LICHT IM DUIlTfDilil VRIJDAG 2 JULI 1937 DE LEIDSCHE COURANT DERDE BLAD - PAG. 9 VD.AGEM OVED OMJ GELOOF Vraag 180. Wat verbeurt er in de ziel van een ongedoopte, die zich schuldig maakt aan doodzonde? Zijkan toch de heiligmakende genade niet verlie zen, omdat zij die nooit heeft gehad? Antwoord: Ten onrechte meent u, dat een ongedoopte de heiligmakende genade niet kan bezitten. Immers, het Doopsel met wa ter is wel het gewone middel om de hei ligmakende genade te verkrijgen, maar u vergeet hierbij, dat voor degenen, die bui ten htm schuld in onwetendheid verkeeren omtrent de noodzakelijkheid van het Doop sel, een buitengewoon middel bestaat om de heiligmakende genade te verkrijgen, n.l. het doopsel van begeerte. Dit bestaat in een akte van liefde tot God met het ver langen om gedoopt te worden. Ook al weet een ongedoopte niets van 't Doopsel, als hij God, Dien hij met het verstand kent, waar lijk liefheeft, dan zal hij vanzelf alles wil len, wat God van hem verlangt, en zou dus ook gedoopt willen worden, als hij wist, dat God dit van hem verlangde. Door dit doopsel van begeerte wordt zijn ziel innerlijk geheiligd, d.i. ontvangt hij de heiligmakende genade. Maakt hij zich dan schuldig aan doodzonde, d.w.z. doet hij iets, waardoor hij zich, volgens de stem van zijn geweten, afkeert van God, dan verliest hij de vriendschap met God, de heiligm. genade zoo goed als een gedoopte. Natuurlijk is door Gods genade dan weer bekeering voor hem mogelijk door een (volmaakt) berouw. Vraag 181: In de encycliek „Divini Re- demptoris" vindt men telkens wanneer de H. Vader een vroeger geschreven encycliek aanhaal, de afkorting: A. A. S. vol Wat beteekent die afkorting? Antwoord: Deze afkorting, die men niet enkel in bovengenoemde, maar ook andere encyclieken vindt, beteekent: Acta Apos- tolicae Sedis; dit is het orgaan de of- ficieele uitgave van de Heilige Stoel, waar in alle verhandelingen van den Paus en de Romeinsche Congregaties, voorschriften, benoemingen enz. worden gepubliceerd. Ook vindt men A. S. S.: Acta Sane- tae Sedis (Verhandelingen van de Hei lige Stoel), zooals vroeger dit orgaan heette. Vol. is een afkorting van volumen, dat is: deel. Vraag 182: Mag men aannemen, dat er In den hemel Heiligen zijn, die eerst in het vagevuur zijn geweest? Antwoord: De vragensteller bedoelt met „Heiligen" hier natuurlijk: de zaligen, die door de Kerk Heilig verklaard zijn, zooals blijkt uit het verdere gedeelte van zijn vraag en uit het feit, dat het woord „Hei ligen" met een hoofdletter geschreven is. Dit ter verduidelijking voor de lezers. Wanneer de Kerk een heiligverklaring uitspreekt, verklaart zij daarmee, dat de ziel van dien mensch bij God in den He mel is, en stelt de deugden, of een bepaal de deugd, van die(n) Heilige als voor beeld voor de Christenen. Maar zij ver klaart daarbij niet, dat die Heiligen bij hun sterven zóó volkomen onthecht aan al het aardsche en zóó smetteloos van ziel waren, dat zij zonder de uitboeting van het vagevuur naar den Hemel zijn gegaan. Letwel: de Kerk verklaart dat niet. We kunnen dus wel redelijk veron derstellen, dat zij door hun heilig leven op aarde of door den marteldood him tijdelijke straffen, die zij voor hun fouten en tekortkomingen nog moesten ondergaan, hebben uitgeboet, maar volkomen ze kerheid hebben wij hierover niet. Het is dus mogelijk, dat er Heiligen in den Hemel zijn, die, zij het dan voor korten tijd, de straffen van het vagevuur hebben on dergaan. Verder kunnen we niet gaan. Van sommige Heiligen wordt wel eens beweerd, dat zij, om zoo te zeggen, door het vagevuur heen den Hemel zijn binnengegaan. Dit is een bewering zonder grond, want God heeft ons daaromtrent geen enkele openbaring gegeven, en zon der die openbaring kunnen we dat niet we ten. Vraag 183. Wat voor nut heeft het leven van een krankzinnige voor de eeuwigheid? Antwoord. U had evengoed kunnen vra gen: wat voor nut heeft het leven een klein kind voor de eeuwigheid. Want de volkomen krankzinnigen zijn ge heel gelijk te stellen met de kinderen, die nog niet tot de jaren des onderscheids zijn gekomen. Zoolang dus een krankzinnige op aarde is, kan hij geeen zedelijk goede of slechte daden stellen, waarvoor hij beloo ning of straf zou verdienen. Terstond na den dood heeft de ziel van den krankzin nige het volle gebruik van haar geestelijke vermogens, verstand en wil, terug; was hij gedoopt, dan gaat die ziel terstond naar den Hemel; was hij niet ge doopt, dan, evenals de ziel van het on gedoopte kind, naar een plaats van n a- t u u r 1 ij k geluk, en blijft met God vereenigd door de natuurlijke kennis en liefde. Dit geldt natuurlijk alleen van iemand, die geheel zijn leven, van zijn ge boorte af, in ieder geval vóór de jaren des onderscheids, volkomen krankzinnig is ge weest. Wanneer iemand op lateren leef tijd door die ziekte wordt getroffen, dan Bruin staat sportief. Alleen AMILDA-zonnebruimcrême bevat Pigmentol dat Uw huid,, óók bij geen zon direct mooi bruint en zonnebrand voorkomt. Flacon 90 ct. Tube 60ct. Doos 50 en 25 ct. 4354 GEMENGDE BERICHTEN hij alleen verantwoordelijk voor de da den, die hij vóór zijn krankzinnigheid heeft gesteld, en wordt hij naar die daden beloond of gestraft. Zijn al die verdere levensdagen gedurende zijn krankzinnig heid dan geheel nutteloos? Dit is maar betrekkelijk, d. w. z. in zooverre hij dan geen nieuwe verdiensten meer kan verzamelen voor den Hemel, evenmin als hij strafbare daden kan stellen. Maar a b- s o 1 u u t nutteloos is hem dat leven niet. Op de eerste plaats mogen we niet vergeten, dat de mensch is geschapen tot verheer lij king van God; ook de mensch, die van het gebruik der rede is beroofd, blijft God verheerlijken, ook al kan hij dat niet doen op de wijze der redelijke schepselen. Op de tweede plaats moeten we de krankzinnigheid beschouwen gelijk iedere andere lichamelijke ziekte, als een t ij d e 1 ij ke ramp. En dan weten we, dat God het lijden overzendt of het toe laat tot verheerlijking van Zijn Naam en het welzijn van den mensch. Hoe nu de krankzinnigheid in ieder afzonderlijk ge val een weldaad van God kan zijn, kun nen wij niet achterhalen, omdat wij met ons nietige verstandje Gods wegen niet kun nen nagaan, en Zijn bedoelingen niet kun nen doorschouwen. God kan natuurlijk de krankzinnigheid gebruiken als straf voor de zonde: even als hij den onboetvaardigen zondaar kan slaan met den plotselingen dood, evenzeer kan hij hem straffen met de krankzinnig heid. Maar Hij, die behalve een rechtvaar dige God evenzeer een liefdevolle Vader is. kan ook deze ziekte der krankzinnigheid gebruiken om dengene, die erdoor getroffen wordt, te sparen voor veel andere ellende en misschien wel voor het grootste van alle rampen: de zonde, en om degenen, die dikwijls nog zwaarder getroffen worden: ouders, kinderen, zijn huisgenooten, door deze zeer zware beproeving de deugd van geduld en onderwerping aan Zijn Heiligen Wil te leeren. Vraag 184. Kan een katholieke man, die gescheiden leeft van zijn vrouw, zijn plich ten waarnemen? Antwoord. Ieder lezer zal wel begrijpen, wat hier bedoelt wordt met de woorden: „zijn plichten waarnemen"; ieder normaal mensch moet „zijn plicht waarnemen, vervullen", maar in deze vraag heeft dit een bizondere beteekenis: kan zoo iemand de heilige Sacra menten (Biecht en Communie) ont vangen. Bovendien begrijpt ieder, dat het hier niet gaat over de „echtscheiding in den strikten zin van het woord, welke de Kerk niet kent in het voltooide huwelijk van twee katholieken, maar over een bepaald soort van „schei- d i n g", waarbij de huwelijksband blijft bestaan, maar waarbij man en vrouw om zekere redenen niet meer samenwonen, de zoogenaamde „scheiding van tafel en bed." In onze artikelenreeks over de Huwelijks wetgeving der Katholieke Kerk hebben we ook over deze soort van „scheiding" ge sproken (zie L. C. 25 Sept. 1936), en ge zien, dat er werkelijk redenen kunnen aan wezig zijn, om welke een dergelijke schei ding gewettigd is. Het verlof daartoe wordt gegeven door den Bisschop, en ook wel, voor een tijd van enkele maanden, door den Deken. Wanneer zulk een verlof is gegeven, is men gewettigd buiten huwelijksgemeenschap te leven, en kan men dus ook tot de H. Sa cramenten naderen. Wanneer de redenen tot deze scheiding werkelijk ernstig zijn (b.v. in geval van echtbreuk) is het zelfs geoorloofd uit eigen beweging gescheiden te gaan leven. Men mag dan echter niet in het openbaar (dus wel in een stad of kerk, waar men niet be kend is) tot de Sacramenten naderen, vóór dat men verlof van de Kerkelijke Over heid heeft tot de scheiding. Dit laatste dient om ergernis te voorkomen. De aanleg van de nieuwe begraafplaats m de Verlengde Aarkade een werk, waarin een groot aantal steuntrekkenden geruimen tijd arbeid heeft gevonden na dert zijn voltooiing. Vraag 185. Mogen de romans van Courths Mahler door iedereen gelezen worden. Antwoord. Met de werken van deze schrijfster kan men een behoorlijke boe kenkast vullen. Het is daarom ondoenlijk, om in bizonderheden te treden, en van elk werk afzonderlijk aan te geven, voor welke klasse van personen het geschikt is. In het algemeen kan men zeg gen, dat haar werken zedelijk onschade lijk zijn; gaan we ze groepeeren, dan vin den we er een tiental bij, die voor ieder een geschikt zijn; de overige zijn alleen geschikt voor rijpere lezers, en veronder stellen zedelijke voorlichting. Twee opmerkingen moet ik hierbij maken. Ten eerste: ik kan niet veronderstellen, dat U deze werken persoonlijk wilt aan schaffen: men „verrijkt" zich er heusch niet mee: daarvoor is haar werk te onbe duidend. Dus gaat U ze huren bij een uit leenbibliotheek. Maar dan wijs ik U nog eens, niet voor de eerste maal, op het groote nut, zoo niet de noodzakelijk heid, van onze eigen Roomsche bibliothe ken! Daar, en daar alleen, vindt U de noodzakelijke controle, en worden aan de huurders uitsluitend boeken geleend, die voor hen geschikt zijn. Ten tweede: ook al is een boek van AANGEREDEN AUTO DOOR TRAM GERAMD. Gisteren gebeurde op den weg Sneek Bolsward bij IJsbrechtum een gecompli ceerd verkeersongeluk. Uit de richting Bolsward kwam een Friesche auto, terwijl uit de richting Sneek een twee persoons auto, afkomstig uit Zuid-Hólland, nader de. Béide auto's kwamen, vermoedelijk door onvoldoende uitwijken, met elkaar in botsing. De Hollandsche auto sloeg over de tramrails en kwam nög halverwege tegen een hek tot stilstand. Terwijl omwonenden bezig waren de trambaan weer vrij te ma ken, kwam uit de richting Sneek een mo torwagen van de tramwegmaatschappij. Door geroep en gebaren trachtte men den bestuurder te waarschuwen en de tram té doen stoppen, wat niet gelukte, mede om dat de rails door den regen glad waren geworden, zoodat de -remmen niet goed werkten. De wagen reed tegen de auto op, welke aan den zijkant geheel werd inge deukt, en ontspoorde. Persoonlijke onge lukken kwamen niet voor. ARBEIDER DOOR EEN TREIN GEGREPEN. Bij de spoorwegwerken te Utrecht is gis termiddag nabij de Jeremiebrug een arbei der door een trein gegreepn. De smid J. K. wilde eenige voorwerpen van den grond oprapen, toen een trein voor de richting 's-Hertogenbosch naderde. Hij kwam te dicht bij de spoorlijn, zoodat de trein, die hier in verband met deze werken lang- zaam reed, hem in den rug raakte. Het ge volg was, dat hij door de schok met zijn hoofd tegen een stapel ijzeren palen te recht kwam, waardoor hij ernstig werd ge wond. WACHTMEESTER DER KONINKLIJKE MARECHAUSSÉE VERDRONKEN. De wachtmeester der Koninklijke mare chaussee P. v. d. D. té St. Anna Parochie was Dinsdagochtend naar. Berlikum gegaan, waar hij op de kermis dienst gedaan had Sindsdien had men ondanks alle nasporin- gen niets meer van hem vernomen, totdat men Woensdagavond, zijn lijk in de Noor- derleeg vond. De overledene laat een vrouw en twee kinderen achter. FELLE BRANDEN TE ROTTERDAM. Zolderverdieping van cartonnagefabriek geheel uitgebrand. Gisternamiddag omstreeks kwart over zes is door tot nog toe onbekende oorzaak brand ontstaan in de „Cartonnagefabriek Rotterdam", gelegen in de Delftschestraat te Rotterdam. Men zag rookwolken opstijgen en kort daarna sloegen de vlammen uit de zolder verdieping fel naar buiten. Zware rook kolommen baanden zich een uitweg en tot ver in den omtrek was het te zien, dat er een zware brand woedde. De brandweer rukte onmiddellijk met groote materiaal uit en het is mede aan haar snel ingrijpen te danken, dat deze brand ten slotte nog zoo snel bedwongen kon worden. Het vuur vond in de licht brandbare artikelen op de zolderverdieping gretig voedsel en in, een minimum van tijd stond de geheele verdieping in lichter laaie. Er was op dat moment niemand van het personeel meer in het pand aanwezig. De brandweer kon het vuur doortastend bestrijden, omdat de :cartonnagefabriek, die ver naar achteren op het voormalige han delsterrein aan de Delftschestraat ligt, aan alle zijden vrij van de omliggende huizen staat, zoodat men zoowel van de zijde de Delftschestraat, als van de zijde van de Poortstraat, de vuurzeer kon aantasten. Van de twee motorspuiten heeft er slechts één dienst behoeven te doen en wel met drie stralen. Bovendien waren er nog deze schrijfster niet slecht of zelfs niet ge vaarlijk, toch schuilt er een gevaar in het achtereen verslinden van he eene boek na het andere. Want haar romans zijn alle geschreven in een totaal neutrale sfeer. De gewichtige levensomstandigheden en gebeurtenissen, huwelijk, geboorte, dood, worden alle al leen bezien en belicht van de natuurlijke zijde, en iedere gedachte aan God en het goddelijke is hier zoek. Nu is het wel waar, dat men geen romans uitkiest voor geeste lijke lezing, maar als men zijn geest ver zadigt door het voortdurend lezen van deze neutrale lectuur, loopt men groot gevaar zelf ook, ongemerkt en onbewust, af te zakken tot die neutrale sfeei\ Men zal niet met zooveel woorden zeggen: zonder God en godsdienst kan ook wel geluk bestaan, maar door het aanhoudend lezen van der gelijke lectuur wordt deze idee sterk be vorderd. Correspondentie-adres: Mr. A. Diepen brock, pr. Seminarie, Hageveld, Heem stede. DE NIEUWE ALGEMEENE BEGRAAFPLAATS TE ALPHEN a. d. RIJN Nog twee h drie maanden, noodig voor den bouw van de aula, en de nieuwe be graafplaats zal in gebruik kunnen worden genomen. i?ijf stralen gerequireerd van slangenwa gens. Een oogenblik heeft men nog gevreesd, dat het geheele pand een prooi der vlam men zou worden, maar aangezien de zolder van de andere verdiepingen is gescheiden een zwaren betonnen vloer, is zulks toch niet het geval geweest. Wel zijn het dak en de schoorsteen ingestort. Doordat de brandweer groote hoeveelheden water het vuur wierp, kon uitbreiding naar de belendende panden voorkomen worden. Tegen zeven uur kon men met de nablus- sching beginnen. De zolderverdieping is to taal uitgebrand, terwijl de benedenverdie pingen veel waterschade hebben gekregen. Brand in een pakhuis. Hedennacht te ruim 1 uur is brand ont dekt op de bovenverdieping van een pak huis gelegen aan den Boerensteiger te Rot terdam, dat voor wat het bovengedeelte betreft, in gebruik is bij de firma H. H. de Klerk, handel in tapijten, gordijnen, meu belen en aanverwante artikelen. De brand werd ontdekt door een nacht waker, die vuur zag in het bovengedeelte van het pakhuis,dat als atelier gebruikt wordt. brandweer rukte daarop voor de tweede maal binnen zeven uur met groot, materiaal uit en wel met twee motorspui ten en de automatische ladder. De eene motorspuit werkte aan de Hoo gsf raatzij de tot waar het hooge pand van de firma de Klerk doorloopt, met twee stralen, terwijl de andere motorspuit aan den kant van het Boerensteiger het vuur bestreed, even eens met twee stralen waarvan er een via den automatischen ladder werd geleid. Inmiddels was het electrische tramnet reeds gedeeltelijk stroomloos gemaakt. Dank zij het krachtdadig optreden van de brandweer is de vuurzee, welke vooral in den aanvang fel naar buiten laaide, tot het atelier beperkt gebleven. Aangezien het pakhuis een zelfstandig pand is en slechts enkele kleinere verbin dingen met het hoofdgebouw heeft, welke bovendien door zware ijzeren branddeuren beschermd zijn, is er weinig gevaar geweest voor het overslaan van het vuur naar het groote pand, te meer, omdat bovendien drie stralen van de slangenwagens groote watermassa's op de vuurzee wierpen. Zoo doende had de brandweer het vuur vrij snel onder den knie. Het atelier en een deel van het dak brandde evenwel uit. De beneden gelegen verdiepingen van het pakhuis hebben eenige waterschade opgeloopen. De oorzaak van den brand is tot nog toe onbekend. Buren hebben echter verklaard, dat zij na middernacht nog in het pand hebben hooren loopen. Dit is betrekkelijk niets bijzonders, want gedurende de laat ste weken zijn schilders bezig geweest om het pakhuis aan de buitenzijde wat op te knappen en blijkbaar hebben zij verschil lende malen ook des nachts daaraan ge werkt. Naar een en ander wordt door de politie een onderzoek ingesteld. SCHUUR EN WOONHUIS AFGEBRAND. Gisteren is door onbekende oorzaak brand ontstaan in de schuur achter de wo ning van den landbouwer P. F. Schamp te Balgoy. De schuur, tot den nok gevuld met hooi en stroo, stond weldra in lichte laaie. De krachtige wind dreef de vonken naar het woonhuis, waarvan het rieten dak spoedig vlam vatte. Een gedeelte van de inboedel werd gered. Verdere pogingen moest de brandweer staken, daar het vuur steeds grooter afmeting aannam. Alles brandde tot den grond af. Verzekering dekt de schade. Waarschijnlijk is G., aldus het „Vad.", het slachtoffer geworden van een overval met roof, want een aanzienlijk bedrag aan geld, dat hij voor zijn patroon bij zich had, was geheel verdwenen. Er wordt een on derzoek ingesteld. G. is op dokters advies per auto naar het St. Elizabethsziekenhuis overgebracht ter observatie. HET GELUK VAN TWEE SPIJBELAARS. Op hun zwerftocht vinden ze een portefeuille met 160 gulden. Een veertienjarige scholier van een am bachtsschool te Rotterdam kon het binnen de wanden van de school niet langer uit houden. Hij verzekerde zich eenige dagen van vrijheid door te gaan spijbelen. De jon gen zwierf door de stad en op een van zijn zwerftochten ontmoette hij een twaalfja rig jongetje, dat zich evenzeer frauduleus eenige vrijheid verschaft had door een dagje van de lagere school weg te blijven, meldt de „Tel.". Samen hebben zij toen het fortuin in den schoot geworpen gekregen. Samen hebben zij het grootste avontuur van hun jonge leven ontmoet, dat hen tevens op den rand van de misdaad bracht. Zij von den op de markt een portefeuille en toen ze de portefeuille openden, bleek, dat ze een kostbaren schat gevonden hadden. Een on gekende hoeveelheid bankpapier hielden de knaapjes in hun handen: 160 gulden wa ren ze op eenmaal rijk. Nu kónden ze him vrijheid vieren, want in hun vrijheidsroes dachten ze er niet aan de vondst naar de politie te brengen. Hun eerste zorg was het groote geld klein te maken. Een pond bananen hielp het pa pier verzilveren, maar guldens zijn nog groote geldstukken voor zulke jongens en om wat munten, die meer in overeenstem ming zouden zijn met hun levensstandaard te krijgen, kochten ze wat sigaretten en OVERVAL MET ROOF? Te Amersfoort is Woensdagavond laat in Birkhoven op het rijwielpad de 18-jarige G. bewusteloos gevonden naast zijn fiets. Toen hij weer tot bewustzijn was geko men, kon hij zich niets herinneren van de wijze, waarop en hoe hij daar kwam te liggen. Inmiddels waren ze in de binnenstad te recht gekomen en nu lokten de bioscopen. Bedremmeld en toch trotsch kochten ze een plaats in een groote-menschen-bioscoop, maar toen ze de film hadden gezien, voel den ze zich bekocht. Ze zochten toen troost in de Cineac en daar hebben ze beter ge noten dan van het drama, dat ze in de bios coop te zien hadden gekregen. Op hun weg naar huis, passeerden ze de brug over de Rotte bij de Karnemelks- haven. Daar begonnen de vele guldens hun te zwaar in de zakken te wegen. Ze bleven wat staan turen in den zomeravond en op eenmaal plonsden de guldens in het wa ter. Ze moesten hun geld kwijt, want pa pier kan je wel verbergen, maar geldstuk ken rammelen zoo in je zak. Niet al te lang na schooltijd kwamen de heertjes thuis om te eten. Maar 's avonds hadden ze opnieuw afgesproken. In den avond huurden ze een kano waarmee ze zijn gaan spelevaren op den Kralingschen Plas. Die eene dag van rijkdom en vrijheid zou door geen anderen worden gevolgd, want de vader van de ambachtsscholier vond thuis een brief van den directeur der school, waarin gevraagd werd waar zijn zoon toch bleef. Dagenlang was hij al niet op school geweest. De directeur had eiken dag geschreven, maar eiken dag had zoon lief de brieven onderschept, tot er een aan zijn aandacht ontglipte. Nu toog de vader met den zoon naar school en daar werd de tasch van den scholier eens nader bekeken. De verbazing van vader en directeur was niet gering, toen er honderdveertig gulden aan bankpapier voor den dag kwam. De scholier vertelde nu van zijn vondst en zijn uitje met zijn kameraadje van de lagere school. Het bleek toen ook, dat het kameraadje tien gulden van hem had ge kregen. Deze werden in de woning van den jongen gevonden. De politie heeft den eigenaar van de portefeuille, die inmiddels was komen klagen, zijn honderd vijf tig gul den ter hand gesteld. De man was zoo ver heugd, dat hij toch een groot deel van zijn geld terug had bovendien was hij van plan geweest om tien gulden uit te loven voor den vinder dat hij de politie ver zocht van de zaak verder geen werk te maken. De vrijheidlievende jongens zijn er 1 nu met een berisping afgekomen.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1937 | | pagina 11