Een luchtfoto tijdens de auto-race om den .Grand Prix" op de Monthlery-baan
in Frankrijk
Oud-minister mr. J. J. I. Harte van
Tecklenburg, oud-lid van den Raad van
^♦ate. is op83-jarigen leeftijd overleden
Minister Weiter bood Maandag namens de Nederlandsche regeering aan den Chineeschen
-ninister van Marine, die hier te lande vertoeft, te Scheveningen een lunch aan. Eerste rij
links: de Chineesche minister. Naast hem minister Weiter
¥ÊÊm
Eén der deelnemers aan den jaarlijkschen nationalen vijfkamp, welke dit jaar van 5 tot 9 Juli te
Amersfoort wordt gehouden, neemt op fraaie wijze een hindernis
Een interessant snapshot van de oefeningen, welke door de Ned. Indische vloot benoorden het eiland Soembawa
zijn gehouden. Eenige torpedojagers in marschformatie tijdens een gesplitsten aanval
Bij de demonstratie der Engelsche fascisten te Londen kwam het Zondag tot ongeregeldheden. De politie moest verschillende malen
handelend optreden
FEUILLETON
WELKOM THUIS
De wonderlijke belevenissen
van dr. Kaiser lien
door
t WILL AMBERG.
(Nadruk verboden).
i
10)
Kaiserlien begint zoo langzamerhand te
berijpen waar hij aan toe is. Een of an
dere onbekende heeft van zijn afwezigheid
op waarlijk geraffineerde wijze misbruik
gemaakt, want er was niemand in Stern
berg geweest, die de waarheid zelfs maar
vermoedde. En plotseling begrijpt hij nu
ook, waarom de Kleine Inge Soherer hem
eergisteravond niet had willen zien. Na
tuurlijk, een avonturier, wien het dak bo
ven zijn hoofd wegens schulden wordt ver
kocht, groet men liever niet.
Den notaris had hij wel allerminst iets
te verwijten. Hem was slechts van hooger-
hand opgedragen het huis publiek te ver-
koopen en daarom was het dan ook zeker
maar het beste zijn figuur zoo goed mo
gelijk te redden, beleefd te bedanken voor
de verstrekte inlichtingen en buiten na te
gaan, wat hem verder te doen stond. Slechts
één ding zou hij nog wel graag willen we
ten, al had hij weinig hoop een gunstig ant
woord te zullen ontvangen: Of de op
brengst van de villa wellicht nog bij den
notaris berustte.
Maar ook te dezen opzichte moet Wec-
kerle hem teleurstellen. „Neen!" klinkt het
gedecideerd. De opbrengst van den ver
koop bedroeg na aftrek van de kosten acht
en negentig duizend mark. Daarvan werd
vijfentachtigduizend mark aan den advo
caat van Stolzenberg betaald; de rest werd
overgemaakt aan Kaiserlien's raadsman.
Dat alles heeft echter al twee maanden ge
leden plaats gehad."
En de heer Rothaug? Was die ook aan
de zaak debet?
Neen, die had met een en ander slechts
in zooverre iets uitstaande, dat hij hon
derdduizend mark contant op tafel heeft
gelegd. Op hem was dus niets te verhalen.
Ten slotte bleef dr. Kaiserlien wel niet
veel anders over dan te trachten het geld
van zijn naamgenoot of van Stolzenberg
terug te krijgen.
Kaiserlien knikt peinzend en Ina Heldt
heeft moeite een spottend lachje te ver
bergen. Dat klinkt zoo eenvoudig: u moet
maar zien, dat u het geld van die beide
heeren terugkrijgt. Het is zoo vreeselijk
gemakkelijk iemand van advies te dienen.
Maar nochthans weet Kaiserlien zich vol
doende te beheerschen om met rustige hof
felijkheid van Weckerle afscheid te ne
men. En als de deur zich achter hem heeft
gesloten, ontwaakt in den notaris zelf we
derom het oude wantrouwen. Want zoo'n
kalmte om niet te zeggen onverschillig
heid! en zoo'n zelfbeheersching bij
iemand, die op een dergelijk geraffineerde
wijze is beetgenomen, is toch wel zeker on
natuurlijk. Men zou haast gaan denken,
dat de getoonde verbazing bij het voorle
zen van het vonnis en hetgeen daarop volg
de, gehuicheld wasl
Ina Heldt had tijdens het geheele onder
houd tusschen haar chef en den notaris
geen woord gesproken. En ook nu, nu zij
naast hem gaande, met zijn aarzelen stap
gelijk tracht te blijven, durft zij niet het
woord te nemen. Veel eerder dan Kaiser-
lieri had zij begrepen, dat hier sprake was
van een brutale oplichting en reeds lang
is zij het nu met zichzelf over eens welke
stappen Kaiserlien in de eerste plaats dient
te ondernemen om althans een deel van
zijn bezittingen weer in handen te krijgen.
Nochtans mist zij op dit oogenblik den
moed om met haar voorstellen voor den
dag te komen. Zij werpt haar chef van ter
zijde een heimelijken blik toe, maar deze
heeft om de mondhoeken een eigenzinni-
gen trekt; zijn rechteroog schijnt merk
waardig klein onder het saamgeknepèn
ooglid.
Hij maakt op het oogenblik wel aller
minst een goedigen indruk en het dunkt
haar dan ook het beste hem voorloopig
met zijn gedachten alleen te laten.
Plotseling staan zij weer voor het sta
tion. Nog geen twee uur geleden heeft Kai
serlien hier verlangend naar Moser geke
ken. Nu is hij hier plotseling vreemdeling
geworden. Zijn heil ligt nog slechts in een
reis naar elders.
Kaiserlien bestudeert het bord met de
vertrektijden. „Over drie kwartier gaat er
een trein naar Munchen", constateert hij
„Daar hebben wij dan aansluiting aan den
D-trein naar Berlijn."
Zij knikt, wederom zwijgend. Zij heeft
niet anders verwacht dan dat hij zoo spoe
dig mogelijk naar Berlijn zou vertrekken.
Slechts even hindert haar de vanzelfspre
kendheid. waarmee hij haar overal mee
sleept en over haar tijd en haar wenschen
beschikt. Hij zegt dat als de afdeelingschef
van een warenhuis. Maar onmiddellijk be
grijpt zij ook, dat hij op het oogenblik
niet in de stemming is om ophelderingen
te geven. En in den grond van haar hart
verheugt zij er zich over Berlijn zoo spoe
dig terug te zien; zij heeft zich in Starn-
berg nooit op haar gemak gevoeld. Zij
komt uit Berlijn en het is nu eenmaal niet
waar, dat slechts Westfalers en boeren uit
de Beiersche Alpen aan hun geboorteplaats
hangen; elk rechtgeaard Berlijner vindt
Berlijn de eenige stad, waar hij behoorlijk
kan leven.
Zij hebben nog ruim den tijd voor het
vertrek van den trein en besluiten daarom
in de wachtkamer koffie te drinken. Gelei
delijk wordt ook Kaiserlien wat spraakza
mer. Hij begint met Ina Heldt te laten mee
denken; hij denkt om zoo te zeggen hard
op. „Ik zou wel eens willen weten, of die
meneer Stolzenberg, die tot den executoria-
len verkoop van mijn villa is overgegaan,
wist, dat ik een andere Kaiserlien ben en
dat hij zich dus aan een andermans eigen
dom vergrepen heeft."
„Twijfelt u daar nog aan?" vraagt Ina
Heldt verwonderd. „Het ligt er toch dik op,
dat dat tusschen dien Stolzenberg en uw
naamgenoot een doorgestoken kaart is!"
„Vindt u dat zoo vanzelfsprekend?" twij
felt Kaiserlien. „Die Stolzenberg zou toch
ook het slachtoffer kunnen zijn van de ma
nipulaties van mijn naamgenoot?"
Ina Heldt haalt de schouders op. Er zijn
nu eenmaal aan zekerheid grenzende ver
moedens, welke niet te bewijzen zijn.
„Wij zullen in ieder geval met beide mo
gelijkheden rekening moeten houden",
meent Kaiserlien.
,En wat denkt u nu in Berlijn te gaan
doen?"
„Dat is nogal eenvoudig!" antwoordt
Kaiserlien .lichtelijk verbaasd, dat Ina
Heldt alle details van zijn plan nog niet ge
raden heeft „In de eerste plaats zaLik eens
nagaan, wie er zoo brutaal is geweest zich
voor mij uit te geven."
„Dus u dacht, dat die man er nog niet
vandoor is?"
„Misschien, maar misschien ook niet! U
moet niet vergeten, dat ik zes maanden
eerder uit Palestina ben terug gekomen dan
aanvankelijk mijn plan was. Mijn plotse
linge terugkeer zou hem dus kunnen over
rompelen."
„Luister u eens!" zegt Ina Heldt, en in
haar toon ligt een zekere minachtende over
moed. „U schijnt te vergeten, dat uw naam
genoot, alle discretie en overeenkomsten
tot geheimhouding met het Sulfide syndi
caat ten spijt, er achter is gekomen, dat u
naar het buitenland vertrok. U kunt er dus
van opaan, dat hij ook op het juiste oogen
blik op de hoogte is gebracht van uw ontij -
digen terugkeer. Elk optimisme te dien
aanzien dunkt mij misplaatst.
Kaiserlien zwijgt; zijn eigenzinnigheid
weerhoudt hem het logische van deze re
deneering te erkennen. En dat prikkelt Ina
Heldt tot nog meer verzet: „Neemt u mij
niet kwalijk, maar u zult tegen dien mar
niet opgewassen blijken te zijn". En zich
tegelijkertijd verontschuldigend: „Ik ben
bijna tien jaar ouder dan u, daardoor be
oordeel ik een en ander misschien wat rus
tiger en wat bezadigder."
(Wordt vervol
- "I
v