STADS NIEUWS NEDERL. VEREENIGING VOOR LUCHTBESCHERMING DE LEIDSCHE COURANT EERSTE BLAD - PAG. 2 De heer A. van Vianen over: „Het chemische wapen in den luchtoorlog" De heer de Gaay Fortman over: „Organisatie en werkwijze der N. V. L." HOE WORDT HET WEER NOG ONWEERSTKAIS. DE BILT SEINT: Zwakke tot matige wind uit uiteenloo- pende richtingen, gedeeltelijk bewolkt, droog, warm weer, behoudens meer toene mende kans op onweer. Hoogste barometerst.: 764.3 te Memel. Laagste barometerst.: 750.0 te Abisko. Het hoogedrukgebied in het Oosten nam iets in beteekenis af. De depressie, welke gisteren tusschen IJsland en Schotland lag, trok naar het Noord-Oosten, het cen trum ligt thans over Noord-Scandinavië. De depressie, welke gisteren over de Golf van Biscaye lag, trok iets naar het Noord- Westen, terwijl beoosten ons land zich een afzonderlijke kern vormde. In het Zuid westen op den Oceaan nadert een nieuw daalgebied. Langs de Noorsche kust en in Noord-Zweden waaien krachtige Zuid- Westelijke winden met meest betrokken lucht en plaatselijk regen. In Zuid-Enge- land en in West-Frankrijk waaien matige, Zuidelijke winden met zwaar bewolkte tot betrokken lucht, met plaatselijk regen. In het overige waarnemingsgebied waaien zwakke winden met meest licht bewolkte lucht. De morgentemperatuur steeg nog op IJsland, de Britsche Eilanden, en onze Omgeving, Duitschland en Denemarken. In Frankrijk en Scandinavië loopen de veran deringen uiteen. Met uitzondering van enkele plaatsen in Scandinavië is de tem peratuur overal meest zeer aanzienlijk bo ven normaal. Voor onze omgeving moet voorloopig op aanhouding van den bestaan- den weerstoestand gerekend worden, waar bij de onweerskansen nog steeds groot zijn. LUCHTTEMPERATUUR. 21.,7 gr. C. LICHT OP VOOR FIETSERS e. a. Van Vrijdagnamiddag 9.52 uur tot Zaterdagmorgen 4.07 uur. HOOG WATER. Te Katwijk aan Zee op Zdterdag 12 Juni voorm. 5.57 en nam. 6.30 uur. WATERTEMPERATUUR De Zijl 21 gr. C. Poelmeer 22 gr. C. RECHTZAKEN HAARLEMSCHE RECHTBANK. Konijnen en fietsen gestolen. In April j.l. werden te Hillegom eeni- ge malen konijnen en fietsen gestolen. Veertien dagen geleden stonden de daders van deze diefstallen terecht. Tegen den 27-jarigen A. van der L. werd één jaar ge vangenisstraf geëischt en tegen den 20- jarigen J. van D. zes maanden. De rechtbank veroordeelde beiden con form den eisch. BRUTALE INBRAAK ONDER BERKELENSCHOT. Gevaarlijke misdadigers voor de Bredasche rechtbank. Voor de Bredasche rechtbank hadden zich te verantwoorden de 25-jarige koop man J. H. L. en de 20-jarige koopvrouw M. V., beiden gedomicilieerd te Amsterdam, doch thans uit anderen hoofde gedetineerd in het Huis van Bewaring te Dordrecht. Dit tweetal, is reeds talrijke malen door verschillende rechtbanken, wegens diefstal inbraak en verduistering gestraft, welke misdaden gepleegd waren te Den Haag, Rotterdam, Dordrecht, Amsterdam. Zij waren op 31 Maart jl. van Breda ge komen en hadden gedeeltelijk te voet en gedeeltelijk per trein de reis naar Tilburg voortgezet, waar zij eenige lunchrooms en een bioscoop hadden bezocht. Toen het goed en wel donker was, bega- Ven zij zich op weg in de richting Den Bosch en onder de gemeente BerkelEn- schot gekomen, troffen zij daar een alleen staande woning aan. Zij gingen op verken ning uit, waarbij bleek, dat het W. C.-raam- pje slechts met een haakje was gesloten. Met geringe moeite konden zij het haak je losmaken zoodat de man door het raam pje klom en de achterdeur opende, waar door ook het meisje kon binnenkomen. De bewoners sliepen boven en hebben van deze inbraak niets gehoord. Toen de man des morgens wakker werd, zag hij, dat de achterdeur openstond en dat alles overhoop was gehaald. Bij onderzoek bleek, dat waren ont vreemd een bedrag van 18, een zilveren heerenhorloge, twee gouden oorbelletjes, 2 zilveren oorknopjes, en een zilveren hals ketting met kunstparelen. Beide verdachten bekenden hun misdrijf. Later hebben zij nog getracht ergens an ders in te breken, nl. in een daarnaast ge legen woning, maar deze poging mislukte. Nog verschillende inbraken hebben zij ech- Onder groote belangstelling werd gister avond in de Kleine Stadszaal de aangekon digde eerste openbare vergadering gehou den van de afdeeling Leiden van de Ne- derlandsche Vereeniging voor Luchtbe scherming. Ondanks de warmte waren 'n 150 personen aanwezig, onder wie wij o.m. opmerkten mr. P. E. Briët, lid van de Eer ste Kamer der Staten-Generaal, wethouder Verwey, overste H. D. Buurman, comman dant van het 4e Reg. Inf., den commissaris van politie, den heer R. Meijer en verschil lende hoofden van takken van Gemeente dienst. De heer N. C. F. v. Ginkel opende de bij eenkomst met een woord van welkom tot alle aanwezigen, die het warme weer ge trotseerd hadden om deze vergadering bij ts wonen. Spr. zag hierin een bewijs, dat men 't inderdaad noodig acht maatregelen tot luchtbescherming te treffen. Dat 't ge vaar daarvoor niet denkbeeldig is, leert de ondervinding om ons heen. Hierna stelde spr. de sprekers van dezen avond voor en dankte den burgemeester, dat hij zich bereid verklaard heeft in het comité zitting te willen nemen. Mr. A. van de Sande Bakhuyzen hierna het woord verkrijgend, wenschte het be stuur geluk met de kwaliteit der opkomst en zeide dankbaar gestemd te zijn, dat uit de burgerij het initiatief voor deze ver eeniging is gekomen. Spr. had zelf ook het initiatief kunnen nemen, doch voor den burgemeester staat de zaak der luchtbescherming anders dan voor de burgerbevolking. De Regeering heeft bereids een wet voor luchtbescherming in het leven geroepen, maar alle maatregelen voor de burgerbe volking hebben slechts dan resultaat, wan neer de bevolking zelve daartoe mede werkt. De regeering kan een en ander wel voorbereiden, doch bij de uitwerking moet zij zich verzekerd weten van den steun dèr bevolking. De taak van overheid en burgerij inzake de luchtbescherming is geheel verschil lend. Hier ter stede is de zaak der luchtbe scherming reeds geruimen tijd in voorbe reiding geweest om de organisatie daar van op goede grondslagen te zetten. Het werk kan thans worden aangevangen en waar noodig zullen de gemeenten zoowel als de burgerij, naar spr. vast vertrouwt, hun steun verleenen. Dat dit noodig is, blijkt wel hieruit, dat de vereeniging reeds 3500 man noodig heeft, om haar doel te kunnen bereiken. HET CHEMISCHE WAPEN IN DEN LUCHTOORLOG. Hierna was het woord aan den heer A. van Vianen, chem. drs. hier ter stede, die een exposé gaf van „het Chemische wapen in den luchtoorlog." Spr. herinnerde in de inleiding tot deze uiteenzetting er aan, hoe reeds in Maart j.l. in „de couranten een en ander over dit onderwerp is geschreven. Spr. zet allereerst in het kort uiteen welke waarde aan de Conventie van Ge- nève, waarbij het gebruik van strijdgassen verboden is, toegekend moet worden. Het antwoord daarop luidt: zoo goed als niets. Direct daarop liet hij de waarschuwing volgen, dat voor de toekomst geen enkel risico mocht worden genomen en dat het zaak was zoo spoedig mogelijk bescher mingsmaatregelen te treffen. Verder ging hij na welke factoren bij een gasaanval een rol speelden. Dit wa ren er vier, n.l.: 1. Het toepassen van zoo hoog mogelijke concentraties. 2. Het ele ment van verrassing. 3. Het gebruik over groote breedte en diepte. 4. Het gebruik van onbekende strijdgassen. De eerste factor, n.l. de hooge concen tratie, laat spr. onbesproken. Het element van verrassing wordt vol doende geillustreerd met de mededeelin- gen, dat bij den eersten aanval in den we reldoorlog op 22 April 1915 bij Yperen, ieder ton chemicaliën 45 dooden eischte. De verrassing was hier voor 100 pet. aan wezig. Op 31 Jan. 1917 in Champagne toen de gasaanvallen geen verrassingen meer waren, bedroeg het aantal dooden per ton chemicaliën slechts één. Wanneer de luchtbeschermingsdienst goed is georganiseerd, behoeft de burger bevolking dezen factor niet meer te vree zen. De derde factor, n.l. de werking over ter gepleegd, zoodat zij ten slotte werden gearresteerd en te Dordrecht opgesloten. De Officier van Justitie, mr. Deelen, wees er op. dat het hier betrof een tweetal zeer brutale inbrekers, die leefden van hun misdaden. Met het oog op de vele straffen, welke beide verdachten nog moeten on dergaan, eischte hij een ge'angenisstraf tegen ieder van acht maanden. De rechtbank na even in raadkamer te hebben beraadslaagd deed onmiddellijk uitsp.aak en veroordeelde beide verdach ten tot een gevangenisstraf van zes maan den, waarbij eveneens werd overwogen het feit, dat zij uit anderen hoofde nog vele straffen moesten ondergaan. groote breedte en groote diepte liet spr. eveneens onbesproken. Ten slotte behandelde hij den laatsten factor, n.l. het gebruik van onbekende strijdgassen. Hierna kwam spr. tot zijn eigenlijk on derwerp, n.l.: Het chemische wapen in den luchtoorlog. In den luchtoorlog wordt, voor zoover het de chemie betreft, gebruik gemaakt van brandstichtende middelen en strijdgassen. De laatste benaming is wetenschappelijk niet geheel juist, evenmin als de naam gasverkenner, gasspecialist, gasontsmetter, gasofficier, enz. en kan beter vervangen worden door chemische strijdmiddelen, waarbij dan tegelijkertijd de brandstich tende middelen inoegrepen zijn. De gastoestand is n.l. een van de drie vormen waarin een stof kan voorkomen. De andere twee zijn de vloeibare en vaste toestand. Denk b.v. aan water, dat ook in den vorm van ijs (vast) en in damp of stoom (gas) kan voorkomen. Het hangt geheel van ed omstandigheden af, of een vloeistof gas za" worden of niet. De belangrijkste factor is de temperatuur. Het is opvallend, dat van de oorlogsgas- sen er slechts weinig een werkelijk gas zijn. De meeste worden als fyne druppel tjes of als fijne vaste stofdeeltjes in de lucht gebracht. In het begin van den we reldoorlog gebruikte men enkele wérke lijke gassen, zooals chloor, en vanaf dien tijd dateert ook de naam oorlogsgas. Dat alle oorlogsgassen voor de gezond heid nadeelig zijn is een onjuiste mee ning. Er is een groep, n.l. de rook- en ne velvormers, welke men alleen maar ge bruikt, om er in oorlogstijd verstoppertje achter te spelen (camouflagedoeleinden). De bedoeling hiervan is, door het maken van een kunstmatige rook of nevel, de be weging van de eigen partij voor de tegen partij te maskeeren. Ons interesseeren alleen die gassen, wel ke op het menschelijk lichaam inwerken. Dit zijn er ongeveer een vijftig, welke over vier groepen worden verdeeld nJ.: 1. Al gemeen vergiftige stoffen; 2. Verstikkende stoffen; 3. Prikkelende stoffen; 4. Blaar trekkende stoffen. De algemeen vergiftige stoffen werken in doordat de vergiften in het bloed wor den opgenomen. Hiertoe behooren kool- monoxyde en blauwzuur. Het blauwiuur wordt o.a. gebruikt om huizen van onge dierte te bevrijden, en enkele malen ko men er bij onvakkundige behandeling on gelukken voor, waarvan we zoo af en toe een bericht in de dagbladen lezen. Ook van ongevallen met koolmonoxyde lezen we af en toe een bericht, maar dan staat er meestal boven het artikel „kolendampver giftiging". De tweede groep, de verstikkende stof fen, werken vooral op de ademhalingsorga nen. Hiertoe behooren phosgeen, chloor, diphosgeen, chloorpikrine en andere. Het phosgeen kan ook in de lucht voorkomen zonder dat het als zoodanig hierin is ge bracht. Het kan n.l. ontstaan als we brand bommen trachten te blusschen met tetra- chloorstof, een reden te meer om bij de keuze van ons brandbluschmateriaal met overleg te werk te gaan. De derde groep, de prikkelende gassen, heeft in den regel geen doodende werking en wordt onderverdeeld in twee andere: a. traangassen, b.v. chlooraceton en chlooracetophenon. Hiervan gaan we in het begin alleen maar huilen. Na KyK uur ontstaat ooglidkramp en wordt men volsla gen blind. Wanneer het slachtoffer in de zen toestand een goede medische behande ling krijgt, functioneert het oog na 24 uur weer geheel normaal. Het zijn dus geen bijzonder gevaarlijke gassen en ze zijn door de politie meerdere malen gebruikt om oploopen en verboden betoogingen uit een te drijven, b. niesgassen, waarin arsenicum voor komt, en daarom wel arsinen genoemd worden. Ze geven aanleiding tot veel nie zen. Zelden gaan ze verder het lichaam binnen dan de neus en keelholte. De blaartrekkende stoffen oefenen een schadelijke werking op de huid uit en ge ven aanleiding tot blaarvorming. Hiertoe behooren het mosterdgas en het lewisiet. In gasvormigen toestand is de inwerking niet zoo intensief als in druppelvorm. We moeten dus ieder contact met deze drup pels vermijden, waaruit volgt, dat een ter rein dat vanwege mosterdgasbesmetting door waarschuwingsborden, vlaggen of an derszins is afgezet, onder geen enkele voor waarde betreden mag worden. Eigenaardig is dat de gevoeligheid van de verschillende personen zeer uiteen loopt. Van de blanken is 2 pet. overgevoelig, van de negers is 76 pet. ongevoelig. In Italië worden de soldaten gesorteerd in voor mosterdgas gevoelige en ongevoe lige. Na dit overzicht gegeven te hebben wijst spr. erop, dat het van groot belang is, dat een gebruikt oorlogsgas zoo spoedig moge- Ilijk herkend (beter geïdentificeerd) wordt. Wanneer we b.v. de beschermingsmaatre- len zouden nemen tegen mosterdgas, ter wijl we met traangas te doen hebben of omgekeerd, is het effect nihil en kunnen we al onze moeite wel sparen. Het bescher- mingsvraagstuk eischt een zoo spoedig mo gelijke identificatie, om daarna op de juiste wijze het onschadelijk maken van het gas ter hand te nemen. Wij komen zoo tot twee takken van dienst, n.L de gasverken- ning, welke tot taak heeft de identificatie, en de gas ontsmetting welke voor het on schadelijk maken zorgt. Voor de gasverkenning zijn in de eerste instantie in het geheel geen pro fessoren of doctoren noodig. Ze kun nen hier zelfs geheel misplaatst zijn. De gassen worden n.l. herkend aan de reuk. Personen met de beste reukorga nen, zijn de beste verkenners, en uit hen, die zich voor de luchtbescherming willen geven, zullen zeer concentieus de fijnste neuzen worden uitgezocht. Het doet er niet toe of men lagere school, mulo, H.B.S. of universiteit heeft bezocht. Ook dames kunnen voor de verkenning buitengewoon geschikt zijn. Na deze selectie begint de oplei ding, waar al het noodige in cursussen of oefeningen wel zal worden bijge bracht. Indien de gasverkenners falen, komen in tweede instantie de deskundigen aan bod. Dit zijn scheikundigen welke over laboratoria beschikken, om langs chemi- schen weg de gassen in de grondmonsters te identificeeren. Ook hier is snel werken van niet te onderschatten belang en een scheikundige, die behalve over een goed laboratorium over een staf van medewer kers beschikt, b.v. analysten, is buiten gewoon welkom. Mochten ook deze laboratoria falen, dan heeft het onderzoek plaats in één cen traal laboratorium voor het geheele land, hetwelk zoowel voor de militairen als voor de burgerbevolking onderzoekingen verricht, en waar de beste specialisten zijn geconcentreerd. Het groote voordeel van de combinatie militairen en burgers is, dat van de ervaringen van de eene groep de tweede profijt trekt. Waar- schijnlijk zullen de militairen in oorlogs tijd wel de meeste ervaringen opdoen, zoodat wij burgers voor deze gelukkige samenwerking dankbaar kunnen zijn. Na de verkenners doen de ontsmetters hun plicht. Ook hiervoor is een opleiding noodig waarbij de kennis van gassen en ontsmettingsmiddelen onontbeerlijk is. Met verkenners en ontsmetters alleen kunnen we echter niet volstaan. Er is eer ste hulp voor gewonden en gaszieken noo dig. Is spr. wél ingelicht, dan bestaan hier te Leiden reeds cursussen hiervoor. Ver der is er personeel noodig voor herstel lingswerkzaamheden, brandweer perso neel, enz. Het is dus een groot werk dat de Leid- sche afdeeling voor Luchtbescherming op zich neemt, en dat slagen zalals u zooveel als in uw vermogen ligt mede werkt. Spr. vertelt hierna nog een en ander over het gebruik van onbekende strijd gassen. Onmogelijk is dit natuurlijk niet, maar het is wel uiterst moeilijk nieuwe oorlogsgassen aan de reeds bekende toe te voegen. De moeilijkheden zijn de volgende: 1. De vervaardiging moet uit gemakke lijk te verkrijgen grondstoffen kunnen geschieden. 2. De bereiding moet in alle onderdee- len technisch mogelijk zijn. 3. De producten moeten in de toestand, waarin zij in de atmosfeer zijn gebracht, zwaarder zijn dan lucht. 4. De chemicaliën moeten niet ontleed worden bij de explosie van de granaten. 5. De gassen moeten door zuurstof uit de lucht en vocht niet te spoedig ontle den. 6. Ze moeten in staat zijn zoodanig te werken dat -de bestaande beschermings middelen falen. Dat er weinig gassen zijn, welke aan zooveel eischen tegelijk voldoen, bewijst het volgende getallenvoorbeeld. Gedurende den wereldoorlog werden in Amerika in het Edgewood Arsenaal 4000 stoffen onderzocht waarvan er 54 in de praktijk werden beproefd en bij welke beproeving er nog 42 onbruikbaar bleken. Slechts 12 bleven er over. Deze 4000 stoffen waren geen nieuwe stoffen, dit is zelfs met geen enkel oor logsgas zoo. Alleen het gebruik als zoo danig van deze soms reeds lang bekende chemische verbindingen gedurende de ja ren 19141918 en later was nieuw. Zoo waren reeds lang geen onbekenden meer, om een greep te doen, Chloor bereid in 1774; Phosgeen bereid in 1811; Thio- phosgeen 1843; Mosterdgas 1860; Chloor aceton 1859; Broomaceton 1863; Chloor pikrine 1848; Blauwzuur 1882. Het spreekt eigenlijk vanzelf, dat, toen dit „misbruik" van de chemie had plaats gehad, alles wat er van verbindingen be kend is, over de geheele wereld de revue gepasseerd is met het resultaat, dat ge lukkig niet veel bruikbaars meer gevon den is. De toestand is nu zoo. dat het chemische wapen in den luchtoorlog in de jaren 19141918 zijn hoogte punt heeft gehad, en dat daar tegenover sindsdien de be schermingsmaatregelen in buitengewone mate zijn geperfectionneerd. Worden de beschermingsmaatregelen niet genomen, dan geven we het chemische wapen nogmaals een kans zooals in Abes- synië is geschied, maar dan is het ook voor 100 pet. onze eigen schuld. 'N PROPAGANDISTISCH WOORDJE. Na een korte pauze sprak de commissa ris van politie, de heer R. Meijer, eenige woorden van propagandistische strekking ter aanbeveling van den Luchtbescher mingsdienst, zulks als hoofd van dezen dienst. AGENDA LEIDEN. Woensdag. Ledenvergadering „St. Ra- phaël", Bondsgébouw, 8 uur. De avond-, nacht en Zondagdienst der apotheken wordt van Maandag 7 Ju- n i tot en met Zondag 13 Juni a.s. waar genomen door apotheek C. B. Duyster, N. Rijn 18, Tel. 523 en J. Doedens, Wilhelmi- napark 8, Oegstgeest, tel. 274. Spr. zeide, dat de hem door den burge meester opgelegde taak veelomvattend is en dat hij dus hoopt op den steun van zeer velen. Het aantal vrouwen en mannen, dat voor een goed functioneeren van den Luchtbe schermingsdienst noodig is, wordt door des kundigen voor Leiden geschat op 3500. Dit toont wel zeer duielijk aan, dat deze dienst de medewerking vraagt van talrijke ingezetenen. Daarom doet spr. een beroep op allen zich aan te melden als lid van den Luchtbeschermingsdienst. Bijna voor iedereen is er wel een taak. Daarom roept hij allen toe: wordt nu lid, doet het nu! Het is niet onmogelijk, dat de hulp nim mer noodig is. Des te beter. Mocht het ech ter noodig zijn, dan vervult men een daad van burgerzin, een daad van naastenliefde. ORGANISATIE EN WERKWIJZE DER N. V. L. Hierna was het woord aan den heer P. J. de Gaay Fortman oud-burgemeester van Dordrecht, lid van het hoofdbestuur der N. V. L. Spr. gaf een uiteenzetting over de orga nisatie en de werkwijze van de Vereeniging voor Luchtbescherming. Speciaal wilde spr. daarbij wijzen op de taak der burgers. De taak der overheid ligt op openbaar, die der vereeniging op particulier terrein. De overheid geeft hulp bij het werk, dat de burgerij moet verrichten. De burgemeester wijst het hoofd van den dienst aan en elke gemeente wordt ver deeld in een aantal vakken, die speciale diensten hebben te verzorgen. Over het ge heele land worden luchtwachtposten inge richt, die tot taak hebben alle betrokkenen bij de diensten langs radiografischen weg te waarschuwen. De overheid zorgt verder voor het dooven van de openbare verlich ting, het inrichten van schuilplaatsen en het organiseeren van hulpdiensten, als eer ste hulp, brandweer, ontsmettingsdienst, politie, opruimingswerk, enz. De taak der burgerlijke luchtbescherming is drieledig. De eerste betreft de gezinsbescherming, door het aanbrengen van een bomvrije kelder of het beveiligen van een woonver trek en het wegnemen van alle gevaar lijke brandmiddelen. Het tweede is de wijk- of blokbescher- ming, opdat een brandweer bij een hevi- gen aanval niet alleen zal staan. Het derde is de bedrijfsbescherming. Daarbij is het noodig, dat de fabriekster reinen zooveel mogelijk beschermd en be veiligd worden door de fabrieken zelf. Op 12 Mei 1933 werd de Ned. Ver. voor Luchtbescherming opgericht als studiever - eeniging. In de eerste jaren was zij meer een studievereeniging. Het vorig jaar is zij echter door de regeering erkend en kan zij beschouwd worden als een semi-offi- cieele vereeniging. Spr. wijst er op, dat andere landen de Ned. vereeniging ver vooruit zijn. Het aan tal leden bedraagt nog slechts 4000, het be drag, dat door de regeering ter beschik king wordt gesteld is ƒ50.000. In andere kleine landen is het aantal leden twintig tot honderdmaal grooter en de beschikbare gelden zijn naar evenredigheid hooger. Spr. weidt hierna verder uit over het werk der vereeniging en over de afdee- lingen, welke hier en daar gevormd zijn. Spr. wilde een misverstand wegnemen, wijl hem gebleken is, dat velen van mee ning zijn, dat van deze vereeniging alleen lid kunnen zijn de menschen, die bij den dienst betrokken zijn. Niets is minder waar. Alle burgers kunnen en moeten lid worden. De vereeniging tracht haar doel te berei ken door: 1. Het voeren van propaganda. 2. Daadwerkelijke voorbereiding. 3. Aanvulling van het overheidsperso neel. 4. Opleiding van personeel. 5. Medewerking aan oefeningen. Spr. zette al deze punten verder uiteen, gaf practische wenken en aanwijzingen enz. en besloot met de bemerking, dat het voor de vereeniging een heel moeilijke taak zal zijn de Nederlanders te activeeren. Een ge volg van het feit, dat wij niet als andere landen de gevolgen van een oorlog heb ben gevoeld. Wanneer de vereeniging des ondanks haar doel zal bereiken, dan heeft zij ongetwijfeld goed werk gedaan. Spr. hoopt, dat de rijksoverheid in de eerste plaats het goede voorbeeld zal geven, dan zal ook de burgerij niet achterblijven. Na een dankwoord van den voorzitter tot de sprekers, was er gelegenheid tot vragen stellen. Dit geschiedde inderdaad ook, doch de vragenstellers waren zoo lang van stof, dat de voorzitter hen moest aanmanen zich te beperken tot het stellen van vragen. De woordvoerders bleven echter door gaan in beschouwingen te treden over het chmisch gedeelte der luchtbescherming, beschouwingen, welke we willen het eerlijk bekennen allerminst geschikt wa ren voor 'n dergelijke vergadering, hoe verdienstelijk overigens het ten beste ge- gevene kunne zijn. Wij meenden het echter evenmin op z'n plaats, dat de voorzitter onmiddellijk daar na zonder eenige motiveering of verkla ring de vergadering sloot, waardoor de bijeenkomst een ontijdig einde had.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1937 | | pagina 2