouten is, zoo wordt de ziel van
den mensch door het doopsel onaantast
baar voor de verderfelijke invloeden van
den Satan.
2. Bij de doopvont bevochtigt de pries
ter zijn rechterduim een weinig aan zijn
lippen en raakt de ooren en de neusvleu
gels van het kind, terwijl hij zegt: „Eph-
pheta, dat is: word geopend: In odorem
suavitatis, tot een geur van zoetheid".
Hij dcet daarmede ongeveer hetzelfde,
wat Christus deed bij den doofstomme,
dien hij van zijn ziekte genas, welk won
der ons verhaalt wordt in het evangelie
van den llden Zondag na Pinksteren. Ook
deze ceremonie heeft een zinnebeeldige
beteekenis, en duidt aan, dat de ooren van
het kind door de genade van het doopsel
geestelijkerwijze geopend worden voor
Gods openbaring, en zijn mond om Gods
lof te verkondigen en de waarheid van
het geloof te verdedigen.
3. Vóór het doopsel wordt het kind ge
zalfd met de Olie der catechumenen 'of
doopleerlingen, eveneens naar het oude
gebruik der Kerk. De olijfolie werd in het
Oosten veelvuldig gebruikt als voedsel en
als geneesmiddel; de Kerk gebruikt de
gewijde Olie ook als geestelijk geneesmid
del (denk aan het H. Oliesel). Ook werd
ze gebruikt door de kampvechters, om het
lichaam krachtig en lenig te maken voor
den strijd. Hier beteekent dus de zalving,
die geschiedt tusschen de schouders, n.l.
op de borst en van achter, de geestelijke
kracht die door het Doopsel wordt ge
schonken.
Na het Doopsel wordt het kind op het
hoofd gezalfd met chrysma, dat is een
mengsel van olie en balsem. Het betee
kent, dat het kind nu door het Sacrament
van het Doopsel deelachtig is geworden
aan de genade van Jesus Christus: „Chris
tus" nu beteekent: „Gezalfde", dat is: de
Gezalfde des Heeren. De balsem ver
spreidt een welriekende geur, en de zal
ving ermee op deze plaats heeft de zinne
beeldige beteekenis, dat de gedoopte door
de goede werken en het voorbeeld later
de „goede geur van Christus moet ver
spreiden".
Vraag 194. Is er in ons land een klooster
van Zusters, waar dag en nacht Uitstelling
is van het Allerheiligste Sacrament?
Antwoord. Eeuwigdurende aanbidding
van het in monstrans uitgestelde Allerhei
ligste, dag en nacht, vindt men bij de
Dienaressen van den H. Geest van de
eeuwigdurende aanbidding, of de Slotzus-
Chineezen verlaten
Sjanghai
Vliegers uit Amerika
Naar aanleiding van geruchten over
het uitbreken van een Chineesch-Ja-
panschen oorlog en een dan te ver
wachten beschieting van Sjanghai zijn
ongeveer 16.000 Chineezen met have en
goed uit de stadsdeelen van Sjanghai
en de Noordoostelijke deelen der inter
nationale nederzetting naar het cen
trum van he concessiegebied van Sjang
hai gevlucht.
Ook uit Nanking zijn hier duizenden
vluchtelingen aangekomen, daar zij vlieg-
tuigaanvallen op de hoofdstad en van de
centrale regeering vreezen. Echter zijn ook
uit Sjanghai talrijke bewoners in de rich
ting van Nanking vertrokken. De vluchte
lingenstroom was zoo groot, dat het trein
verkeer op het traject SjanghaiNanking
moest worden uitgebreid. Vele Chineezen
verlaten ook de steden aan de Jangtse en
aan de Oostkust en trekken zich naar het
platteland terug.
In de begrotingscommissie van den
Landdag, heeft de minister van oorlog,
Soegiyama, verklaard, dat de Japansche
troepen zich gereed maken om een „straf
expeditie" tegen de centrale troepen te on
dernemen indien de laatste daartoe aanlei
ding geven.
Het vertrek van den Japanschen gezant
Kawagoe van Tientsin naar Sjanghai heeft
te Sjanghai eenige hoop doen herleven,
dat toch nog onderhandelingen tusschen
China en Japan worden gevoerd, waardoor
de botsing tusschen het Centrale leger en
de Japanners uitgesteld kan worden.
In antwoord op een interpellatie in
het Japansche Lagerhuis heeft de mi
nister van Buitenlandsche Zaken, Hi-
rcta, verklaard, dat de Japansche re
geering nog steeds wenscht, dat het in
cident met China plaatselijk wordt ge
regeld. Terzelfdertij d wil de «regeering
de betrekkingen tot China in him ge
heel herzien.
De minister verklaarde niet té gelooven,
dat de zaak alleen door de kracht van wa
penen kon worden opgelost. Hij acht het
noodzakelijk, dat tegelijk met de militaire
operaties in Noord-China diplomatieke be
sprekingen worden gevoerd met de Nan-
king-regeering, om deze er toe te brengen
haar houding te wijzigen. Verder zeide Hi-
rota, dat de anti-Japansche stemming in
China diep geworteld is, doch hij gelooft,
dat een samenwerking tusschen China en
Japan mogelijk is, wanneer de radicale ele
menten, vooral de communisten, krachtig
worden gecontroleerd.
Hirota zeide, dat het voornaamste punt
van de Japansche eischen is, samenwerking
en gemeenschappelijke verdediging tegen
de communisten.
De gouverneurs van Stetsjoean en
Junan hebben aangekondigd, dat zij
zich naar Nanking zullen begeven, om
deel te nemen aan de politeike bespre
kingen der centrale regeering. In poli
tieke kringen maakt men daaruit op.
dat zij Nanking steunen.
Ook verschillende generaals, die zich
vroeger tegen Nanking en Tsjang Kai Sjek
verzetten en tot voor kort in het buiten
land verbleven, zijn naar China terugge
keerd, om zich onder de bevelen van Nan
king te stellen. Onder hen bevindt zich de
bekende verdediger van Sjanghai van 1932,
Tsai Ting Kai, die in 1933 deel heeft ge
nomen aan den opstand der 19de divisie in
Foekien.
WAT DOET TSJANG KAI SJEK?
Japansche waarnemers zijn van meening,
dat maarschalk Tsjang Kai Sjek een zoo
danige tactiek volgt, dat de troepenmacht
welke onmiddellijk onder zijn bevel staat,
intact blijft. De Chineesche troepen, die in
de eerste lijn geplaatst zijn, zijn ongere-
gelde troepen of communistische troepen,
die niet onmiddellijk onder bevel van den
maarschalk staan, terwijl hij zijn eigen j
troepen in tweede linie heef tgelegd. De
•Japansche waarnemers verwachten, dat
Tsjang deze troepen in eerste linie aan hun
lot zal overlaten, wanneer een gevecht op
groote schaal uitbreekt.
Te Tokio wordt groote aandacht ge
wijd aan de berichten uit Los Angeles,
dat Russell Hearn, de raadsman van
den vroegeren krijgsheer van Mansjoe-
rije, Tsjang Tso Lin, voornemens is een
greep Amerikaanse he piloten ter sterk
te van 182 man bijeen te brengen, om
met een aantal vliegtuigen naar China
te gaan, ten einde de Chineesche lucht
macht te versterken.
ters van Steyl. Het Moederhuis is te Steyl,
een filiaal bestaat er te Soesterberg („Ce-
nakel").
Correspondentie-adres: Mr. A. Diepen-
brock, Pr., Seminarie „Hageveld" te Heem
stede.
Naar verluidt, zal de regeering van Ja
pan de aandacht van de regeering van de
Vereenigde Staten hierop vestigen, en er
op wijzen, dat een dergelijk plan, wanneer
het werkelijkheid zou worden, de vriend
schappelijke betrekkingen tusschen Japan
en de Vereenigde Staten zou schaden.
Uit Washington wordt gemeld, dat een
raadsheer van de Japansche ambassade een
bezoek heeft gebracht aan den chef van de
afdeeling oostersche zaken van het depar
tement van buitenlandsche Zaken, om zijn
aandacht op deze kwestie te vestigen.
Naar verder uit Sjanghai wordt ver
nomen, heeft een vertegenwoordiger
van de North American Aviation In
corporated ten behoeve van de Chinee
sche regeering ter waarde van vijf mil-
lioen dollar bombardements-vliegtui
gen besteld.
VERKLARINGEN VAN WELLINGTON
KOO EN MINISTER KOENG.
De Chineesche ambassadeur te Pa
rijs, Wellington Koo, heeft aan een
vertegenwoordiger van de „Intranssi-
geant" verklaard, dat de huidige aan
val in Noord-China niets anders is dan
een nieuw stadium van het ten uitvoer
brengen van een plan, dat lang gele
den is pogesteld, n.l. de expeditie-
politiek, welke bekend is onder den
naam „Tanaka-plan", het plan dat door
generaal Tanaka is opgesteld en voor
gelegd aan den keizer.
De ambassadeur voegde hieraan toe, dat
Japan het oog heeft op de mijnen en land
bouwgebieden in Noord-China, doch men
kan een volk niet met de punt van een ba
jonet dwingen tot samenwerking en de am
bassadeur acht een ernstig conflict tus
schen China en Japan onvermijdelijk. Wan
neer de vijandelijkheden eenmaal begon
nen zullen zijn, dan zal China tot het
uiterste tegenstand bieden. Aan het con
flict kan alleen een einde worden ge
maakt door het krachting ingrijpen van
mogendheden, welke den vrede willen
handhaven of door een algeheele finan-
cieele uitputting van den aanvaller, Alle
mogendheden ter wereld hebben hun eigen
moeilijkheden, doch zij moeten zich her
inneren, dat iedere militaire aanval, waar
ter wereld deze geschiedt, een aanslag is op
den internationalen vrede en de veiligheid
der volkeren.
In een onderhoud met een vertegen
woordiger van Havas heeft de Chinee
sche minister van financiën, Koeng,
die heden te Parijs is aangekomen, ver
klaard, dat de westelijke mogendheden
nog in staat zijn een oorlog in het ver
re Oosten te voorkomen.
Indien Japan zich bewust wordt van de
sympathie, welke China heeft in Europa en
Amerika, dan is het mogelijk, dat de ver
antwoordelijke staatslieden overwicht krij
gen op de oorlogspartij en op deze wijze
kan misschien het verre Oosten, en de ge
heel e wereld gespaard worden voor de ge
volgen van een verdere uitbreiding van het
conflict.
JAPAN WIL MET CHINA
ONDERHANDELEN.
In een commentaar op de verklaringen
van Hirota in den landdag verklaart men
in welingelichte Japansche kringen, dat de
regeering nog hoop heeft, dat een oorlog
met Nanking zal kunnen worden vermeden.
Het feit, dat de Japansche ambassadeur,
Kawagoe, bereid is gebleken, naar Nanking
te gaan, schijnt de mogelijkheid van vrucht
dragende onderhandelingen te bevestigen.
Kawagce zal trachten op de volgende grond
slagen tot overeenstemming te komen:
1. Nanking zou de vorming van een auto
nome regeering van Hopei en Tsjahar toe
laten.
2. Japan zou afzien van den eisch, dat de
autonomie door Nanking formeel wordt er
kend.
3. Hopei' en Tsjahar zouden gedemilitari
seerd worden door terugtrekking der Chi
neesche troepen.
4. De Japansche troepen zou zich uit
eigen beweging en geleidelijk uit Noord-
China naar Mandsjoekwo terugtrekken, om
te toonen, dat de Japanneezen niet willen
r io CT. I
JUm-K\YAL!TEIT!
WIT BAND EXTRA LICHT
raken aan de territoriale onschendbaarheid
van China.
Verder zal Kawagoe nog een latere toe
nadering voorbereiden op den grondslag
van samenwerking tegen de communisten.
Het Japansche leger hecht zeer veel belang
aan de aanvaarding van een anti-commu
nistisch front, doch niettemin betwijfelt men
of Nanking een dergelijk verbond zou aan
nemen, aangezien de toepassing ervan een
motief zou zijn voor voortdurende inmen
ging van Japan in de binnen- en buiten
landsche politiek van China.
Aan den anderen kant gelooft
men dat het te laat is om een tref
fen met de troepen van Nanking
te vermijden en verwacht men
tegen het begin der volgende week
belangrijke operaties der lucht
macht in de gebieden van Paoting
en Kalgan.
TOESTAND TE HANKAU BAART ZORG.
De toestand te Hankau blijft aanleiding
geven tot ongerustheid, en naar het schijnt
kunnen ieder oogenblik vijandelijkheden
uitbreken. Overal langs de scheidingslijn
tusschen de Japansche concessie en het
Chinèesche grondgebied staan de tegenstan
ders in oorlogsuitrusting tegenover elkaar.
DE BRITSCHE LUCHTMACHT.
De ontwikkeling der Britsche militaire
luchtmacht volgens het programma, dat in
1935 werd begonnen, nadert haar voltooi
ing. Volgens de officieele statistieken om
vat zij thans 123 escadrilles, of 137 procent
meer dan in 1935. Het aantal toestellen
van den eersten rang is thans 1542, dus
slechts ongeveer 200 minder dan het in het
programma voorziene aantal van 1750.
LUCHTVERKEER OVER DEN NOORDE
LIJKEN ATLANTISCHEN OCEAAN.
De groote Fransche vliegboot „Lieute-
nant-de-Vaisseau Paris", die in Januari
1936 te Pensacola was gezonken en daarna
is gelicht en geheel hersteld, heeft dezer
dagen haar proefvluchten beëindigd, waar
bij bleek, dat de machine opnieuw aan de
gestelde eischen voldeed.
De vliegboot, waarmee men een serie
proefvluchten over den Atlantischen Oceaan
naar Noord-Amerika wil maken, is uitge
rust met zes Hispano-motoren van 650 p.k,
elk, die haar een snelheid geven van maxi
maal 250 km. per uur, een kruissnelheid
van ca. 190 km. per uur. Zonder tegenwind
is de actie-radius, bij een gewicht van
40.000- kg. 55(19 km.
Men hoopt in den loop van September
den eersten tocht naar New-York te ma
ken, via de Azoren, Saint Pierre en Mi-
quelon.
RUSSISCHE VLIEGERS VERTROKKEN.
Gistermiddag zijn de Sovjet-Russische
vliegers Cromof, Joematsjef en Danillin,
die van Moskou over den Noordpool naar
de Vereenigde Staten zijn gevlogen, aan
boord van de „Normandië" naar hun va
derland teruggekeerd. Een groote menigte
deed hen uitgeleide.