STADS
NIEUWS
NEDERL. VEREENIGING VOOR
LUCHTBESCHERMING
DE LEIDSCHE COURANT
EERSTE BLAD - PAG. 2
De heer A. van Vianen over:
„Het chemische wapen in den luchtoorlog"
De heer de Gaay Fortman over:
„Organisatie en werkwijze der N. V. L."
HOE WORDT HET WEER
NOG ONWEERSTKAIS.
DE BILT SEINT:
Zwakke tot matige wind uit uiteenloo-
pende richtingen, gedeeltelijk bewolkt,
droog, warm weer, behoudens meer toene
mende kans op onweer.
Hoogste barometerst.: 764.3 te Memel.
Laagste barometerst.: 750.0 te Abisko.
Het hoogedrukgebied in het Oosten nam
iets in beteekenis af. De depressie, welke
gisteren tusschen IJsland en Schotland
lag, trok naar het Noord-Oosten, het cen
trum ligt thans over Noord-Scandinavië.
De depressie, welke gisteren over de Golf
van Biscaye lag, trok iets naar het Noord-
Westen, terwijl beoosten ons land zich een
afzonderlijke kern vormde. In het Zuid
westen op den Oceaan nadert een nieuw
daalgebied. Langs de Noorsche kust en in
Noord-Zweden waaien krachtige Zuid-
Westelijke winden met meest betrokken
lucht en plaatselijk regen. In Zuid-Enge-
land en in West-Frankrijk waaien matige,
Zuidelijke winden met zwaar bewolkte tot
betrokken lucht, met plaatselijk regen. In
het overige waarnemingsgebied waaien
zwakke winden met meest licht bewolkte
lucht. De morgentemperatuur steeg nog
op IJsland, de Britsche Eilanden, en onze
Omgeving, Duitschland en Denemarken. In
Frankrijk en Scandinavië loopen de veran
deringen uiteen. Met uitzondering van
enkele plaatsen in Scandinavië is de tem
peratuur overal meest zeer aanzienlijk bo
ven normaal. Voor onze omgeving moet
voorloopig op aanhouding van den bestaan-
den weerstoestand gerekend worden, waar
bij de onweerskansen nog steeds groot zijn.
LUCHTTEMPERATUUR.
21.,7 gr. C.
LICHT OP VOOR FIETSERS e. a.
Van Vrijdagnamiddag 9.52 uur tot
Zaterdagmorgen 4.07 uur.
HOOG WATER.
Te Katwijk aan Zee op Zdterdag 12 Juni
voorm. 5.57 en nam. 6.30 uur.
WATERTEMPERATUUR
De Zijl 21 gr. C.
Poelmeer 22 gr. C.
RECHTZAKEN
HAARLEMSCHE RECHTBANK.
Konijnen en fietsen gestolen.
In April j.l. werden te Hillegom eeni-
ge malen konijnen en fietsen gestolen.
Veertien dagen geleden stonden de daders
van deze diefstallen terecht. Tegen den
27-jarigen A. van der L. werd één jaar ge
vangenisstraf geëischt en tegen den 20-
jarigen J. van D. zes maanden.
De rechtbank veroordeelde beiden con
form den eisch.
BRUTALE INBRAAK ONDER
BERKELENSCHOT.
Gevaarlijke misdadigers voor de
Bredasche rechtbank.
Voor de Bredasche rechtbank hadden
zich te verantwoorden de 25-jarige koop
man J. H. L. en de 20-jarige koopvrouw
M. V., beiden gedomicilieerd te Amsterdam,
doch thans uit anderen hoofde gedetineerd
in het Huis van Bewaring te Dordrecht.
Dit tweetal, is reeds talrijke malen door
verschillende rechtbanken, wegens diefstal
inbraak en verduistering gestraft, welke
misdaden gepleegd waren te Den Haag,
Rotterdam, Dordrecht, Amsterdam.
Zij waren op 31 Maart jl. van Breda ge
komen en hadden gedeeltelijk te voet en
gedeeltelijk per trein de reis naar Tilburg
voortgezet, waar zij eenige lunchrooms en
een bioscoop hadden bezocht.
Toen het goed en wel donker was, bega-
Ven zij zich op weg in de richting Den
Bosch en onder de gemeente BerkelEn-
schot gekomen, troffen zij daar een alleen
staande woning aan. Zij gingen op verken
ning uit, waarbij bleek, dat het W. C.-raam-
pje slechts met een haakje was gesloten.
Met geringe moeite konden zij het haak
je losmaken zoodat de man door het raam
pje klom en de achterdeur opende, waar
door ook het meisje kon binnenkomen.
De bewoners sliepen boven en hebben
van deze inbraak niets gehoord. Toen de
man des morgens wakker werd, zag hij,
dat de achterdeur openstond en dat alles
overhoop was gehaald.
Bij onderzoek bleek, dat waren ont
vreemd een bedrag van 18, een zilveren
heerenhorloge, twee gouden oorbelletjes, 2
zilveren oorknopjes, en een zilveren hals
ketting met kunstparelen.
Beide verdachten bekenden hun misdrijf.
Later hebben zij nog getracht ergens an
ders in te breken, nl. in een daarnaast ge
legen woning, maar deze poging mislukte.
Nog verschillende inbraken hebben zij ech-
Onder groote belangstelling werd gister
avond in de Kleine Stadszaal de aangekon
digde eerste openbare vergadering gehou
den van de afdeeling Leiden van de Ne-
derlandsche Vereeniging voor Luchtbe
scherming. Ondanks de warmte waren 'n
150 personen aanwezig, onder wie wij o.m.
opmerkten mr. P. E. Briët, lid van de Eer
ste Kamer der Staten-Generaal, wethouder
Verwey, overste H. D. Buurman, comman
dant van het 4e Reg. Inf., den commissaris
van politie, den heer R. Meijer en verschil
lende hoofden van takken van Gemeente
dienst.
De heer N. C. F. v. Ginkel opende de bij
eenkomst met een woord van welkom tot
alle aanwezigen, die het warme weer ge
trotseerd hadden om deze vergadering bij
ts wonen. Spr. zag hierin een bewijs, dat
men 't inderdaad noodig acht maatregelen
tot luchtbescherming te treffen. Dat 't ge
vaar daarvoor niet denkbeeldig is, leert
de ondervinding om ons heen.
Hierna stelde spr. de sprekers van dezen
avond voor en dankte den burgemeester,
dat hij zich bereid verklaard heeft in het
comité zitting te willen nemen.
Mr. A. van de Sande Bakhuyzen hierna
het woord verkrijgend, wenschte het be
stuur geluk met de kwaliteit der opkomst
en zeide dankbaar gestemd te zijn, dat
uit de burgerij het initiatief voor deze ver
eeniging is gekomen.
Spr. had zelf ook het initiatief kunnen
nemen, doch voor den burgemeester staat
de zaak der luchtbescherming anders dan
voor de burgerbevolking.
De Regeering heeft bereids een wet voor
luchtbescherming in het leven geroepen,
maar alle maatregelen voor de burgerbe
volking hebben slechts dan resultaat, wan
neer de bevolking zelve daartoe mede
werkt. De regeering kan een en ander wel
voorbereiden, doch bij de uitwerking moet
zij zich verzekerd weten van den steun
dèr bevolking.
De taak van overheid en burgerij inzake
de luchtbescherming is geheel verschil
lend.
Hier ter stede is de zaak der luchtbe
scherming reeds geruimen tijd in voorbe
reiding geweest om de organisatie daar
van op goede grondslagen te zetten. Het
werk kan thans worden aangevangen en
waar noodig zullen de gemeenten zoowel als
de burgerij, naar spr. vast vertrouwt, hun
steun verleenen.
Dat dit noodig is, blijkt wel hieruit, dat
de vereeniging reeds 3500 man noodig
heeft, om haar doel te kunnen bereiken.
HET CHEMISCHE WAPEN IN DEN
LUCHTOORLOG.
Hierna was het woord aan den heer A.
van Vianen, chem. drs. hier ter stede, die
een exposé gaf van „het Chemische wapen
in den luchtoorlog."
Spr. herinnerde in de inleiding tot deze
uiteenzetting er aan, hoe reeds in Maart
j.l. in „de couranten een en ander over dit
onderwerp is geschreven.
Spr. zet allereerst in het kort uiteen
welke waarde aan de Conventie van Ge-
nève, waarbij het gebruik van strijdgassen
verboden is, toegekend moet worden. Het
antwoord daarop luidt: zoo goed als niets.
Direct daarop liet hij de waarschuwing
volgen, dat voor de toekomst geen enkel
risico mocht worden genomen en dat het
zaak was zoo spoedig mogelijk bescher
mingsmaatregelen te treffen.
Verder ging hij na welke factoren bij
een gasaanval een rol speelden. Dit wa
ren er vier, n.l.: 1. Het toepassen van zoo
hoog mogelijke concentraties. 2. Het ele
ment van verrassing. 3. Het gebruik over
groote breedte en diepte. 4. Het gebruik
van onbekende strijdgassen.
De eerste factor, n.l. de hooge concen
tratie, laat spr. onbesproken.
Het element van verrassing wordt vol
doende geillustreerd met de mededeelin-
gen, dat bij den eersten aanval in den we
reldoorlog op 22 April 1915 bij Yperen,
ieder ton chemicaliën 45 dooden eischte.
De verrassing was hier voor 100 pet. aan
wezig. Op 31 Jan. 1917 in Champagne toen
de gasaanvallen geen verrassingen meer
waren, bedroeg het aantal dooden per ton
chemicaliën slechts één.
Wanneer de luchtbeschermingsdienst
goed is georganiseerd, behoeft de burger
bevolking dezen factor niet meer te vree
zen.
De derde factor, n.l. de werking over
ter gepleegd, zoodat zij ten slotte werden
gearresteerd en te Dordrecht opgesloten.
De Officier van Justitie, mr. Deelen, wees
er op. dat het hier betrof een tweetal zeer
brutale inbrekers, die leefden van hun
misdaden. Met het oog op de vele straffen,
welke beide verdachten nog moeten on
dergaan, eischte hij een ge'angenisstraf
tegen ieder van acht maanden.
De rechtbank na even in raadkamer te
hebben beraadslaagd deed onmiddellijk
uitsp.aak en veroordeelde beide verdach
ten tot een gevangenisstraf van zes maan
den, waarbij eveneens werd overwogen het
feit, dat zij uit anderen hoofde nog vele
straffen moesten ondergaan.
groote breedte en groote diepte liet spr.
eveneens onbesproken.
Ten slotte behandelde hij den laatsten
factor, n.l. het gebruik van onbekende
strijdgassen.
Hierna kwam spr. tot zijn eigenlijk on
derwerp, n.l.: Het chemische wapen in den
luchtoorlog.
In den luchtoorlog wordt, voor zoover
het de chemie betreft, gebruik gemaakt van
brandstichtende middelen en strijdgassen.
De laatste benaming is wetenschappelijk
niet geheel juist, evenmin als de naam
gasverkenner, gasspecialist, gasontsmetter,
gasofficier, enz. en kan beter vervangen
worden door chemische strijdmiddelen,
waarbij dan tegelijkertijd de brandstich
tende middelen inoegrepen zijn.
De gastoestand is n.l. een van de drie
vormen waarin een stof kan voorkomen.
De andere twee zijn de vloeibare en vaste
toestand. Denk b.v. aan water, dat ook in
den vorm van ijs (vast) en in damp of
stoom (gas) kan voorkomen.
Het hangt geheel van ed omstandigheden
af, of een vloeistof gas za" worden of niet.
De belangrijkste factor is de temperatuur.
Het is opvallend, dat van de oorlogsgas-
sen er slechts weinig een werkelijk gas
zijn. De meeste worden als fyne druppel
tjes of als fijne vaste stofdeeltjes in de
lucht gebracht. In het begin van den we
reldoorlog gebruikte men enkele wérke
lijke gassen, zooals chloor, en vanaf dien
tijd dateert ook de naam oorlogsgas.
Dat alle oorlogsgassen voor de gezond
heid nadeelig zijn is een onjuiste mee
ning. Er is een groep, n.l. de rook- en ne
velvormers, welke men alleen maar ge
bruikt, om er in oorlogstijd verstoppertje
achter te spelen (camouflagedoeleinden).
De bedoeling hiervan is, door het maken
van een kunstmatige rook of nevel, de be
weging van de eigen partij voor de tegen
partij te maskeeren.
Ons interesseeren alleen die gassen, wel
ke op het menschelijk lichaam inwerken.
Dit zijn er ongeveer een vijftig, welke over
vier groepen worden verdeeld nJ.: 1. Al
gemeen vergiftige stoffen; 2. Verstikkende
stoffen; 3. Prikkelende stoffen; 4. Blaar
trekkende stoffen.
De algemeen vergiftige stoffen werken
in doordat de vergiften in het bloed wor
den opgenomen. Hiertoe behooren kool-
monoxyde en blauwzuur. Het blauwiuur
wordt o.a. gebruikt om huizen van onge
dierte te bevrijden, en enkele malen ko
men er bij onvakkundige behandeling on
gelukken voor, waarvan we zoo af en toe
een bericht in de dagbladen lezen. Ook van
ongevallen met koolmonoxyde lezen we
af en toe een bericht, maar dan staat er
meestal boven het artikel „kolendampver
giftiging".
De tweede groep, de verstikkende stof
fen, werken vooral op de ademhalingsorga
nen. Hiertoe behooren phosgeen, chloor,
diphosgeen, chloorpikrine en andere. Het
phosgeen kan ook in de lucht voorkomen
zonder dat het als zoodanig hierin is ge
bracht. Het kan n.l. ontstaan als we brand
bommen trachten te blusschen met tetra-
chloorstof, een reden te meer om bij de
keuze van ons brandbluschmateriaal met
overleg te werk te gaan.
De derde groep, de prikkelende gassen,
heeft in den regel geen doodende werking
en wordt onderverdeeld in twee andere:
a. traangassen, b.v. chlooraceton en
chlooracetophenon. Hiervan gaan we in het
begin alleen maar huilen. Na KyK uur
ontstaat ooglidkramp en wordt men volsla
gen blind. Wanneer het slachtoffer in de
zen toestand een goede medische behande
ling krijgt, functioneert het oog na 24 uur
weer geheel normaal. Het zijn dus geen
bijzonder gevaarlijke gassen en ze zijn
door de politie meerdere malen gebruikt
om oploopen en verboden betoogingen uit
een te drijven,
b. niesgassen, waarin arsenicum voor
komt, en daarom wel arsinen genoemd
worden. Ze geven aanleiding tot veel nie
zen. Zelden gaan ze verder het lichaam
binnen dan de neus en keelholte.
De blaartrekkende stoffen oefenen een
schadelijke werking op de huid uit en ge
ven aanleiding tot blaarvorming. Hiertoe
behooren het mosterdgas en het lewisiet.
In gasvormigen toestand is de inwerking
niet zoo intensief als in druppelvorm. We
moeten dus ieder contact met deze drup
pels vermijden, waaruit volgt, dat een ter
rein dat vanwege mosterdgasbesmetting
door waarschuwingsborden, vlaggen of an
derszins is afgezet, onder geen enkele voor
waarde betreden mag worden.
Eigenaardig is dat de gevoeligheid van
de verschillende personen zeer uiteen loopt.
Van de blanken is 2 pet. overgevoelig, van
de negers is 76 pet. ongevoelig.
In Italië worden de soldaten gesorteerd
in voor mosterdgas gevoelige en ongevoe
lige.
Na dit overzicht gegeven te hebben wijst
spr. erop, dat het van groot belang is, dat
een gebruikt oorlogsgas zoo spoedig moge-
Ilijk herkend (beter geïdentificeerd) wordt.
Wanneer we b.v. de beschermingsmaatre-
len zouden nemen tegen mosterdgas, ter
wijl we met traangas te doen hebben of
omgekeerd, is het effect nihil en kunnen
we al onze moeite wel sparen. Het bescher-
mingsvraagstuk eischt een zoo spoedig mo
gelijke identificatie, om daarna op de
juiste wijze het onschadelijk maken van het
gas ter hand te nemen. Wij komen zoo tot
twee takken van dienst, n.L de gasverken-
ning, welke tot taak heeft de identificatie,
en de gas ontsmetting welke voor het on
schadelijk maken zorgt.
Voor de gasverkenning zijn in de
eerste instantie in het geheel geen pro
fessoren of doctoren noodig. Ze kun
nen hier zelfs geheel misplaatst zijn.
De gassen worden n.l. herkend aan de
reuk. Personen met de beste reukorga
nen, zijn de beste verkenners, en uit
hen, die zich voor de luchtbescherming
willen geven, zullen zeer concentieus
de fijnste neuzen worden uitgezocht.
Het doet er niet toe of men lagere
school, mulo, H.B.S. of universiteit
heeft bezocht. Ook dames kunnen voor
de verkenning buitengewoon geschikt
zijn. Na deze selectie begint de oplei
ding, waar al het noodige in cursussen
of oefeningen wel zal worden bijge
bracht.
Indien de gasverkenners falen, komen
in tweede instantie de deskundigen aan
bod. Dit zijn scheikundigen welke over
laboratoria beschikken, om langs chemi-
schen weg de gassen in de grondmonsters
te identificeeren. Ook hier is snel werken
van niet te onderschatten belang en een
scheikundige, die behalve over een goed
laboratorium over een staf van medewer
kers beschikt, b.v. analysten, is buiten
gewoon welkom.
Mochten ook deze laboratoria falen, dan
heeft het onderzoek plaats in één cen
traal laboratorium voor het geheele land,
hetwelk zoowel voor de militairen als
voor de burgerbevolking onderzoekingen
verricht, en waar de beste specialisten
zijn geconcentreerd. Het groote voordeel
van de combinatie militairen en burgers
is, dat van de ervaringen van de eene
groep de tweede profijt trekt. Waar-
schijnlijk zullen de militairen in oorlogs
tijd wel de meeste ervaringen opdoen,
zoodat wij burgers voor deze gelukkige
samenwerking dankbaar kunnen zijn.
Na de verkenners doen de ontsmetters
hun plicht. Ook hiervoor is een opleiding
noodig waarbij de kennis van gassen en
ontsmettingsmiddelen onontbeerlijk is.
Met verkenners en ontsmetters alleen
kunnen we echter niet volstaan. Er is eer
ste hulp voor gewonden en gaszieken noo
dig. Is spr. wél ingelicht, dan bestaan hier
te Leiden reeds cursussen hiervoor. Ver
der is er personeel noodig voor herstel
lingswerkzaamheden, brandweer perso
neel, enz.
Het is dus een groot werk dat de Leid-
sche afdeeling voor Luchtbescherming op
zich neemt, en dat slagen zalals u
zooveel als in uw vermogen ligt mede
werkt.
Spr. vertelt hierna nog een en ander
over het gebruik van onbekende strijd
gassen. Onmogelijk is dit natuurlijk niet,
maar het is wel uiterst moeilijk nieuwe
oorlogsgassen aan de reeds bekende toe
te voegen.
De moeilijkheden zijn de volgende:
1. De vervaardiging moet uit gemakke
lijk te verkrijgen grondstoffen kunnen
geschieden.
2. De bereiding moet in alle onderdee-
len technisch mogelijk zijn.
3. De producten moeten in de toestand,
waarin zij in de atmosfeer zijn gebracht,
zwaarder zijn dan lucht.
4. De chemicaliën moeten niet ontleed
worden bij de explosie van de granaten.
5. De gassen moeten door zuurstof uit
de lucht en vocht niet te spoedig ontle
den.
6. Ze moeten in staat zijn zoodanig te
werken dat -de bestaande beschermings
middelen falen.
Dat er weinig gassen zijn, welke aan
zooveel eischen tegelijk voldoen, bewijst
het volgende getallenvoorbeeld.
Gedurende den wereldoorlog werden in
Amerika in het Edgewood Arsenaal 4000
stoffen onderzocht waarvan er 54 in de
praktijk werden beproefd en bij welke
beproeving er nog 42 onbruikbaar bleken.
Slechts 12 bleven er over.
Deze 4000 stoffen waren geen nieuwe
stoffen, dit is zelfs met geen enkel oor
logsgas zoo. Alleen het gebruik als zoo
danig van deze soms reeds lang bekende
chemische verbindingen gedurende de ja
ren 19141918 en later was nieuw.
Zoo waren reeds lang geen onbekenden
meer, om een greep te doen, Chloor bereid
in 1774; Phosgeen bereid in 1811; Thio-
phosgeen 1843; Mosterdgas 1860; Chloor
aceton 1859; Broomaceton 1863; Chloor
pikrine 1848; Blauwzuur 1882.
Het spreekt eigenlijk vanzelf, dat, toen
dit „misbruik" van de chemie had plaats
gehad, alles wat er van verbindingen be
kend is, over de geheele wereld de revue
gepasseerd is met het resultaat, dat ge
lukkig niet veel bruikbaars meer gevon
den is.
De toestand is nu zoo. dat het chemische
wapen in den luchtoorlog in de jaren
19141918 zijn hoogte punt heeft gehad,
en dat daar tegenover sindsdien de be
schermingsmaatregelen in buitengewone
mate zijn geperfectionneerd.
Worden de beschermingsmaatregelen
niet genomen, dan geven we het chemische
wapen nogmaals een kans zooals in Abes-
synië is geschied, maar dan is het ook
voor 100 pet. onze eigen schuld.
'N PROPAGANDISTISCH WOORDJE.
Na een korte pauze sprak de commissa
ris van politie, de heer R. Meijer, eenige
woorden van propagandistische strekking
ter aanbeveling van den Luchtbescher
mingsdienst, zulks als hoofd van dezen
dienst.
AGENDA
LEIDEN.
Woensdag. Ledenvergadering „St. Ra-
phaël", Bondsgébouw, 8 uur.
De avond-, nacht en Zondagdienst der
apotheken wordt van Maandag 7 Ju-
n i tot en met Zondag 13 Juni a.s. waar
genomen door apotheek C. B. Duyster, N.
Rijn 18, Tel. 523 en J. Doedens, Wilhelmi-
napark 8, Oegstgeest, tel. 274.
Spr. zeide, dat de hem door den burge
meester opgelegde taak veelomvattend is
en dat hij dus hoopt op den steun van zeer
velen.
Het aantal vrouwen en mannen, dat voor
een goed functioneeren van den Luchtbe
schermingsdienst noodig is, wordt door des
kundigen voor Leiden geschat op 3500. Dit
toont wel zeer duielijk aan, dat deze
dienst de medewerking vraagt van talrijke
ingezetenen. Daarom doet spr. een beroep
op allen zich aan te melden als lid van
den Luchtbeschermingsdienst. Bijna voor
iedereen is er wel een taak. Daarom roept
hij allen toe: wordt nu lid, doet het nu!
Het is niet onmogelijk, dat de hulp nim
mer noodig is. Des te beter. Mocht het ech
ter noodig zijn, dan vervult men een daad
van burgerzin, een daad van naastenliefde.
ORGANISATIE EN WERKWIJZE DER
N. V. L.
Hierna was het woord aan den heer P.
J. de Gaay Fortman oud-burgemeester van
Dordrecht, lid van het hoofdbestuur der
N. V. L.
Spr. gaf een uiteenzetting over de orga
nisatie en de werkwijze van de Vereeniging
voor Luchtbescherming. Speciaal wilde spr.
daarbij wijzen op de taak der burgers.
De taak der overheid ligt op openbaar,
die der vereeniging op particulier terrein.
De overheid geeft hulp bij het werk, dat
de burgerij moet verrichten.
De burgemeester wijst het hoofd van den
dienst aan en elke gemeente wordt ver
deeld in een aantal vakken, die speciale
diensten hebben te verzorgen. Over het ge
heele land worden luchtwachtposten inge
richt, die tot taak hebben alle betrokkenen
bij de diensten langs radiografischen weg te
waarschuwen. De overheid zorgt verder
voor het dooven van de openbare verlich
ting, het inrichten van schuilplaatsen en
het organiseeren van hulpdiensten, als eer
ste hulp, brandweer, ontsmettingsdienst,
politie, opruimingswerk, enz.
De taak der burgerlijke luchtbescherming
is drieledig.
De eerste betreft de gezinsbescherming,
door het aanbrengen van een bomvrije
kelder of het beveiligen van een woonver
trek en het wegnemen van alle gevaar
lijke brandmiddelen.
Het tweede is de wijk- of blokbescher-
ming, opdat een brandweer bij een hevi-
gen aanval niet alleen zal staan.
Het derde is de bedrijfsbescherming.
Daarbij is het noodig, dat de fabriekster
reinen zooveel mogelijk beschermd en be
veiligd worden door de fabrieken zelf.
Op 12 Mei 1933 werd de Ned. Ver. voor
Luchtbescherming opgericht als studiever -
eeniging. In de eerste jaren was zij meer
een studievereeniging. Het vorig jaar is zij
echter door de regeering erkend en kan
zij beschouwd worden als een semi-offi-
cieele vereeniging.
Spr. wijst er op, dat andere landen de
Ned. vereeniging ver vooruit zijn. Het aan
tal leden bedraagt nog slechts 4000, het be
drag, dat door de regeering ter beschik
king wordt gesteld is ƒ50.000. In andere
kleine landen is het aantal leden twintig tot
honderdmaal grooter en de beschikbare
gelden zijn naar evenredigheid hooger.
Spr. weidt hierna verder uit over het
werk der vereeniging en over de afdee-
lingen, welke hier en daar gevormd zijn.
Spr. wilde een misverstand wegnemen,
wijl hem gebleken is, dat velen van mee
ning zijn, dat van deze vereeniging alleen
lid kunnen zijn de menschen, die bij den
dienst betrokken zijn. Niets is minder
waar. Alle burgers kunnen en moeten
lid worden.
De vereeniging tracht haar doel te berei
ken door:
1. Het voeren van propaganda.
2. Daadwerkelijke voorbereiding.
3. Aanvulling van het overheidsperso
neel.
4. Opleiding van personeel.
5. Medewerking aan oefeningen.
Spr. zette al deze punten verder uiteen,
gaf practische wenken en aanwijzingen enz.
en besloot met de bemerking, dat het voor
de vereeniging een heel moeilijke taak zal
zijn de Nederlanders te activeeren. Een ge
volg van het feit, dat wij niet als andere
landen de gevolgen van een oorlog heb
ben gevoeld. Wanneer de vereeniging des
ondanks haar doel zal bereiken, dan heeft
zij ongetwijfeld goed werk gedaan. Spr.
hoopt, dat de rijksoverheid in de eerste
plaats het goede voorbeeld zal geven, dan
zal ook de burgerij niet achterblijven.
Na een dankwoord van den voorzitter tot
de sprekers, was er gelegenheid tot vragen
stellen.
Dit geschiedde inderdaad ook, doch de
vragenstellers waren zoo lang van stof,
dat de voorzitter hen moest aanmanen zich
te beperken tot het stellen van vragen.
De woordvoerders bleven echter door
gaan in beschouwingen te treden over het
chmisch gedeelte der luchtbescherming,
beschouwingen, welke we willen het
eerlijk bekennen allerminst geschikt wa
ren voor 'n dergelijke vergadering, hoe
verdienstelijk overigens het ten beste ge-
gevene kunne zijn.
Wij meenden het echter evenmin op z'n
plaats, dat de voorzitter onmiddellijk daar
na zonder eenige motiveering of verkla
ring de vergadering sloot, waardoor de
bijeenkomst een ontijdig einde had.