De Tour de France in vollen gang. Berg op, berg af. In langen zwaren tocht trekken de talrijke wielrenners nog steeds rond Frankrijk. Een overzicht van het hootdpeleton op de route van Genève naar Aix-les-Bains Als onderdeel van den nationalen vijfkamp werden Donderdag op de Leusder- heide schietwedstrijden gehouden. Een snapshot tijdens het pistoolschieten Woensdag na de kermis_ wordt te Gulpen (L.) volgens oud folkloristisch gebruik «de kermisman begraven als uiting van droefheid over het einde der driedaagsche kermispret Een typisch staaltje van ruiterkunst tijdens het concours-hippique der Engelsche bereden politie te Imber Court FEUILLETON WELKOM THUIS De wonderlijke belevenissen van dr. Kaiser lien door WILL AMBERG. (Nadruk verboden*. 13) Dr. Heinz Kaiserlien kreeg een zeld zaam vermoeden. De onbekende naamge noot, die door Stolzenberg werd aange klaagd, maar hem nochtans vriendschap pelijk ontving, meneer Eduard Stolzenberg die bij zijn tegenstander in een proces kind in huis was en hem sigaren aanbood, maar dan midderwijl toch de villa van zijn te genstander publiek liet verkoopen neen, daar klopte iets niet en Heinz Kaiserlien begon dan ook zoo langzamerhand tot de ontdekking te komen, dat hij het slacht offer geworden was van een zeldzaam ge raffineerde en gecompliceerde oplichterij, waarin misschien alleen nog iets te redden zou zijn, wanneer, er snel, maar dan ook zeer snel werd ingegrepen. En daarom stond hij, tot groote teleur stelling van de oude dame, plotseling op om kort, maar hartelijk afscheid van haar te nemen, waarbij zij hem de verzekering gaf, dat hij te allen tijd welkom zou zijn, wanneer hij behoefte mocht gevoelen zijn bezoek te herhalen Bovendien kreeg hij de hartelijke groeten mee van zijn vertrok ken neef. Maar naar die opdracht luister de hij slechts met een half oor, omdat hij zeer nieuwsgierig was naar het resultaat van Ina Heldt's nasporingen naar de ver blijfplaats en de antecedenten van Eduard Stolzenberg. Het blijkt ook ditmaal, dat hij zich vol komen op Ina Heldt kan verlaten. Klok slag-elf uur is zij op de afgesproken plaats; haar mededeelingen zijn kort en duidelijk en getuigen van de gewone accuratesse, waarmee zij voor hem pleegt te werken. Zij schijnt trouwens haar bemoeienissen in deze zaak niet anders dan haar plicht te beschouwen en het is wel kenmerkend, dat zij bij de uitoefening van die plicht weer geheel in het grijs gekleed gaat; het aar dige toiletje van eergisteren en gisteren was dus slechts een episode. „Een zekere Eduard Stolzenberg woonde de laatste anderhalf jaar ten huize van den hoofdonderwijzer Calvari aan den Kur- fustendamm", deelt zij mede. Drie dagen geleden heeft hij de huur opgezegd en is hij vertrokken zonder adres achter te laten. Stolzenberg was een man van middelba ren leeftijd, tegen de 40 ongeveer, clean shaven, middelmatig van postuur. Hij gaf zich uit als auteur". Kan men in drie zinnen meer zeggen? Kan men nog beknopter meedeelen, wat een lang niet vlotte en niet altijd aangename discussie met den hoofdonderwijzer Cal vari slechts druppelsgewijs aan het licht heeft gebracht. „Wat mij over mjjn naamgenoot bij mevr. Reinhardt ter oore is gekomen, gelijkt als twee druppels water op uw inlichtingen omtrent Stolzenberg", merkt Kaiserlien op om daarna een uitvoerig verslag te geven van zijn bezoek aan de woning in de Kant straat. Ina Heldt valt hem niet in de rede en ook als hij aan het eind is van zijn ver haal, zwijgt zij nog eenigen tijd. Eindelijk vraagt zij en het klinkt, alsof zij dat doet om maar iets te zeggen: „Bent u tevreden over het resultaat van uw onderzoek?" .Eenigszins", antwoord hij aarzelend. „Dat die beide heeren terzelfder tijd hier in Berlijn opdoken en ook tegelijkertijd weer spoorloos verdwenen, kan gevoeg lijk als het overtuigend bewijs van mijn vermoeden worden opgevat". „Van welk vermoeden?" „Van mijn vermoeden, dat het heele pro ces StolzenbergKaiserlien niets meer of minder was dan een comedie. Slechts ge- ensceneerd met het doel uw villa te kun nen verkoopen. Ik kan mij nu gemakkelijk indenken hoe die twee te werk zijn ge gaan. Uit een of andere, ons tot dusver on bekende bron ontvingen zij de mededee- ling, dat u voor langen tijd op reis was gegaan en dat niemand in Stamberg wist of weten mocht wat het doel was van die reis. Van deze onbekendheid met uw ver blijf plaats maakten de beide heeren een dankbaar gebruik om beslag te leggen op uw villa. Het is eenvoudig geniaal, zooals zij zich daarbij van de medewerking van de autoriteiten hebben weten te verzekeren. De geheele comedie heeft zich om zoo te zeggen met de volle medewerking van de rechtbank en van den notaris afgespeeld. Het schijnen inderdaad meesters in hun vak te zijn. Ik kan me werkelijk niet voor stellen hoe u dit zaakje nu verder denkt te kunnen behandelen zonder de hulp van de politie in te roepen." „U beweert zelf, dat de autoriteiten me de de hand in deze oplichterij hebben ge had en desondanks verwacht u van me, dat ik nu de politie in den arm zal ne men? Het spijt me, maar daartoe kan ik heusch niet besluiten. Ik ben er nu meer dan ooit van overtuigd, dat ik dit zaakje alleen moet opknappen", houdt Kaiserlien koppig vol en Ina Heldt haalt bijna belee- digd de schouders op. Kaiserlien ontgaat dat of hij doet alsof het hem ontgaat, omdat hij zich nu een maal door niets van zijn besluit wil laten afbrengen. Hij is optimistisch gestemden steekt dat niet onder stoelen op banken: „Zóó moeilijk zal het toch wel niet zijn om die heeren te vinden; het aantal Kaiser - lien's is maar zeer gering en zoo heel veel Stolzenberg's zullen er ook wel niet rond- loopen.'" Ina Heldt buigt zich met een ruk over de tafel en haar oogen schitteren opge wonden, als zij hem, verbijterd over zoo veel naiviteit, toevoegt: „U gelooft toch, hoop ik, niet dat Kaiserlien en Stolzenberg de ware namen van die beide oplichters zijn?" Kaiserlien is minstens even verbaasd. Daaraan heeft hij tot dusver nog in 't ge heel niet gedacht. „Denkt u van niet?" „Ik wil u wel garandeeren, dat dit duis tere tweetal in werkelijkheid heel anders heet en dat zij zich slechts onder de namen Kaiserlien en Stolzenberg hier hebben aangemeld." „Dat zal toch wel niet zoo gemakkelijk gaan". „Waarom niet? Welke bezwaren zouden daaraan verbonden zijn? Denkt u, dat mevr. Reinhardt van haar huurders eischt, dat zij zich legitimeeren?" „Mevrouw Reinhardt waarschijnlijk niet, maar de politie!" „Die verlangt alleen legitimatie in geval len, dat zij verdenking jegens iemand koes tert. Als regel berust het verhuisbiljet bij het Bevolkingsbureau, waar niemand er verder naar omkijkt. Neen, van de politie hadden de heeren wel het minst te duch ten. Bovendien hadden zij ruimschoots ge legenheid om hun slag te slaan. U moet niet vergeten, dat u meer dan anderhalf jaar in het buitenland geweest bent, en eerst nu, in de laatste maanden, hebben zij den beslissenden stap gewaagd. Aanvan kelijk hebben zij als solide ingezetenen een paar maanden bij Calvari en Reinhardt ge woond. Was een of ander amtbenaar van het Bevolkingsbureau achter de onjuiste aangifte gekomen dan hadden zij een stu dentengrap of iets dergelijk voorgewend en dan zouden zij er hoogstens met een kleine boete zijn afgekomen; in geen geval zou men hun hebben kunnen bewijzen, dat zij een andere misdaad in den zin hadden. Pas toen zij zich, na een verblijf van ette lijke maanden, volkomen veilig waanden en nadat zij vrij algemeen dus niet alleen bil hun verhuurders, maar bijvoorbeeld ook bij de post, die hun correspondentie be zorgde, bij de winkeliers, die de bood schappen aan huis afleverden, en bij de am bachtslieden, die verschillende karweitjes voor hen opknapten de overtuiging had den gevestigd, dat de namen Kaiserlien en Stolzenberg hun werkelijke namen waren, zijn zij met het schijnproces begonnen." „Kunt u alles, wat u daar beweert, nu ook bewijzen?" vraagt Kaiserlien, die nog lang niet overtuigd schijnt te zijn, droog. Ina Heldt lacht eenigszins geheimzinnig. „U bent op 12 November 1901 geboren, nietwaar?" „Dat klopt",moet Kaiserlien verwonderd toegeven. (Wordt vervolgd). Z. K. H. Prins Bernhard heett zich deze week in het Psycho-technisch Labora torium van de P.T.T. te Den Haag aan een psycho-technische chautteurskeuring onderworpen. De Prins tijdens de proeven in het snel reageeren

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1937 | | pagina 8