Het tweede gedeelte
van de haringvangst.
De proefboringen
voor den bouw
van een tunnel
onder het Noord
zeekanaal bij Vel-
sen zijn in vollen
gang
Het tweede gedeelte van de Scheveningsche vloot is Donder
dag voor de haringvangst naar zee gegaan. Voor het uitvaren
der schepen bestond aan de haven veel belangstelling
Voor de 250ste keer zal de Duitsche Lufthansa op 9 Juni a.s.
een postvlucht naar Zuid Amerika uitvoeren. Een der
machines gereed voor den start op Tempelhof
De bies-cultuur, welke in den loop der jaren in ons land aan
het uitsterven was. gaat een nieuwe toekomst tegemoet door
het gebruik ervan als isolatiemateriaal
Hr. Ms. .Gelderland" is Donderdag te Amsterdam gearriveerd. De
oorlogsbodem bij aankomst aan den steiger der Holland Amerika Lijn
.Zoo de wereld rond te zwieren in het topje van den mast"
symphonie op een mooien zomerschen lentedag
FEUILLETON
DE MOEIZAME WEG
Naar het Engelsch
door
THEA BLOEMERS.
(Nadruk verboden).
24)
De minuten regen zich tot uren, de ster
ren verdwenen een voor een, hun tiendui
zenden oogen hadden menig schouwspel
als dit gezien, en nog gruwelijker. Plotse
ling schrik Christian; ze sprong op, want ze
had een flauwe rilling in zijn leden be
merkt en haar hand, die op zijn hart lag
had een gejaagde, onzekere beweging waar
genomen, hetgeen meer beteekende, dan ze
durfde hopen. En toen zag ze, wat ze niet
had durven gelooven.... langzaam open
de zich zijn oogen.
„U", mompelde hij. „Bent u 't? Wat is er
gebeurd? O ja, ik herinner 't me die ver
vloekte schobbejakken hebben met me af
gerekend. Maar u moet hier niet blijven, 't
is niet veilig voor u."
Toen verzwakte zijn stem weer, maar hij
vocht hard tegen de bezwijming, die zich
weer langzaam van hem meester maakte.
„Ga", stamelde hij, „hoort u me, verstaat
u me!"
„Ik wil u niet alleen laten", antwoordde
ze standvastig.
Hij kwam omhoog tot hij op zijn elle
boog rustte. Toen hij dit deed gutste het
bloed uit de wond in zijn zijde.
„Och, zie toch wat u doet", riep zij met
onbedwingbare droefheid. „Ga weer liggen
en laat me probeeren u onderwijl te ver
binden tot er hulp komt, als dit ooit
komt!"
„U moet hier niet blijven", hijgde hij, ter
wijl hij in zijn vroegere houding terugzonk.
„Die schooier zal terugkomen en dan zal hij
wel niet alleen zijn."
„Verondersteld, dat hij 't doet", zei ze
kalm, „dan heb ik mijn revolver. En de
uwe, waar is die?"
Hij schudde ongeduldig zijn hoofd.
„Ik heb er geen idee van", kermde hij.
„Ach toe, ga toch, en laat me alleen. Wat
beteekenen u en uw revolver tegen een
stel of meer gewetenlooze mannen? Chris
tian, ik smeek je te gaan". Zijn stem werd
langzamerhand zwakker, zijn gezicht
spookachtiger.
„U hoeft niet te praten", sprak ze kort
af, „ik blijf bij u, dat spreekt vanzelf."
Ze deed haar best 't bloed te stelpen en
hij bleef doodstil, met gesloten oogen lig
gen.
Plotseling stak hij zijn hand uit ef hij
de hare zocht, ,,'t Is lief van je", mompel
de hij. „Je bent 't Louise, is 't niet? Och,
ik heb toch zoo vreemd gedroomd. Ik dacht
dat ik in Canada was! Mijn hoofd voelt zoo
licht en raar. Ik denk dat de merrie die
vermolmde heining wou ontwijken en mij
heeft afgeworpen. Ik heb je over dat dap
pere meisje uit de mijn verteld, is 't niet?
Ze deed me aan jou denken, Louise. O, laat
me niet los, ik val ik val!"
Christian poogde, het gezicht verstard
en hard haar hand los te maken. Maar hij
fluisterde zwak:
„Verlaat mij niet, Louise. Ik ben er
slecht aan toe ik kan niet zien of is
't donker? Ik heb hier een heelen tijd ge
legen en 't is zoo koud.
Zijn stem werd 'n onhoorbaar gemompel
en zijn klamme vingers lieten de hare los.
De minuten kropen voort, het leken uren.
Plotseling sneed 't doffe, snel voorbijgaan
de geluid, dat door de messcherpe vleu
gels van een neerschietende nachthavik
werd veroorzaakt, door de duisternis. Hij
vloog vlug, alsof hij verstoord of hevig
verschrikt was. En plotseling kraakte het
kreupelhout onder verstolen voetstappen.
„Caramba", mompelde een ruwe stem:
„Er is iemand bij hem en hoor eens, ik
hoor 't gerammel van een paardetoom en
't stampen van paardepooten, Dios, het is
een van de Bereden Politie met wie weet
hoeveel man bij zich."
„Bah" grauwde een andere stem. ,,'t Is
maar een vrouw, 't Is senorita Inglesa. We
zullen met haar wel afrekenen, Venga!"
De voetstappen kwamen nader en na
eenige minuten sprongen twee mannen
met zwarte gezichten en als mijnwerkers
gekleed, te voorschijn.
Christian stond op en plaatste zich on
beweeglijk fusschen de indringers en den
man dien ze liefhad.
Met ruwe verwenschingen en vloeken be
volen ze haar, opzij te gaan, maar ze trok
de revolver uit haar gordel en legde aan
op den dichtstbijzijnden man.
„Blijf staan", zei ze met lage, gespan
nen stem. „Blijf staan zeg ik je". Maar
de grootste van de twee sloeg haar op de
hand en grauwde brutaal: „Nu is 't genoeg,
we vechten niet tegen vrouwen."
Op hetzelfde oogenblik pakte hij haar
arm met forschen greep en hield haar vast,
terwijl zijn kameraad Warwick half van
den grond tilde.
Een enkel oogenblik ontzonk Christian
allen moed; er was geen hulp. Als ze gilde
of schreeuwde, wie zou haar hooren! Plot
seling hoorde ze Betsy hinniken alsof ze een
vriend herkende en gespannen luisterend,
werd ze een ver geluid van uaardehoeven
op den bevroren weg gewaar. Ze kwamen
snel nader, ze hoorde sporen rinkelen.
„Politie", riep ze, als waanzinnig. „Poli
tie, help, help!"
Er kwam een geluid als van een paard,
dat sterk ingehouden werd en het vol
gend oogenblik baande een man zich een
krakende weg door 't boschje.
Christian spande haar oogen in en zag
in 't onzekere licht de welkome uniform
van de Bereden Politie en even later her
kende ze Vanbrugh.
De aanvallers lieten hun respectievelijke
lasten los en kropen geluidloos weg in 't
onderbosch.
„Maar Christian, wat is er gebeurd?"
riep Vanbrugh, zijn gebronsd gezicht vol
ongeruste belangstelling.
„Ik ben bang, dat je te laat bent", ant
woordde 't meisje dof, terwijl ze zich op
haar knieën naast Warwick's bewegingloos
lichaam liet vallen. „Ik ben bang, dat je
juist iets te laat bent."
Vanbrugh duwde haar zonder eenige
vorm van proces opzij en terwijl hij neer
knielde legde hij Warwick's hoofd op zijn
arm en probeerde wat cognac tusschen zyn
tanden te gieten.
„Ik vrees, dat het niets geeft", zei hij,
na een paar minuten. „Hoe ter wereld is
't gebeurt?"
Juist toen maakte Warwick een stuip
trekkende beweging en probeerde zich op
te richten.
Christian uitte een zachten kreet. „O,
Gode zij dank", riep ze. „Ik zal om hulp
gaan ik zal heel vlug zijn. Betsy moet
als de wind loopen", en ze snelde door de
boschjes waar Betsy met boos ongeduld
stond te stampen en op den grond te krab
ben.
De merrie scheen te vermoeden, dat het
uiterste van haar verwacht werd en ging
en in een razend galop, haast voor haar
meesteres goed en wel in 't. zadel zat, van
door.
Weg vlogen ze door de duisternis, 't Was
beginnen te sneeuwen en daardoor vreese-
lijk koud, maar Christian voelde geen kou
haar hoofd en handen brandden en 't
leek haar of ze 't kamp nooit zou berei
ken.
Maar eindelijk kwam 't in het gezicht
en na een paar haastige aanwijzingen aan
Milly liet ze twee van de mannen een ste
vige pony voor een klein laag karretje
spannen, dat gebruikt werd voor 't trans
port van balken uit 't bosch naar den zaag
molen.
Als een wervelwind 'reed ze terug door
de duisternis van 't bosch, tot de plaats
waar Vanbrugh waakte naast zijn sterven
den vriend.
Zelfs in Christian's radelooze angstige-
hoopvolle oogen. scheen 't einde zeer nabij.
Ze keek toe, dat hij voorzichtig op 't
ruwe vervoermiddel gelicht werd, en zag de
kleine stoet vertrekken, Vanbrugh er naast
loopend en 't paard leidend.
Toen galoppeerde ze terug naar Kilcor-
ran om een dokter te zoeken. Ze brachten
Warwick naar Christian's huisje in Caro-
lay, daar 't een paar mijlen dichterbij was
dan Barnethan. Milly had hem met Van-
brugh's hulp In bed gelegd, en de wond ver
bonden, toen Christian en dokter Bell
ventre a terre de helling opkwamen.
'Wordt vervolgd.)