Een trouwe schildwacht uit het jaar 1787 geëerd ons De groote Kerk te Alkmaar Communistische activiteit in land neemt toe. DINSDAG 27 JULI 1937 DE LEIDSCHE COURANT TWEEDE BLAD - PAG. 7 Monument Christoffel Pullmann Onthuld door Prinses Juliana Vandaag is het anderhalve eeuw geleden, dat de grenadier Christoffel Pullmann, schildwacht voor het paleis te Soestdijk, als „ehrlicher kerl" den dood boven de on trouw koos. Het eenvoudige houten ge- denkteeken bij het paleis Soestdijk, dat de nagedachtenis aan deze heldendaad leven dig heeft gehouden, is thans door een waar diger monument vervangen. Hedenochtend heeft H. K. H. Prinses Ju liana, het nieuwe bronzen standbeeld van den trouwen grenadier, dat door mej. I. Aa van Beeck Calkoen in opdracht van de koninklijke vereeniging „Ons Leger" is vervaardigd, in tegenwoordigheid van Z. K. H. Prins Bernhard en vele autoriteiten onthuld. Te elf uur arriveerden H.H. K.K. H.H. Prinses Juliana en Prins Bernhard bij het monument, waar de stafmuziek uit Amers foort hen met het spelen van het „Wil helmus" verwelkomde. De vorstelijke per sonen onderhielden zich eenige oogenblik- ken met eenige genoodigden waarna de waarnemende voorzitter van „Ons Leger", gep. kolonel K. E. Oudendijk, een rede uit sprak. De vraag zij gesteld, aldus ging spreker voort, „wat is de bedoeling van deze plechtigheid?" het antwoord is: „wij willen heden met diepen eerbied hulde brengen aan de nagedachtenis van een eenvoudigen soldaat, die liever sterven wilde, dan zijn soldatenplicht verzaken, wij willen de ele mentaire soldatendeugd eeren van trouw te zijn tot in den dood. Wat is er dan ge schied in den nacht van den 27sten Juli 1787, toen Christoffel Pullmann op post stond op denzelfden plek, waarop wij nu het voor hem opgerichte gedenkteeken zul len vernieuwen? Als wij ons van het ge beurde van dien nacht eenigszins juist re kenschap willen geven, dan zijn het helaas geen schoone bladzijden, welke wij daar toe in het geschiedboek van ons volk moe ten opslaan. In ons land heerschte ver deeldheid. Oranje-gezinden en patriotten waren in feilen strijd gewikkeld. De Sta ten per Provincie Holland hadden troe pen en vrijkorpsen in de Provincie Utrecht gelegd, om Prins Willem V met zijn troe penmacht, dat was dus met het leger der Vereenigde Provinciën het leger van den geheelen Nederlandschen staat bui ten Utrecht en Holland te houden. Daarom waren de Prinsgezinde Staten van Utrecht uit de hoofdstad hunner provincie naar Amersfoort getrokken. In Juli 1787 lag het leger der Staten-Ge- neraal onder bevel van kapitein-generaal, den Prins van Oranje, met zijn hoofd macht in het kamp bij Zeist tey sterkte van ongeveer 3500 man. De tegenpartij wapen de zich geducht. Te Utrecht lagen onge veer 7000 man, voor een groot deel wei nig geoefende vrijkorpsen met 200 stukken geschut. De Patriotten trachtten in dien tijd van spanning, dus in Juli 1787, de troepen macht van den Prins, van Utrecht uit, voortdurend te verontrusten dpor uitzen ding van de tachementen, meestal des nachts, naar de voorposten en wachten van het leger van den Prins. In den nacht van 26 op 27 Juli rukte een detachement van ongeveer 500 man uit Utrecht naar Soest dijk om het bewakingsdetachement van den Prins aldaar te overrompelen. Dit mislukte doordat bij den driesprong van het Prin- Duister gewoel van partij en organisaties Talrijke gevallen van ronselarij voor het roode Spanje zijn er een onderdeel van. VERDACHTE ELEMENTEN BINNEN ONZE GRENZEN. Aan de T ij d onlleenen wij het volgende artikel: Sedert de maand April is er te Amster dam, doch ook in grootere en kleinere ste den van ons land en o.m. in het grensge bied een verhoogte activiteit weer te ne men onder de besturen en leden van de C. P. N. Communistische Partij Neder land. Ook bij mantel- en onder-organisaties van deze partij en andere uiterst linksche groepen, I. R. N. Internationale Roode Hulp Nederland wordt de laatste maan den en vooral de laatste weken een intense actie ontplooid. Van deze actie valt tot op dit oogenblik voor niet-ingewijden weinig te bespeuren, en toch is de uitwerking hier van grooter dan menigeen zou denken. Be wijzen zijn hiervoor aan te toonen, want vooral de laatste maanden zijn aan Justitie en Politie-autoriteiten talrijke gegevens in selijk paleis een man op wacht stond, die slechts één plicht kende, n.l. de soldaten- plicht. Een man, die toen de aanvallers hem trachtten over te halen om zijn wa pens af te geven en de wacht niet te al armeeren, daar hij anders zou worden ge dood, alleen maar wist te antwoorden: „ich bin ein ehrlicher kerl" en daarop het alarmschot loste, Dit schot boette hij op hetzelfde oogenblik met zijn leven, maar de wacht vloog in het geweer en het Prin selijk paleis werd op den overmachtigen aanvaller behouden. Wat zich op dat oogen blik op dien eenzamen post in het nachte lijk duister heeft afgespeeld, was een hel dendaad van het zuiverste gehalte. Het is die verheven soldatendeugd van den ge wonen plichtsgetrouwen soldaat, die wij hier willen eeren. Christoffel Pullmann stierf hier voor 150 jaar den heldendood in dienst van het Huis van Oranje. Het is daarom een mooie gedachte, dat aan stonds een afvaardiging van de „Bond van ridders der Militaire Willemsorde beneden den rang van officier", dat is dus een af vaardiging van mannen, die ook eenmaal met moed, beleid en trouw hun leven heb ben gewaagd voor Vorstenhuis en Vader land, aan den voet van het nieuwe ge denkteeken een krans zal neerleggen. Het nieuwe gedenkteeken, ter eere van Pullmann opgericht, aldus ging spr. voort, stelt een schildwacht voor in de uniform van 1787, in verdedigende houding met den vinger aan den trekker om het waarschu wend schot af te geven, dat naar hij weet hem het leven zal kosten. Het ontwerp is van mej. van Beeck Calkoen. Het eenvoudige veelzeggende opschrift hebben wij van het oude gedenkteeken overgenomen: „Christoffel Pullman, gre nadier van de lijfcompagnie in het regi ment infanterie van den Prins van Hes- sen-Darmstadt, oud 28 jaren, verkiezende liever het leven te verliezen dan zijn wa pens over te geven, in den nacht van 27 Juli 1787." Hij viel in dienst van het Huis van Oran je, hij bewaakte het paleis, dat nog niet lang geleden werd bewoond door H. M. Ko- nin-Moeder, die jaarlijks op 27 Juli aan het oude gedenkteeken een krans liet hech ten ten blijke dat H. M. zich steeds Pull- mann's schoone daad herinnerde. Thans is het oogenblik gekomen, dat de onthulling zal geschieden, en spr. verzocht derhalve eerbiedig H. K. H. Prinses Ju liana deze handeling te willen verrichten. Prinses Juliana gaf aan dit verzoek ge hoor en ontdeed het nieuwe gedenkteeken van zijn omhulsel. De kolonel zeide vervolgens, dat de ko ninklijke Nederlandsche Vereenigiiig „Ons Leger", alsnog een bronzen plaat op het gedenkteeken zal laten aanbrengen, die er steeds aan zal herinneren, dat onze geliefde en hoogvereerde Prinses dit gedenkteeken heeft onthuld. Hierna legde een afvaardiging van den „Bond van ridders der Militaire Willems orde beneden den rang van officier" een krans op het nieuwe gedenkteeken. Na deze plechtigheid klonken comman do's en begon het défilé der troepen voor de beide vorstelijke personen langs den betonweg naar Bilthoven, waarlangs zich intusschen ook de genoodigden hadden ge schaard Achter de troepen sloten zich de deputaties van de plaatselijke Oranjever- eenigingen aan, welke bij het passeeren het Prinselijke Paar enthousiast toejuichten. De plechtigheid had ruim een uur ge duurd, toen de beide vorstelijke personen zich in het paleis terug trokken. Nadat kolonel Oudendijk het gedenktee ken aan de intendant van het koninklijk paleis jhr. de Jonge van Zwijnsbergen had overgedragen, vereenigden de genoodigden zich nog korten tijd in het hotel Trier. handen gevallen. Beide officieele lichamen bewaren echter over de verschillende ge vallen, die hun ter oore kwamen en waar over een onderzoek is ingesteld met of zonder resultaat een vrijwel volkomen stilzwijgen. Deze stilzwijgendheid van de autoriteiten was misschien in bet belang van het onderzoek noodzakelijk en zelfs ge- wenscht, doch nu er de laatste weken tal rijke gevallen van ronselarij bekend zijn geworden, waarin Communisten indivi dueel of communistische organisaties de hand hebben gehad, zijn wij van mee ning, dat deze stilzwijgendheid thans geen voldoende reden meer heeft om te worden gehandhaafd. Ook onder de politie-autoriteiten zijn er verschillende functionarissen deze opvat ting toegedaan, voornamelijk onder het mo tief: „Een gewaarschuwd man geldt voor twee". Wat toch is het voordeel om publi citeit te geven aan het communistisch ge wroet door middel van openbaarmaking in „de Pers"? Onomwonden staat vast, dat er zeer veel in den lande zijn, die wanneer zij in de dagbladen opmerkzaam zijn gemaakt op het feit, dat er door binnen- en buiten- landsche communisten intensief gewerkt wordt om ook ons land en een aantal van zijn inwoners deelachtig te doen worden aan de „Russische zegeningen" zooals men die in de Sovjetrepublieken kan beleven en zooals ze nog iederen dag m het Nederland sche Communistenblad worden aangepre zen en opgehemeld als komende uit het land te vergelijken met een aardsch para dijs, voorzichtig zullen worden en niet zoo gauw meerop aanbiedingen en verkokkin- gen van de handlangers van Moskou zullen ingaan. Ook zullen er zijn, die by het lezen van deze mededeelingen zich plotseling „iets" herinneren, wat zich in hun onmiddellijke omgeving heeft afgespeeld en zich ver plicht gevoelen de politie-autoriteiten van een en ander op de hoogte te stellen. Dat deze laatste veronderstelling juist is geble ken, hierover zouden inspecteurs en recher cheurs van de Centrale Recherche te Am sterdam, waar zich tevens de centrale be vindt voor het nagaan van personen ver denkt, meer kunnen vertellen. Nadat de laatste weken berichten ver schenen over het ronselen van personen, inwoners uit verschillende plaatsen van ons Rijk, dor binnen- en buitenlandsche com munisten en Giterst linksch georganiseer- den, zijn er bij genoemde centrale tientallen brieven binnengekomen uit alle deelen van ons land van plaatselijke politie-autoritei ten en particulieren, waarin wordt mede gedeeld, dat die en die, woonachtig te sinds zooveel weken-maanden, verdwenen is. Vermoedendienstneming in het Spaansche regeeringsleger. Geronseld of vrijwillig? Men vermoedt het eerste en op nieuw vraagt men de hulp en medewerking in het zooveelste geval van de Amster- damsche Centrale Recherche, Afdeeling „Ronselarij". Door langdurig eigen onderzoek en waar devolle mededeelingen van de zijde van de politie uit verschillende plaatsen, zijn wij in de gelegenheid meèr openbaarheid te geven aan het werken en wroeten van bin nen- en buitenlandsche communisten in ons lad en hun handlagers-diensten, inzake het aanwerven van Nederlandsche onderdanen, doch ook buitenlanders, thans in ons land vertoevend, .ten behoeve van het Roode regeeringsleger in Spanje. Met welke ge raffineerdheid men te werk gaat en in hoeveel gevallen de politie totaal machte loos tegenover deze uiterst sluwe en goed georganiseerde organisatie en handlangers van Moskou staat, zullen wij in enkele ver- volg-artikelen uiteenzetten. Na de bekende Jordaan-onlusten in 1934 te Amsterdam, is het den autoriteiten ge bleken, dat de leiding van deze relletjes be rustte en deze georganiseerd waren gewor den door naar ons land uitgeweken commu nisten. De regeering gaf toen opdracht aan justitie en politie om strenger tegen deze elementen, die in ons land gastvrijheid on dervonden, doch hiervan schromelijk mis bruik hadden gemaakt, op te treden. Door de regeering werd een bijna luxueus con centratiekamp in het niet meer in gebruik zijnde fort Honswijk bij Vreeswijk inge richt. De politie trad vanaf dit oogenblik tegen de buitenlandsche communisten stren ger op en in de groote steden werden zelfs door speciaal daarvoor opgerichte brigades razzia's in verdachte buurten gehouden, waarbij eenige keeren een aantal in gehei me vergadering bijeen zijnde, voorname lijk Duitsche communisten, kon worden ge arresteerd. Ze werden korten tijd in verschillende Huizen van Bewaring ingesloten of voor de keus gesteld ons land over een of andere grens te verlaten. Wilde men dit niet, dan werden ze geinterneerd in het concentra tie-fort. De meesten verkozen zich te be geven over de Belgische grens, daar terug keer naar Duitschland voor hen onmogelijk was, in verband met de agitatie, die zij te gen de huidige regeering in dit land, waar zij voorheen woonden, hadden gevoerd. De Gestapo laat in Duitschland niet met zich spelen en dit is den heeren maar al te goed bekend. De enkelen, die ons land per se niet wil den verlaten en toch niet voorgoed in een Huis van Bewaring kon blijven, werden te Honswijk voor langeren tijd geinterneerd. De meesten verkozen echter na een paar maanden deze gastvrijheid toch maar te rui len voor een uitgeleide naa r België en zij verlieten ons land. De twee volgende jaren bleef het ristig en oogenschijnlijk leek het wel of de actie door de buitenlanders in ons land had opgehouden. Van de zijde der poli tie vernam men zeer weinig meer van het binnenkomen van Duitsche communisten over onze landsgrenzen. De Duitsche communisten zijn echter in de afgeloopen jaren evengoed ons land bin nengekomen, alleen de wijze waarop zij kwamen, is dank zij de Hulp en goede organisatie van hun Ned. partij genooten gewijzigd. Hierover hebben wij zoowel van politie-autoriteiten in onze steden, als die in de grensplaatsen frappante staaltjes ge hoord. In de jaren 1932, '33 en '34 kwamen de Duitsche communisten die hun land moesten verlaten, in de meeste gevallen op normale wijze over onze grenzen. Ze wa ren voorzien van een geldigen Duitschen pas. Zij, die overhaast de vlucht uit Duitsch land moesten nemen, wisten wel op een of andere wijze als zij niet in het bezit van een geldigen pas waren in ons land binnen te komen. In Berlijn bestaat er tot op heden nog zoo iets als een „valsche passencentrale" onder Russisch beheer en deze centrale zorgde er wel voor, dat de Duitsche partij- genooten de Nederlandsche grens veilig konden overschrijden. Men reisde in deze jaren zelfs met de gewone internationale treinen. Want vrees om aan de grens te worden aangehouden, behoefde men niet te hebben. Hun passen waren in orde en men was in het bezit van een bedrag aan geld. De Nederlandsche regeering werd echter strenger en de politie lastiger. Dit bemerk ten onze eigen Nederlandsche communisten al spoedig en zooals begrijpelijk werden deze gegevens naar de geheime Duitsche communistische centrales doorgegeven. Komt niet meer, zoo luidde het parool, langs de hoofdwegen en bekende interna tionale spoorweglijnen Holland binnen, want kameraden, dan loopt gij de kans het niet verder té brengen dan het eerste Ne derlandsche grensstation. In Duitschland hield men zich strikt aan deze aanwijzin gen en hoe onze marechaussee, rijksveld- BINNENLAND Restauratie vergt een hall millloen De Minister van Onderwijs, Kunsten en Wetenschappen heeft aan het gemeentebe stuur van Alkmaar medegedeeld, dat de restauratiekosten van de Groote Kerk te Alkmaar geraamd kunnen worden op 520.000 gulden. De minister stelt voor, dat het Rijk daarvan zal betalen 52 procent, de provincie en de burgerlijke gemeente ieder 22 procent en de kerk 4 procent. Men zal trachten het Werkfonds in te schakelen om de gelden by wijze van voor schot te verkrijgen. In een begeleidenden brief doet de minis ter uitkomen, dat deze kerk een der meest waardevolle monumenten van ons land is en dat daarom redding plicht kan worden genoemd van de overheid. Men hoopt thans spoedig overeenstem ming te bereiken. HET PRINSELIJK JACHT WORDT OP 14 AUGUSTUS A.S. TE WATER GELATEN. Naar wij vernemen, zal het motorjacht „Piet Hein", dat op de werf van de firma G. de Vries Lentsch jr. te Amsterdam voor het prinselijk paar in aanbouw is, op Za terdag 14 Augustus a.s. worden te water gelaten. Het ligt in het voornemen van H. K. H. Prinses Juliana en Z. K. H. prins Bernhard bij den stapelloop teegenwoordig te zijn. Met den bouw van het jacht is men thans zoover gevorderd, dat men tot de af werking genaderd is. De machinekamer is nagenoeg gereed, slechts moeten wat de technische installatie betreft de noodige pijpleidingen nog worden aangebracht. In het inwendige van het schip is de be timmering ook reeds voor het grootste ge deelte klaar. Daaraan wordt thans de laat ste hand gelegd. De schilders zijn thans op het jacht nagenoeg gereed zal zijn. aanzien, dat op den dag der tewaterlating het jacht nagenoef gereed zal zijn. De plechtigheid der tewaterlating zal een eenvoudig karakter dragen. Zoodra de „Piet Hein" geheel gereed zal zijn, zal het jacht door het comité tot aan bieding van een nationaal huwelijksge schenk van den bouwer worden overgeno men, om vervolgens op een nader vast te stellen tijdstip aan H. K. H. Prinses Juliana en Z. K. H. Prins Bernhard te worden overgedragen. R K. BOND VOOR GROOTE GEZINNEN. Zondagmorgen werd de centrale raads vergadering in de St. Servatiussociëteit te Maastricht door den bondsvoorzitter om 10 uur heropend. Aan de orde kwamen de verschillende voorstellen der afdeelingen. Een voorstel Bergen op Zoom: „Het hoofdbestuur blijve diligent ten aanzien van de actie inzake het zooveel mogelijk weren van vrouwenarbeid, vooral op kan toren en fabrieken (uitgezonderd die ar beid, welke specifiek vrouwelijk genoemd kan worden). Gehuwde vrouwen dienen van allen arbeid op fabrieken en kantoren te worden uitgesloten", gaf aanleiding tot uitvoerige bespreking. Dit voorstel van Bergen op Zoom werd als volgt geamendeerd door de afdeeling Til burg: „De Centrale Raad in vergadering te Maastricht bijeen, besluit dat actie zal ge voerd worden bij de regeering en andere instanties, dat vrouwenarbeid op kantoren en fabrieken, voor zoover niet specifieke wacht en rijksrecherche aan de bekende grensstations Zevenaar, Groesbéek, Sim- pelveld, Nieuweschans en Oldenzaal ook uitkeken, hoe grondig de buitenlandsche treinen geïnspecteerd werden, het gelukte maar zeer zelden aan onze wakkere politie mannen Duitsche communisten met of zon der pas aan te houden. En toch kwamen zij ons land binnen; ontelbaren! RONSELAARS AANGEHOUDEN. De centrale recherche te Amsterdam heeft Zaterdag de hand gelegd op een com- munistischen bewoner van de overzijde van het IJ, tegen wien reeds geruimen tijd ern stige verdenkingen bestonden, dat hij zich schuldig maakte aan ronselarij praktij ken en die, nadat was komen vast te staan, dat hij een eveneens in Amsterdam-Noord wo nenden werkelooze had trachten te bewe gen naar Spanje te gaan om daar naar hij duidelijk liet uitkomen tegen een behoorlijke betaling dienst te nemen bij de regeeringstxoepen, in verzekerde bewaring is gesteld. Daar van de ronselaarspraktijken ook de hoofdstad haar deel krijgt, is de centrale recherche voortdurend op onderzoek uit naar feiten, welke, zooals in het onderha vige geval, voldoende materiaal opleveren om met kracht op te treden. Gisteren is, in verband met de arrestatie van Zaterdag, opnieuw een aanhouding geschied, ditmaal van een man uit de Jacob van Lennep- buurt, tegen wien eveneens ernstige aan wijzingen bestaan, dat hij als ronselaar is opgetreden. De aangehoudene is in het hoofdbureau van politie opgesloten. vrouwelijke arbeid en arbeid van gehuwde vrouwen wordt geweerd". Het hoofdbestuur "aanvaardde deze op dracht. Een voorstel van het hoofdbestuur om te trachten te bereiken, dat werklooze vaders van gezinnen met minstens 4 kinderen on middellijk te werk worden gesteld bij de werkverschaffing e& overheidslichamen op een loon evenredig aan de behoefte, ont lokte aan eenige afgevaardigden de opmer king, dat men meer met nadere gegevens moet komen om eventueel adhaesie te be tuigen aan het request van het R. K. Werk liedenverbond. De afdeeling Den Haag hing een schril beeld op betreffende wantoestanden bij de crisisorganisaties waar baantjes geschapen worden voor pas afgestudeerde H.B.S.-ers, die een salaris genieten waar menig huis vader van een groot gezin ruimschoots mee kon komen. Verder werken daar geschei den vrouwen, doch van aanstellen van ka tholieke huisvaders komt niets, Het wordt hoog tijd, dat daarin eens verandering wordt gebracht. De voorzitter merkte op, dat het noodig is met gedocumenteerde bewijzen te komen om in den aangegeven zin stappen by de regeering te doen. Te veel worden de belangen der katho lieke huisvadres verwaarloosd ook by de benoemingen in overheidsbedrijven. In het algemeen moet echter het meest gearbeid worden voor de in crisisnood verkeerende gezinnen van steuntrekkers. Motie. Na al deze besprekingen omtrent dit on derwerp werd de volgende motie door de centrale raadsvergadering aangenomen: „De Nederl. Bond voor Groote Gezinnen, vertegenwoordigend meer dan 40.000 vaders en moeders van kinderrijke gezinnen, doet een dringend beroep op de regeering om op korten termijn te bevorderen: 1. de toekenning van een kindertoeslag aan .alle arbeiders, die in werkverschaffing arbeiden, zooals dit in de provincie Lim burg en Noord-Brabant het geval is; 2. het groote aantal steunklassen met een aantal te verminderen; 3. Artikel 10a der steunregeling buiten werking te stellen, zoodat ten volle geno ten kan worden van de vrijgestelde 2. van de kinderen onder de 21 jaar en van de 4.voor hen, die bovengenoemden leeftijd zijn gepasseerd; 4. het totale gezinsloon van het gezin en niet het loon van het gezinshoofd alleen als 'basis van de steunverleening en steunbere- kening te nemen; 5. de z.g. B-steun te verhoogen om het ge weldige tekort aan dekking, kleeding en schoeisel in de werklooze gezinnen aan te vullen". Besloten werd verder te protesteeren tegen de houding van A.C.O.P. die zich uit sprak voor het positief stelling nemen tegen eiken vorm van kindertoeslag. Bergen op Zoom deed verder een voor stel om te bestudeeren wat gedaan kan wor den voor hulpverleening aan het groote ge zin van den middenstand. Na de uitvoerige toelichting om te komen tot een rijksuitkeering voor middenstan ders, meende de voorzitter, dat dit meer op het terrein ligt van de middenstands organisatie. Intusschen zal onderzocht wor den wat te doen is voor het groote gezin van middenstanders en daartoe zal contact gezocht worden met den middenstandsbond. In dit verband werd nogmaals door de vergadering aangedrongen op de spoedige totstandkoming van het kinderrentefonds. Het hoofdbestuur zal het geheele vraag stuk t.o.v. het groote gezin van den mid denstand in studie nemen. Hierna werd het woord verleend aan den weleerw. pater Carolus Tesser O.F.M., over de taak en de roeping van het groote gezin in onzen tijd. Hierna werd voortgegaan met het behan delen der afdeelingsvoorstellen. Door de af deeling Breda was het verzoek ingediend aan het Hoofdbestuur te willen bevorderen, dat de leerlingensehaal op de Lagere school worden teruggebracht tot het vroegere ni veau. Door den heer Wijnen, hoofdbestuurslid R.K.O.B., werd dit punt nader toegelicht. De bond besloot in samenwerking met RJC.O.B. bij de Regeering stappen te doen om dezen toestand te verkrijgen, dat spoe dig het aantal leerlingen per klas wordt herzien. De afdeeling Brunssum stelde voor een hernieuwde acte te beginnen om by de R. K. Staatspartij en bij de Regeering er op aan te dringen tot beschermende maatrege len, voor gehuwde werkkrachten in in dustrie, landbouw, handel, kortom in het geheele bedrijfsleven, zoodat deze niet meer kunnen worden ontslagen om daarvoor jeugdige werkkrachten voor lagere loonen aan te stellen. Hierop antwoordde het hoofdbestuur dat de minister van sociale zaken aangaande deze aangelegenheid advies heeft gevraagd aan den Hoogen Raad van Arbeid, maar nog niet tot het gewenschte resultaat heeft geleid. Inmiddels zal nogmaals hierop de aandacht worden gevestigd. Hierna volgde de rondvraag, waaraan door vele afgevaardigden werd deelge nomen. „Maasbode". VOORONTWERP LANDBOUW- ORDENINGSWET. Het standpunt van minister Steenberghe. Men meldt uit Den Haag aan de „Msbd.": In verschillende bladen is het bericht verschenen, dat het voorontwerp landbouw- ordeningswet door den minister van Eco nomische Zaken zou zyn teruggenomen. Van bevoegde zijde vernemen wij, dat dit bericht in dezen vorm niet juist is. De mi nister heeft zyn standpunt ten aanzien van dit voorontwerp nog niet bepaald, maar aan de adviseerende instanties verzocht haar arbeid voorloopig op te schorten, ten einde te voorkomen, dat mogelijk onnoodig werk zou worden verricht.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1937 | | pagina 7