Schotsche padvinders demonstreeren
- -• - -
Z. IC H. Prins Chichibu, broeder van den Keizer van Japan, bracht Maandag een
bezoek aan de Wereldjamboree te Vogelenzang, waar Z. K. H. door den Chief
Scout, Lord Baden Powell, werd rondgeleid
Lapebie, de winnaar van den Tour de
France en zijn rivaal, de Belg Sylvère
Maes, ontmoetten elkaar dezer dagen
weer bij de wielerwedstrijden te Parijs.
De twee tegenstanders reiken elkaar
de hand
W. Roodenburg aan bat met R. A. Boddington als wicketkeeper tijdens den Het stoffelijk overschot van piloot Steensma, die bij de ramp der Flamingo"
cricket-wedstrijd. d.en de Fre. ^"ben^'espe Jd™ H"g NCB"el,,al °m h«*t leven kwam, is Maandag te Wageningen ter aarde besteld
Op -Zorgvlied te Amsterdam had Maandag de begrafenis plaats van de stewardes mej. M. J. v. d. Laan, een der slachtoffers van
de .FIamingo"*ramp. De plechtigheid aan de groeve
De Schotsche padvinders op de Wereldjamboree gaven Maandag voor talrijke belangstellenden een demonstratie
«an Schotsche dansen, waarbij natuurlijk de doedelzak niet ontbrak
Z. Exc. minister prof. dr. J. R. Slotemaker de Bruine bracht Maandag een bezoek aan de Groote
Kerk te Alkmaar, in verband met de restauratie-plannen
FEUILLETON
WELKOM THUIS
De wonderlijke belevenissen
van dr. Kaiserlien
door
WILL AMBERG.
(Nadruk verboden).
34)
„O, die dacht er een slaatje uit te kun
nen slaan. Meer niet. Hij schijnt behept te
zijn met dezelfde eigenschap als zijn nicht,
die zich ook bij voorkeur voor pikante ge
schiedenissen interesseert. U hebt mijn
dienstmeisje waarschijnlijk uw adres als
dr. Kaiserlien opgegeven en daardoor ont
dekten Sabine en haar neef, dat u heel
iemand anders was dan zij gedacht had
den. Hasenstab reisde u achterna en toen hij
bemerkte, dat u hier onder een valschen
naam uw intrek had genomen, rook hij po-
litie-romantiek en meende hij mij te moe
ten waarschuwen. En ik schaap, die ik
was ging nog op zijn verdachtmakingen
in ook."
„Daarmee hebben wij ons verdiende loon
gekregen", troostte hij haar. „Wij hadden
alkaar wat eerder in het vertrouwen moe
ten nemen!"
V.
Hoe het gebeurde?
Ach, het is immers niet waar, dat er
duizenden wegen en mogelijkheden zyn
om liefde te verwerven en liefde te ge
ven. Want ten slotte verlangt elke liefde
naar de nabijheid van den beminde, wil zij
teederheid schenken en teederheid ontvan
gen. En de geleerde, dr. Kaiserlien en de
fijngevoelige Edith Wismuth onderscheid
den zich, toen het ijs tusschen hen een
maal gebroken was, te dezen opzichte in
niets van een eenvoudig paar uit het volk.
Zij hadden terzijde van den landweg
plaats genomen op een bank, welke tactvol
door struikgewas aan het oog der voorbij
gangers was onttrokken en daar had dr.
Kaiserlien haar tot in de détails zijn bele
venissen der laatste weken verteld. Zij had
met aandacht naar hem geluisterd en toen
hij aan het eind van zijn verhaal was ge
komen, slechts meevoelend gezwegen. Maar
juist dit zwijgen, voortkomend uit een één
zijn van gevoelens, deed hen elkaar beter
begrijpen dan waartoe duizenden woorden
in staat zouden zijn geweest.
Toen was het dan plotseling gebeurd. Zij
vielen elkaar in de armen en met schier
eindelcoze kussen en teedere liefdesbetui
gingen stelden zij zich schadeloos voor het
leed, dat zij elkaar ''2 laatste uren had
den berokkend.
Hoe lang zij daar zoo zaten, wisten zij
niet. Het besef van den tijd ging voor hen
verloren in een droom van bekennende
liefde. En wat zou het ook voor nut heb
ben gehad op dezen dag gehoor te geven
aan de hartelooze vermaningen van de
klok. De dag behoorde immers hun hun
alleen. Zij keerden met het diner niet in
het hotel terug. Boven op de Rocher de
Nayes is men den hemel nabij; de lucht is
daar zuiver en ie blik ruim. Daar wan
delden zij samen heen en daar bleven zij,
tot de avond over het landschap daalde.
VI.
Kaiserlien kijkt op zijn horloge. Het is
twintig minuten over vijf. „Als dat zoo
doorgaat", filisofeert hij in een opgewekt
heid, welke hij in lang niet meer gekend
heeft ben ik er in een paar dagen op ge
traind dagelijks met vier uur slaap genoe
gen te, nemen". Hij voelt zich volkomen uit
gerust. Thans beseft hij de waarheid van
de bewering, dat het er niet op aan komt
hoe lang men slaapt, maar hóe men slaapt.
Of men inslaapt in het bewustzijn z*n aan
gebedene tot vijandin of tot vriendin te
hebben. Vierentwintig uur geleden was het
een pijnlijke geschiedenis geweest te moe
ten gelooven, dat hij juist door haar en bo
vendien nog tegen beter weten in, aan de
politie was verraden. Nu is dat anders. De
toekomst lijkt hem nu even mooi, als de
dag, welke juist is aangebroken. Hij zal
ja, wat zal hij doen? Hij zal in de beste
stemming nog een paar dagen in Montreux
doorbrengen en dan zullen zij samen na
tuurlijk samen! vertrekken naar Saar-
brucken, naar Berlijn of ergens anders
heen. De een of andere Burgerlijken Stand
zal wel copetend zijn het huwelijk tus
schen hen te voltrekken. Ina Heldt zou op
kijken, als hij daar plotseling met een
dame uit den D-trein stapte, die hij dan
als volgt zou voorstellen: „U permitteert,
mijn verloofde! Wij treden morgen in het
huwelijk!" En Hammer zou natuurlijk met
onbescheiden informaties naar de bruid van
het nieuwtje kennis nemen. En professor
Cinon! Ja, als hij diens adres wist, zou hij
hem zeker ook een kaartje sturen, met de
aankondiging: „Verloofd" Die zou daar,
ondanks z'n geologisch-democratisch stok
paardje, zeker oprecht pleizier in hebben.
Dan zouden zij tezamen natuurijk sa
men! naar nieuwe sporen zoeken en er
gens zouden zij dan de oplichters wel vin
den. Of misschien nam het huwelijk hen
ook wel zoodanig in beslag, dat zij zelf
niet meer de minste behoefte zouden gevoe
len om persoonlijk naar hun belagers te
zoeken. In dat geval zouden zij dan naar de
politie gaan of naar een bekwamen, ener
gieken defectieve, aan wien zij dan die
aangename taak konden overdragen.
Hoe heette ook weer die kennis van Ina
Heldt dien zij hem destijds recommandeer
de? Dr. Carsten of zooiets. Welnu, dan zou
die de rest mooi kunnen opknappen. Hij zou
er zich niet langer tegen verzetten. Natuur
lijk zou hij, Kaiserlien, dan wel een of an
der verwijt te hooren krijgen, dat zy'n hulp
zoo laat was ingeroepen, of dat hij hem pas
raadpleegde nu hij zelf geen uitweg meer
wist. Dat hoorde zoo bij een prima detec
tive, die zich daarmee dan reeds bij voor
baat dekte tegen een eventueele misluk
king van zijn taak. Enfin in dat geval, zou
hij den man antwoorden: Waarde commis
saris, ik betreur het geenszins het spoor
van de daders aanvankelijk zelf te hebben
opgenomen, want slechts daaraan dank ik
de ontmoeting met mijn levensgezellin!
Zóó, of althans op een dergelijke manier zou
dat alles verloopen.
Wanneer een dr. Kaiserlien in het vroege
ochtenduur aldus zijn fantasie den vrijen
loop laat, is het hem niet kwalijk te nemen,
als hij daarbij één belangrijk ding over het
hoofd ziet, n.l. dat trouwen helaas onmoge
lijk is, wanneer men geen behoorlijke bron
van inkomsten heeft.
Precies een uur vroeger dan gewoonlijk
bevindt hij zich reeds in de ontbijtzaal. Zoo
als de kinderen spelen, wie er het eerst is,
zoo speelt hij in zijn verliefdheid met Edith
Wismuth. Hij zal er ditmaal het eerst zijn
om haar dan straks bij haar verschijnen,
kwajongensachtig te kunnen voorhouden,
dat hij reeds urenlang op haar zit te wach
ten.
Prachtig, haar plaats is nog leeg. Hij is
haar dus inderdaad vóór.
Maar wat is dat Tot zijn intense ver
bazing constateert hij plotseling, dat er maar
voor één persoon gedekt is. Zou zij dan mis
schien al beneden in de hall op hem wach
ten?
,,'t Zelfde als gisteren, doctor? ontvangt
de blonde gedienstige hem weer.
„Graag, ja!" Bij hooge uitzondering richt
hij zich ditmaal ook met een vraag tot haar.
„Heeft juffrouw Gotron al ontbeten?"
„Juffrouw Gotron is al weg".
„Zij schijnt al vertrokken te zijn", licht
het meisje toe.
„Dat is niet mogelijk!" schreeuwt hij,
bijna woedend.
„Heusch waar!" houdt de gedienstige vol.
„De chef heeft uitdrukkelijk gezegd, dat ik
alleen voor u moest dekken".
Evenals gisteren om lezen tijd voelt zij
zich plotseling aangegrepen door een name-
looze ontzetting. Angst voor hetgeen de vol
gende uren hem zullen brengen.
Edith Wismuth vertrokken? Dat is onmo
gelijk! Maar het is evenmin onmogelijk dat
de chef zich vergist. De man is een genie in
zijn vak.
Hij moet zekerheid hebben. Dat meisje
hier mag van hem denken, wat zij wil. Hij
rent de zaal uit. De portier werpt hem een
verwijtenden blik toe; een dergelijke haast
past niet in een gedistingeerd hotel als dit.
Maar dat alles ziet hij op het oogenblik over
het hoofd. (Wordt vervolgd).