Een dwergkalf is in Artis te Amster dam aangekomen als attractie voor den kinderspeeltuin De tinbaggermolen .Doejoeng', te Kinderdijk gebouwd voor de Billiton Mij., is naar Indië vertrokken" Een overzicht van het gevaarte Een sprong met volle uitrusting tijdens de demonstraties van oefe ningen en opleiding der manschappen in de Adolf kazerne te Amers foort FEUILLETON WELKOM THUIS De wonderlijke belevenissen van dr. Kaiserlien door WILL AMBERG. (Nadruk verboden). 24) Nochtans hield Ina Heldt hem op het oogenblik meer bezig dan Nora Tilden. Sinds vierentwintig uur overlegde hij hoe hij haar voorzichtig zou kunnen bijbren gen, dat hij geen emplooi meer voor haar had. Het stuitte hem tegen de borst haar, op de wijze van een kantoorchef, die een overbodig geworden bediende ontslaat, haar congé te geven. Uit hetgeen zij hem over zichzelf verteld had, was wel gebleken, dat zij op het salaris, hetwelk zij bij genoot, was aangewezen en het hinderde hem, dat zijn persoonlijke tegenslag nu ook haar in moeilijkheden zou brengen. „Ik heb nog een vriendelijk verzoek, Hammer", vervolgde hij na een korte pau ze. „Ik hield er tot dusver een secretares se op na, een uiterst correcte dame, op wier werk hoegenaamd niets was aan te merken en die ik nu eigenlijk op straat moet zetten. Zou jij haar niet ergens in het bedrijf hier kunnen onderrengen?" „Misschien wel. Stuur haar maar eens bij me met een schriftelijke aanbeveling, dan zal dat wel voor elkaar komen", ant woordt Hammer bereidwillig. Juffrouw Schaf er komt thans terug en telt de drieduizend mark in bankbiljetten van honderd mark op de tafel uit. Zij doet dat op een wijze, waaruit blijkt, dat dit werk haar ten volle is toevertrouwd en werpt daarbij haar chef een ondeugenden blik van verstandhouding toe. Kaiserlien ziet dat, maar verwondert er zich niet over. Vrouwen waren immers van oudsher Ham mer's zwakke zijde. „Kijkt u dien man daar eens goed aan; juffrouw Hansi", schertst nu ook Ham mer met haar, „die man is een unicum, die weigert uit louter idealisme tweeduizend mark maandelijksch salaris! Zoudt u dat ook over uw hart kunnen verkrijgen?" Als eenig antwoord laat zij weer haar kirrend lachje hooren, waarbij zij wat ver legen de schouders optrekt. Wanneer zij onmiddellijk daarop het vertrek verlaat, kruist haar blik nog eenmaal veelbeteeke- nend dien van Hammer. „Ik moest eigenlijk ook zoo lichtzinnig zijn! denkt Kaiserlien, bijna jaloersch. Ina Heldt is heel wat knapper dan die daar en toch zou ik tegenover haar niet zoo vrij postig durven zijn. „Wanneer denk je te vertrekken?" on derbreekt Hammer zijn gedachtengang. „Misschien vanavond nog en anders mor gen. Het zou een groote geruststelling voor mij zijn, als ik de zekerheid had, dat je mijn secretaresse aan een baantje kon hel pen." „Dan zou ik je willen adviseeren je ver trek tot morgen uit te stellen. Wij gaan dan vanavond nog eens gezellig een keer uit. Wat mij betreft, kun je dan je secre taresse meteen meebrengen om eens kennis te maken. Hopenlijk is ze knap!" „Goed", antwoordt Kaiserlien, „dan bren gen wij den avond samen door. Maar of ik mijn secretaresse meebreng, weet ik nog niet. Waar en wanneer kan ik je vinden?" „Om kwart over acht bij Kempinsky", stelt Hammer voor. „Accoord!" besluit Kaiserlien. VI. In het najaar is het seizoen te Montreux in volle gang. De beau monde uit alle dee- len van de wereld geeft hier dan acte de présence en als op de promenade het Kur- orkest concerteert, vermogen de melodieën de in alle talen gevoerde gesprekken nau welijks te overstemmen. De stoombooten, of zij nu van den Franschen oever komen, zijn overladen en boven in de bergen, in het Berner Oberland en naar Rocher de Naves moeten extra-treinen worden inge legd om den steeds toenemenden stroom rei zigers te kunnen vervoeren. In het lichte groen, onderbroken door de bont gekleurde daken der dorpshuisjes, omspant de schilderachtige landstreek het blauwe meer; in een grijzig blauw waas verheffen zich in de verte de Walliser ber gen, sneeuwwit en puntig de steile groepen van de Dent du Midi. Over het geheel ligt de teedere glans van een stralende zon. Bij het aanschouwen van dit schitterende panorama gaat Kaiserlien een steek door liet hart. Het uitgestrekte meer wekt pijn lijke herinneringen op aan het Starnberger meer en aan een ruime villa. Ook daar, on der een wat noordelijker hemel was 't mooi geweest En dan dwalen zijn gedachten ver der af naar een andere groote binnen zee, die op raadselachtige wijze zijn leven heeft beinvloed, de Doode Zee, machtig en imposant in haar grenzenïooze verlaten heid. Daar in het eeuwige land heeft het noodlot de hand naar hem uitgestrekt. Na eenige aarzeling heeft Kaiserlien be sloten kamers te huren in Hotel du Lac. Weliswaar heeft Sabine Vollert hem de foto's van haar meesteres nog steeds niet toegezonden, zoodat hij niet eens weet hoe de vrouw, die hij zoekt, er uit ziet, maar desondanks, of eigenlijk juist daarom acht hij het noodig in Hotel du Lac zijn in trek te nemen. Slechts één voorzorgsmaat regel acht hij onvermijdelijk: evenmin als Edith Wismuth, die hier zeker niet onder haar waren naam zou optreden, heeft hij aanleiding als Kaiserlien de aandacht op zich te vestigen. Hij zal zich dus als dr. Kyrmayer inschrijven zoo heette zijn wiskunde-leeraar op het gymnasium en diens naam schiet hem juist te binnen. De hotels aan het strand zijn van een gedistingeerde voornaamheid. De kwalifi catie loopt van elegant tot luxueus en allen hebben zij aan den kant van het meer een uitgestrekt terras, waarop men het ontbijt nuttigt en waar zonnebaden worden geno men. In de zeer ruime hals staan een me nigte clubfauteuils, sofa's en rooktafeltjes. De atmosfeer is bezwangerd van tientallen soorten parfums: Engelsche, Fransche en ten slotte ook Duitsche klanken bereiken zijn oor en daartusschen klinkt dan plotse ling een heldere lach, de lokkende toena dering der vrouw in alle talen. In de hall zitten, deels afzonderlijk, voor een ander deel in groepjes vereenigd, ongeveer twin tig dames en heeren van alle schakeerin gen, die met de nieuwsgierigheid hotelgas ten eigen, den nieuwaangekomene registree- ren. De jongere dames doen dat. met ge spannen belangstelling, de jongere heeren met een nauw verborgen vijandigheid en de oudere generatie met welwillende gere serveerdheid Kaiserlien voelt dat aller blik ken op hem gericht zijn en hij mist de kracht om zijn verlegenheid te overwin nen. Een soort moedeloosheid maakt zich van hem meester. Daar zitten nu toch slechts enkele gasten, het meerendeel is na tuurlijk aan de wandeling, in de kamers of in de eetzaal. Maar nóg speelt hij het niet klaar onder het dozijn dames er maar een aan te wijzen, wier identiteit met Edith Wismuth meer of minder waarschijnlijk is dan die der elf anderen. De gérant ontvangt Kaiserlien. Een kor te veldheersblik in het vreemdelingen licht hem in met wien hij te doen heeft. Hij spreekt den nieuw aangekomen in het Duitsch aan: „Wenscht u kamers aan het meer of aan den kant van het gebergte." „Op welke étage, als ik vragen mag?" Dat is Kaiserlien totaal onverschillig. „3jjn er veel Duitschers in het hotel?" informeert hij terloops, als de gérant zich gereed maakt om hem naar de lift te ver gezellen. „Niet zooveel als anders!" antwoordt deze, eenigszins bezorgd. „Vroeger hadden we onder onze gasten ongeveer tachtig pro cent Duitschers, dit seizoen hoogstens vijf tig porcent. De tijden zijn te slecht by u te lande". Hij weet, wat zijn gasten gaarne hooren, Tegenover Engelschen beweert hij, dat zijn hotel reeds sinds de oprichting voorname lijk door Engelschen wordt bezocht. Hef publiek wil nu eenmaal bedrogen zijn. (Wordt vervolgd). De zgn waterkampen, welke door de Ver. ter Bevordering van de Watersport jaarlijks op de Kagerplassen worden georganiseerd, zijn Woensdag aangevangen. Een aantal deelneemsters begeett zich naar het kamp Gasmaskers werden beproefd tijdens de demonstraties, welke Woens dag in de Adolf kazerne te Amersfoort werden gehouden voor de De drie Russische aviateurs, die de vlucht over de Noordpool naar Amerika maakten, zijn met de .Normandie" in Frankrijk aangekomen, waar zij gehuldigd werden Bij de familie Van Steen te Nieuwen- dam is onlangs een drieling geboren, die zich tot op heden in blakenden welstand bevindt. De gelukkige ouders met hun .kroost"

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1937 | | pagina 5