De ontzettende ramp van de „Flamingo". FEUILLETON WELKOM THUIS De wonderlijke belevenissen van dr. Kaiserlien door WILL AMBERG. (Nadruk verboden). 30) De agenten blijken van een zeldzame lankmoedigheid. „U bent een huwelijkszwendelaar", zegt een hunner, kalm. „Dat heeft juffrouw Gotron is zeker ver teld!" zegt hij spottend. „Nou ziet u wel! U schijnt zelf best te weten, waaraan u zich hebt schuldig ge maakt!'1 Duidelijker kon hem bezwaarlijk worden bevestigd, dat de tegen hem ingediende aanklacht afkomstig was van Edith Gotron. Hij koesterde toch een zekere bewondering voor haar. Handig was zij dat moest hij toegeven. Was er een aanvoudiger weg om hem voor een paar uur kwijt te zijn, om zich te onttrekken aan zijn bewaking? Met zeldzame geraffineerdheid was het haar gelukt munt te slaan uit zijn naamveran dering; onmiddellijk had zij beseft, dat de schijn in de eerste plaats tegen hen zijn.... Maar overigens moest zij ds mo gelijkheid, dat hij Kaiserlien was, reeds eerder onder de oogen hebben gezien; dat was niet anders denkbaar. Terwijl zij aan zijn zijde lyrische tochten ondernam, moest zij reeds hebben overwogen wat haar in geval van ontdekking te doen stond. En het bleek nu, dat" zij bereid was over lijken te gaan! „Het spijt me, maar we kunnen niet lan ger wachten", onderbreekt de oudste der beide agenten zijn gedachtengang. „Maakt u het ons niet noodeloos moeilijk en weest u zoo goed ons te volgen." Kaiserlien begrijpt, dat alle tegenstand hier niets zal baten en eveneens begrijpt hij, dat het geen nut heeft een poging te doen om deze subalterne politiemenschen aan het verstand te brengen, dat hij het slachtoffer is van een persoonsverwisse ling. Op het hoofdbureau zou wel een menschelijke commissaris zijn, die zich be hoorlijk liet inlichten om hem dan weer op vrije voeten te stellen Hopenlijk! Om het spoor van Edith Wismuth weer op te nemen, zou het dan echter wel reeds te laat zijn. De beide politie-agenten geven blijk over de noodige tact te beschikken. Ze nemen hem terwijl zij de hoteltrap afdalen, niet in hun midden, doch de een gaat voorop en de an dere volgt onopvallend; van de gasten in de hall behoeft niemand iets van deze tra gedie te bespeuren. Ook buiten voor het hotel laten zij hem voldoende vrijheid, maar hij weet, dat elk zijner bewegingen streng gecontroleerd wordt. Eén ding ech ter kan hij zich niet laten ontgaan; nog eenmaal keert hij zich om naar het hotel en gluurt in de richting van Edith Gotron's kamer. Gisteren en eergisteren heeft hij dat ook gedaan, zij het onder minder moeilij ke omstandigheden en met meer teedere gevoelens. Het raam van Edith Gotron's kamer is verlicht. Het is, alsof zich achter het gor dijn de omlijning van een gestalte aftee- kent. Natuurlijk staat zij achter het gor dijn om zich te overtuigen, dat hij werke lijk ingerekend is. Over een paar minuten zal zij zich naar het station spoeden om voor goed te verdwijnen. Voor goed? Neen, niet voor goed, want tandenknar send zweert hij zich zelf, dat hij haar zal opsporen om met haar af te rekenen. De andere leden van de bende mogen hem van zijn bezittingen hebben beroofd, die daar heeft hem zijn geestelijk evenwicht ontnomen. Daar zal zij voor boeten. In welke stemming zich op datzelfde oogenblik Edith Wismuth bevindt, daar van heeft hij niet het flauwste vermoe den. m. In den hierop volgenden nacht sliep Kaiserlien slechts drie uren. Of eigenlijk sliep hij in 't geheel niet. Drie volle uren verkeerde hij in een toestand tusschen wa ken en droomen, hunkerend naar het aan breken van den nieuwen dag. Tegen tien uur was hij met de beide agen ten op het bureau gearriveerd, waar een inspecteur hem een verhoor had afgeno men. Deze had aanvankelijk slechts een spottend glimlachje over gehad over de be wering, dat hij Kaiserlien, in werkelijkheid niet de bedrieger maar de bedrogene was. Daarop had hij zich Kaiserlien's verhaal zoo men dat noemt geinteresseerd la ten welgevallen. Niet omdat hij aan diens verklaringen óok maar eenig geloof hecht te, doch uitsluitend omdat hij dezen be schouwde als een sterk staaltje van de on gebreidelde fantasie van een spitsboef. Hierna had hij zich zelfs tot eenige tegen werpingen en strikvragen laten verleiden, waarbij hij zich verwonderde over de te genwoordigheid van geest van den verdach te en de overtuigende wijze, waarop deze zijn bedenkingen weerlegde en toen hij ten slotte ook nog Kaiserlien's pas bestudeer de en deze merkwaardigerwijze echt be vond, was zijn wantrouwen zoowaar aan het wankelen gebracht. Het gevolg daar van was weer, dat hij zich telefonisch met de politie te Starnberg in verbinding stel de, die zijn vraag, of Kaiserlien's villa pu bliek verkocht was, bevestigend beant woordde en toen zijn collega's te Berlijn hem daarop nog verzekerden, dat op het tijdstip waarop Kaiserlien blijkens zijn pas in Pa lestina moest hebben vertoefd, inderdaad iemand van denzelfden naam in Charlot- tenburg had gewoond, begon het eindelijk tot den inspecteur door te dringen, dat men met de arrestatie van dr. Kaiserlien-Kyr- mayer een misgreep had gedaan, zoodat hij tegen twee uur weer in vrijheid kon wor den gesteld. Om redenen, welke hij eigenlijk niet be greep, maar die uit een soort onderbewust zijn schenen te zijn voorgekomen, had Kai serlien in zijn verklaringen tegenover den inspecteur Edith Gotron er geheel buiten gelaten. Hij zinspeelde er slechts op, dat hem vertrouwelijk was meegedeeld, dat een lid van de oplichtersbende op dit oogen blik in Montreux vertoefde. Dat hij dit lid bij naam kende, dat hij met dit lid zelfs eenigen tijd vertrouwelijk was omgegaan, verzweeg hij. En de inspecteur informeerde gelukkig niet verder. Toen Kaiserlien in het hotel terugkeer de, vroeg hij den nachtporier hoe laat juf frouw Gotron vertrokken was. De man had echter pas van twaalf uur af dienst en kon hem derhalve slechts meedeelen, dat na dat tijdstip niemand het hotel had verlaten. Vermoeid en afgemat sleepte Kaiserlien zich naar zijn kamer, waar hij nog een uur lang tevergeefs trachtte de situatie te over zien om daarna in te dommelen. Even na zes uur stond hij al weer op, daar hij het in bed niet langer uithield. Hij hield zijn hoofd onder het stroomende wa ter, nam vervolgens nog een koude douche en betrad eindelijk tegen zeven uur danig opgefrischt de eetzaal. Hij was sinds een week gewend bij zijn binnetreden onmiddellijk een blik te wer pen naar zijn plaats aan het raam om te zien of Edith Gotron daar al zat en over eenkomstig deze gewoonte deed hij dat ook nu, hoewel hij reeds vooruit meende te weten, dat haar plaats leeg zou zijn. Edoch, op dit oogenblik bereidde Edith Gotron-Wismuth hem een tweede verras sing. Zij zat daar, alsof er niets gebeurd was, in een houding, die hij nu al van haar ken de: nonchalant lag zij in haar stoel, het ge laat eenigszins terzijde naar het venster gekeerd, haar hand losjes op den rand van de tafel. In deze houding kwamen de edele trek van haar profiel en de bekoorlijkheid van haar geheele persoontje ten volle tot hun recht; zoo vaak ook had een, tot voor kort ongekend gevoel zich van hem meester gemaakt het gevoel van dankbaarheid, dat hij haar gezelschap mocht houden. En hoe machtig is toch de gewoon te- ditzelfde gevoel drong zich ook nu weer aan hem op, niettegenstaande hij wist, dat haar lieftalligheid een masker en haar vrien delijkheid slechts comedie was. Een oogen blik bleef hij besluiteloos staan. Het liefst was hij onmiddellijk omgekeerd. Vrees overviel hem, vrees voor een verklaring. Vrees voor de ruwheid waarmee hij tegen over haar zou moeten optreden. *TVordt vervolgd). Een oogenblikje van welverdiende rust tijdens de vierdaagsche afstandsmarschen Rijpe bananen smaken best, zeker gedurende een der wandelingen van de vierdaagsche afstandsmarschen De ontzettende ramp van het K.LM.-vliegtuig .Flamingo". Het wrak van het toestel op de plaats des onheils nabij Hal in België, waar het brandend neer stortte en waar vijftien personen den dood vonden Het eerste gedeelte van het iNederlaridsche padvinderscontingent is Woensdag op het terrein der Wereldjamboree aangekomen. Onmiddellijk na aankomst werd ®r flink aangepakt om het kamp in orde te brengen Op de plaats van de ramp. Autoriteiten bij het wrak van het K.L.M.-vliegtuig .Flamingo", dat nabij Hal in België neerstortte De voorbereidingen voor de kampvuren op het terrein der Wereld jamboree te Vogelenzang. De Indische padvinders aan den arbeid

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1937 | | pagina 12