BEZOEKT ZONDAGMIDDAG „DEN BURCHT HALF 3 GROOTE OPENLUCHT-BIJEENKOMST ter herdenking van het 50-jarig bestaan der St. Joseph's-Gezellen te Leiden min minimi VRIJDAG 9 JULI 1937 DE LEIDSCHE COURANT TWEEDE BLAD PAG. 6 Den Haag, 25 Juni 1937 Zeereerw. Heer, Tot mijn spijt ben ik verhinderd uw gou den feest der St. Josephgezellen-vereeni- ging bij te wonen. Intusschen dank voor uw invitatie. U zult mij verplichten aan het bestuur en de leden uwer vereeniging mijn oprechte gelukwenschen aan te bieden. Ik doe dat gaarne in een mooie herinne ring aan de hartelijke samenwerking, welke ik immers als Centraal-Praeses met de Leidsche Gezellenvereeniging onder vond. Cresceat, floreat de Gezellenvereeniging te Leiden in tal van jaren! Met Kolpingsgroeten, Uw dr. TH. v. GALEN, Pastoor. Weesp. 3 Juli 1937. Geachte Praeses, Hartelijk dank voor uw eervolle uit- noodiging ter gelegenheid van- de viering van het gouden feest van uw St. Joseph- gezellenvereeniging. Jammer dat ik van uw uitnoodiging voor 12 Juli geen gebruik kan maken. Het spijt me werkelijk. Moge uw feestviering slagen en ook mee helpen aan de nog hoogere opbloei van de St. Joseph-gezellenvereeniging in Leiden. U begrijpt dat dit van mijn kant zeker stellig oprecht gemeend is. Met Kolpings- groet voor u en alle oude bekenden. J. VAN VEEN, Pastoor. MODERNE INSLAG. De Paladijn. „Actuëeler dan ooit*' noemt de socioloog Dr. Cassianus Hentzen het 90 jaren oude program van Adolf Kolping. Leiden werkt reeds 50 jaar met dit pro gram en getuigt in woord en daad van het slagwoord: „Actuèeler dan ooit". Nog steeds wordt de Josephsgezel ge traind volgens systeem en methode van Kolping. Door beroeps- en gezinsvorming, beiden godsdienstig onderbouwd, den mensch te maken tot een gave persoonlijkheid; hem de beroeps- en volksgemeenschap te doen dienen in christelijke cultuurgeest; en deze vorming gegeven in een gezinsverband onder het vaderlijk gezag van den Pries ter. Dat is het Kolpingswerk in zijn cen trale sociale gedachte. Deze dienst is er een van apostolisch karakter. Dit dienen is een geweldig brok Katho lieke Actie. In dezen geest alle Kolpingszonen te vormen, is de grootsche algemeene taak. Tot dezen dienst keurtroepen te mobi- liseeren, af te richten, uit te zenden dat is voorbehouden aan de besten onder de jon geren. Hun komt daartoe de afzonderlijke titel toe van „Paladijn", bewaker van en vech ter voor de troon van Koning Christus. Den Christus strijdend en lijdend tot den triomph uitgedragen in gezin en in beroepsmilieu, in de parochie en het ver- eenigingsleven, tot opwekking en inkeer van de enkeling en van heele groepen, dat is het ideaal van de Joseph's Gezel- Paladijn. Wakkere scharen van jongeren, die geen vrees of schaamte kennen, die gevormd naar geest en hart, in wil en gemoed heel hun persoon inzetten voor de Katholieke Actie, zoo zien wij den opzet onzer Pala- dijnengroepen in alle Gezellen vereenigin- gen, dat verwachten wij van de Leidsche Paladijnen. Bezieling van zich zelf, bezieling om zich heen in het Kolpingsverband, bezie ling onder het Katholieke Volksdeel, bezie ling van het sociale leven. Is er voller ontplooiing denkbaar dan de oude Kol- pingsgedachten in nieuwe vorm? Keurtroepen en stoottroepen zijn onze Paladijnencohorten. Jubileerende Leidsche Kolpingszonen, maakt steeds meer waar, dat gij in en door Uw Paladijnen-beweging de eerste en sterkste dienst bewijst van de jongeren aan Paus Pius' grootsche wekroep: „De Katholieke Actie". Dan zijt gij volkomen: „Actuëeler dan ooit." De Kolpingslijfwacht. Het Kolpingswerk moét zich uitdragen en uitbreiden. Volgens de tijdgeest benut hei ook hier toe het eigen uniform en de ééne Kolpings- vlag. Deze groep jonge Gezellen vormt een afzonderlijke Lijfwacht om de centrale figuur Kolping. „Kolpings Lijfwacht" is de' pakkende straffe benaming. Met meerdere tientallen wisten ze te de- monstreeren op een Congres van „De Jon ge Werkman", bij het van Nispenfeest, op den Katholiekendag. Hun strakke eenheid en gebondenheid, hun ernstig overtuigde houding, één in vlag, één in uniform, één in houding wek ten ze sterken indruk om de omstaanders, op de jongeren van andere jeugdbewegin gen en hun leiders. Het zijn de propagandisten van het Kol- pingsideaal ook in de uitbreiding van dit werk. Ze trekken er op uit, speuren en zoeken naar de jongeren, die nog buiten het werk staan, overtuigen hen van het eigen ideaal, beramen propaganda bijeenkomsten en werken dezen uit, en vullen zoo de gele deren. Het parool is de moderne uitleg van het profetische: A. A. A., wat zij uitzetten tot een: „Allen Altijd Actief". Nooit was 'n be- „De arbeid is tot enkel koopwaar verlaagd, die de kapitalist voor den minsten prijs tracht te koopen". van Nispen. roep tot dienstvaardigheid in Kolping- milieu te vergeefs. 't Is de dienstbaarheid aan het directe eigen ideaal. De Kolpings Lijfwacht is het moderne middel om het eigen leger mobiel te hou den, en open plaatsen ruimer nog te hel pen vullen. 't Spreekt vanzelf, dat menig jonge Ge zel zich getrokken gevoelt tot deze schare wakkere kerels. De jeugdige lust tot dienstbaarheid kan in geen aantrekkelijker vorm tot resultaten groeien. In Paladijnengroepen en Kolpings Lijf wacht heeft het Nederlandsche Kolpings werk zijn moderne inslag vastgelegd. Moge het Leidsche Kolpingswerk er in groeien tot heil van eigen vereeniging en ten zegen van de Leidsche volksgemeen schap. Het Leidsche Kolpingswerk: „Actuëeler dan ooit" in den opgang naar het diaman ten feest! De trouw aan Kolping is de trouw aan Bisschop en Paus, de trouw aan Kerk en Christus. p. L. D. OORSPRONG O.P. Praeses. Paladijnen en Kolpings Lijfwachters zijn dus de voortrekkers der Gezellen-Vereeni ging. Gezellen, voor dit actuëele moet ge paraat zijn. Wordt lid en wendt u tot den Vice-Praeses of tot comm. G. Bot, tech nisch leider der K. L. DE FEESTVIERENDE VEREENIGING EN DE BE SLOTEN RETRAITEN Met groote dankbaarheid herinnert zich het Retraitehuis van Noordwijkerhout wat het, sinds langen tijd, aan de godsdiensti ge en zedelijke vorming der jubileerende vereeniging mocht doen door de besloten Retraiten. Centraal Praeses Rector Drost memo reert in 't Gedenkboek, dat de Leidsche Gezellen reeds een retraiteclub hadden, toen bijna nog niemand wist wat een re^ traite was. Wanneer we echter een kort overzicht geven over de Retraite-actie van de Gezellen uit Leiden, willen we ons be perken tot de laatste jaren: De mooiste dagen van het jaar zijn in ons huis voor de Leidsche Gezellen gere serveerd: de Kerst-dagen. Welnu in het jaar 1931 kwamen met Kerstmis 51 gezel len, in '32: 50, in '33: 44, in '34: 37. in '35: 33, in '36: 49. Rekent men deze getallen bijeen, dan komt men tot 270 retraitanten in zes jaar tijds, wat op de 287 leden die de gezellenvereeniging telt een buitenge woon groote deelname is, al houdt men voor oogen, dat niét alle leden kwamen, daar zeer velen, die in dit getal begrepen I zijn, meerdere malen aanwezig waren. I Een woord van lof dus aan deze stoere vereeniging, die naar het eerste en moei- I lijkste punt van het Kolpingsprogram: de godsdienstige en zedelijke vorming, zoo j onverzettelijk heeft gestreefd. Een woord j van lof, daar zij, als sociale vereeniging, J boven andere specifiek verschillende standsorganisaties begrepen heeft de op- vatting van Leo XIII en Pius XI, dat de j retraite noodzakelijk is voor de socia- l le vorming, het tweede doel der vereeni- I ging. De eerlijkheid dwingt echter ook de in- I zinking in bovengenoemde cijfers te con- stateeren, wat we gemakkelijker kunnen i doen, omdat in '36 weer een groote voor- i uitgang kwam. En nu stgat de retraite- I club met 74 leden bijna aan de spits der I andere onderafdeelingen. Méér Is voorzeker nog te bereiken. De verkregen resultaten bewijzen dat het ideaal: „allen in de Retraiteclub" in Leidèn j is te verwerkelijken. Ligt hier geen terrein voor de paladijnen, Kolpings Lijfwacht, j voor de commissarissen? Oud Centraal i Praeses v. d. Ven bewees voor twee jaar in 't Kolpingsblad aan de hand der statis- toeken, dat telkens als senioren en commis- sarissen in groote getale op retraite kwa- men het aantal retraitanten uit de andere leden onmiddellijk daarop stijgende was. Vrienden, laten we naar aanleiding van dit feest onze retraite-actie nog eens ver- breeden. Misschien is deze actie nog vrucht baarder dan de actie voor nieuwe leden. In dit verband komt ons een woord voor den geest van den thans overleden gene- ralen Overste der Vreemde Missies te Pa rijs, Mgr. de Guébriant. In een heerlijke apostolische toespraak gaf Z. H. E. zijn hooge opvatting weer over de stille over weging binnen de stille muren: „Indien ik in mijn missies de keuze had tusschen 10.000 nieuw gedoopte christenen in één jaar of een stichting van Cisterciënsers, Karthuizers of Benedictijnen, dan koos ik het laatste omdat het voor de toekomst hoopvoller verwachtingen insluit." Klonk daar niet de echo van 's Pausen loflied op de eenzaamheid en de overweging in een zijner encyclieken.... „(Ze) zal U en uw arbeid, wonderen van genade verzeke ren" 't Zijn woorden die tegelijk het voor treffelijke van het gepresteerde werk voor de retraiten demonstreeren, en een heftige aansporing zijn op den goeden weg door te gaan. H. DONICIE C.SS.R. Noord wijkerhout (Z.-H.) „Midden in den maalstroom van den tijd bouwen wij een huis van vrede". Kolping. EN DE BESLOTEN RETRAITEN! Dit jaar is ons feestjaar; Gezellen, houdt je dus paraat. Toont dat ge weet te werken, tot heil van huisgezin en staat. Bouwt op een fier godsdienstig leven en streeft naar katholieke deugd. Dan zult ge nimmer sne ven en bezit gij levensvreugd. De gods dienst, gronslag van ons leven, is uw be houd in 't wentelen van de tijd. Vreest God en eert uw Koning, juist in het felle van den strijd. Met Kerstmis moet onze retraite weer vol zijn. De juiste methode is wekelijks ervoor te sparen. Geeft u dus op bij den huismeester of aan de andere bestuursleden Ph. Voskuil en P. Reizevoort. Voor ons heil, voor onze kracht, voor ons volharden.... naar de retraite! 50 JAAR KOLPINGSWERK De Leidsche Gezellen-Vereeniging viert feest! En daar is volop reden voor. Niét zoozeer en stellig niet op de eer ste plaats omdat herdacht wordt het feit dat deze Vereeniging voor 50 jaar werd op gericht, maar vooral omdat de arbeid van Priesters en Leeken zoo zichtbaar werd en wordt gezegend. De Leidsche Gezellen-Vereeniging heeft traditie en haar traditie is de traditie van de Gezellen-Vereeniging. Want gedurende deze 50 jaren is bewaard gebleven ongerept en zuiver de ech te Kolpingsgeest. Dat is het wat deze viering zoo waardevol maakt. En dat is ook de reden, dat dit gou den feest niet beperkt blijft tot de jubilee rende Vereeniging, tot de stad Leiden, maar tevens is een heuglijk gebeuren ,voor heel het Centraal Verband en een wel krachtig bewijs, dat het oude beproefde program van den Duitschen Priester Adolf Kolping nog steeds en gelukkig! vat heeft op den jongeman. Want het wist hem te begeesteren gedu rende deze lange reeks van jaren en het weet hem te begeesteren ook nu nog, mits de leiding Kolping's raadgevingen maar weet te verstaan en op te volgen. En met zekere weemoed denken we hier terug aan den tijd, dat ook in onze krin gen het „Germania docet" kon worden neergeschreven. De Leidsche Gezellen-Vereeniging heeft immer aan het hoofd gehqd Priesters die niet tevergeefs hebben geprobeerd juist zooals Kolping dat verlangde voor de Gezellen èn Priester èn Vader te zijn. Dat is juist het geheim van dit blijde re sultaat. En één heel in het bijzonder heeft zich zelf weten op te werken tot een „anderen Kolping", tot een priester-vader bij uitne mendheid en dat is hij, wiens naam nu nog door tal van leden en oud-leden met eer bied wordt uitgesproken, dat is de eertijds zoo gevierde en beminde Gezellen-Vader, Kapelaan G. Kemperman z.g. Geïnspireerd door Kolping zelf, heeft hij op zijn beurt anderen weten te inspi- reeren en als het ware gedrongen tot bid den en werken en offeren voor de Ver eeniging. Zoo bezien is het goed te begrijpen, dat de vruchten niet uitbleven en dat hier trots veel moeilijkheden behouden bleef, een opgewekt en actief leven in de Ver eeniging en in de Onderafdeelingen. En daarnaast dient gememoreerd te wor den de groote zorg en de warme belangstel ling van de Leidsche Gezellen-Vereeniging voor het Retraitewerk; een zorg en belang stelling welke reeds van jaren her datee ren en steeds weer aantoonen hoe het de Vereeniging ten goede komt als men de leden er toe weet te brengen op gezette tijden deel te nemen aan een gesloten Re- traie. En ook dit strekt tot leering voor vele andere Vereenigingen in het Centraal Verband en ook in dit opzicht dus heeft dit blijde feest waarde en beteekenis ook voor anderen dan de direct betrokkenen. Wel verre is deze viering dus een gele- genheidsfeest. Nogmaals, er is volop reden tot oprechte dankbaarheid en intense feestvreugde. En de jongeren onder de leden, die nu mede mogen deelen in de algemeene feest- jubel, die met de anderen mogen aanzit ten aan den „feestdisch" van dit gouden jubilé, die mogen wel beseffen hoe vele en groote offers zijn gebracht, hoe anderen hebben willen dragen „de hitte van den dag", en zij mogen het brengen tot een sterk en krachtig voornemen: er een eer „Godsdienst en arbeid zijn de gou den bodem van het volk". Kolping. in te stellen nu en in de naaste toekomst mede te mogen arbeiden aan dit schoon Vereenïgingswerk. Zonder eenige overdrijving mag hier worden neergeschreven, dat de Leidsche Gezellen-Vereeniging zich ook thans nog kenmerkt door een opgewekt en actief Ver- eenigingsleven, dat men den goeden geest niet alleen wist te vestigen, maar ook te behouden. De vier bekende deviezen van het Kol pingswerk: Godsdienstzin, Arbeidzaamheid, Eensgezindheid en Vroolijkheid, zijn in deze Vereeniging als het ware voelbaar, de wijze waarop dit lustrum wordt herdacht is daarvan een nieuw en duidelijk bewijs. Het stemt toch wel tot groote voldoening, dat dit alles geconstateerd kan worden, nu, in 1937, nu het in zoo vele streken en lan den zoo bedroevend anders is Want dit staat toch onomstootelijk vast, dat een goede Gezellen-Vereeniging in zich het bewijs is, dat daar bestaat het levend contact tusschen Priester en jongeman. En als in de wereld van vandaag die band bestaat, ongedwongen, maar niette min hecht en sterk, 'dan kunnen we te vreden en dankbaar zijn. Wat er meer bestaat in ons katholiek Jeugdwerk, kan gewenscht, kan goed, kan belangrijk zyn, maar al dat andere komt tcch eerst op de tweede plaats. Deze jubileerende Vereeniging kan zich terecht gelukkig prijzen op den goeden weg te zijn, haar zegenrijk werk moge tot heil strekken voor nog zeer vele jonge men- schen, moge in hen tot voordeel zijn van Kerk en gemeenschap. JOH. SLUYTER, Secr. Centraal-Verband. Amsterdam, Juni 1937. DE PRAESES HOOG1 Schreven we bij het 40-jarig bestaan der St. Josephs-Gezellen-Vereeniging in Lei den. „Na al dat klokkenluiden Volgt nu bazuingeschal". Thans bij het 50-jarig bestaansfeest zul len vreugdeschoten knallen, die de gevoe lens van Katholiek Leiden vertolken over het zegenrijke werk door de St. Josephs- Gezellen-Vereeniging verricht in den geest van Vader Kolping. Er is rede tot groote vreugde: over wat aangevat werd en volbracht, over wat gezaaid werd en geoogst, over wat gedacht werd en utigevoerd, over wat begonnen werd en voleind, over aangevangen strijd en behaalde overwinning. Rede tot dankbare vreugde over den ze gen, die God gaf aan het werk dat door Bestuurderen, ouderen en jongeren in de omraming der Gezellen-Vereeniging, werd volbracht. Bij dit gouden feest werpen we zoo gaar ne een terugblik op het vervlogen tijdperk en wel speciaal richten we onze aandacht op de verloopen tien jaren na het veertig jarig feest. Dit tijdsverloop kenmerkte zich behalve door de vreugde van het verkregene, ook door de moeilijkheden waaraan het wereld gebeuren en de tegenwoordige tijdsomstan digheden niet vreemd zijn. Ongerept bleef de Geest van Vader Kol ping behouden in een tijd, waarin de zor gen van de persoonlijke moeilijkheden van eiken gezel zeer sterk naar voren sprin gen en zware eischen werden gesteld. On danks dit alles mag worden geconstateerd, dat men er in geslaagd is een levendigen geest en een groote activiteit te bewaren. Onze dankbare gedachten gaan in dit verband vooral uit naar de Presidenten, die gedurende het bestaan onzer St. Josephs- Gezellen-Vereeniging met onverflauwden yver steeds hun beste krachten aan het Ge- zellenwerk hebben gegeven en niet het minst de Gezellenvaders der laatste tien jaren zij onze bijzondere gedachten en dank gewijd. Onze ijverige Vice-Praeses van heden en zijn beide voorgangers Vice-Praeses van der Ven en onze onvergetelijke Vice-Praeses Kapelaan Kemperman z.g., zij hebben met liefdevolle blik, vaste hand, trouwe leiding en groot organisatietalent de St. Josephs- Gezellen-Vereeniging geleid door een der moeilijkste perioden van haar bestaan. Daaraan danken wij ons succes. Mogen, bestuurderen, ouderen en jonge ren in het vereen igingsverband steeds be seffen, dat het Priester-ideaal van Vader Kolping in uw Praeses aanwezig, alleen kan worden verwezenlijkt, wanneer de vrome bede, „God zegene het eerzame handwerk" niet slechts een wensch is, maar mede door ijverige en eendrachtige samenwerking tot werkelijkheid wordt gebracht. C. J. M. VAN OERLE, Secretaris v. d. R. v. B. J1111111 f 11111111111111111111111111111M111111111111111 E Uw kwartje, Uw dubbeltje, 't is de feestgave, welke gij E E Zondag, onze feestdag, gaarne E E geeft aan onze jubileerende vereeniging. E 't Is noodig en daarom vra- E E gen wij: koopt. Katholieken van Leiden, ons speldje. E Gironummer 176553. niiiiiiiimiiiiiuiinifmiminTninnnniriimir PRAESIDES. Praeses L. J. Hageraats 18871889 Ch. Lohmeyer 18891894 J. J. M. Teule 1894—1900 C. J. Borsboom 19011904 F. Knitel 1904—1907 J. J. G. Hafkenscheidt 19071909 A. Kramer 19091909 Th. v. d. Laar 19091914 J. van Veen 19151920 A. Hafkenscheidt 19201922 Th. M. Beukers 1922 Vice-Praeses Th. v. Outersterp 19201923 G. J. Kemperman 19231929 H. J. v. d. Ven 1929—1933 H. B. J. Schrama 1933 SENIOREN (sinds 1924). Afd. Gezellen. A. P. Vreeburg P. N. Brouwer J. Vreeburg C. Verver Steph. Menken 1924—1927 1927—1930 1930—1933 1933—1933 1933— Afd. Gehuwden. W. F. Bogers 1924—1931 W. Overpelt 1931—1937 F. de Jong 1937— Vroeger wa$ er slechts één persoon Se nior, die zelfs geruimen tijd (o.a. de heer Weckwert) den titel had van vice-Prae- ses! Nog in leven is de heer J. A. Hart- wijk, oud-Senior. Mogelijk komt hij ons feest meevieren. „En wij zijn er niet weinig dank baar voor dat dit werk zich heeft uitgebreid over heel ons Bisdom". Mgr. Huibers. DE TOEKOMST IN De toekomst in, zoo eindigden wij ons gedenkboek; zoo ook willen wij nu eindi gen. Met vereende kracht, godsdienstig, vol arbeidslust, eensgezind en met Roomsche blijdschap gaan wij de toekomst in, arbei den aan de nieuwe vijftig jaren. Wij zullen niet rusten, neen, wij zullen wijder uitbouwen en hooger optrekken het gebouw door onze Leidsche Katholieken opgetrokken voor den jongen werkmans stand. Maar willen wij wijder uitbouwen en hooger optrekken, dan hebben wij den steun steun noodig van Leiden's Katholie ken, dan hebben wij op de allereerste plaats den steun noodig van onze eigen Gezellen. Gezellen, aangepakt, gij zijt de eerst aan gewezenen, die moeten helpen optrekken ons Kolpingsgebouw, gewerkt dan aan 't heerlijke Kolpings-ideaal. Gij allen kunt propagandisten zijn; er staan er nog te veel buiten; Katholieke jon gemannen, gij behoort bij ons. Gezellen, uw steun hebben wij noodig, en wanneer wij dan in de komende dagen, een beroep doen op onze Gezellen, een be roep naar wij hopen voor korten tijd, houdt u dan niet afzijdig, doet dan niet mede met den tijdgeest, welke door onte vredenheid weet af te breken, maar niet weet op te bouwen. Neen, helpt in dezen voor ons zoo moeilijken tijd, dan gaan wij vol goeden moed de toekomst in, dan kun nen wij in werkelijkheid wijder uitbouwen en hooger optrekken het gebouw door onze Katholieke voorvaderen hier gezet. Wij rekenen dus allereerst op onze Ge zellen. Trouw aan Kolping. Aan Kolping trouw. H. SCHRAMA, V.-praes. ENTREE 25 CENT

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1937 | | pagina 6