Maandag behandeling van de Pachtwet Waarom de voorzitter uitstel wenschte BINNENLAND Indië en onze boter LUCHTVAART VRIJDAG 21 MEI 1937 DE LEIDSCHE COURANT flERDE BLAD - PAG. 13 EERSTE KAMER „Mij komt dat niet oirbaar voor" HET VOORSTEL-VAN SASSE VAN YSSELT. Na hervatting van de vergadering is aller eerst aan de orde het voorstel van orde van dien heer Van Sasse van Ysselt (R.K.) strekkende om aan de agenda toe te voe gen en zoo mogelijk in openbare behande ling te nemen op Donderdag 27 Mei a.s. te één uur, de pachtwet en daarna de andere ontwerpen van wat, welke voor behande ling gereed zijn. REDE VAN DEN VOORZITTER. De voorzitter houdt de volgende rede: Alvorens den heer Van Sasse van Ysselt het woord te geven tot toelichting van het voorstel, wensch ik aan de Kamer mede- deeling te doen van de redenen, welke mij, na gezette overweging, hebben belet, wets ontwerp no. 19 op onze agenda te plaatsen. Voorop sta, dat ik er mij zorgvuldig van zal onthouden, te treden in de merites van de voordracht. Daarover van deze plaats geen woord. Die redenen dan zijn drie in aantal. De eene al concludenter dan de andere. De eerste is deze, dat sedert de verschij ning van het eindverslag de tijd veel en veel te kort is, dan dat er sprake van zou kunnen zijn, dat de leden ik zeg niet een enkel lid gelegenheid zouden hebben ge had nauwgezet kennis te nemen van de zeer omvangrijke immers 39 bladzijden tellende memorie van antwoord, laat staan haar naar eisch te overwegen. De tweede reden is, dat het mi. niet aan gaat, waar reeds sedert 3 Mei j.l. dag van candidaatstelling, vaststaat, dat zij het tot mijn groot leedwezenplm. een derde van óns college over slechts enkele dagen hier niet terugkeert, een zoo gewichtig wetsontwerp, waaromtrent blijkens het voorloopig verslag dermate verschillend wordt gedacht, thans gelijk de geachte afgevaardigde, de heer Mendels, het van morgen tegen de behandeling van een an der wetsontwerp zoo juist heeft aangevoerd „op het nippertje van heengaan, kort voor het scheiden van de markt" nog in be handeling te nemen. Maar nog bedenkelijker is het dat zulks niet alleen na de candidaatstelling zal ge schieden, maar ook nog na de verkiezingen op as. Donderdag 27 Mei. Noch in 1917, noch in 1922, noch in 1933, toen ook telkens ontbindingen op termijn plaats grepen, heeft ooit eene der Kamers het bestaan na de verkiezingen te verga deren. De Kamer houde het zich voor gezegd. Nu weet ik natuurlijk zeer goed, dat in den zomer van 1916 ik heb het zelf mee gemaakt na eene periodieke verkiezing deze Kamer vergaderd heeft. Maar het behoeft wel geen nader betoog, dat dit geval geheel anders ligt dan waar het nu om gaat. Vooreerst gold het toen de aftreding in September van slechts 1/3 van het college, maar bovendien waren de wetsontwerpen, welke alsnog behandeld worden, in hoofd- - zaak gevolg van den wereldoorlog. Eene enumeratie zal ik der Kamer be sparen. Ook in den zomer van 1935 is de Kamer bijeen geweest. Maar ook toen was het slechts na een periodieke verkiezing. De derde reden is, dat de Staten-Generaal alleen reeds door het ontbindingsbesluit feitelijk als volksvertegenwoordiging zijn gedisqu al ificeerd Dat de ontbinding op termijn plaats heeft, geschiedt begrijpelijkerwijze om in casu van nood wij leven in een zeer zorgelijken tijd de Kamer bij de hand te hebben, maar mag allerminst dienen om niet spoed-, eischende, gewichtige wettelijke maatrege len nog tot stand te brengen. Mij komt dat niet oirbaar voor. De verantwoordelijkheid daarvoor vermag ik niet te dragen. Intusschen is na de toevoeging, welke art. 46, 4e lid, van het reglement van orde een 4-tal jaren geleden heeft erlangd, de Kamer bij machte zelve aan het wetsontwerp als nog op de agenda eene plaats in te ruimen. Vindt de meerderheid daartoe vrijheid, een vrijheid, welke het blijkt uit het voorafgaande ik geheel mis, ze handele dienovereenkomstig. Zij is souverein. Maar dan ook aan haar de volle verant woordelijkheid. Tenslotte acht ik het mijn plicht er op te wijzen, dat, wordt in de huidige constella tie tot behandeling van de voordracht be sloten, en mocht zij tot wet worden ver heven, op deze laatste, naar ik vrees, tijdens haar korter of langer bestaan, onvermij delijk een onafwischbaar stigma zal komen te rusten, waartegen de Kamer, gedachtig aan de hooge plaats, weike zij op legislatief terrein tot dusver inneemt, m.i. wel de eerstgeroepene is om met de grootste zorg vuldigheid te waken. DE VOORSTELLER AAN HET WOORD. De heer Van Sasse van Ysselt (R.K.), de verantwoordelijkheid van den voorzitter erkennende, voegt hieraan toe: wij hebben die niet minder. De reden waarom spreker en de mede- onderteekenaars het voorstel tot behande ling hebben ingediend is gelegen in den wensch om te voorkomen, dat op 5 Juni de betreffende drie wetsontwerpen auto matisch zouden vervallen omdat de Eerste Kamer hen niet heeft afgedaan. Spreker persisteert daarom bij zijn voor stel. De heer Mendels (S.D.) dient een 'amendement in op het voorstel-Van Sasse van Ysselt en wel om als data van behan deling te noemen Maandag 24 Mei In plaats van Donderdag 27 Mei. Dit amendement wordt niet 24 tegen 15 stemmen aangenomen. (Tegen de heeren Fleskens, Van Lanschot, Van Citters, De Jong, Steger, Van Sasse van Ysselt, Ter Haar, De Gijselaar, Diepenhorst, Van der Hoeven, Van Asch van Wijck, Nivard, An- ,driessen en de voorzitter). Het voorstel-Van Sasse van Ysselt aldus geamendeerd, wordt met 32 tegen 7 stem men aangenomen. (Tegen: de heeren Gelderman, Van Cit ters, de Gijselaar, van der Hoeven, Van Rappard, Briët en de voorzitter). De voorzitter constateert nog, dat de bepaling van het uur van aanvang aan hem moet worden overgelaten. Voortgezet wordt de behandeling van het wetsontwerp tot wijziging van art. 29 van het wetboek van strafrecht. Het wetsontwerp wordt met 27 tegen 9 stemmen aangenomen. (Tegen S.-D.). Te 3 uur 50 werd de vergadering verdaagd tot hedenmorgen 11 uur. PRINS BERNHARD BIJ DE JAARBEURS. Dinsdag a.s. installatie. Zooals reeds eerder bericht, zou Prins Bernhard kort na zijn terugkomst hier te lande worden geïnstalleerd als Konink lijke Commissaris van de Koninklijke Ne der landsche Jaarbeurs. Thans vernemen wij, dat deze installatie zal geschieden op Dinsdagmiddag drie uur in het Secretariaatsgebouw, waar de voor zitter van den raad van beheer, dr. F. H. Fentener van Vlissingen, den Prins zal toe spreken in een buitengewone zitting van dien' raad. Het moet in de bedoeling liggen, dat Z. K. H. zich daarna eenigen tijd in de werkzaamheden van het instituut zal inwerken. Hoogstwaarschijnlijk zal dit eveneens gebeuren op het secretariaat. Het is mogelijk, dat de Prins zijn functie zal uitoefenen zooals een regeeringscom- missaris of een gemeentelijk commissaris, dus voornamelijk door het bijwonen van vergadering en het vragen van inlichtin gen. In de kringen van den Raad van Be heer van het Utrechtsche Instituut hoopt men natuurlijk, dat Z. K. H. zijn bemoeiin gen ook verder zal uitstrekken door zich meer intensief in het jaarbeurs wezen te verdiepen en zich er voor te interesseeren. Thans staat met zekerheid omtrent de werkzaamheden nog niets vast. DE REGEERING EN HET VREEMDELINGENVERKEER. Subsidie van 50 a 60 mille toegezegd. Woensdagavond zijn de onder- derhandelingen, welke reeds ge- ruimen tijd tusschen de regeering en de algemcene Nederlandsche Vereeniging voor Vreemdelingen verkeer gevoerd worden, tot een einde gekomen. Door de regeering zal een jaarlljksch subsidie worden verleend van vijftig a zestigdui zend gulden. De A.N.V.V. is over het bereikte resul taat tevreden, vernamen wij van den voor zitter, C. R. T. baron Krayenhoff, al zijn dan niet al haar wenschen vervuld. Voor de medewerking van den minister van handel, nijverheid en scheepvaart onder vonden, was baron Krayenhoff zeer vol daan. Naar men weet ressorteert de be moeienis van de regeering met het vreem delingenverkeer onder genoemden minis ter. Regeeringscommissaris van het vreem delingenverkeer is dr. Groeneveld Meyer, administrateur aan het departement van handel, nijverheid en scheepvaart. Over het bereikte accoord tusschen de regeering en de A.N.V.V. valt in de eerste plaats te mel den, dat de regeering haar j aarlij ksch sub sidie op ƒ50 a ƒ60.000 heeft gesteld. Het vorige jaar bedroeg deze subsidie ƒ28.000. Ook hechtte de regeering haar goedkeu ring aan de statutenwijziging van de A. N. V. V. Deze wijziging betreft voornamelijk de samenwerking tusschen deze organisatie en de plaatselijke vereenigingen voor vreemdelingenverkeer. Van deze wijziging wordt een betere samenwerking verwacht. Op verzoek van het departement van handel, nijverheid en scheepvaart zullen in het dagelijksch bestuur zitting nemen de heeren Hudig, directeur van de K. N. S. M. en van der Paauvv van de K. L. M. Verder zal op verzoek van de A. N. V. V. ook een vertegenwoordiger van den minister van waterstaat in het dage lijksch bestuur zitting nemen. Geen ernstige gevolgen voor onzen zuivelexport Op de desbetreffende vragen van het Tweede Kamerlid den heer Louwes heeft minister Colijn, mede namens minister Deckers geantwoord: het is den Minister bekend, dat in Ne- derlandsch-Indië gevestigde importeurs van Nederlandsche boter, op instigatie van het Departement van Economische Zaken te Batavia, in Februari j.l. hebben besloten om in de eerstvolgende zes maanden niet meer boter uit Nederland te betrekken dan hun gemiddelde maandelijksche invoeren in 1936 bedroegen, d.i. ongeveer 24 1/2 pet. van den totalen Indischen boterinvoer in dat jaar. Deze regeling komt inderdaad aan den invoer van Australische boter ten goede. Niet uit het oog mag worden verloren, dat de belangen van den algemeenen moe- derlandschen invoer in "Nederlandsch-In- dië in de laatste jaren krachtig werd be vorderd door middel van het vaststellen van Nederlandsche invoercontingenten ter waarde van 30 millioen 'sjaars. Vorenbedoelde tijdelijke botcr- regeling zal geen ernstige gevol gen voor den Nederlandschen zui velexport kunnen hebben, omdat in 1936 de uitvoer van Nederland sche boter naar Neder landsch- Indië 1371 tons, ter waarde van on geveer 725.000 bedroeg, d.i. slechts ruim 2 pet. van den totalen uitvoer van Nederlandsche bote, indien Nederl. de geheele Indische behoefte aan ingevoerde boter kon dekken, zou daarbij nog geen 10 pet, van zijn geheelen boteruitvoer zijn betrokken Van een diep ingrijpenden en in haar ge volgen ver strekkenden maatregel kan hier niet gesproken worden. Vorenbedoelde re geling werd uitgelokt, omdat het wensche- lijk was gebleken om op een eenvoudige wijze te geraken tot een tijdelijke fixeering van den toenemenden invoer in Neder- landsch-Indië van Nederlandsche boter, ten einde gelegenheid te verkrijgen voor over leg nopens de bij den Indischen boterim- port betrokken Australische belangen. Van Australische zijde werd namelijk herhaal delijk uiting gegeven aan ernstige bezorgd heid over de vermindering van den invoer in Nederlandsch-Indië van Australische bo ter. Hoewel Australië uiteraard geen aan spraak kan maken op interventie in den boterafzet in Nederlandsoh-Indië de bo- terpolitiek van Australië doet daarbij niet ter zake bleek beschouwing van de Austalische belangen bij-: den boterimport in Nederlandsch-Indië raadzaam te zijn, omdat dat gebiedsdeel er "groot belang bij heeft, dat zijn export naar Australië onge moeid voortgang kan vinden. Nederlandsch-Indië vóérde namelijk in 1936 voor een waarde van ongeveer 24 mil lioen naar Australië uit (waarvan voor on geveer 8 1/2 millioen aan thee), terwijl de Australische" uitvoer naar Nederlandsch- Indië in dat jaar slechts ongeveer 8 mil lioen bedroeg (waarvan voor ongeveer 2 1/2 millioen aan boter). Het is daarom van groote beteekenis, dat Australië tot dus ver geen tariefpreferentie heeft toegekend aan de Britsch-Indische en de Ceylon- thee. De omstandigheid, dat de Nederlandsche zuivelexport op een ander gebied bezwaar ondervindt van de activiteit der Neder- landsch-Indische handelsbalans ten aanzien van Duitschland, kon geen voldoende aan leiding vormen om groot risico te blijven loopen ter zake van den Indische thee-uit voer naar Australië. De regeering is bereid om, in overleg met de bij deze aangelegenheid in het moe derland betrokken instanties, te onderzoe ken, of geen meer bevredigende oplossing kan worden tot stand gebracht. VERKOOP TARWEBLOEM OP CONTRACT. Nadere beslissing van de commissie- Gerbrandy. Naar aanleiding van de ontvangen aan vulling harer gegevens inzake de Regee- ringsmaatregelen ten aanzien van tarwe bloem B heeft de commissie Gerbrandy, bedoeld in de algemeene verkoopvoor waarden voor tarwebloem en tarwemeel en voor roggebloem en roggemeel van de fa brikanten van deze producten, beslist, dat: le. De prijs van de tarwebloem B sedert 4 April j.l. geleverd of nog te leveren op grond van voorverkoopcontracten tarwe bloem B, gesloten voor dien datum met 70 cents per 100 kg. wordt verlaagd. 2e. De prijs van het per 25 April j.L nog niet uitgevoerde gedeelte van op dien da tum nog loopende voorverkoopcontracten tarwebloem B met 0.17 per 100 kg. wordt verhoogd. Als uitvloeisel van de vorenomschreven beslissingen, alsook van de omstandigheid, dat de heffing op tarwebloem B zoowel voor de voorverkoopcontracten, afgesloten vóór 4 April j.l. als voor die, welke tus schen 4 en 25 April jJ. werden gesloten, op ƒ3.15 is gehandhaafd of vastgesteld, zullen practisch de volgende wijzigingen plaats vinden in de prijzen per 100 kg. tarwebloem B, te leveren op loopende voorverkoopcontracten le. voorverkoopcontracten, gesloten vóór 4 April 1937, voor wat betreft de afleverin gen tusschen 4 en 25 April j.l.: verlaging met ƒ0.70, 2e. idem, voor wat betreft de afleverin gen na 25 April j.l.: verlaging met 0.53, 3e. voorverkoopcontracten, afgesloten tusschen 4 en 25 April 1937, voor wat be treft de afleveringen na 25 April j.l.: ver hooging met 0.17. TRANSFER MET DUITSCHLAND. Nieuwe onderhandelingen. In verband met het feit, dat de bestaan de transfer-overeenkomst tusschen Neder land en Duitschland op 1 Juli afloopt, zijn dezer dagen te 's-Gravenhage besprekin gen aangevangen tusschen regeeringsver- tegenwoordigers van beide landen over een nieuwe overeenkomst. Van Nederlandsche zijde worden de on derhandelingen gevoerd door dr. Hirsch- feld, directeur-generaal van Handel en Nijverheid, den thesaurier-generaal van het departement van Financiën, den heer de Leeuw, mr. Schaepman, van het departe ment van Buitenlandsche Zaken en baron Bentinck van het departement van Finan- VERZOEK VAN DE R.-K. MIDDEN STANDS VEREENIGING. Aan het Ministerie van Economische Zaken. Het bestuur van de R.-K. Middenstands- vereeniging „De Hanze" heeft een tele gram verzonden aan het Ministerie van Economische Zaken, waarin opgemerkt wordt, dat in het slagersbedrijf, ten geval- ge van de stijging dor marktprijzen, een noodtoestand heerscht. Het bestuur onder steunt dan ook het verzoek van haar vak- afdeeling om tot afschaffing van de crisis heffing te beslutien. TEWATERLATING FLOTTIELJELEIDER „TROMP". Naar wij vernemen zal H. M. de Konin gin Maandag a.s. per auto van Het Loo naar Amsterdam reizen, waar zij te drie uur aan den steiger van de Holland-Ame- rikalijn, het „Steenen hoofd" bij de Wes- terdoksdijk, zal aankomen. De koninklijke sloep zal H. M. dan naar het terrein van de Nederlandsche Scheepsbouw Maatschap pij aan den overkant van het IJ brengen, waar zij te half vier den flottiefjeleider „Tromp" te water zal laten. Mr. Westerman is N.S.B.-er geworden. Het Tweede Kamerlid mr. W. C. Wester man is als lid toegetreden tot de N.S.B. De situatie is dus nu zuiver geworden. Los gelaten door Nationaal Herstel bleef hij desniettemin toch den op de lijst dezer partij verworven zetel in onze Volksver tegenwoordiging TIEN JAAR GELEDEN. LINDBERGH'S OCEAANVLUCHT. „Ik ben Lindbergh". De tiende verjaardag van Lindbergh's Oceaanvlucht is gisteren gevierd met een diner, te New York, waaraan honderden personen aanzaten. Op het Rooseveltfield, waar Lindbergh destijds is opgestegen, is een paaltje ge plaatst ter herinnering aan d'. gedenkwaar dige vlucht. I am Lindbergh, was alles wat de jonge vlieger zei, toen hij tien jaar geleden op Le Bourget bij Parijs neergestreken was van zijn Oceaanvlucht. Een groepje vliegers had hem in veilig heid gebracht voor het opgetogen Parij- sche publiek, dat hem opgewacht had. Het was wel noodig, dat hij zich voor stelde, tien jaar geleden. Want wie wist in Europa wie Charles Lindbergh was? „Slim" heette hij onder zijn kameraden, omdat hij zoo slank was. 25 jaren telde hij in 1927, want hij was in 1902 te Detroit geboren. De vooruitzichten op de boerderij van zijn vader te Little Falls, waar de jonge Lindbergh gedurende den wereldoorlog werkzaam was waren niet bijster gunstig, zoodat hij besloot elders emplooi te zoeken. Hij ging in opleiding bij een vliegschool te Lincoln in Nebraska. Daar ontpopte hij zich weldra als een vlieger van zeldzame capaciteiten. De „jongen" .deed zijn instruc teurs versteld staan door zijn byzondere goede hand van vliegen. In 1925 is Lind bergh vliegtuigbestuurder bij het leger geworden. A man of fine moral habits, een man met prachtige karaktereigenschappen, zoo werd Charles door zijn meerderen ge kwalificeerd. Na zijn diensttijd trad hij in dienst van een luchtverkeersmaatschappij te St. Louis, welke door de Amerikaansche post-administratie belast was met het ver voer van de post tusschen St. Louis en Chicago. Door weer en wind van alle jaar getijden heeft Lindbergh de post vervoerd. Viermalen heeft hij, wanneer het al te bont werd, met een valscherm zijn leven gered. Het was in dezen tijd, het najaar van 1926, dat Lindbergh van de plannen van den Franschen vlieger Fonck had verno men en zich voor het vliegen over den At- lantischen Oceaan begon te interesseeren. Lindbergh, de eenvoudige boerenzoon, die stijve boorden verafschuwde, had 2000 dollar overgespaard. Eenige zakenlieden te St. Louis, die zich voor Slim interesseer den. deden er wat bij om hem in staat te stellen een vliegtuig naar zijn wenschen te koopen. Toen men evenwel vernam, dat Lindbergh van plan was om alléén over den Oceaan te vliegen, scheelde het niet veel of zijn geldschieters hadden zich terug getrokken. Lindbergh slaagde er in om voor 15.000 dollar een vliegtuig te laten construeeren, dat geheel naar zyn wen schen was. Met den chef-constructeur van Ryan Airwais construeerde hy het betrek kelijk kleine vliegtuig, een Ryan-hoog- dekker, welke voorzien werd van een Wright Whirlwind-motor van ongeveer 250 pk. Daarmee kon het toestel een kruissnel heid van ruim 160 km. per uur bereiken. Het vliegtuig had een overdekte cockpit en bovendien een periscope om recht vooruit te kunnen zien, een en ander op speciaal verlangen van Lindbergh. Ter eere van de inwoners van St. Louis, heeft Lindberg het vliegtuig Spirit of St. Louis genoemd. Groot was in die dagen de sensatie om den Oceaan. De Franschman Raymond Or- teig had een prijs uitgeloofd van 25.000 dollar. René Fonch, ,',1'as des as", had het geprobeerd, maar was in den start al ge faald. Andere gegadigden dongen. Voorgangers kwamen om: de Amerikanen Davis en Wooster, de Franschen Nungesser en Coli. Maar op Vrijdag 20 Mei vertrok Charles Lindbergh 's avonds om 3 uur Amerikaan- schen tijd (12 uur 52 Greenwich tijd) van Roosevelt Field bij New York. Met eeni ge moeite kwam het met bijna 2700 liter benzine geladen vliegtuig los van den grond en was spoedi" aan den horizon ver dwenen. Om 23 u. 53 (Greenwichtijd) pas seerde de vlieger Kaap Race, een uur later St. Johns, Zaterdagmiddag vloog hij bo ven Valentia (Ierland). Het slechte weer boven den Oceaan had den vlieger uit den slaap gehouden. Voor bij New Foundland had hij nu eens enkele meters boven de oppervlakte van de zee gevlogen, dan weer had hij het hooger op gezocht, 3 a 400 meter teneinde den storm te ontwijken. Om de 100 mijlen contro leerde hij zijn koers en bracht eventueel correcties aan. Af en toe nam hij de lichten van onder hem varende schepen waar, maar het grootste gedeelte van zijn tocht was hij genoodzaakt op zijn instrumenten te vliegen en te vertrouwen op zijn bedre venheid, welke hij als postvlieger in weer en wind had opgedaan. Hij had de 5800 km. afgelegd in 33 J4 uur, met een behoud dus van 174 km/h. Bij zijn aankomst was er nog 300 liter benzine in de Ryan, genoeg voor 1500 km., wel een bewijs, dat Lindbergh prachtig koers ge vlogen had. De deining, die Lindberghs vlucht ge maakt heeft, behoeft niet opnieuw versla gen te worden. Het was een sensatie. De vlieger keerde per oorlogsschip naar Ame rika terug en werd daar de groote adviseur voor luchtvaartzaken. De eerlijkheid gebiedt er op te wyzen, xiat Lindbergh niet de eerste vlieger was, die den Noordelijken Athlantischen Oceaan overstak. Dat hebben de Engelsche oorlogs vliegers Sir John William Alcock en zijn vriend Wetton Brown 14/15 Juni 1919 ge daan op een bommenwerper Vickers Vimy. Zij staken van New Foundland naar En geland over in ruim 16 uur! Sir William werd in 1919 „the flying fool" genoemd Charles Lindbergh acht jaar later reeds „Lucky Lindy". Nu staan wij bij de eerste proefvluchten voor commercieel Oceaanverkeer. In 18 jaar tijd is wel veel veranderd. K.L.M. STELT PARIJ5CHEN AVOND DIENST UIT. In verband met vertraagde opening wereldtentoonstelling. De avonddienst van de K.L.M. naar Pa rijs, welke in verband) met de wereldten toonstelling was ingelegd en die den 24sten Mei a.s. geopend zou worden, zal thans eerst op 14 Juni voor vervoer word'én open gesteld; De K.L.M'.. is hiertoe overgegaan in verband met de vertraagde opening der Pa- rijsche wereldtentoonstelling. DRIE MAAL-WEEKSCHE K.L.M.- DIENST OP INDIë? Nog niets vastgesteld. Aneta meldt uit Bandoeng: De „Preangerbode" verneemt, dat indien voldoende ervaring met de D.C. 3's zal zijn verkregen, met ingang van 1 November de K.L.M. een drie maal weekschen dienst op Indië zal onderhouden. Bepaalde vertrek dagen zijn nog niet vastgesteld. Bij informatie deelde de K.L.M. ons mede, dat omtrent een drie maal weekschen dienst naar Indië nog niets is vastgesteld. DUITSCH LIJN VLIEGTUIG ZWAAR BESCHADIGD. Twee dooden, vier gewonden. Een verkeersvliegtuig van den lijn Stutt gartFriedrichshafen is kort na den start van het vliegveld Boeblingen tegen den grond gevlogen, waardoor het toestel zwaar beschadigd werd. De marconist en een pas sagier kwamen om het leven. De bestuurder werd zwaar en drie passagiers werden licht gewond. MERRILL AAN DEN DOOD ONTSNAPT. Toestel sloeg over den kop. De vlieger Dick Merrill, de man, die de geheele wereld in bewondering bracht voor zijn retourvlucht AmerikaEuropa, is gis teren, toen hij met zijn vliegtuig te Toronto wilde landen, afgegleden Merrill's machine sloeg over den kop, doch wonder boven wonder bleef de vlieger zelf volkomen on gedeerd. OOK DE DERDE POGING VAN LLEWELLYN FAALT. Ook de dede poging van den Britschen vlieger-officier, David Llewellyn, om te trachten het record van Amy Johnson over het traject LondenKaapstal en terug te verbeteren, is mislukt. Zes uur nadat hij was opgestegen, is Llewellyn naar Croydon teruggekeerd wegens een defect aan de schroef. DE „GODDELIJKE WIND" TE TOKIO. Het Japansche vliegtuig „goddelijke wind" bekend om zijn recordvlucht TokioLon- aen, is om 12.26 (plaatsel. tijd) te Osaka geland, waar de menigte de vliegers dol zinnig toejuichte. Even later steeg het vliegtuig op met bestemming Tokio, waar het om 15.44 landde.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1937 | | pagina 13