Het vertrek der Koninklijke Familie De Koninklijke Familie heeft Maandagmiddag de hoofdstad verlaten. Onder groote belangstelling rijden H. H. de Het afscheid der Koninklijke Familie van de hoofdstad. De vorstelijke personen m den trein even voor Koningin, H. K. H. Prinses Jofcana en Z. K. H. Prhw Bomhard neer het station het vertrek van het Centraal Station De kleine, die de Koningin-weduwe Mary van Engeland tijdens het ^kinderfeest m Lambeth-Palace te Londen moest begroeten, had van de .reverenee" een speciale studie gemaakt FEUILLETON DE MOEIZAME WEG Naar het Engelsch door 'rHEA BLOEMERS. (Nadruk verboden). 3*. „Meneer Warwick is lang zoo leuk niet als vroeger", merkte Gaddy ontevreden op, toen hij op 'n doordringend kouden middag thuis kwam van Barnethan. „Niet?" vroeg Christian verstrooid. Toen ze aan 't avondeten zaten, was Christian verdiept in de brieven en kran ten, die ze uit Engeland had ontvangen. „Neen", antwoordde Gaddy. dwars op zijn stoel zittend, „en die kleine Lisette is een idioot met evenveel moed als 'n haas en MiHy behandelt me als een kleine jon gen. Wel beschouwd ben jij, Chris, meer waard dan al die anderen". „Lieve Gaddy", antwoordde 't meisje har telijk, „ik ben bang, dat ik je ook als 'n kleine jongen behandel, is 't niet, en eigen lijk ben je dat ook nog. want als je acht jaar bent, ben je toch nog niet groot". „Maar ik ben verleden maand toch al acht geworden", zei de jongen op gegriefden toon. ,,'t Is toch eigenlijk een bewonderens- waardigen leeftijd", merkte ze glimlachend op. „O, als jij me plaagt, kan 't me niet sche len", sprak hij, op haar schoot klimmend, terwijl hij van haar hoofd een ragebol maakte, omdat jij me altijd als een jongen behandelt, die eens zal opgroeien tot een flinken man. Daarom zou ik met jou wil len trouwen, als ik oud genoeg ben", voeg de hij er ernstig aan toe. Zij streelde zijn ernstig gezichtje. „Lieve hemel, je zult nooit oud genoeg zijn", ver klaarde ze, terwijl ze vroolijk probeerde te zijn. „Jij bent acht jaar en ik vijf en twintig, je ziet dat ik zeventien jaar ouder ben dan jij". „Nu", natwoordde hij overmoedig, „dat zou me niets kunnen schelen!" Ze lachte en gaf hem een kus. „Neen liefste, maar mij wel! Wees niet zoo zot en geef de honden wat melk en laat me dan je Fransche werk eens zien". „Ik weet met wien je wilt trouwen", barstte de jeugdige minnaar toornig uit: „Met meneer Warwick!" Ik heb hem een foto van je gegeven, en je hoeft niet zoo kwaad te kijken, 't was alleen maar die leelijke, waar je ais een heks op uitziet en ik zag hem er op een dag, dat hij me niet verwachtte, toevallig naar kijken of hij je wilde opeten, en ik weet zeker, dat hij die foto even later gekust heeft". „Praat niet zoo'n onzin", was 't scherpe antwoord. „Eet door en ga dan aan je werk". „Je bent lang niet in zoo'n goed humeur als gewoonlijk", mopperde Gaddy, terwijl hij de overgebleven melk tusschen Wag en Tartar verdeelde, ,,'t Zou me niets verwon deren, als je tenslotte toch met meneer War wick trouwt". „Wees nu niet onhebbelijk, Gaddy" en Christian kreeg een vuurroode kleur, „klei ne jongens als jij...." Maar op hetzelfde oogenblik werd er zacht op de deur geklopt en trad Warwick binnen. Na een praatje over alles en nog wat, zei de pas aangekomene, zich tot Christian wendend: „Als de vorst aanhoudt, heb je dan lust met me mee te gaan met de slede naar Raskellan?" „Ja, ik wil dolgraag," antwoordde ze, „Morgen is 't toch een slappe dag en zal ik 't wel kunnen schikken". „Ik moet een paar nieuwe machines gaan bezichtigen", ging hij voort; „zooals je me laatst vertelde heb je nog nooit de fabriek daar gezien, en dacht ik dat we dit nu samen konden doen". „Ja, dat zou fijn zijn", zei ze heimelijk verbaasd over zijn onverwachte kameraad schap. „Hoe laat wilt u vertrekken?" „Ongeveer half elf, ik zal je natuurlijk komen halen of liever gezegd, ik zal je bij den viersprong opwachten, als je me daar wilt ontmoeten. Neen, ik blijf niet, dank je. Een van de paarden is ergens afgedwaald, en ik moet op weg om hem te zoeken". Toen hij vertrokken was, zei Gaddy mis noegd: „Ik had zoo gedacht, dat hij mij wel had kunnen vragen om morgen mee te gaan; al zou hij het nu doen, dan wil ik toch niet, neen, zelfs niet als jü 't me zou vragen. Ze vroeg hem echter niets en hij ging, in zijn wiek geschoten, naar bed. Den volgenden morgen bracht hij haar naar den viersprong, gevolgd door de hon den en toen de slede wegreed, riep hij spottend: „Misschien weten jullie 't niet, maar 't gaat dooien!" Van dit gehoon namen de reizigers echter, zeer terecht, geen. notitie. Chrstian voelde zich buitengewoon opge ruimd, terwijl de slede zich over den hard bevroren weg spoedde, achter Warwick's sterke vos. De strakke, nog koude en hel dere, zonnige lucht had haar zoo opgewekt, dat zij alle wereldsche beslommeringen van zich afgeworpen scheen te hebben. Ook Warwick leek buitengewoon goed gehu meurd en meer zichzelf dan hij in vele weken geweest was. „Ik denk de volgende maand een toeloop van bezoekers te krijgen", zei hij, terwijl zij een sterke helling afgleden. „De Kir- wins, en de Morningtons en Vanbrugh ko men op Barnethan kampeeren". „Wat gezellig", zei ze, „maar kan ik er niet een paar herbergen?" „Ik denk niet, dat het noodig zal zijn, dank je. Zij brengen hun eigen kampeerten- ten mee en ik kan ze vrij goed van pro viand voorzien". „Denkt u dat Edna Mornington met Da vid Vanbrugh zal trouwen?" vroeg ze plot seling. „Ik geloof wel, dat hij 't wel van plan is", antwoordde hij, met 'n komisch knipoogje op haar neerziend. „Denk jij ook niet?" „Ja", hernam ze nadenkend „maar ik weet niet of zij de vrouw is om hem ge lukkig te maken'. „Maar beste Christian, weet je niet, dat geen man ooit met de vrouw trouwt, die hem gelukkig wil maken? Hij wil met de vrouw trouwen, die hij liefheeft; dat is het groote verschil". „Hoe zou dat komen?" „Ik weet 't niet, maar het is zoo! Eigen lijk is er veel voor het verstandshuwelijk, voor zoover het de gemakzucht in 't echte lijk geluk betreft. Maar als ik me goed her inner, is het huwelijk, in welken vorm ook, niets voor jou!" „Alleen dan, wanneer dè man, dè vrouw ontmoet", antwoordde ze. „En dit gebeurt, denk ik, maar eenmaal in de honderd jaar en wanneer dit gebeurt is 't tien tegen één, dat de vrouw de zaak door een of ander dwaas misverstand be derft", zei hij kort. „Ja, of de man doet 't", was het kalme antwoord. Daarna zwegen ze voor een oogenblik, tot Christian, toen ze den smallen weg, die naar de Curlew-mijn leidde, passeerden, opmerkte: „Ik kan 't vreeselijke van Owen's dood niet vergeten. Soms voel ik me als een moordenares, omdat ik hem zoo gehaat heb". „Onzin", viel hij eenigszins scherp uit: ",t Spijt me, dat hij op zoo'n manier ge storven is, natuurlijk, maar daarom ver andert 't niets aan het feit, dat hij een zeer bedenkelijk individu was, die jou metter tijd een eindeloozen last zou bezorgd heb ben". „Ja", antwoordde ze, „ik vreesde het ook, maar toch, ik kan 't niet helpen, dat ik. „Dat je sentimenteel bent", vulde hij aan, terwijl hij het paard een venijnig en zweep slag gaf. „Vrouwen zijn nu eenmaal zoo. Als een kerel, hoe ongewenscht bij ook zijn mag, een vrouw ten nuwelijk vraagt en sterft, dan wordt hij als 'n heilige be schouwt, en ook omgekeerd". Daar Christian niet zoo gauw een ge schikt antwoord klaar had, kwijnde 't ge sprek weer tot 'n pijnlijyke stilte, alleen verbroken door 't gesuis van de ijzers onder de slede en 't getjingel van 't bellentuig. Tegen den middag kwamen ze op Raskel lan aan, een kleine, opkomende gemeente, met een vrij belangTijk machinedepot., waai Warwiok verschillende inkoopen te doen had. (Wordt vervolgd.) Pracht-exemplaren op het concours hippique, dat te Brussel gehouden is en dat o.m. werd bijgewoond door Koning Leopold van België Koning Leopold van België luisterde het concours hippique, dat te Brussel gehouden is, met zijn tegenwoordig heid op en verrichtte ook de prijs uitreiking Het nieuwe proefstation voor de waschindustrie, opgericht door den bond van Wasehindustrieelen m Nederland en den R.K. Nat. Bond van Wasch- industrieelen is Maandag te Delft door minister Gelissen (2de van links) geopend

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1937 | | pagina 5