LICHT IM DUIlTfDilil
VRIJDAG 2 JULI 1937
DE LEIDSCHE COURANT
DERDE BLAD - PAG. 9
VD.AGEM OVED OMJ GELOOF
Vraag 180. Wat verbeurt er in de ziel
van een ongedoopte, die zich schuldig
maakt aan doodzonde? Zijkan toch de
heiligmakende genade niet verlie
zen, omdat zij die nooit heeft gehad?
Antwoord: Ten onrechte meent u, dat een
ongedoopte de heiligmakende genade niet
kan bezitten. Immers, het Doopsel met wa
ter is wel het gewone middel om de hei
ligmakende genade te verkrijgen, maar u
vergeet hierbij, dat voor degenen, die bui
ten htm schuld in onwetendheid verkeeren
omtrent de noodzakelijkheid van het Doop
sel, een buitengewoon middel bestaat om
de heiligmakende genade te verkrijgen, n.l.
het doopsel van begeerte. Dit bestaat in
een akte van liefde tot God met het ver
langen om gedoopt te worden. Ook al weet
een ongedoopte niets van 't Doopsel, als hij
God, Dien hij met het verstand kent, waar
lijk liefheeft, dan zal hij vanzelf alles wil
len, wat God van hem verlangt, en zou dus
ook gedoopt willen worden, als hij wist,
dat God dit van hem verlangde.
Door dit doopsel van begeerte wordt zijn
ziel innerlijk geheiligd, d.i. ontvangt hij
de heiligmakende genade. Maakt hij zich
dan schuldig aan doodzonde, d.w.z. doet hij
iets, waardoor hij zich, volgens de stem
van zijn geweten, afkeert van God, dan
verliest hij de vriendschap met God, de
heiligm. genade zoo goed als een gedoopte.
Natuurlijk is door Gods genade dan
weer bekeering voor hem mogelijk door
een (volmaakt) berouw.
Vraag 181: In de encycliek „Divini Re-
demptoris" vindt men telkens wanneer de
H. Vader een vroeger geschreven encycliek
aanhaal, de afkorting: A. A. S. vol
Wat beteekent die afkorting?
Antwoord: Deze afkorting, die men niet
enkel in bovengenoemde, maar ook andere
encyclieken vindt, beteekent: Acta Apos-
tolicae Sedis; dit is het orgaan de of-
ficieele uitgave van de Heilige Stoel, waar
in alle verhandelingen van den Paus en
de Romeinsche Congregaties, voorschriften,
benoemingen enz. worden gepubliceerd.
Ook vindt men A. S. S.: Acta Sane-
tae Sedis (Verhandelingen van de Hei
lige Stoel), zooals vroeger dit orgaan heette.
Vol. is een afkorting van volumen, dat is:
deel.
Vraag 182: Mag men aannemen, dat er
In den hemel Heiligen zijn, die eerst
in het vagevuur zijn geweest?
Antwoord: De vragensteller bedoelt met
„Heiligen" hier natuurlijk: de zaligen, die
door de Kerk Heilig verklaard zijn, zooals
blijkt uit het verdere gedeelte van zijn
vraag en uit het feit, dat het woord „Hei
ligen" met een hoofdletter geschreven is.
Dit ter verduidelijking voor de lezers.
Wanneer de Kerk een heiligverklaring
uitspreekt, verklaart zij daarmee, dat de
ziel van dien mensch bij God in den He
mel is, en stelt de deugden, of een bepaal
de deugd, van die(n) Heilige als voor
beeld voor de Christenen. Maar zij ver
klaart daarbij niet, dat die Heiligen bij hun
sterven zóó volkomen onthecht aan al
het aardsche en zóó smetteloos van
ziel waren, dat zij zonder de uitboeting van
het vagevuur naar den Hemel zijn gegaan.
Letwel: de Kerk verklaart dat niet.
We kunnen dus wel redelijk veron
derstellen, dat zij door hun heilig
leven op aarde of door den marteldood him
tijdelijke straffen, die zij voor hun fouten
en tekortkomingen nog moesten ondergaan,
hebben uitgeboet, maar volkomen ze
kerheid hebben wij hierover niet. Het
is dus mogelijk, dat er Heiligen in den
Hemel zijn, die, zij het dan voor korten tijd,
de straffen van het vagevuur hebben on
dergaan. Verder kunnen we niet gaan.
Van sommige Heiligen wordt wel eens
beweerd, dat zij, om zoo te zeggen, door
het vagevuur heen den Hemel zijn
binnengegaan. Dit is een bewering zonder
grond, want God heeft ons daaromtrent
geen enkele openbaring gegeven, en zon
der die openbaring kunnen we dat niet we
ten.
Vraag 183. Wat voor nut heeft het leven
van een krankzinnige voor de eeuwigheid?
Antwoord. U had evengoed kunnen vra
gen: wat voor nut heeft het leven
een klein kind voor de eeuwigheid.
Want de volkomen krankzinnigen zijn ge
heel gelijk te stellen met de kinderen, die
nog niet tot de jaren des onderscheids zijn
gekomen. Zoolang dus een krankzinnige op
aarde is, kan hij geeen zedelijk goede of
slechte daden stellen, waarvoor hij beloo
ning of straf zou verdienen. Terstond na
den dood heeft de ziel van den krankzin
nige het volle gebruik van haar geestelijke
vermogens, verstand en wil, terug; was hij
gedoopt, dan gaat die ziel terstond
naar den Hemel; was hij niet ge
doopt, dan, evenals de ziel van het on
gedoopte kind, naar een plaats van n a-
t u u r 1 ij k geluk, en blijft met God
vereenigd door de natuurlijke kennis en
liefde.
Dit geldt natuurlijk alleen van iemand,
die geheel zijn leven, van zijn ge
boorte af, in ieder geval vóór de jaren des
onderscheids, volkomen krankzinnig is ge
weest.
Wanneer iemand op lateren leef
tijd door die ziekte wordt getroffen, dan
Bruin staat sportief.
Alleen AMILDA-zonnebruimcrême bevat
Pigmentol dat Uw huid,, óók bij geen zon
direct mooi bruint en zonnebrand voorkomt.
Flacon 90 ct. Tube 60ct. Doos 50 en 25 ct.
4354
GEMENGDE BERICHTEN
hij alleen verantwoordelijk voor de da
den, die hij vóór zijn krankzinnigheid
heeft gesteld, en wordt hij naar die daden
beloond of gestraft. Zijn al die verdere
levensdagen gedurende zijn krankzinnig
heid dan geheel nutteloos? Dit
is maar betrekkelijk, d. w. z. in zooverre
hij dan geen nieuwe verdiensten meer kan
verzamelen voor den Hemel, evenmin als
hij strafbare daden kan stellen. Maar a b-
s o 1 u u t nutteloos is hem dat leven niet.
Op de eerste plaats mogen we
niet vergeten, dat de mensch is geschapen
tot verheer lij king van God;
ook de mensch, die van het gebruik der
rede is beroofd, blijft God verheerlijken,
ook al kan hij dat niet doen op de wijze
der redelijke schepselen.
Op de tweede plaats moeten
we de krankzinnigheid beschouwen gelijk
iedere andere lichamelijke ziekte, als een
t ij d e 1 ij ke ramp. En dan weten we,
dat God het lijden overzendt of het toe
laat tot verheerlijking van Zijn Naam en
het welzijn van den mensch. Hoe nu de
krankzinnigheid in ieder afzonderlijk ge
val een weldaad van God kan zijn, kun
nen wij niet achterhalen, omdat wij met ons
nietige verstandje Gods wegen niet kun
nen nagaan, en Zijn bedoelingen niet kun
nen doorschouwen.
God kan natuurlijk de krankzinnigheid
gebruiken als straf voor de zonde: even
als hij den onboetvaardigen zondaar kan
slaan met den plotselingen dood, evenzeer
kan hij hem straffen met de krankzinnig
heid. Maar Hij, die behalve een rechtvaar
dige God evenzeer een liefdevolle Vader
is. kan ook deze ziekte der krankzinnigheid
gebruiken om dengene, die erdoor getroffen
wordt, te sparen voor veel andere ellende
en misschien wel voor het grootste van
alle rampen: de zonde, en om degenen, die
dikwijls nog zwaarder getroffen worden:
ouders, kinderen, zijn huisgenooten, door
deze zeer zware beproeving de deugd van
geduld en onderwerping aan Zijn Heiligen
Wil te leeren.
Vraag 184. Kan een katholieke man, die
gescheiden leeft van zijn vrouw, zijn plich
ten waarnemen?
Antwoord. Ieder lezer zal wel begrijpen,
wat hier bedoelt wordt met de woorden:
„zijn plichten waarnemen";
ieder normaal mensch moet „zijn plicht
waarnemen, vervullen", maar in deze
vraag heeft dit een bizondere beteekenis:
kan zoo iemand de heilige Sacra
menten (Biecht en Communie) ont
vangen.
Bovendien begrijpt ieder, dat het hier
niet gaat over de „echtscheiding in den
strikten zin van het woord, welke de
Kerk niet kent in het voltooide huwelijk
van twee katholieken, maar over een
bepaald soort van „schei-
d i n g", waarbij de huwelijksband blijft
bestaan, maar waarbij man en vrouw om
zekere redenen niet meer samenwonen,
de zoogenaamde „scheiding van tafel en
bed."
In onze artikelenreeks over de Huwelijks
wetgeving der Katholieke Kerk hebben we
ook over deze soort van „scheiding" ge
sproken (zie L. C. 25 Sept. 1936), en ge
zien, dat er werkelijk redenen kunnen aan
wezig zijn, om welke een dergelijke schei
ding gewettigd is.
Het verlof daartoe wordt gegeven door
den Bisschop, en ook wel, voor een tijd
van enkele maanden, door den Deken.
Wanneer zulk een verlof is gegeven, is men
gewettigd buiten huwelijksgemeenschap te
leven, en kan men dus ook tot de H. Sa
cramenten naderen.
Wanneer de redenen tot deze scheiding
werkelijk ernstig zijn (b.v. in geval van
echtbreuk) is het zelfs geoorloofd uit eigen
beweging gescheiden te gaan leven. Men
mag dan echter niet in het openbaar (dus
wel in een stad of kerk, waar men niet be
kend is) tot de Sacramenten naderen, vóór
dat men verlof van de Kerkelijke Over
heid heeft tot de scheiding. Dit laatste
dient om ergernis te voorkomen.
De aanleg van de nieuwe begraafplaats
m de Verlengde Aarkade een werk,
waarin een groot aantal steuntrekkenden
geruimen tijd arbeid heeft gevonden na
dert zijn voltooiing.
Vraag 185. Mogen de romans van Courths
Mahler door iedereen gelezen worden.
Antwoord. Met de werken van deze
schrijfster kan men een behoorlijke boe
kenkast vullen. Het is daarom ondoenlijk,
om in bizonderheden te treden, en van elk
werk afzonderlijk aan te geven, voor welke
klasse van personen het geschikt is.
In het algemeen kan men zeg
gen, dat haar werken zedelijk onschade
lijk zijn; gaan we ze groepeeren, dan vin
den we er een tiental bij, die voor ieder
een geschikt zijn; de overige zijn alleen
geschikt voor rijpere lezers, en veronder
stellen zedelijke voorlichting.
Twee opmerkingen moet ik
hierbij maken.
Ten eerste: ik kan niet veronderstellen,
dat U deze werken persoonlijk wilt aan
schaffen: men „verrijkt" zich er heusch
niet mee: daarvoor is haar werk te onbe
duidend. Dus gaat U ze huren bij een uit
leenbibliotheek. Maar dan wijs ik U nog
eens, niet voor de eerste maal, op
het groote nut, zoo niet de noodzakelijk
heid, van onze eigen Roomsche bibliothe
ken! Daar, en daar alleen, vindt U de
noodzakelijke controle, en worden aan de
huurders uitsluitend boeken geleend, die
voor hen geschikt zijn.
Ten tweede: ook al is een boek van
AANGEREDEN AUTO DOOR TRAM
GERAMD.
Gisteren gebeurde op den weg Sneek
Bolsward bij IJsbrechtum een gecompli
ceerd verkeersongeluk. Uit de richting
Bolsward kwam een Friesche auto, terwijl
uit de richting Sneek een twee persoons
auto, afkomstig uit Zuid-Hólland, nader
de. Béide auto's kwamen, vermoedelijk
door onvoldoende uitwijken, met elkaar in
botsing. De Hollandsche auto sloeg over de
tramrails en kwam nög halverwege tegen
een hek tot stilstand. Terwijl omwonenden
bezig waren de trambaan weer vrij te ma
ken, kwam uit de richting Sneek een mo
torwagen van de tramwegmaatschappij.
Door geroep en gebaren trachtte men den
bestuurder te waarschuwen en de tram té
doen stoppen, wat niet gelukte, mede om
dat de rails door den regen glad waren
geworden, zoodat de -remmen niet goed
werkten. De wagen reed tegen de auto op,
welke aan den zijkant geheel werd inge
deukt, en ontspoorde. Persoonlijke onge
lukken kwamen niet voor.
ARBEIDER DOOR EEN TREIN
GEGREPEN.
Bij de spoorwegwerken te Utrecht is gis
termiddag nabij de Jeremiebrug een arbei
der door een trein gegreepn. De smid J. K.
wilde eenige voorwerpen van den grond
oprapen, toen een trein voor de richting
's-Hertogenbosch naderde. Hij kwam te
dicht bij de spoorlijn, zoodat de trein, die
hier in verband met deze werken lang-
zaam reed, hem in den rug raakte. Het ge
volg was, dat hij door de schok met zijn
hoofd tegen een stapel ijzeren palen te
recht kwam, waardoor hij ernstig werd ge
wond.
WACHTMEESTER DER KONINKLIJKE
MARECHAUSSÉE VERDRONKEN.
De wachtmeester der Koninklijke mare
chaussee P. v. d. D. té St. Anna Parochie
was Dinsdagochtend naar. Berlikum gegaan,
waar hij op de kermis dienst gedaan had
Sindsdien had men ondanks alle nasporin-
gen niets meer van hem vernomen, totdat
men Woensdagavond, zijn lijk in de Noor-
derleeg vond. De overledene laat een vrouw
en twee kinderen achter.
FELLE BRANDEN TE ROTTERDAM.
Zolderverdieping van cartonnagefabriek
geheel uitgebrand.
Gisternamiddag omstreeks kwart over
zes is door tot nog toe onbekende oorzaak
brand ontstaan in de „Cartonnagefabriek
Rotterdam", gelegen in de Delftschestraat
te Rotterdam.
Men zag rookwolken opstijgen en kort
daarna sloegen de vlammen uit de zolder
verdieping fel naar buiten. Zware rook
kolommen baanden zich een uitweg en tot
ver in den omtrek was het te zien, dat er
een zware brand woedde.
De brandweer rukte onmiddellijk met
groote materiaal uit en het is mede aan
haar snel ingrijpen te danken, dat deze
brand ten slotte nog zoo snel bedwongen
kon worden. Het vuur vond in de licht
brandbare artikelen op de zolderverdieping
gretig voedsel en in, een minimum van tijd
stond de geheele verdieping in lichter laaie.
Er was op dat moment niemand van het
personeel meer in het pand aanwezig.
De brandweer kon het vuur doortastend
bestrijden, omdat de :cartonnagefabriek, die
ver naar achteren op het voormalige han
delsterrein aan de Delftschestraat ligt, aan
alle zijden vrij van de omliggende huizen
staat, zoodat men zoowel van de zijde
de Delftschestraat, als van de zijde van de
Poortstraat, de vuurzeer kon aantasten.
Van de twee motorspuiten heeft er
slechts één dienst behoeven te doen en wel
met drie stralen. Bovendien waren er nog
deze schrijfster niet slecht of zelfs niet ge
vaarlijk, toch schuilt er een gevaar in het
achtereen verslinden van he
eene boek na het andere.
Want haar romans zijn alle geschreven in
een totaal neutrale sfeer. De gewichtige
levensomstandigheden en gebeurtenissen,
huwelijk, geboorte, dood, worden alle al
leen bezien en belicht van de natuurlijke
zijde, en iedere gedachte aan God en het
goddelijke is hier zoek. Nu is het wel waar,
dat men geen romans uitkiest voor geeste
lijke lezing, maar als men zijn geest ver
zadigt door het voortdurend lezen van deze
neutrale lectuur, loopt men groot gevaar
zelf ook, ongemerkt en onbewust, af te
zakken tot die neutrale sfeei\ Men zal niet
met zooveel woorden zeggen: zonder God
en godsdienst kan ook wel geluk bestaan,
maar door het aanhoudend lezen van der
gelijke lectuur wordt deze idee sterk be
vorderd.
Correspondentie-adres: Mr. A. Diepen
brock, pr. Seminarie, Hageveld, Heem
stede.
DE NIEUWE ALGEMEENE BEGRAAFPLAATS
TE ALPHEN a. d. RIJN
Nog twee h drie maanden, noodig voor
den bouw van de aula, en de nieuwe be
graafplaats zal in gebruik kunnen worden
genomen.
i?ijf stralen gerequireerd van slangenwa
gens.
Een oogenblik heeft men nog gevreesd,
dat het geheele pand een prooi der vlam
men zou worden, maar aangezien de zolder
van de andere verdiepingen is gescheiden
een zwaren betonnen vloer, is zulks
toch niet het geval geweest. Wel zijn het
dak en de schoorsteen ingestort. Doordat
de brandweer groote hoeveelheden water
het vuur wierp, kon uitbreiding naar de
belendende panden voorkomen worden.
Tegen zeven uur kon men met de nablus-
sching beginnen. De zolderverdieping is to
taal uitgebrand, terwijl de benedenverdie
pingen veel waterschade hebben gekregen.
Brand in een pakhuis.
Hedennacht te ruim 1 uur is brand ont
dekt op de bovenverdieping van een pak
huis gelegen aan den Boerensteiger te Rot
terdam, dat voor wat het bovengedeelte
betreft, in gebruik is bij de firma H. H. de
Klerk, handel in tapijten, gordijnen, meu
belen en aanverwante artikelen.
De brand werd ontdekt door een nacht
waker, die vuur zag in het bovengedeelte
van het pakhuis,dat als atelier gebruikt
wordt.
brandweer rukte daarop voor de
tweede maal binnen zeven uur met groot,
materiaal uit en wel met twee motorspui
ten en de automatische ladder. De eene
motorspuit werkte aan de Hoo gsf raatzij de
tot waar het hooge pand van de firma de
Klerk doorloopt, met twee stralen, terwijl
de andere motorspuit aan den kant van
het Boerensteiger het vuur bestreed, even
eens met twee stralen waarvan er een via
den automatischen ladder werd geleid.
Inmiddels was het electrische tramnet
reeds gedeeltelijk stroomloos gemaakt.
Dank zij het krachtdadig optreden van de
brandweer is de vuurzee, welke vooral in
den aanvang fel naar buiten laaide, tot het
atelier beperkt gebleven.
Aangezien het pakhuis een zelfstandig
pand is en slechts enkele kleinere verbin
dingen met het hoofdgebouw heeft, welke
bovendien door zware ijzeren branddeuren
beschermd zijn, is er weinig gevaar geweest
voor het overslaan van het vuur naar het
groote pand, te meer, omdat bovendien
drie stralen van de slangenwagens groote
watermassa's op de vuurzee wierpen. Zoo
doende had de brandweer het vuur vrij
snel onder den knie.
Het atelier en een deel van het dak
brandde evenwel uit.
De beneden gelegen verdiepingen van
het pakhuis hebben eenige waterschade
opgeloopen.
De oorzaak van den brand is tot nog toe
onbekend. Buren hebben echter verklaard,
dat zij na middernacht nog in het pand
hebben hooren loopen. Dit is betrekkelijk
niets bijzonders, want gedurende de laat
ste weken zijn schilders bezig geweest om
het pakhuis aan de buitenzijde wat op te
knappen en blijkbaar hebben zij verschil
lende malen ook des nachts daaraan ge
werkt. Naar een en ander wordt door de
politie een onderzoek ingesteld.
SCHUUR EN WOONHUIS AFGEBRAND.
Gisteren is door onbekende oorzaak
brand ontstaan in de schuur achter de wo
ning van den landbouwer P. F. Schamp te
Balgoy. De schuur, tot den nok gevuld met
hooi en stroo, stond weldra in lichte laaie.
De krachtige wind dreef de vonken naar
het woonhuis, waarvan het rieten dak
spoedig vlam vatte. Een gedeelte van de
inboedel werd gered. Verdere pogingen
moest de brandweer staken, daar het vuur
steeds grooter afmeting aannam. Alles
brandde tot den grond af. Verzekering dekt
de schade.
Waarschijnlijk is G., aldus het „Vad.",
het slachtoffer geworden van een overval
met roof, want een aanzienlijk bedrag aan
geld, dat hij voor zijn patroon bij zich had,
was geheel verdwenen. Er wordt een on
derzoek ingesteld. G. is op dokters advies
per auto naar het St. Elizabethsziekenhuis
overgebracht ter observatie.
HET GELUK VAN TWEE SPIJBELAARS.
Op hun zwerftocht vinden ze een
portefeuille met 160 gulden.
Een veertienjarige scholier van een am
bachtsschool te Rotterdam kon het binnen
de wanden van de school niet langer uit
houden. Hij verzekerde zich eenige dagen
van vrijheid door te gaan spijbelen. De jon
gen zwierf door de stad en op een van zijn
zwerftochten ontmoette hij een twaalfja
rig jongetje, dat zich evenzeer frauduleus
eenige vrijheid verschaft had door een
dagje van de lagere school weg te blijven,
meldt de „Tel.".
Samen hebben zij toen het fortuin in
den schoot geworpen gekregen. Samen
hebben zij het grootste avontuur van hun
jonge leven ontmoet, dat hen tevens op
den rand van de misdaad bracht. Zij von
den op de markt een portefeuille en toen ze
de portefeuille openden, bleek, dat ze een
kostbaren schat gevonden hadden. Een on
gekende hoeveelheid bankpapier hielden de
knaapjes in hun handen: 160 gulden wa
ren ze op eenmaal rijk.
Nu kónden ze him vrijheid vieren, want
in hun vrijheidsroes dachten ze er niet aan
de vondst naar de politie te brengen.
Hun eerste zorg was het groote geld klein
te maken. Een pond bananen hielp het pa
pier verzilveren, maar guldens zijn nog
groote geldstukken voor zulke jongens en
om wat munten, die meer in overeenstem
ming zouden zijn met hun levensstandaard
te krijgen, kochten ze wat sigaretten en
OVERVAL MET ROOF?
Te Amersfoort is Woensdagavond laat
in Birkhoven op het rijwielpad de 18-jarige
G. bewusteloos gevonden naast zijn fiets.
Toen hij weer tot bewustzijn was geko
men, kon hij zich niets herinneren van de
wijze, waarop en hoe hij daar kwam te
liggen.
Inmiddels waren ze in de binnenstad te
recht gekomen en nu lokten de bioscopen.
Bedremmeld en toch trotsch kochten ze een
plaats in een groote-menschen-bioscoop,
maar toen ze de film hadden gezien, voel
den ze zich bekocht. Ze zochten toen troost
in de Cineac en daar hebben ze beter ge
noten dan van het drama, dat ze in de bios
coop te zien hadden gekregen.
Op hun weg naar huis, passeerden ze
de brug over de Rotte bij de Karnemelks-
haven. Daar begonnen de vele guldens hun
te zwaar in de zakken te wegen. Ze bleven
wat staan turen in den zomeravond en op
eenmaal plonsden de guldens in het wa
ter. Ze moesten hun geld kwijt, want pa
pier kan je wel verbergen, maar geldstuk
ken rammelen zoo in je zak.
Niet al te lang na schooltijd kwamen de
heertjes thuis om te eten. Maar 's avonds
hadden ze opnieuw afgesproken. In den
avond huurden ze een kano waarmee ze
zijn gaan spelevaren op den Kralingschen
Plas.
Die eene dag van rijkdom en vrijheid zou
door geen anderen worden gevolgd, want
de vader van de ambachtsscholier vond
thuis een brief van den directeur der
school, waarin gevraagd werd waar zijn
zoon toch bleef. Dagenlang was hij al niet
op school geweest. De directeur had eiken
dag geschreven, maar eiken dag had zoon
lief de brieven onderschept, tot er een aan
zijn aandacht ontglipte. Nu toog de vader
met den zoon naar school en daar werd de
tasch van den scholier eens nader bekeken.
De verbazing van vader en directeur was
niet gering, toen er honderdveertig gulden
aan bankpapier voor den dag kwam.
De scholier vertelde nu van zijn vondst
en zijn uitje met zijn kameraadje van de
lagere school. Het bleek toen ook, dat het
kameraadje tien gulden van hem had ge
kregen. Deze werden in de woning van
den jongen gevonden. De politie heeft den
eigenaar van de portefeuille, die inmiddels
was komen klagen, zijn honderd vijf tig gul
den ter hand gesteld. De man was zoo ver
heugd, dat hij toch een groot deel van zijn
geld terug had bovendien was hij van
plan geweest om tien gulden uit te loven
voor den vinder dat hij de politie ver
zocht van de zaak verder geen werk te
maken. De vrijheidlievende jongens zijn er
1 nu met een berisping afgekomen.