ZATERDAG 19 JUNI 1937
DE LEIDSCHE COURANT
VIERDE BLAD - PAG. 15
RECHTZAKEN
HAARLEMSCHE RECHTBANK.
Voortgezet werd do zaak tegen den 19-
jarigen gedetineerden timmerman B. G. K.
uit Haarlemmermeer, die op 8 April
terecht heeft gestaan wegens diefstal van
ijzeren laschplaten te Haarlemmerliede en
Spaarnwoude ten nadeele van de N. Z. H.
T. M. De officier van justitie had tegen ver
dachte geëischt op 8 April 6 maanden ge
vangenisstraf met aftrek van voorarrest.
Over verd. was een reclasseeringsrap-
port uitgebracht. Thans eischte de officier,
gezien het gunstig reclasseeringsrapport,
6 maanden gev. straf waarvan 4 maanden
onvoorwaardelijk en 2 maanden voorwaar
delijk met aftrek van preventief een
proeftijd van drie jaar en onder
toezichtstelling der Reclasseering.
Vonnis 24 Juni.
Gistermiddag stond voor de Haarlem-
sche Rechtbank terecht de 37-jarige gros
sier J. F. S. uit Rijnsburg, wien bij
dagvaarding ten laste was gelegd, dat hij
op 12 Nov. 1936 te Velsen dronken een
auto heeft bestuurd, terwijl tijdens het
plegen van dit feit nog geen 2 jaar waren
verloopen sedert een vroegere veroordee
ling wegens gelijke overtreding.
Verd. was door den kantonrechter te
Haarlem op 8 Februari j.l. veroordeeld tot
2 weken hechtenis met ontzegging van 2
jaren om motorrijtuigen te besturen. Van
dit vonnis was verdachte in hooger beroep
gekomen, het vonnis van den kantonrech
ter werd bevestigd. Hiertegen kwam ver
dachte in verzet.
Het onderzoek is toen aangehouden.
De Officier van Justitie eischte bevesti
ging van het vonnis van de Rechtbank te
Haarlem d.d. 20 Mei 1937 (conform uit
spraak kantonrechter).
Op 24 Juni zal de Rechtbank uitspraak
in deze zaak doen.
KANTONGERECHT
TE ALPHEN AAN DEN RIJN.
De overweg te Boskoop.
Allereerst werd door den deurwaarder
afgeroepen de aangehouden zaak tegen V.
uit Zoetermeer, die thans niet aan
wezig was, betreffende de aanrijding door
hem veroorzaakt aan den onbewaakten
overweg der spoorwegen te Boskoop. Deze
zaak was aangehouden tot het hooren van
den overwegwachter Z. Mandenmaker te
Boskoop, die in opdracht van de gemeente
Boskoop, het verkeer en publiek door mid
del van een witte vlag of bij avond door
middel van een ;oode lamp waarschuwt
als een trein nadert. Verdachte had zich op
deze bewaking beroepen ten ter verdedi
ging aangevoerd dat de overwegwachter
ten tijde der aanrijding niet had gewaar
schuwd en tegen een muur stond met de
vlag opgerold. Getuige de overwegwach
ter dus beweerde de vlag bij een punt
te hebben vastgehad doch niet opgerold;
duidelijk zichtbaar was de vlag dus niet.
Op desbetreffende vragen van ambtenaar
en kantonrechter antwoordde getuige, dat
hij geen instructie betreffende de bewaking
heeft, doch in zijn contract staat, dat hij
moet waarschuwen voor de naderende trei
nen volgens de aangegeven dienstregeling,
terwijl hij voorts tusschen tijds mag wer
ken. Van rangerende of tusschen-treinen
krijgt hij evenwel geen bericht, zoodat hij
hier niet voor kan waarschuwen. Ambte
naar en kantonrechter vonden deze bewa
king derhalve zeer gevaarlijk en onvol
doende, daar de kans bestaat dat men door
een goederentrein dan b.v., die op de
dienstregeling niet staat aangegeven, wordt
aangereden. Ten slotte vertoonde de over
wegwachter het tusschen hem en de ge
meente Boskoop oestaande contract, hier
uit bleek echter dat hij voor alke trein
moet waarschuwen; doch getuige bleef er
bij, dat hij van rangeerende treinen of z.g.
voor- of tusschentreinen geen kennis krijgt
en hiervoor derhalve niet kan waarschu
wen. Bovendien komt het voor dat de
„Sik", aldus getuige een goederentrein
die men algemeen te Boskop zoo aan
duidt die meest kwart over 10 arriveert,
soms ook wel eens reeds om half tien
komt. Dan zult u den geheelen dag bij den
overweg moeten blijven was de meening
van ambtenaar en kantonrechter, doch ge
tuige beweerde geen bericht te krijgen en
dat hij tusschentijds mag werken, als geen
treinen komen die op de dienstregeling
staan. De kantonrechter en ambtenaar ga
ven getuige derhalve in overweging zich
hieromtrent te verstaan met het gemeen
tebestuur omdat, zij den toestand, als door
getuige geschetst, hoogst gevaarlijk vinden.
Gelet op deze situatie werd verdachte, die
vertrouwd heeft op de bewaking van den
weg schuldig verklaard, zonder oplegging
van straf.
De vleeschwet.
C. v. d. L. te Alph e n, die reeds
meer voor een dergelijke aangelegenheid
werd veroordeeld, had zich thans opnieuw
te verantwoorden wegens overtreding der
vleeschkeuringswet. De hulpkeurmeester
v. K. thans als getuige gehoord en den
agent van politie D. hadden bij verdachte
ongekeurd kalfsvleesch aangetroffen en in
beslag genomen. Verdachte die vrij onver
schillig deed, beweerde dat zulks was be
stemd voor varkensvoeder, wat de amb
tenaar deed opmerken: En dan het ge
deelte gehakt etc., dat in een pan was aan
getroffen? Verdachte: Had ik gekocht bij
Siera te Leiden. Ambtenaar noch kanton
rechter achtten zulks echter geloofwaar
dig gelet op vroegere veroordeelingen. De
eisch luidde dan ook 100 subs. 50 d.; ver
oordeeling 60 subs. 30 d. met vernietiging
van het in beslag genomene.
,A. KI. te A 1 p h e n, die als autobestuur
der achter een stilstaande auto vandaaft
was gereden onder Nieuwerbrug was daar
door in aanrijding gekomen met een uit
tegenovergestelde richting komende auto.
Eisch en veroordeeling 5 subs. 5 d.
H. T. boomkweeker te A1 p h e n, ex
ploitant van een verz. plichtig bedrijf in
den zin der Ongevallenwet, had niet op de
voorgeschreven wijze aangifte gedaan en
zich raar gedragen tegen een ambtenaar
van den Raad van Arbeid. De ambtenaar
achtte de houding van verdachte onjuist
en vorderde een geldboete van 8 subs.
8 d.; veroordeeling conform.
M. L., expediteur te Nieuwkoop, had
bij avond zijn vrachtauto dwars over den
weg geplaatst bij het lossen van varkens
en de wagen niet behoorlijk verlicht, de
autobestuurder v. D. was daardoor tegen
den wagen gereden. Verdachte beriep er
zich op, dat v. D. snel had gereden en deze
zijn wagen gemakkelijk had kunnen zien,
terwijl voorts iemand door hem op den
weg was geplaatst met een zaklantaarn.
Ambtenaar en kantonrechter vonden zulks
echter gevaarlijk. Eisch en veroordeeling
10 subs. 10 dg.
Ongemerkte boter.
F. v. d. M. te A1 p h e n, zich uitgevende
voor handelaar in zuivelproducten had 12
pakjes boter vervoerd, zonder dat dezen
waren voorzien van de voorgeschreven
merken Verdachte beweerde zelf de bo
ter te hebben gekocht en niet te hebben
geweten of te hebben gekeken.dat de ze
gens ontbraken, voorts beweerde hij dat er
verschillende winkeliers ook ongestem
pelde boter verkoopen, wat de ambtenaar
deed opmerken: daarom hebben wij hier
zooveel te doen! In zijn requisitoir vond
de ambtenaar het zeer eigenaardig, aldus
zijn overweging, dat een handelaar in de
ze producten eerst na 5 jaar tot de weten
schap zou komen dat de boter gezegeld
moet zijn, gelet echter op de omstandig
heid dat verdachte nimmer eerder is ver
oordeeld, vorderde hij een geldboete van
40 subs. 20 d. Veroordeeling 30 subs. 15
dagen met verbeurdverklaring der in be
slag genomen boter.
H. T. uit B o d e g r a v e n was hier voor
hetzelfde feit in deze gemeente aangehou
den en verbaliseerd. Hij had de boter in
zijn auto verstopt in een ruimte onder den
bodem der auto. Verdachte beweerde zulks
te hebben gedaan om de boter koel te hou
den, daar zij anders gauw slap en pappe
rig is en als men de zegels er niet afhaalt,
dit dan door de boter zakt. Verdachte bleek
reeds eerder te zijn verbaliseerd en toen
te hebben geschikt voor 15 en 50. De
ambtenaar vorderde thans 100 subs. 50 d.;
veroordeeling 75 subs. 25 dagen met ver
beurdverklaring der in beslag genomen bo
ter.
Een „pest"-varken in den Rijn.
B. v. Zw. te A1 p h e n had een gestor
ven varken niet aangegeven, doch het ca
daver in den Rijn gegooid, terwijl het
beest vermoedelijk aan pestziekte was ge
storven; althans zijn andere hem toebe-
hoorende varkens, die naar het abattoir te
Bodegraven werden vervoerd, eveneens af
gekeurd voor deze ziekte. Verdachte be
weerde dat tusschen deze aflevering en
het deponeeren van het cadaver in den
Rijn reeds 3 weken was verloopen; als re
gel worden de cadavers begraven, doch
daar de grond hard was, had hij zulks thans
in het water gedeponeerd. De ambtenaar
vond dit hoogst gevaarlijk gelet op het be
smettingsgevaar. ^isch 25 subs. 15 dagen
Veroordeeling 20 subs. 10 d.
G. L. uit Aarlanderveen had zon
der vergunning een schuur gedeeltelijk als
woning en slaapgelegenheid ingericht; ver
dachte zeide, dat hij een zoon bij hem in
had wonen, die om financieele redenen geen
wening kon huren. Eisch en veroordeeling
2 subs. 2 d.
Verkeersdelicten.
J. Kr. te A1 p h e n had geen gevolg ge
geven aan het verkeersteeken van den
betrokken verkeersagent en was door het
stopbord gereden; verdachte beweerde hier
in geen erg te hebben gehad, doch dit hielp
hem niet. Veroordeeling 2 subs. 2 d.
J. Gr. te A1 p h e n, die zonder fietsbel
had gereden en beweerde armlastig te zijn
en geen geld voor een nieuwe bel te heb
ben gehad, werd veroordeeld tot 1 subs.
1 d
P. J. te A1 p h e n, die zonder licht had
gereden waardoor een aanrijding op den
Heerenweg was veroorzaakt werd veroor
deeld tot 5 subs, 5 d.
Beurzen.
S. de J., C. v. D. en H. Sch. uit Al
phen hadden zich op honderlijke wijze
opgehouden voor het winkelperceel van de
firma Werneke. Verdachten ontkenden te
zijn gewaarschuwd. De verbalisant even
wel hield vol ongeveer een half urn* daar
voor te hebben gewaarschuwd behalve v.
D., deze stond er echter later ook bij. De
ambtenaar wees er nog eens uitdrukkelijk
op dat het is verboden zich op hinderlijke
wijze voor winkelperceelen op te houden
of te blijven stil staan. Eisch en veroor
deeling ƒ1 subs ld.
J. v. VI. te A1 p h e n had 2 paarden op
door K. gehuurd grasland laten loopen.
Verdachte beweerde dat de huurder K.
het hek dan maar niet open moest laten
staan en het een publieke weg betrof. De
huurder K. beweerde evenwel dat de weg
alleen voor de ingelanden van den polder
is en geen publieke weg. Eisch 3 subs.
3 d. Veroordeeling conform. Huurder had
zich civiele partij gesteld voor 32.50, doch
daar dit bedrag door verdachte werd be
twist, kon deze vordering niet worden toe
gewezen en zal huurder die afzonderlijk
in moeten stellen.
J. Sch. te A1 p h e n had zich met nog
3 kameraden in de van Mandersloostraat
te Alphen hinderlijk opgehouden in een
winkelportiek althans had hij stilgestaan
wat verboden is. Verdachte verklaarde
even met een tweetal dames te hebben ge
praat en niemand te hebben gehinderd; in
tegendeel was de politie uit haar rol geval
len en had deze hen onzedelijke taal toe
gevoegd, waardoor Sch. zich beleedigd ge
voelde. Veroordeeling 1 subs 1 d.
Politiek.
C. PI. uit Noorden had zonder ver
gunning van den burgemeester op zijn erf
een auto toegelaten met een daarin of
daarop gestelde geluidsinstallatie waarbij
door middel van gramofoonplaten een po
litieke rede van de N. S. B. werd uitge
sproken. Verdachte meende dat hier van
geen publieke vermakelijkheid sprake was
en" hij zich hiertegen wel niet had verzet
doch geen toestemming had gegeven en
hij op het betrokken erf niet alleen eige
naar was, doch ook nog een buurman. Hij
meende zich dan ook niet aan art. 70 van
het wetb. v. strafrecht te hebben schuldig
gemaakt, wat de ambtenaar deed opmer
ken, dat niet art. 70 doch art. 125 ten laste
was gelegd. Eisch en veroordeeUng f 5
subs. 5 d.
Een viertal jongelui v. d. W„ L., H. en
B. te A 1 p h e n hadden in vereeniging
verkiezingsplamfletten der N. S. B. ge
plakt op een lantaarn en hek in de van
Boetselaerstraat. L. bleek de biljetten te
hebben ontvangen van een broer uit Den
Haag; v. d. W. zou heben geplakt en H.
aanwijzing hebben gegeven. Deze laatste
beweerde echter, dat zulks niet het geval
was en hij toevallig was komen aanloopen.
De verbalisant hield zich bij zijn verbaal.
Voor H. vroeg de ambtenaar vrijspraak en
tegen het andere trio 5 subs. 5 d. Ver
oordeeling conform met vernietiging van
het inbeslag genomen materiaal.
LAND- EN TUINBOUW
AFZET VAN VROEGE AARDAPPELEN.
De laatste regeling van de Ned. Groen
ten en Fruitcentrale ten opzichte van den
afzet van vroeger aardappelen komen
neer op het volgende:
Het veilen van kriel is vrij. Voor zoo
ver men het kriel nog wenscht te veilen
moet een ophoudprijs van 1.per 100
K.G. gehandhaafd blijven. Bij doordraaien
wordt geen vergoedingsprijs gegeven.
De te veilen aardappelen moeten vóór
de veiling worden gekeurd. Er zijn goe
de, afwijkende en afgekeurde. Afgekeurde
mogen niet worden geveild. Voor afwij
kende aardappelen wordt een vergoe
dingsprijs betaald van 4.50 voor groote
en 1.50 voor-Drielingen per 100 K.G.
Aardappelen die doordraaien moeten
den volgenden dag opnieuw worden ge
veild. Draaien ze voor de tweede maal
door dan moeten ze door den teler wor
den ingekuild, en wel goede en afwijken
de afzonderlijk.
Voor de in te kuilen aardappelen die
gezond moeten zijn, mag voorloopig 50
pet. van den vastgestelde vergoedingsprijs
worden uitbetaald; de andere 50 pet. plus
50 ct. bewaarloon per 100 K.G. zal bij af
name dezer aardappelen worden vergoed.
De telers zijn verplicht de ingekuilde
aardappelen zorgvuldig te bewaren, ter
wijl de geheele hoeveelheid onvermin
derd ter beschikking van de Centrale
moet blijven en op eerste afroep geleverd
moet worden.
De eventueel doorgedraaide drielingen
moeten op het veilingterrein afgeleverd
worden onder toezicht van het veiling-
bestuur.
Alle op tuinbouwteeltvergunning ge
teelde vroegé aardappelen of vervroegde
Eigenheimers geteeld op tuinbouwteelt
vergunning moeten worden geveild, ook
die van telers-handelaars.
Tuinders en telers-handelaars dienen
van een en ander goede nota te nemen.
Met ingang van 21 Juni gelden de volgen
de bepalingen voor den verkoop van vroege
aardappelen: de prijzen voor Groep A,
Eerstelingen enz. zijn als volgt:
Groote f 6.vergoedingsprijs voor in
kuilen 3.per 100 K.G.
Bonken idem als groote. Bonken afwij
kend vergoedingsprijs inkuilen 2.
Drielingen 2.vergoedingsprijs bij
doordraaien 2.
Drielingen afwijkend 2.vergoedings
prijs bij doordraaien 1.
Kriel ophoudprijs 1.zonder vergoe
dingsprijs bij doordraaien.
De maat is voor bonken 50 m.M. en op,
Groote 36 tot 55 m.M. Drielingen 2838
m.M. Kriel beneden 28 m.M.
WENKEN VOOR IEDERE MAAND.
TWEEDE HELFT VAN JUNI.
Tuinwerkzaamheden.
Een gewichtig deel van de verpleging van
een groentebed bestaat in het reinhouden
van onkrpid. Men moest er meer toe ko
men het onkruid te beschouwen als een
soort van opbrengst, want dat is het werke
lijk, d.w.z. uitgewied en op een hoop gedra
gen. Iemand zei me eens: „Wanneer ik voor
een hoop onkruid sta, dan bereken ik altijd,
hoeveel meer nu de tuin kan opbrengen aan
verschillende groenten, en ik troost me er
dus mee, dat het wieden nog niet geheel
UIT HET LAND DER
KOPPENSNELLERS
(NOORD-BORNEO)
WAARIN HUN GELOOF OMTRENT DE
MENSCHELÏJKE ZIEL EN HAAR
HIERNAMAALS BESCHREVEN WORDT.
Het lot der onbeweenden.
Zoolang de afgestorvene nog niet vol
doende door de verwanten beweend is,
willen de bewoners van de onderwereld
hem nog niet erkennen en met hem sa
menwonen en heeft hij dus 'n ellendig
bestaan en geen vaste woonplaats. De
vrouwen worden opgehouden door Koning
„Landok" en door hem getreiterd. Een
stuk goud wordt hun toegestoken het
welk ze met graagte aanvaarden, doch
zoodra het in hun bereik is wordt het
terstond weer teruggetrokken. Hetzelfde
herhaalt zich keer op keer, totdat ze vol
doende beweend zijn. De mannen onder
gaan eenzelfde lot uit de handen van
„Dara Rabai Groeda", een der watergees
ten. Naast 't huis dat ze bewonen staat
een statige palm welke zich tot op de wa
randa neerbuigt. Terstond vliegen alle
mannen overeind, grijpen hun hakmessen
en bijlen om den boom door te hakken,
doch zoodra ze den boom willen treffen
rijst de palm zich weer fier omhoog om
wederom op de waranda neer te buigen
zoodra ze weer gezeten zijn. Ook dit her
haalt zich totdat ze voldoende beweend
en beklaagd zijn.
Het is bepaald zalig en rustig in de on
derwereld voor hen die 't geluk hebben
in 't beste verblijf „Mandai" te komen.
Om daar 'n bestaan te vinden is in 't ge
heel geen probleem. Een rijstveldje van
een paar vierkante ellen is voldoende
voor 'n goed degelijk onderhoud.
Het verblijf der gesneuvelden.
Zooals den lezer reeds gebleken is,
zijn er in de onderwereld vele verblijven.
Zij die in den strijd gebleven zijn. wier
hoofden nu vol roet en spinrag als zege-
teekens in de huizen der vijanden benge
len hebben een heel verschillend ver
blijf; een verblijf waar groote vermoeie
nis en onrust heerschen voortdurend
kampen sabels en speeren slijpen
alarm maken bij den aankomst van hun
grootste vijand „Seregante" en zelfs al
worden ze in 't gevecht gedood, ze zullen
als een schadepost, wat tijdverlies betreft,
is aan te zien. Menig tuinman zei hij
wil zijn berekening gaarne maken zonder
onkruid, maar men moet dat niet willen.
Het onkruid is er nu eenmaal en moet ver
wijderd worden" De zegsman had gelijk:
het wieden is een in hooge mate loonende
bezigheid; het onkruid groeit ten koste van
onze groenten.
Men kan het op verschillende wijze ver
delgen. Eén der beste en werkzaamste me
thoden is nog steeds: ieder onkruid uittrek
ken, waar en wanneer men het vindt. Het
opkomende zaad loopt altijd gevaar over
woekerd te worden door onkruiden, die
veel sneller groeien. We moeten ze dus uit-
wieden, dat is: met wortel en al, 't zij met
de vingers of met behulp van een mes,
krabber, handharkje of ander werktuigje,
maar nooit aftrekken. Is het onkruid weg,
dan hebben onze cultuurplanten volle ruim
te en meer voedsel, en geen bij-arbeid is
dus zoo loonend als het wieden.
Eenigen tijd, nadat de bedden beplant of
bezaaid geworden zijn, zal zich, na regen of
door veelvuldig begieten, een bovenkorst
vormen. Al is onze grond nog zoo los en
zacht, toch krijgt men in meerdere of min
dere mate een korst. Is de grond „wreed"
en gebonden, dan wordt die korst spoedig
hard en vast. Die korst verhindert een nut
tige circulatie der lucht in den grond, en
dat is niet goed, want de wortels der plan
ten hebben ook behoefte aan veel lucht. Ook
de warmte heeft geen vrijen toegang, als
zich een harde korst gevormd heeft. De
korst moet dus met den hak gebroken wor
den, ten einde voor lucht en warmte deu
ren en vensters te openen. Hierdoor wordt
de oppervlakte ongelijk, en dat heeft ook
weer zijn voordeel, want het vocht zal dan
niet zoo spoedig verdampen. Het vocht, dat
van onder op komt, stijgt veel vlugger in
een vasten dan in een lossen grond naar de
oppervlakte, en een goed beh'akte grond
blijft dus veel frisseher dan een niet be-
hakte.
Het is daarom ook zeer nuttig steeds in
rijen of regels te zaaien en te planten, want
dan kan men overal gemakkelijk met den
hak tusschen komen, wat niet het geval is,
als men op de gebruikelijke wijze heeft ge
zaaid. Tot het behakken van bezaaide bed
den is een klein licht hakje, een z.g. zwaan
halsje, het meest geschikt. Is de onderbrond
goed los, dan behoeft men natuurlijk slechts
even de bovenkorst te breken, en het is dan
ook minder hakken dan wel roeren. Is de
grond gebonden en koud, dan wordt na
tuurlijk veel dieper gehakt. Het roeren ge
schiedt in den zomer om de 2 of 3 weken,
het diephakken 2 of 3 maal in een zomer, al
naar de behoefte. In elk geval moet om te
kunnen hakken de grond goed droog zijn,
want is de grond vochtig, dan bereikt men
juist het tegendeel en de aarde wordt vast
en klomperig. Het hakken is geen gemak
kelijk werk en moet door ervaren werklui
gedaan worden. Er mag geen aarde in het
hart van de planten komen, en stengels en
bladeren moeten niet beschadigd worden.
Natuurlijk moeien ook de wortels onaange
roerd blijven, en ongeschikt hakken doet
meer na- dan voordeel. Terloops merken
we nog op, dat men er bij het hakken slag
van moet zien te krijgen, den grond te kee-
ren en te mengen, want daarvan vooral
trekken de jonge plantjes veel nut. In het
bijzonder zijn alle groenten dankbaar voor
weer leven en aan dezelfde gevaren
blootstaan. Na'voor de zevende maal ge
sneuveld te zijn, herleven ze niet meer,
maar dalen in den vorm van dauwdrop
pels over de rijstvelden neer. Wanneer
de dauwdroppels 't overblijfsel zijn van
'n dapper man die zeven maal 't leven ge
laten heeft, zal een ieder die ze drinkt
voorzeker dapper en rijk worden. Maar
wee den ongelukkige die de dauwdrop
pels drinkt welke 't overblijfsel zijn van
'n lafaard! Hij zal ongetwijfeld zelf ook
laf worden.
Het verblijf der wanhoplgen.
Er doen zich gevallen voor dat 'n Day-
akker levensmoe is en zelfmoord pleegt
door 'n stukje „tuba-plant" in wat water
uit te persen en dit drankje in te nemen.
Nu moet dit stukje plant ter lengte van
hun neus zijn. Is het korter of langer dan
heeft 't vergif niet z'n gewenschte uitwer
king. Ofschoon zeer zeldzaam, komt 't
wel eens voor dat 'n jong meisje op zulk
'n manier zichzelf van 't leven berooft,
omdat haar minnaar haar geweigerd
wordt. Zij die op zoo'n wijze 'n eind aan
't leven maken hebben hiernamaals een
akelig bestaan. Hun huis is van onder tot
boven met „tuba-planten" begroeid; wa
randa, ladders, muren, deuren en ven
sters, kortom alles, is met die vergiftige
plant omhuld. Dezulken zijn steeds ten
prooi aan 'n vreeseljjk heimwee en groo
te onrust en zitten nu hier en dan daar,
met loshangend en verward haar, voort
durend op de nagels te bijten.
Het verblijf der anderen.
Zij die hun dood in de stroomversnel
lingen vonden, komen in de versnellingen
te wonen, met hun gevaarlijke waterval-
len en draaikolken, altijd in angst en
vrees "door 't woeste water te worden
weggesleurd en denzelfde dood keer op
keer te sterven. Kortom er zijn zooveel
verschillende verblijven als er manieren
van sterven zijn; 'n moeder die sterft bij
de geboorte van haar kind, zij die tenge
volge van 'n val of slangenbeet den dood
zijn ingegaan, vertoeven elk in een ander
gedeelte der „soebajan" of onderwereld.
Allen, die, lijdende aan 'n besmettelijke
ziekte, verstooten van vrienden en ver
wanten, in 'n klein, armoedig, palmblade
ren hutje den geest gaven, zullen op de
zelfde wijze als ze gestorven zijn de
eeuwigheid moeten slijten.
Father J. BUIS,
Waldeck Pyrmontstraat 31,
Giro 301285. Leiden.
het herhaalde hakken in den eersten ont
wikkelingstij d. Men zegt met recht, dat
goed hakken minstens evenveel nut doet,
als goed gieten. Gieten en hakken moeten
dan ook samengaan, want wat gieten aan
den grond bedreft, wordt het hakken weer
goed gemaakt. Ook is waar, wat de volks
mond wel zegt: „Bewerken is bemesten",
omdat de groei er zeer door bevorderd
wordt.
Gazon maaien.
Het gazon moet afgemaaid worden, zoo
dra de grashalmen duidelijk op zij gaan
hangen. Nieuw aangelegd gazon moet voor
de eerste maal met de zeis gemaaid worden,
omdat bij het gebruik der maaimachine de
nog niet voldoende vastgewortelde grassen
uit den grond gerukt worden. Het afgescho
ren gras moet met een goeden bezem, maar
niet met de hark weggeveegd worden. Om
een dicht gazon te verkrijgen, moet zoo dik
wijls mogelijk, dus éénmaal per week, met
de machine gemaaid worden: op deze wijze
wordt mettertijd een gelijkmatige en weel
derig groeiende grasvlakte gevormd.
VOOR DE VROUW.
Ter completeering van den maaltijd.
Als er gasten of logé's zijn stelt de sa
menstelling van het menu wel extra eischen
aan de huisvrouw. Men wil dan gaarne
voor iets extra's zorgen, zonder dat de be
reiding daarvan zooveel tijd kost, dat de
gastvrouw te veel aan de keuken gebonden
is. En aangezien zulk bezoek als regel ex
tra uitgaven met zich brengt, zal niet ieder
gerecht voor het beoogde doel geschikt zijn.
Voor huisvrouwen, die een gerecht zoe
ken dat aan bovenbedoelde voorwaarden
beantwoordt, biedt onze kaas vele moge
lijkheden. Probeer eens hetzij voor opluis
tering van het twaalfuurtje of ter comple-
teerjng van den warmen maaltijd een:
Kaassoufflee (4 personen)
30 gram boter (1% afgestreken lepel).
30 gram bloem (3 afgestreken lepels).
d.L. melk (2yt kopje).
150 gram geraspte belegen kaas.
2 eieren.
Wat peper en zout.
Vermeng, op zacht vuur, de boter en de
bloem; voeg hierbij de melk, onder goed
roeren en met kleine beetjes tegelijk. Laat
de massa even doorkoken tot een gladde,
gebonden saus. Neem de pan van het vuur
en voeg de kaas, de eidooiers en wat peper
en zout toe. Klop het eiwit zeer stijf en
vermeng dit met de kaasmassa. Doe het
mengsel in een beboterd vuurvast scho
teltje en laat het in een tamelijk warmen
oven souffleeren (pl.m. 15 min.). Dien het
gerecht onmiddellijk op: presenteer er klei
ne beschuitjes (Weerter) of geroosterd
brood bij.