WOENSDAG 9 JUNI 1937
OE LEIDSCHE COURANT
TWEEDE BUD - PAG. 7
Polderbesturen in Zuid-
Holland
De waterschapsbond vergadert.
Het beheer van Rijnland's boezem in
in verband met het nieuwe
gemaal van Rijnland.
Gisteren heeft te Gouda de Zuid-Hol-
landsohe Waterschapsbond zijn jaarlijksche
algemeene vergadering gehouden, welke
door 62 leden werd bijgewoond, terwijl als
gasten aanwezig waren de vertegenwoor
digers van de unie van waterschapsbonden
in Nederland, mr. dr, F. Vonk de Both,
burgemeester van Tilburg, mr. dr. Th. J.
A. Dolk uit den Haag en de dijkgraaf van
Rijnland mr. P. A. Pijnacker Hordijk te
Leiden.
In het jaarverslag over 1936. dat door den
secretaris, den heer G. J. C. Schilthuis,
werd uitgebracht, werd het 25-jarig be
staan van den Zuid-Hollandschen Water
schapsbond en de feestelijke herdenking
daarvan in herinnering gebracht.
De zekerheidsstelling van
penningmeesters.
Het vraagstukder zekerheidsstelling
door den penningmeester is, na vele be
moeiingen van het bestuur en besprekin
gen met Gedeputeerde Staten tot een op
lossing gebracht, althans Gedep. Staten
hebben bij de Prov. Staten deze aangele
genheid aanhangig gemaakt.
Er zijn nieuwe voorschriften
ontworpen, waarhij bepaald is, dat
de polders verzekeringen moeten
sluiten tegen de schaden, welke door
de nalatigheid van penningmees
ters kunnen ontstaan.
Het bondsbestuur heeft een overeen
komst getroffen met de N.V. Nationale
Borgmaatschappij te Amsterdam, waarbij
de voorwaarden en premies zijn vastge
steld, die zouden gelden voor verzekering
van Zuid-Hollandsche waterschappen te
gen de genoemde schade, omtrent welke
voorwaarden de goedkeuring van Ged.
Staten is verkregen waarbij is bepaald, dat
een vijfde deel van het netto-inkomsten
bedrag moet worden verzekerd. Het pre
miebedrag door de Nationale Borgmaat
schappij op die basis gesteld zal meer dan
tien gulden per jaar bedragen.
Door de Unie van Waterschapsbondeh is
herhaaldelijk aangedrongen om -steun uit
Rijks- en provinciale middelen te verkrij
gen voor de onderhoudsplichtigen van de
tertiaire wegen, voor zoover deze van meer
dan locale beteekenis zijn. Het door de Re
geering in 1936 ingediende wetsontwerp
om voor verbetering of onderhoud dier we
gen te worden besteed. Door de wijze van
verdeeling dier gelden, zooals die thans is
vastgesteld, is er voor de provincie Zuid-
Holland veel van het aanlokkelijke verlo
ren gegaan, omdat de bekostiging der uit
voering van het provinciaal wegienplan
wordt' bemoeilijkt.
Naar aanleiding van dit verslag gingen
in de vergadering enkele stemmen op, die
het betreurden dat Ged. Staten niet een
hooger bedrag verzekeringsplichtig had
den gesteld. Het een vijfde deel werd door
hen minder safe geacht, dan zij dit wen-
schen.
De rekening over 1936, welke aan in
komsten aanwijst 2155.48 en aan uitga
ven ƒ2503.10, sluit met een nadeelig saldo
van ƒ347.62.
De aftredende bestuursleden, de heeren
P. S. O verwater, dijkgraaf van het water
schap „De Hoeksche Waard" te Strijen en
mr. J. Slagter, secretaris van het Hoog
heemraadschap van Rijnland te Leiden,
werden met algemeene stemmen herkozen.
Het nieuwe boezem-gemaal
van Rijnland.
Aan het eind der vergadering hield ir. P.
de Gruyter, ingenieur van het hoogheem
raadschap van Rijnland, een voordracht
over de beteekenis van Rijnland's boezem-
beheer, waarbij hij een uiteenzetting gaf
van de totstandkoming van het nieuwe ge
maal te Gouda, de voordeelen die dit ge
maal biedt boven het oude en de inrichting
van dit dieselgemaal.
Door den bouw van het nieuwe dieselge-
maal zijn practisch de problemen van wa-
terinlating en van boezembemaling voor
de naaste toekomst opgelost.
De zuivere bedrijfskosten van
het nieuwe gemaal bedragen voor
het uitmalen van 1000 M3. thans
nog geen 5 cent, terwijl de kosten
daarvan bij het oude stoomge
maal 15j-< cent bedroegen.
De installatie van dit gemaal bestaat uit
drie agregaten, waardoor hij storing of de
fect de bemaling niet behoeft te worden
stopgezet.
Dit is van zeer groot belang, daar Rijn
land's andere gemalen de taak van Gouda's
gemaal niet kunnen overnemen. De op
brengst is driemaal vergroot. De opvoer-
hoogte is beduidend hooger. Bij een opvoer -
hoogte van 3.20 kan nog 1200 M3. per mi
nuut worden uitgemalen.
Na een gemeenschappelijken koffietafel
begaven de deelnemers zich naar het nieu
we dieselgemaal van Rijnland.
De heer E. van der Wall wethouder
te Haarlem?
De onzekerheid over het bezetten van
den vacanten wethouderszetel is thans ge
weken; de rechtsche raadsfracties zijn na
melijk tot overeenstemming gekomen in
het aanwijzen van den candidaat. Indien
de Raad er zich mede vereenigt, en de
heer E. van der Wall (C-H.) in het college
van B. en W. gekozen als opvolger van
wijlen den heer W. Roodenburg, die even
eens tot de Christelijk-Historischen be
hoorde.
De heer Van der Wall is 53 jaar oud; hij
is ontvanger der directe belastingen in de
inspectie Haarlem; sinds najaar 1934 is hij
lid van den Raad. «Tel."
HET NIEUWE BRIEFTARIEF VOOR
NED.-INDIë.
6 Cent is altijd te weinig.
Bij de eerste verzending volgens de
nieuwe regeling op 5 Juni j.i. is gebleken,
dat het publiek zich nog geen voldoende
rekenschap heeft gegeven van de wijziging
in het tarief van brieven naar Ned.-Indië.
Dit bedraagt 121/2 cent voor elke 10
gram, terwijl de verzending steeds met den
luchtdienst AmsterdamBandoeng ge
schiedt. Alléén in het geval, dat de afzender
door duidelijke aanduiding op den brief
omslag te kennen geeft dat verzending met
de landmail moet geschieden geldt het ge
wone internationale tarief van 12 1/2 cent
voor 20 gram en 7 1/2 cent voor elke vol
gende 20 gram.
Een brief voor Ned.-Indië is met
6 cent dus altijd te laag gefran
keerd en wordt met strafport be
last, door den geadresseerde te be
talen bij de uitreiking.
Wel is het mogelijk alleen voor ver
zending met de landmail een postblad
van 6 cent te gebruiken.
Bij de mail van 5 Juni j.l. waren nog tal
van brieven welke met 6 cent gefrankeerd
waren en welke dus alle met strafport wor
den belast.
Men zorge in zijn eigen belang voor
juiste frankeering.
IS VORDERING OP STEUN
GEOORLOOFD?
Interessante procedure te wachte^
Een der werkloozen uit de gemeente
Echt is overeenkomstig vonnis van den
kantonrechter verplicht tot bijdrage van
een bepaald bedrag in de onderhoudskos
ten van een familielid. Eisoheresse van deze
vordering wil dit bedrag verhalen op het
loon, dat de betreffende werklooze in de
werkverschaffing verdient, alsmede op het
steungeld, dat hem wordt uitgekeerd. Door
haar rechtskundigen raadsman heeft zij nu
beslag laten leggen op het loon, dat de
arbeider in de werkverschaffing verdient
en tevens op zijn steungeld. Krachtens de
betreffende bepaling van het B. W. moe
ten B. en W. van Echt wekelijks 20 pet.
van het loon inhouden en aan eischeresse
doen toekomen. In hoeverre eischeresse
gerechtigd is om deze alimentatiekosten
eveneens te verhalen op het steungeld is
een kwestie, waar verschil van meening
over bestaat. B. en W. hebben zich in de
zen gewend tot den Minister van Sociale
Zaken, die er echter evenmin een oplos
sing voor weet. In dit twijfelachtige geval
zal de rechter moeten beslissen. De ge
meente is inmiddels rechtens aangespro
ken, doch B. en W. kunnen niet procedee-
ren, zoolang de Raad geen machtiging daar
toe heeft verleend. In de Maandagavond
gehouden raadszitting gaf de voorzitter als
zijn persoonlijke mëening te kennén,"dat,
beslag op steungeld niet mogelijk zal zijn,
daar de werklooze krachtens de betreffen
de wetsbepaling geen recht op steun heeft.
Tot nog toe heeft de gemeente den betrok
ken werklooze zijn steungeld ad 7.in
de week geheel uitbetaald.
De raad vond het een vreemde zaak,
dat een werklooze van zijn zeven gulden
In de week nog onderhoudskosten voor fa
milie moet betalen.
Tot nog toe heeft zich een dergelijke
moeilijkheid nog niet voorgedaan, zoodat
beroep op gerechtelijke uitspraken niet mo
gelijk is. Dit geval wordt dus een proef
konijn. Na lang beraad heeft de raad ten
slotte besloten de gewenschte machtiging
aan B. en W. te verleenen, niet enkel voor
een procedure voor het Kantongerecht,
maar eventueel ook voor hooger beroep en
zoo noodig ook te casseeren bij den Hoogen
Raad.
De belangen der gemeente zullen in de
zen behartigd worden door het advocaten
kantoor Michiels van Kessenich te Roer
mond.
DE UITVOER VAN GECONDENSEERDE
MELK NAAR ENGELAND.
Besprekingen met de organisaties van
belanghebbenden.
Aangezien de termijn voor de huidige
regeling van den invoer van Nederlandsche
melkproducten in Engeland binnenkort af
loopt, werd dezer dagen, naar aan het
A.N.P. van bevoegde zijde wordt gemeld,
onder voorzitterschap van ir. S. L. Louwes,
regeeringscommissaris voor den akker
bouw en de veehouderij, een vergadering
gehouden met de organisaties van belang
hebbenden bij dezen invoer, met name den
Algemeen en Nederlandschen Zuivelbond,
de vereeniging van belanghebbenden bij
den handel in gecondenseerde melk en
melkpoeder, de vereeniging van groothan
delaren in melkproducten en de Vereeni
ging voor zuivelindustrie en-melkhygiëne.
De vraag werd behandeld, of na afloop
van de huidige regeling een nieuwe dient
te worden getroffen. Na bespreking der
mogelijkheden, wélke sedert de instelling
der huidige regeling, waarbij de invoer van
Nederlandsche gecondenseerde magere
melk in blikken wordt gecontroleerd door
een beperkt aantal firma's, op dit gebied
zijn gebleken, spraken de belanghebbenden
zich in principe er voor uit om, indien na
afloop der huidige overeenkomst met En
geland een nieuwe regeling noodig mocht
blijken, het bestaande systeem te handha
ven.
Wel liepen de meeningen ten aanzien van
het aantal van de met dezen invoer te be
lasten firma's nog' uiteen en werden des
tijds door sommige groepen tegen de ge
volgde werkwijze ingebrachte bezwaren in
principe gehandhaafd, doch gezien de tot
dusverre met dit systeem opgedane erva
ringen en de heerschende omstandigheden,
werd handhaving daarvan thans door de
belanghebbenden het meest gewenscht ge
acht.
Voedselvoorziening in
oorlogstijd.
De werking van het Rijksbureau.
Omtrent de werkwijze van het onlangs
door den minister van Landbouw en Vis-
scherij ingesteld rijksbureau ter voorberei
ding van de voedselvoorziening in oorlogs
tijd, vernemen wij het volgende:
Door de instelling van dit bureau, welke
een onmiddellijk gevolg is van een door de
commissie voor de economische verdedi
gingsvoorbereiding bij den ministerraad in
gediend rapport, zijn de voorzieningen in
zake de voedings- en voedermiddelen in één
hand gelegd.
Het is te wenschen, dat bij deze voorbe
reidende maatregelen, welke genomen wor
den in het belang van het geheele volk in
al zijn geledingen en al zijn groepeeringen,
niemand achterwege blijve bij het verlee
nen van zijn daadwerkelijke medewerking,
zonder welke het bureau zijn taak niet vol
ledig kan volbrengen en zonder welke ook
ons volk in benarde omstandigheden in
diepe ellende zal geraken.
Als taak van dit bureau moet gezien wor
den de voorbereiding der voedselvoorzie
ning in tijden van nood (d.i. oorlog, mobi
lisatie, oorlogsgevaar dan wel verhoogde
internationale spanning) ten behoeve van
het geheele volk.
De jaren 19141918 hebben wel be
wezen, dat het niet bestaan van een
goed voorbereiden voorzien in gsdienst
voor het volk een groote ramp kan be-
teekenen en zonder twijfel zal leiden
tot een groot voedseltekort met alle
gevolgen daarvan.
Vele andere regéeringen hebben reeds
uitgebreide maatregelen ter voorbereiding
van een goeden voedselvoorzieningsdienst
in oorlogstijd getroffen. Wanneer Nederland
op dit gebied niet tijdig eveneens voor een
behoorlijke organisatie zorgt, zal het straks
buitengewoon moeilijk 'blijken iets van
belang te doen, mede doordat andere landen
die zich voldoende hebben voorbereid, de
noodige maatregelen reeds zullen hebben
uitgevoerd.
Verschillende economische om
standigheden sedert den wereldoor
log hebben tot gevolg gehad, dat op
voorraden van onderscheidene
grondstoffen voor de voedselvoor
ziening niet zoo zeker valt te reke
nen als voor den wereldoorlog.
Het is de taak van dit bureau maat
regelen te nemen om voorraads-
vorming te bevorderen en bij even
tualiteiten klaar te. zijn.
Bij deze voorbereiding beAvijzen
de huidige crisiscentrales, welke
grootendeels over het gewenschte
materiaal beschikken, goede diens-,
ten.
BOND VAN P.T.T.-PERSONÉEL
„ST.-PETRUS".
Het bestuur van de landelijke vakgroep
van bestellers van den Nederlandschen
R.-K.. Bond van P.T.T.-personeel St. Pe
trus heeft dezer dagen te Utrecht onder
leiding van den voorzitter van de lande-
Gister.enavond kwam de Raad der ge
meente Veur onder voorzitterschap van
Burgemeester W. Keijzer in openbare ver
gadering bijeen.
Na de gebruikelijke opening, worden di
verse ingekomen stukken, o.m. goedkeu
ring van de schoolgeldheffing, hondenbe
lasting en de heffing opcenten Gemeente
fondsbelasting, de goedkeuring van de Ge
meenterekening, dienst 1934, voor kennis
geving aangenomen.
Het voorstel tot wijziging van de aflos
sing, enz. van het aan mevr. Palmen, geb.
van Dijk verleende hypothecaire voorschot,
wordt z. h. s. goedgekeurd.
De heer Borst merkt hierbij op, dat B.
en W. toch niet al te scheutig moeten zijn
met het verleenen van uitstel, want men
komt dan van kwaad tot -erger. De voorzit
ter doet de noodige toezegging.
Het voorstel tot yasselling van de ver
goeding ex artikel 101 der L.O.-Wet 1920
over 1934, wordt z. h, "s. aangenomen.
Benoeming controleur steun-
verleening en Aver kv er schaf f in g.
Aan de orde komt het voorstel tot vast
stelling eener wedderegeling voor een te
benoemen controleur voor de steunverlee-
ning en Averk verschaffing.
De heer Koerts vraagt, of ook een in-
structieregeling wordt vastgesteld en of het
niet beter is hangende de kwestie van sa
menvoeging, te benoemen op arbeidscon
tract.
De voorzitter antwoordt, dat door B. en
W. een instructieregeling wordt vastgesteld
en de controleur op arbeidscontract Avordt
benoemd.
De heer Uittenhout zegt o.m., dat hij voor
deze gemeenten een controleur overbodig
vindt en dringt er op aan, als iemand moet
worden aangesteld om er dan een gezin
mede te helpen en geen vrijgezel te benoe
men. Het salaris voor zulk een verantwoor
delijke taak vindt hij te laag.
De heer Borst heeft nooit van veel frau
de van werkloozen in deze gemeente ge-
WAT ANDERE BLADEN
SCHRIJVEN
GEROMMEL IN DE N.S.B.
De Standaard deelt mede, dat het he
vig rommelt in de N.S.B.al wordt dan ook
naar buiten de indruk gewekt, dat de or
ganisatie nog hecht en sterk is.
Er heerscht ernstige ontevredenheid ook
onder de candidaten voor het Kamerlid
maatschap. De heer Rost van Tonningen,
zoo schrijft het blad, moest aan een „baan
tje" worden geholpen. Wel heeft deze als
hoofdredacteur van het „Nationale Dag
blad" aanvankelijk 400 per maand gekre
gen, doch de ongunstige gang van zaken
met dit dagblad heeft ook tot gevolg ge
had, dat van zulk een belooning ook geen
sprake meer kon zijn. De schadeloosstelling
van lid der Tweede Kamer was voor hem
dan ook niet te versmaden.
Mr. Rost van Tonningen, die zeer ten
ongenoege van v. Geelkerken grooten
invloed op MusSert heeft, weigert er blijk
baar genoegen mede te nemen, dat hij bui
ten de Kamer zou blijven. Daarvoor had
hij dan ook voor de beweging te belang
rijk werk verricht. Immers, reeds meerma
len is hij naar Berlijn geweest, het laatst
nog drie weken voor de verkiezingen om
besprekingen te voeren met minister Goeb-
bels.
Het is ook mr. Rost van Tonningen ge-
AA'eest, die de heeren Woudenberg, v. Lun-
teren, Kettman en ir. v. Houten (een broer
van den directeur), uit de redactie van het
Nationale Dagblad gewerkt heeft.
Het blad deelt verder mede, dat van
aankoop van den Haagschen dierentuin nu
wel voorloopig zal worden afgezien. Men
had gerekend met minstens 12 man de
Tweede Kamer te zullen binnengaan en
nu lag het in de bedoeling het gebouw van
den Haagschen Dierentuin in te richten als
tehuis voor de Nat. Soc. Tweede Kamer-
club. Mr. Rost van Tonningen zou dan de
leiding krijgen van het aldaar te vestigen
Adviesbureau voor de N.S.B.-Kamerleden.
Om de exploitatie van het Tehuis voor
Kamerleden mogelijk te maken, zouden de
naar men dacht minstens 12 Nat. Soc.
Kamerleden grootendeels afstand doen van
de schadeloosstelling welke zij zouden ge
nieten.
Maar nu alles zoo geheel anders uitgeko
men is dan de heeren gedacht hadden, is
er groote oneenigheid en in zooverre is het
te begrijpen, dat Mussert geen zitting neemt
als Kamerlid. Voorloopig heeft hij genoeg
te doen om te trachten de gemoederen weer
tot rust te brengen en om te zorgen dat de
„beweging" niet geheel kapot gaat.
lijke vakgroep, den heer F. C. van Lierop
een vergadering boélegd, waarin waren ver
tegenwoordigd delandelijke vakgroepen
van Noord-Brabant, Limburg en Zuid-Hol
land.
In deze vergadering werd een motie" aan
genomen, waarin het bondsbestuur wordt
verzocht in verband met de voortdurende
stijging van den levensstandaard, zoo spoe
dig mogelijk in afwachting van een al-
aeheple salarisherziening met alle haar
ten dienste staande middelen te willen be
vorderen, dat vooral aan de laagst bezol
digden een duurtetoeslag zal worden uitge-
keeid, In het bijzonder wordt naar een der
gelijke uitkeering uitgezien door de hoof
den van groote gezinnen, die in de ruim
ste mate de gevolgen van de prijsstijging
ondervinden.
GEMEENTERAAD VAN VEUR
boord en heeft niet kunnen inzien, dat het
noodig was zulk een bedrag voor een con
troleur uit te trekken. Als er echter iemand
benoemd wordt, laten B. en W. dan zorgen,
dat hij altijd mensch blijft.
De voorzitter zegt, dat B. en W. even
min voor de benoeming van een controleur
Avaren en dit ook zoo lang mogelijk heb-
hen tegengehouden, thans moeten zij nood
gedwongen door hoogerhand hiertoe over
gaan.
De heer Zuijdwijk is niet tegen een con
troleur, noch tegen het salaris, doch Avel
tegen de verdeeling hiervan; hij wenscht
de betaling geregeld te zien naar het aan
tal werkloozen in de beide gemeenten en
niet naar het zielenaantal, omdat Veur dan
meer betalen zal dan Stompwijk.
De voorzitter en wethouder de Koning
lichten deze kwestie, welke een ernstige
bespreking in B. en W. heeft uitgemaakt,
nader toe. B. en W. zullen ook, zulks naar
aanleiding van een Arraag van den heer
Uittenhout, indien dit noodig blijkt, met
salarisverhoogin.g komen. Het voorstel
wordt dan z. h. s. aangenomen.
De wijziging Gemeentebegrooting dienst
1936 en 1937 wordt z. h. s. goedgekeurd.
In behandeling komt een beroepschrift
van den heer Schell over Aveigering ver
leening bouwvergunning van een schuur.
Over deze kwestie Avorden door diverse
heeren lange besprekingen gevoerd, waar
uit blijkt, dat de heeren tegenover het
voorstel van B. en W. om den heer Schell
niet ontvankelijk te verklaren, daar het
beroep te laat is ingekomen, niet sympa
thiek staan en aandringen op soepelheid
en de vei'leening van een tijdelijke vergun
ning, enz. B. en W. zeggen, dat het hier
gaat om het recht en men toch iedereen
niet kan laten doen, dat hij wil. Ten slotte
stelt de heer Borst voor het voorstel van
B. en W. aan te nemen en B. en W. te vra
gen dan rekening te houden met de wen
schen van den Raad. Het voorstel wordt
dan z. h. s. goedgekeurd.
Na behandeling van enkele mindere be
langrijke aangelegenheden, wordt de ver
gadering gesloten.
KERKNIEUWS
PASTOOR A, J. T. d. DONK.
Zooals gemeld, is aan pastoor A. J. v. d.
Donk O. F. M. te Rotterdam om gezond
heidsredenen eervol ontslag verleend.
Naar aanleiding van dit ontslag schrijft
de „Maasbode":
„Zoo heeft de oude St. Rosalia-parochie
dan na betrekkelijk korten tijd weer een
nieuwen herder gekregen. Want pastoor A.
J. v. d. Donk, die na den dood van pastoor
B. Geeve naar hier kwam, heeft slechts
drie jaren het pastoraat kunnen beklee-
den.
Doch in die drie jaar heeft pastoor Van
den Donk ondanks zijn zwakke gezondheid
heel veel mogen bereiken. Hij toch is de
hersteller geweest van de oude Sint Ro
salia in haar vroegeren luister. Hij is dege
ne geweest, die rond de oude kerk een mo
dernen nieuwbouw tot stand bracht, waar
door de parochie in het bezit kwam van
een up-to-date parochiehuis met prachtige
zaal, patronaatslokalen, Derde-Ordebiblio-
theëk enz. Op 13 September van het vorig
jaar vond. de officieele opening hiervan
plaats bij welke gelegenheid de dankba
re parochianen als een verdiende hulde
voor zijn noesten, doortastenden arbeid
hem een door den kunstschilder Adr. van
der Plas geschilderd portret aanboden.
Momenteel wordt juist begonnen aan den
verderen nieuwbouw van dit oude blok,
begrensd door Weste Wagenstraat, Meent,
Roode Zand en Leeuwenstraat. De oude
Rosaliakerk met de pastorie en eenige wei
nige huizen aan de Weste Wagenstraat zul
len omvat worden door een modern hui
zencomplex.
Het is zeker mede aan pastoor Van den
Donk te danken, dat het oude heiligdom
zoo zorgvuldig bewaard tusschen dit nieu
we heeft stand gehouden.
Zijn pastoraat, hoewel slechts kort van
duur, zal in de historie de herinnering
blijven oproepen aan ee nzeer belangrijke
periode in het bestaan der kerk."
Naar wij vernemen, zal pastoor v d. Donk
voorloopig in de pastorie der St. Rosalia-
parochie blijven wonen.
LETTEREN EN KUNST
Het Schild. Apologetisch Maand
schrift. Uitg. der A. V. Petrus
Canisius.
In de Juni-aflevering van het Schild, de
laatste van de 18e jaargang, treffen wij
een artikel aan van prof. dr. N. Greite-
mann over „Christus en de Sabbatviering".
De geleerde schrijver geeft hierin een
overzicht van Christus' houding tegenover
de Sabbatviering. Christus heeft niet dade
lijk den Sabbat afgeschaft, doch is begon
nen met zich te onderwerpen aan de Jood-
sche Wet, ofschoon hij als de Messias en
de Zoon van God de souvereine wetgever
was. Hij wilde 2ijn tijdgenooten met voor
zichtige tact optreden en daartoe was noo
dig, dat hij niet direct brak met alles wat
de Joodsche Wet voorschreef. Hij begon
echter met recht te zetten, wat door de ver
keerde uitlegging van de schriftgeleerden
was verwrongen en verrichtte daarom bij
voorkeur genezingen op den Sabbat. Chris
tus stelde zich eenerzijds vrijwillig onder
de Wet, maar liet anderzijds doorscheme
ren, dat er diepere perspectieven openla
gen, een nieuwe formuleering, in den geest
van den Vader en van Christus zelf, maar
die Hij aan de apostelen en Zijn Kerk zou
overlaten.
Drs. Jan Taal zet voorts zijn stukjes over
het Primaatschap van St. Petrus voort en
behandelt thans het wel typeerende ver
schijnsel, dat het prestige van Petrus bij
zijn mede-apostelen niet geleden had door
zijn Christus-verloochening. Dat kan aan
niets anders worden toegeschreven dan aan
het feit, dat het gezag van Petrus van die
pen, goddelijken oorsprong Avas.
Prof. dr. Bender Ó.P. maakte van het
antwoord op een hem gestelde vraag een
algemeen artikel, n.l. over de vraag of men
sterven kan vóór zijn tijd. Het ligt er maar
aan, wat men er onder Arerstaat. Bedoelt
men: voor den. tijd door God vastgesteld,
dan is er geen sprake van, dat iemand,
sterft vóór zijn tijd. Bedoelt men ech
ter, dat iemand sterft, voordat men-
schelijkerwfize gesproken zijn levens-
krachtens uitgeput zijn, dan is het
heel goed mogelijk, dat iemand sterft „voor
zijn tijd". Geeft men zich dus rekenschap
van hetgeen men bedoelt, dan is er geen
probleem.
Over het conflict tusschen Oost en West,
twee werelden met zoo geheel verschillen
de cultuur en mentaliteit, heeft dr. H. Pen-
zel een artikel geschreven, dat door P.
Crassaerts voor het Schild vertaald is.
Daarin wordt behandeld hoe Japan en
China staan tegenover de huidigen cultuur
crisis; een artikel, dat eenig licht werpt
op een probleem, dat voor ons Westerlin
gen steeds vreemd zal blijven.
Ten slotte de gewone rubrieken „Op den
Uitkijk", Vragenbus en Boekbespreking,
Avaarin o.m. is opgenomen een bespreking
van de belangrijke dissertatie van dr. J.
v. d. Lugt, leeraar aan het Seminarie Ha-
geveld, over Ferdinand Brunetière.
Aan het slot is de inhoudsopgave opgeno
men van den afgeloopen jaargang.
Nieuw bord.
AM' Deze roode driehoek, met
de punt naar beneden be-
teekent, dat men een voor-
rangsweg nadert, waarop
ook het verkeer, dat van
links nadert, voorrang heeft. a