Athletiek te Stockholm.
De landen-athletiekwedstrijd Zweden Nederland te Stockholm. Een moment uit de 110 M. Op de golflinks van de Hilversumsche Golfclub zijn de wedstrijden om het internatio-
horden. Tweede van rechts Brasser; derde van rechts Kaan naai dameskampioenschap van Nederland gespeeld. Een der deelneemsters aan slag
De brugbouw bij Stadtroda in Thüringen voor den daar loopenden Rijks
autoweg, is in vollen gang. Een overzicht der constructie van een der bogen
over het .Teufelstal"
Op de Algemeene Begraafplaats te Den Haag had Maandag de teraardebestelling plaats van den overleden rechter in het Permanent
Hof van Internationale Justitie, den heer A. Hammarskjöld. - Een overzicht aan de groeve
De ilottieljeleider .Tromp", die onlangs bij de Ned. Scheepsbouw Mij. door H. M. de Koningin
tewater werd gelaten, wordt thans te Amsterdam afgebouwd en nadert zijn voltooiing. Een
overzicht van het schip
FEUILLETON
WELKOM THUIS
De wonderlijke belevenissen
van dr. Kaiserlien
door
WILL AMBERG.
(Nadruk verboden).
16) J
„Wel, dat u bij ons op het oogenblik niets
meer te goed hebt.'"
„Dat is dat is neen maar, dat.
stamelt dr. Kaiserlien, maar spoedig weet
hij zich te beheerschen.
„Het spijt me", glimlacht verontschuldi
gend de ander.
„Hoe kan dat dan?" vraagt Kaiserlien.
„Hoewel ik het bedrag niet precies kan zeg
gen weet ik toch heel zeker Hij maakt
den zin niet af, want plotseling schiet hem
iets te binnen. Ja, dat zou kunnen zijn; dat
ware dan tevens zijn laatste hoop. Mis-
scïiien heeft Ina Heldt wie hij een vol
macht gegeven heeft, het nog beschikbare
bedrag opgenomen om het nog te beleg
gen. Dan moest zijn deposito verhoogd zijn.
„Kan ik een opgave krijgen van de effec
ten, die ik bij u gedeponeerd heb?"
De kassier werpt een wanhopigen blik
op de klok. Achter hem worden boeken
dichtgeklapt, inktpotten gesloten en stoe
len veraohoven. Dat is het sein voor de
middagpauze. „Komt u dan morgen even
terug", verzoekt hij.
J „Neen, er is haast bij!" antwoordt Kei-
serlien kort. „Ik moet onmiddellijk zeker
heid hebben". Er ligt een vastberadenheid
in zijn toon, die elke tegenspraak uitsluit.
„Dan verzoek ik u nog een paar minuten
geduld te hebben", zegt de man aan het
loket met wat geforceerde vroolijkheid. Hij
keert zich om en zegt een paar woorden
tegen de juffrouw, die zooeven nog aan de
schrijftafel zat en nu reeds haar mantel
aan heeft. Deze trekt een gezicht, alsof zij
schandelijk beleedigd is, maar tenslotte
ontdoet zij zich toch weer van haar mantel
om vervolgens achter een deur met het
opschrift „Naar de safe" te verdwijnen.
Ditmaal duurt het langer voor er ant
woord komt. Ongeveer vijf minuten gaan
voorbij eer zij weer verschijnt.
Op fluisterenden toon zegt zij iets tegen
den man aan het loket, deze vraagt even
eens fluisterend iets terug, waarop de juf
frouw haar smalle schoudertjes ophaalt; een
volgende dringende vraag van den kassier
heeft hetzelfde resultaat. En dan begrijpt
Kaiserlein ook zónder dat hem zulks is
medegedeeld, dat hem een nieuwe jobstij
ding te wachten staat.
Eindelijk keert de man bij hem terug:
„Uw effecten liggen niet meer bij ons. Ze
zijn gisterochtend tegen een ontvangbewijs
aan uw advocaat overhandigd".
„Mijn a-.lvocaat? Wat heeft mijn advo
caat daarmee te maken?" eischt Kaiserlein
opheldering.
De kassier werpt voor de derde maal een
blik op de klok en meent, dat hij nu lang
zamerhand wel eens wat minder beleefd
kan worden. Om zijn Lippen ligt onmisken
baar een spottend glimlachje als hij ant
woordt: Dat zult u zelf wel het beste
weten!"
Maar ook deze opmerking blijkt niet het
gewenschte resultaat te hebben. Kaiserlien
is niet weg tekrijgen. „Doet u mij een ge
noegen en dienst u mij even aan bij de
directie!"
„Nu?"
„Onmiddellijk, ja!"
„Het spijt me, maar dat is onmogelijk.
De directeur zal u op het oogenblik zeker
niet kunnen ontvangen. Hij heeft om half
twee een belangrijke conferentie.
Maar Kaiserlien laat zich ook door die
conferentie niet afschrikken. Belangrijke
conferenties dienen gewoonlijk als uitvlucht
en als ze werkelijk gehouden worden, kun
nen ze wel een kwartier uitstel lijden.
„Ik moet den directeur onmiddellijk spre
ken".
De kassier aarzelt nog steeds. Hij weet,
dat er een uitbrander opzit, als hij om
dezen tijd iemand bij zijn chef aandient.
Kaiserlien, die de besluiteloosheid bij den
ander bemerkt, gooit er nog een schepje
bij op: „Zegt u maar tegen uw directeur,
dat het hier een geraffineerde oplichterij
betreft, waarin alleen hij opheldering zal
kunnen geven!"
Dat helpt. Meer nog aan tegen den fiscus
hebben juweliers en bankiers een antipathie
tegen misdadigers en oplichters. Voor
iemand, die op het punt staat een geraf
fineerde misdaad op te helderen, is een
bankdirecteur steeds te spreken, ook al
wacht buiten zijn chauffeur met den acht-
cylinder.
Directeur Rodmer aarzelt dus geen mo
ment Kaiserlien te ontvangen. Hij kent hem
nog niet persoonlijk, daar hij eerst sinds
twee jaar bij de bank werkzaam is, maar
diens naam is hem toch niet geheel vreemd.
In de eerste plaats al niét in verband met 't
'respectabele bedrag van zijn rekening
courant en de al even respectabele waarde
der gedeponeerde effecten en in de tweede
plaats door den geweldigen omvang van het
gisteren opgenomen bedrag. En dat laatste
zoo veronderstelt de heer Rodmer zou
wel de reden zijn, waarom deze cliënt zich
thans liet aandienen; met die misdaad zou
het zoo'n vaart niet loopen. Waarschijnlijk
had hij berouw over de betoonde noblesse.
Kaiserlien voelt zich min of meer onbe
haaglijk. Hij houdt niet van ontvangsalons
als die, waarin men hem thans heeft gela
ten, reeds daarom niet, wijl hun overdaad
aanmeubels en tapijten een soort intieme
sfeer trachten te scheppen, welke hier nooit
op haar plaats zal zijn. Clubfauteuils, schil
derijen, zijden behang, Perzische tapijten
en rooktafels dat alles vormt niet de
juiste inrichting van de ontvangkamer van
een bankdirecteur.
„Mijn kassier deelde mij mede, dat u mij
dringend wenscht te spreken", aldus leidt
Rodmer het onderhoud in.
„Inderdaad!" bevestigt Kaizerlien. „Vol
gens de cijfers, die ik in mijn hoofd heb,
moest ik oo mijn rekening-courant nog een
tegoed hebben van rond vijftigduizend
mark. En aan effecten meende ik ongeveer
het viervoudige van dat bedrag te hebben
gedeponeerd Nu vertelt uw kassier mij, dat
mijn rekening afgeloopen en van eenig te
goed geen sprake is!"
„Dat is natuurlijk een onnauwkeurigheid
van mijn kassier", stelt Rodmer hem gerust.
„Als hij u meedeelde, dat uw rekening af
geloopen is, dan bedoelde hij daarmee
slechts, dat wij gehandeld hebben overeen
komstig het rechterlijk bevel".
„Welk rechterlijk bevel".
„Wel ingevolge de gerechtelijke overeen
komst, dien u bent aangegaan".
Met wien ben ik dan een gerechtelijke
overeenkomst aangegaan?" vraagt Kaiser
lien loerend
Hij bereidt er zich reeds op voor thans
voor de dei-de maal den naam Stolzenberg
te zullen hooren, maar dat valt toch anders
uit dan hij verwacht heeft.
„Ik bedoel natuurlijk het accoord, dat u
met uw ecbtgenoote getroffen hebt", ant
woordt de directeur eenigszins ongeduldig.
Kaiserlien klemt zich van schrik aan de
schrijftafel vast.
„Mijn echtgenoot?"
„Pardon! Uw vroegere echtgenoote"..
Op dat oogenblik krijgt meneer Rodmer
ongeveer dezelfde gewaarwording als den
vorigen dag de heer Rothaug in Starnberg.
Kaiserlien s oogen fonkelen bepaald kwaad
aardig en 'emand, die het verband niet kent,
zou deze plotselng veranderde geplaatsex-
pressie gevoegelijk voor die van een krank
zinnige kunnen houden.
„Wij hebben alleen de gerechtelijke over
eenkomst, die u met uw vroegere echtge
noote hebt aangegaan, uitgevoerd", tracht
Rodmer voorzichtig toe te lichten, maar
voor Keiserlien wint de kwestie daardoor
allerminst aan duidelijkheid.
„U spreekt herhaaldelijk over mijn vroe
gere echtgenoote", tracht Kaiserlien het
raadsel te ontsluieren. „Hoe komt u daar
bij?"
„Pardon!" stamelt Rodmer verward. „Ik.
ik meende uit een en ander te mogen con-
cludeeren, dat u gescheiden bent".
(Wordt vervolgd).