Martelaren in het roode
Spanje.
Zweefvlieger bij Alphen
omlaaggestort
Op duizend meter hoogte brak' n vleuge
23ste Jaargang
ZATERDAG 10 JULI 1937
No. <1771
DAGBLAD VOOR LEIDEN EN OMSTREKEN
DE ABONNEMENTSPRIJS bedraagt bij vooruitbetaling:
Voor Leiden 19 cent per week i 2.50 per kwartaal
Bij onze Agenten 20 cent per week f 2.60 per kwartaal
Franco per post f 2.95 per kwartaal
Het Geïllustreerd Zondagsblad is voor de Abonné's ver
krijgbaar tegen betaling van 50 cent per kwartaal, bij
vooruitbetaling. Afzonderlijke nummers 5 cent, met
Geïllustreerd Zondagsblad 9 cent.
Bureaux: PAPENGRACHT 32, LEIDEN
TEL. INT. ADMINISTRATIE 935, REDACTIE 15 II
GIRONUMMER 103003, POSTBUS No. 11
DE ADVERTENTIEPRIJS BEDRAAGT:
Gewone Advertentiën 30 rent per regel
Voor Ingezonden Mededeelingen wordt
het dubbele van het tarief berekend.
TELEFOONTJES van ten hoogste 30 woorden, waarin be-
betrekkingen worden aangeboden of gevraagd, huur en
verhuur, koop en verkoop: f 0.50
Boe de Paters Dominicanen
van Almagro vermoord
werden.
Stuk voor stuk wordt de sluier op
gelicht die nog steeds over het
bloedige tafereel der Spaansche
Roode terreur gespreid ligt. Door
een bijzondere relatie zijn we thans
in staat een beschrijving te geven
van de wijze waarop de Paters Do
minicanen van Almagro den kroon
der martelaren hebben verworven.
In het stadje Almagro bevond zich het
Noviciaat der Paters Dominicanen. De be
volking van Almagro die de Paters zeer
goed gezind was, bemoeide zich niet met
politieke vraagstukken en legde op gods
dienstig gebied een echt Spaansche onver
schilligheid aan den dag.
De Paters hadden zich geheel in dienst
gesteld van hun heilige zending en hadden
van de zijde der bevolking nooit eeniger-
lei kwaadwilligheid ondervonden. Ver
schillende paters waren in dé zielzorg
werkzaam, anderen waren bij het onder
wijs te werk gesteld, terwijl een groot ge
deelte steeds in het klooster verbleef en
zich wijdde aan studie en gebed. Toen de
revolutie uitbrak, waren de paters absoluut
niet bevreesd. Zij vertrouwden volkomen
op de goedheid der bevolking die hen nooit
iets in den weg had gelegd. Doch na eenige
dagen werd er uit de inwoners een „Vrij
zinnig College" gevormd, waarin slechts
gewetenlooze en onbeschaamde jonge ke
rels zitting namen: werklooze onderwijzers
en arbeiders, die reeds verschillende malen
incidenten trachten uit te lokken.
Behalve het Noviciaat hadden de Pa
ters Dominicanen nog een klooster waar
meer dan 60 Postulanten en studenten wa
ren ondergebracht.
Zoo kwam 18 Juli 1936. De eerste vage
berichten vermeldden dat het leger in Afri
ka in verzet was gekomen tegen het Mar
xistisch wanbeheer en dat Queipo de Llano
het opperbevel voerde in Sevilla.
Zoo stonden de Laken toen op 19 Juli
Pater José Luis Bardenis naar Bilbao ver
trok, en in Carbancel werd vermoord. De
Paters vernamen allerlei bijzonderheden
van zijn dood, en nu volgden bange uren
van afwachting, omdat Ciudad Real een
provincie was zonder militaire bescher
ming.
In het klooster verliep het gewone leven
weer regelmatig. Maar buiten heerschte de
grootste opwinding. Er was reeds sprake
van dat het gepeupel de kerken in brand
wilde steken. In de nacht van 21 Juli ble
ven enkele Paters de wacht houden. Om 1
uur in den nacht stond de Lieve Vrouwe-
kerk in brand. Het gemeentebestuur gaf de
Oversten van het klooster echter de ver
zekering dat hun niets zou overkomen.
Doch ook deze hoop bleek ijdel te zijn. Nog
denzelfden dag kwam er bevel om de kerk
te sluiten, 's anderendaags werd het huis
doorzocht, terwijl de kloosterlingen voort
durend in de grootste onzekerheid verkeer
den. Sommige paters zochten een schuil
plaats bij particulieren, en een Novice en
twee leekenbroeders keerden naar hun ge
boorteplaats terug. De Novice, Antonio
Martinez, werd in Alcazar de San Juan
vermoord. Zijn lijk werd door zijn vader,
een dokter uit Campo del Critana her
kend. Van de twee leekenbroeders werd er
een, frater Ubaldo Albacete te Consuegra,
vermoord, terwijl men omtrent het lot van
den tweeden leekebroeder nog geen nadere
berichten ontvangen heeft.
Toen de kloosterlingen op 24 Juni in het
Koor waren, drong het gepeupel het huis
binnen en begon een woeste plundering.
In het Koor reikte Pater Overste aan allen
de H. Communie uit als Teerspijze en wee-
nend maakten zij zich gereed om het kloos
ter te verlaten. Door een voorloopige over
eenkomst met de revolutionaire leiders kon
den zij echter nog in het klooster blijven.
De dag daarop vroeg het gemeentebestuur
aan de inwoners, wie er kloosterlingen in
zijn huis wilde opnemen. Het regende aan
vragen. Iedereen wilde een of twee kloos
terlingen herbergen. Bij deze algemeene
sympathie, oordeelde men het veilig, alle
Paters onder te brengen in een leegstaand
huis, dicht bij de afgebrande kerk van de
Moeder Gods.
Ook drie of vier Paters Franciscanen ver
kregen hier onderdak. De eerste dagen gin
gen tamelijk rustig voorbij. De kloosterlin
gen droegen de H. Mis op aan een geïm
proviseerd altaar en verrichtten gemeen
schappelijk hun gebeden.
Enkele dagen later werden zfl onder het
bidden voortdurend gestoord door luide
verwenschingen en bedreigingen die tegen
hen werden geuit, en de wacht van „Jonge
Liberalen" werd steeds brutaler. Zij verbo
den hen te bidden, zeggende, dat zij al veel
te veel gebeden hadden. Om de H. Mis te
lezen, moest men de bewakers misleiden.
Ir. kleine groepjes bad men de Rozenkrans
en hield men meditatie. De dood maakte
hen niet bevreesd. Zij waren er op voorbe
reid. Nimmer hadden zij zich in politieke
aangelegenheden gemengd, zij hadden
slechts weldaden bewezen aan iedereen,
overal waar slechts mogelijk was.
Op 30 Juni vertrokken Pater José Gar-
rido, frater Justo Vicente, frater Matea del
Padre en een pater Franciscaan naar Ciu
dad Real. Men vermoedt, dat men in Al
magro bevolen had dat zij moesten vertrek
ken, want in Migueltura vroeg men naar
hun namen en toen men die vernomen had,
werden zij onmiddellijk neergeschoten.
Op 10 Augustus hoorden de overgebleven
kloosterlingen dat hun medebroeders wa
ren vermoord.
Tezamen vierden cy op 4 Augustus het
feest van den H. Dominicus. Het was hun
laatste Patroonfeest. Enkele leden der
kloostergemeenschap waren reeds gestor
ven en welk lot de anderen te wachten
stond wist niemand. Op 7 Augustus ver
trokken frater Paulinus Rioyo, frater San
tiago Aporicio, frater Ricardo Lopez naar
andere provincies. Volgens ontvangen be
richten zouden zij te Manzanares gedood
zijn, hoewel niemand hieromtrent eenige
zekerheid heeft kunnen verkrijgen
Het gemeentebestuur van Almagro vroeg
aan Madrid, wat men moest doen met de
gevangen kloosterlingen. Het antwoord
was dat er autobussen zouden gestuurd
worden door de Algemeene Veiligheids
dienst. Het bevel zou uitgevoerd worden
op 14 Augustus. De leden van het „Vrijzin
nig College" wilden hun buit niet laten
ontglippen. Om drie uur in den morgen van
den 14den Augustus kwam een groep jon
gemannen naar het huis van de klooster
lingen. Zij klopten op de deur. Op het bal-
con verscheen de Overste. Zij zeiden hem,
dat zij hem kwamen halen om enkele in
lichtingen te verschaffen, en toen hij hen
op het ongelegen uur wees, dreigden zij
de deur met dynamiet te laten springen.
De paters spraken bij elkander hun
biecht. Zeven jonge mannen kwamen bin
nen, de revolver in de vuist; zij verdeelden
de kloosterlingen naar gelang hun leeftijd
in twee groepen. De Novicenmeester gaf
allen de H. Absolutie, „in articulo mortis"
en de groep van kloosterlingen boven de
20 jaar werd weggeleid om gemarteld te
worden. Allen werden in de nabijheid van
het dorp buiten de kom, gefusilleerd.
Bij het aanbreken van den dag kwamen
enkele leden van het gemeentebestuur,
maar het was reeds te laat.
Een der paters Franciscanen werd niet
gedood, hij werd vrijgelaten, nog voor men
aan het executie-terrein was aangekomen
en ging naar de groep jongeren, voor wie
hij de H. Mis opdroeg en aan wien hij de
H. Communie uitreikte. Om tien uur kwa
men de autobussen uit Madrid
Ziehier nog de namen van de dertien
kloosterlingen, die in de vroege morgen
den marteldood ontvingen. Pater Manuel
Herba, oud-Provinciaal; de prior Pater An-
gelo Marina; de Novicenmeester Pater An
tonio Francho; Pater Natale Camazon, Pa
ter Luigi Suarez, Pater Eduard Sinz, Pater
Pietro Loperz; de geprofesten Francesco
Santos en Sebastiano Sainz en de leekebroe-
ders Arsenio de la Viuda, Dionigi Perez,
Ovidio Bravo en Ferdinando Garcia.
De wereld
in vogelvlucht
De nlet-inmengingscommissie heeft giste
ren opnieuw vergaderd, omdat de vorige
week de vergadering op niets was uitge-
loopen. Men herinnert zich de kwestie: En
geland en Frankrijk wilden de controle in
de Spaansche wateren zelf ter hand ne
men, doch Duitschland en Italië, door wier
terugtrekken de bres in de controle was
ontstaan, verzetten zich daartegen. Zij wil
den aan de beide strijdende partijen de
rechten van belligerenten (oorlogvoeren
den) toekennen. Van dit denkbeeld wilden
Engeland en Frankrijk weer niets weten,
Ook gisteren bleven de beide partijen op
hun standpunt staan, zoodat het doode punt
bereikt was. De Nederlandsche gedelegeer
de heeft toen de Commissie uit de impasse
gered, door voor te stellen, dat lord Ply
mouth, de voorzitter der comm., de zaak
in handen zou nemen en zou trachten tus-
schen de beide partijen te bemiddelen. Dit
is aanvaard. Lord Plymouth gaat dus zoe
ken naar een uitweg.
Op denzelfden dag, dat kardinaal Pa-
celli de Parijsche wereldtentoonstelling be
zocht en daar met veel eerbetoon werd
ontvangen, is te Parijs een algemeene sta
king van het hotel-personeel uitgebroken.
Deze staking heeft iets weg van de tram
busstaking te Londen juist tegen de kro
ningsfeesten. Terwijl te Parijs duizenden
«•reemdelingen komen om de wereldten
toonstelling te bezoeken staakt het hotel
personeel. Een situatie, welke teekenend is
voor de huidige toestanden in Frankrijk,
geschapen door het „bewind" van Blum.
Chautemps en Bonnet hebben mooi pra
ten, dat alle zeilen moeten worden bijge
zet, om de financieele situatie te redden.
Het hotelpersoneel staakt en drijft de
vreemdelingen uit Parijs. De wereld-ten
toonstelling wordt een „sof.
De bestuurder, een Leidsch
student, ongedeerd
Gistermiddag omstreeks kwart
over een is even buiten de kom
der gemeente Alphen een zweef
vliegtuig, „De Blauwe Vogel"
P.H.-61 neergestort en in een wei
land van den landbouwer J. de
Jong aan de Nieuwe Sloot terecht
gekomen.
De aviateur, de 21-jarige student
in de rechten J. v. d. Meer,, wo
nende te Leiden, Zoeterwoud-
sche Singel 43, bleef als door een
wonder volkomen ongedeerd.
Dat men op 1200 meter hoogte een vleu
gel verliest, met een snelheid van 200 a 300
K.M. naar de aarde tolt e.. daar zonder
eenig letsel in een weiland terecht komt,
is een avontuur, dat zeker geen anderen
sportvlieger ooit zal zijn overkomen.
Kort na het ongeval hadden wij een on
derhoud met den heer Van der Meer, bij
wien, niettegenstaande hij even te voren
nog maar juist aan den dood was ontsnapt,
geen spoor van emotie viel waar te nemen.
Ik was, zoo vertelde ons de gelukkige
sportvlieger, omstreeks half één vlot op
Ypenburg gestart, met het doel te trachten
de „zilveren C", het brevet over 50 K.M. te
halen.
Tot op 150 meter hoogte werd het zweef
vliegtuigje gesleept en nadat het was los
gemaakt, ging het geruimen tijd uitste
kend. Van Ypenburg vloog ik in de richting
Leiden, waar ik ongeveer een kwartier bo
ven de stad cirkelde. Een bepaald doel had
ik uiteraard niet, maar de omstandighe
den leken mij gunstig om naar Bussum te
vliegen en derhalve zette ik koers in die
richting.
Ongeveer op 10 K.M. ten oosten van Lei
den kwam ik op een hoogte van pl.m. 1000
meter in een donkere wolkenbank terecht,
op zichzelf een zeer onaangename gewaar
wording, omdat ik niet over een blindvlieg-
apparaat beschikte.
Ik wist abosluut niet meer waar ik mij
bevond, maar intusschen steeg ik nog ge
regeld tot 1500 meter.
Op dat moment voelde ik, dat er iets be
gon te haperen; de kist begon te stampen
en te schokken, de wijzer van de snelheids
meter vloog als razend heen en weer, ik ver
loor hoogte.
Op 1200 meter kwam ik plotseling uit de
wolken vallen en toen bleek, dat het toe
stel in een rugvrille was geraakt.
Ik was op mijn rug naar beneden ge
draaid, zonder dat ik er in de wolken rond
om me iets van had bemerkt, maar toen
ik weer zien kon, bleek me, dat ik de aar
de boven me en de lucht onder me had.
De linkervleugel vermocht de kracht,
waarmee ik trachtte mij nit de vrille te be
vrijden, niet te doorstaan en brak over een
lengte van ol.m. 5 M. af.
Van dat oogenblik af verwachtte ik niet
anders of mijn laatste uur was geslagen.
Ik zag mijn vleugel in de verte verdwij
nen en met een snelheid van 250 K.M.
stortte ik omlaag. Nog nooit is het een
vlieger gelukt met een gebroken vleugel
behouden op den grond tekomen en ik
koesterde dan ook geen moment de illusie,
dat mij dit, dank zij de hulp van Fortuna,
nu wel zou gelukken
Op 400 meter slaagde ik er echter zoo
waar in uit den spiraal te komen; ik kreeg
mijn „blauwe vogel" althans weer eenigs-
zins in horizontalen stand en daarmee was
ik het toestel weer in zooverre de baas,
dat ik althans iets kon doen om het er zoo
goed mogelijk af te brengen.
Vlak langs de bebouwde kom suisde ik
nog steeds met een snelheid van 250 K.M.
in de richting van het weiland en dat was
in zooverre on geruststelling, daar ik nu
ten minste geen schade aan andermans
eigendommen zou aanrichten. Aan het toe
stel dacht ik niet meer; het kwam er nu
maar op aan niet al te veel van mijn eigen
ledematen te breken.
Een oogenblik ging het nog door
het hoofd. „Daar ga je, Jan!", maar
toen ik een sloot zag, gooide ik het
toestel op den overgebleven vleu
gel, waardoor de snelheid, die nog
steeds ten minste 200 K.M. bedroeg,
werd afgeremd. Daarna wierp ik
het toestel op den staart, welke fi
naal afknapte en het volgende
oogenblik zat ik met een slag op
den grondtotaal ongedeerd.
Tot zoover het verhaal van den heer v.
d. Meer, die slechts een sigaret noodig had
om van de schrik te bekomen, vervolgens
zijn instrumenten uit het verongelukte toe
stel haalde en doodkalm naar een garage
wandelde om het vliegtuigje te laten de-
monteeren en naar den verloren vleugel te
zoeken.
Ten slotte werd deze nabij den licht
mast van de K. L. M. onder de gemeente
Woubrugge, in rechte lijn een afstand van
tenminste 3 K.M. teruggevonden. In het ge
heel heeft het toestel echter nog wel 10
K.M. op één vleugel gevlogen, want by
het neerstorten is het een heel eind door
den wind afgedreven, waardoor het onge
veer een halven cirkel heeft beschreven.
Naar de heer v. d. Meer ons nog mede
deelde, moet de „Blauwe Vogel", welke aan
de Haagsche Zweefvliegclub toebehoorde
en een waarde van ƒ3000 vertegenwoor
digde, als verloren worden beschouwd. Be
halve de linkervleugel is de staart geheel
afgebroken.
Het vliegtuig was echter verzekerd.
De heer van der Meer, die reeds 5 jaar
vliegt, heeft zich neg onlangs onderschei
den door een zweefvlucht van 7 1/2 uur
langs de Noordzeekust, waarmede hy het
Nederlandsche duurrecord verbeterde.
HET VERONGELUKTE ZWEEFVLIEG TUIG. Aan de rechterzijde is de vleu
gel, aan de achterzijde de staart geheel afgeknapt. Voor het vliegtuig de aviateur
Van der Meer, die aan den doodendans ontsprong.
Dit nummer bestaat uit
vijf bladen, w.o. geïllustreerd
Zondagsblad.
VOORNAAMSTE NIEUWS
BUITENLAND.
Nederland redt de situatie in de non
interventie-commissie. (2de blad).
De kardinaal-staatssecretaris op de Pa
rijsche tentoonstelling (2de blad).
Het incident bij Peiping schijnt voorbij te
zijn. (2de blad).
BINNENLAND.
Prins Berahard's bezoek aan de Marine
in Den Helder. (2de blad).
In de groote kerk te Alkmaar zijn z.g.
steunbeeren gescheurd en bezweken. Ge
vaar voor instorting. (1ste blad).
Bij Alpiien a. d. Rijn is gistermiddag een
zweefvliegtuig van greote hoogte neerge
stort tengevolge van vleugelbreuk. De be
stuurder, de heer J. v. d. Meer, is onge
deerd gebleven. (1ste blad).
Een uiteenzetting van de nieuwe bepa
lingen Lz. de herhalingsoefeningen van
dienstplichtigen. (2de blad).
Auto in het Winschoterdiep gereden; in
zittende ge;ed. (2de blad).
LEIDSCH
GLAS IN LOOD BEDRIJF
Goed - Goedkoop en Vlug
ALLEEN
Hooigracht 42, Leiden, Tel. 3671
Ook leverinq van alle soorten Glas
Dreigende instorting van de
Groote Kerk te Alkmaar
STEUNBEEREN BEZWEKEN EN
GESCHEURD
KERKDIENSTEN VOORLOOP1G
VERBODEN
Er bestaat op het oogenblik groot ge
vaar voor instorting van de Groote of St.
Laurenskerk te Alkmaar, aldus meldt het
A.N.P.
Reeds eenige jaren geleden dreigde het
gevaar, toen de Westelijke muur scheurin
gen vertoonde. Men heeft toen kostbare
maatregelen genomen, waardoor aan de
verzakkingen en scheuringen een einde
kwam. maar toch waren die maatregelen
niet zoo, of er bleef gevaar bestaan, zoodat
de rondwandeling om de kerk verboden
werd en een groote schutting den toegang
tot de achterzijde van de kerk belette.
Woensdag nu heeft de vrouw van den
koster der kerk een harden knal gehoord
in of bij de kerk. Zij stelde een onderzoek
in, maar kon niets vinden. Daarop waar
schuwde zij de kerkvoogdij en de heeren
F. H. Ringers, architect, en Saai, president
kerkvoogd en eveneens architect, die een
zeer nauwkeurig onderzoek hebben inge
steld.
Dit alles was niet gebeurd in den Weste
dekkingen; een der z.g. steunbeeren is aan
den buitenkant over een lengte van meer
dan een meter ingestort en de steunen han
gen nog slechts door middel van het anker
eenigszins samen. Aan den binnenkant
dus in de kerk zelf waren drie andere