Nog dagen vóór de
Verkiezingen
R.K. Staatspartij
No. I van Lijst
De komende vierjarige periode.
28ste Jaargang
DONDERDAG 20 MEI 1937
No. 8727
S)e £ciebelic(2oii/fca/nt
DAGBLAD VOOR LEIDEN EN OMSTREKEN
DE ABONNEMENTSPRIJS bedraagt bij voornitbetaling:
Voor Leiden 19 cent per week2.50 per kwartaal
Bij onze Agenten 20 cent per week 2.60 per kwartaal
Franco per post 2.95 per kwartaal
Het Geïllustreerd Zondagsblad is voor de Abonné's ver
krijgbaar tegen betaling van 50 cent per kwartaal, bij
vooruitbetaling. Afzonderlijke nummers 5 cent, met
Geïllustreerd Zondagsblad 9 cent.
Bureaux: PAPENGRACHT 32, LEIDEN
TEL. INT. ADMINISTRATIE 935, REDACTIE 15 l>
GIRONUMMER 103003, POSTBUS No. 11
DE ADVERTENTIEPRIJS BEDRAAGT:
Gewone Advertentiën 30 cent per regel
Voor Ingezonden Mededeelingen wordt
het dubbele van het tarief berekend.
TELEFOONTJES van ten hoogste 30 woorden, waarin be-
betrekkingen worden aangeboden of gevraagd, huur en
verhuur, koop en verkoop: 0.50
Wie begint met den politieken toestand
te beschouwen in het licht van de doelstel
ling der R. K. Staatspartij begrijpt óók, dat
de komende vierjarige periode, als zich
geen zeer bijzondere omstandigheden voor
doen, slechts zeer beperkte mogelijkheden
zal bieden voor de verwerkelijking van -het
meest urgente deel van ons program. Het
is, zoolang wij het parlementaire stelsel in
Nederland hebben, nu eenmaal zóó gesteld,
dat wij het niet alléén voor het zeggen heb
ben. Daaruit de conclusie trekken, dat we
dus van het parlementaire stelsel af moe
ten, beteekent naar een toestand streven,
waarin we het zeker evenmin alleen voor
het zeggen zouden hebben, waarin wij,
hoogstwaarschijnlijk heelemaal niets meer
te zeggen zouden hebben.
Dat kan de oplossing dus allerminst zijn.
Wij zullen dus voorloopig genoemen moe
ten nemen met een feitelijke situatie, waar
in wij op z'n best een zekeren invloed kun
nen uitoefenen, opdat het zooveel mogelijk
zal gaan in de richting, welke onze partij
wenscht.
Het is een misverstand te meenen, dat dit
voornamelijk en op de eerste plaats kan
geschieden door onzen arbeid in" het Par
lement en, met name, door een Kabinets
vorming, overeenkomstig onze verlangens.
In een overgangstoestand, als die, welken
ik in een vorig artikel schetste, is de ge
dachten vorming verreweg de voornaamste
arbeid. En deze geschiedt niet op de eerste
en voornaamste plaats in het Parlement,
waar de groote problemen slechts zelden
en dan nog maar alléén in een bepaald wet
telijk verband ter sprake komen, doch veel
meer in de wetenschap, in boeken, tijd
schriften en dagbladen.
Dit neemt niet weg, dat er zeker meer
aandacht dan tot nu toe juist aan die ge-
dachtenvorming,óók in de parlementaire
beraadslagingen zal moeten worden gewijd.
Wat in tal van partijen, zooals ik summier
aangaf, begint te leven,moet, óók in het
parlementair debat tot ontwikkeling wor
den gebracht; opdat de basis voor den
maatschappelijken hervormingsarbeid rui
mer en steviger worde dan hij tot nu toe
in ons land is. Het Parlement behoeft hier
bij niet te ontaarden in een academisch
dispuut-college, waar de wetgevende arbeid
op den achtergrond geraakt! In het Par
lement moet deze gedachtvorming zóó ge
schieden, dat het verband tusschen aan
hangige wetsvoorstellen en de groote prin
cipiëele vraagstukken naarstig wordt be
studeerd en in het volle licht gesteld.
Wij mogen het sterke vertrouwen heb
ben, dat de wereldgebeurtenissen ons hier
bij machtig te hulp zullen komen.
Want de overgangsperiode, waarin wij
hier met onze Nederlandsche politiek ver
keer en, is slechts een flauwe weerspiege
ling van het keerpunt, waarop het wereld
gebeuren is aangeland.
Nog dezer dagen heeft Mussolini een
groote redevoering gehouden, waarin hij
de autarkie als een noodzakelijke voorwaar
de voor zijn geheele nationaal-Italiaansche
politiek schetste. Tegelijkertijd wordt in
Düsseldorf een tentoonstelling „Schaffen-
des Volk" gehouden, welke een duidelijk
sprekend commentaar geeft bij de verze
keringen van Schacht en andere leidende
Duitsche figuren, dat Duitschland verlan
gend is naar het uitbreiden van den vrijen
handel. Het aantal fabrieken, dat in
Duitschland is en wordt opgericht voor de
vervaardiging van geheel nieuwe, syntheti
sche grondstoffen, beteekent dat een zóó
reusachtig Duitsch kapitaal in de produc
tie voor eigen Duitsch gebruik wordt vast
gelegd, dat het eenvoudig uitgesloten moet
heeten, dat het verkeer tusschen de volken,
waaraan Duitschland verklaart zoo gaarne
weer te willen deelnemen, dezelfde vor
men zal kunnen hebben, welke het tot nu
toe heeft gehad: met name óók onze export
en die van onze koloniën naar Duitschland
zal geheele andere vormen moeten aan
nemen! Tegelijkertijd óók heeft de Neder
landsche commissie voor den handel met
Rusland, na een bezoek aan dit land, ge
publiceerd, dat men thans in Rusland vrij
wel geheel onafhankelijk is van de produc
tie in het buitenland!
Alleen dit alles beteekent nu reeds, dat
niet minder dan een kleine 300 millioen
menschen er stelselmatig, onder een sterke
en doelbewuste leiding, naar streven zoo
niet zich af te sluiten van den vrijen we-
reldgoederenruil dan toch daaraan op ge
heel andere wijze en op geheel andere voor
waarden deel te nemen dan tot nu toe is
Het kan niet anders, of dit moet onaf
zienbare gevolgen hebben voor de geheele
wereldproductie en den wereldhandel.
Er is echter nog veel meer!
Er is een crisis in het geheele productie
systeem en in het monetaire systeem, welke
zich zonder eenigen twijfel in nieuwe, hef
tige schokken zal uitspreken, die op hare
beurt onafzienbare sociale bewegingen zul
len veroorzaken.
Het zal er dan op aankomen, dat zeer
diep ingrijpende maatregelen door de ver
schillende Regeeringen zullen moeten wor
den getroffen, om het eigen volk te be
veiligen tegen den terugslag, dien deze
met zekerheid te verwachten gebeurtenis
sen zullen hebben, óók wanneer ze zich
zouden openbaren in den vorm van nieuwe
wereldconflicten, wat misschien nog het
meest waarschijnlijk is.
Dan juist zal het er op aan komen, dat
de geesten voorbereid zijn vooral ook, dat
onze mannen precies weten, wat zij wil
len voor den ombouw van het eigen volks
huishouden. Wie dit dan weet; wie dan met
zijne concrete maatregelen klaar staat, zal
de aangewezene zijn, om de leiding van
zaken op zich te nemen.
Het is nu lang niet uitgesloten, dat nog
in de komende vierjarige periode deze pro
blemen zich met onweerstaanbaar geweld
op den voorgrond zullen dringen. Wat er
dan op practisch politiek terrein zal moeten
gebeuren, is van veel meer beteekenis dan
de vraag, wat er nu, vlak na de verkiezin
gen moet geschieden, welk kabinet met
name, er, na afwerking van de onbeteeke-
nende Grondwetsherziening zal moeten op
treden. Daarom is de gedachtenvorming
over de geheele lijn in deze overgangs
periode dan ook van innerlijk zoo ontzag
lijk grooter beteekenis dan dit vraagstuk
van de aanstaande Kabinetsvorming.
Het is zoo te betreuren, dat vele intel-
lectueele jongeren, geheel onder den onge
twijfeld juisten indruk, dat óók op staat
kundig terrein groote veranderingen niet
kunnen uitblijven, het noodig achten voor
deze gedachtenvorming de oude R. K.
Staatspartij den rug te moeten toedraaien.
Zij leven in de dwangvoorstelling, dat deze
„persoonlijkheid, die recht vordert", zooals
Schaepman de R. K. Staatspartij omschreef,
met on verbreekbare banden ligt vastge-
kluisterd aan het huidige parlementaire
systeem en de huidige staatsinrichting. De
waarheid is slechts, dat deze partij aan den
eenen kant binnen dit huidige systeem moet
werken, doch aan den anderen kant in het
geheel niet daarmede staat of valt. De ar
beid óók van deze jongeren kan en moet
daarom binnen onze partij worden ver
richt; en, als dit geschiedt, wat zeker offers
kost, dan kan die arbeid bijdragen tot de
taak, welke de partij in het komende tijds
gewricht zal hebben te verrichten!
Om nu tot de, ten onrechte als het voor
naamste beschouwde Kabinetsformatie na
de verkiezingen terug te komen; dat deze
óók van beteekenis is, gezien in het licht
van de doelstelling der R. K. Staatspartij,
ontkent uiteraard niemand. Maar: wie het
karakter van overgangstijd, zooals ik dit in
het vorige artikel heb geschetst, goed in
het oog houdt, zal moeten erkennen, dat
men op de a.s. Kabinetsformatie niet al te
groote verwachtingen moet bouwen. Juist,
omdat op het punt van die doelstelling bij
alle partijen de gedachten en programpun
ten nog in staat van wording en ontwikke
ling zijn, is er nauwelijks een kabinet denk
baar, dat, indien de groote schokken, waar
op ik zooeven doelde, zich niet in deze
vierjarige periode zouden voordoen, op dit
punt zóó homogeen zou zijn of worden, dat
reeds nu zeer groote dingen tot stand zou
den kunnen worden gebracht.
Wat zal kunnen worden bereikt en
dit vooral wordt" maar al te vaak uit het
oog verloren hangt niet alleen af van
de vraag welke partijen in het Kabinet
zullen vertegenwoordigd zijn, maar óók,
en misschien zelfs nog méér: van de per
sonen.
Juist omdat dit zoo is, zijn alle beschou
wingen vóórdat de uitslag der verkiezingen
bekend is, en gehouden door lieden, die
alléén en uitsluitend met partijen rekenen,
in dezen tijd meer dan ooit zoo voorbarig
en zoozeer zonder voldoende basis.
Ofschoon het veeleer minder dan meer
waarschijnlijk schijnt te worden: de ver
kiezingen kunnen verrassingen brengen,
welke alle berekeningen vooraf, louter op
partij-verhoudingen gebaseerd, volkomen
in de war zouden sturen.
Maar afgezien daarvan de persoon
lijke vraagstukken kunnen van dien aard
blijken, dat alleen de Katholieke Fractie,
welke uit de stembus zal te voorschijn
komen, in staat zal wezen te beoordeelen,
wat er in bepaalde gegeven, feitelijke om
standigheden zal moeten gebeuren.
Om maar één voorbeeld te noemen: het
schijnt, dat velen in de A.R. Fractie over
de meest gewenschte Kabinetsvorming
anders denken dan de heer Colijn, die het
liefst weer een zgn. „nationaal kabinet"
van ongeveer dezelfde samenstelling als
het huidige zou zien optreden Maar: als
nu eens de A.R. lijst door de aantrekkings
kracht van den naam Colijn eenige zetels
zou winnen, zou de factie zich dan toch
weer niet eensgezind achter de zienswijze
van haren leider scharen? En: als dit dan
het geval zou wezen, zal dan niet zéér veel
afhangen van de feitelijke concessies, welke
de heer Colijn, gesteld dat hij opnieuw met
de Kabinetsformatie zou worden belast, met
name ten aanzien van de sociale en econo
mische vraagstukken, zou willen doen aan
de Katholieke inzichten? En niet evenveel
van het karakter en de bekwaamheid der-
genen, die dan deze concessies zouden héb
ben te verwezenlijken?
Omgekeerd: als de A.R. eens geen winst
zouden te boeken hebben en de Katholie
ken wél en de opdracht zou gegeven wor
den aan een Katholiek formateur en deze
zou geen medewerking van A.R. zijde vin
den, wat zou er dan moeten gebeuren?
Men legge dit nu niet zóó uit, dat ik
speciaal deze gevallen voorzie!
Het zijn niet meer dan voorbeelden, om
de moeilijkheden te doen begrijpen, welke
zich zouden kunnen voordoen. In de wer
kelijkheid zullen die moeilijkheden wel
licht van geheel anderen aard zijn, wellicht
ook sterk meevallen!
Ik wijs er alleen op, om aan te toonen,
dat over de Kabinetsformatie alléén kan
geoordeeld worden, wanneer men de ge
heele situatie na de verkiezingen kan over
zien en alleen door hén, die dan over alle
gegevens zullen beschikken! En dat zullen
bij uitsluiting, de leden der parlementaire
fracties zijn!
Vraagt men mij mijn meening, dan zou ik,
thans den toestand overziende en het over
gangskarakter van het tijdperk in aanmer
king nemende geneigd zijn te meenen, dat
een kabinet in den traditioneel en zin van
„parlementair kabinet" wel niet tot stand
zal komen en ook niet het meest in het
voordeel zou zijn van de doelstelling der
R. K. Staatspartij. Veeleer schijnt een ka
binet van „persoonlijkheden", die elkaar
op het meest efficiente program zullen
weten te vinden, in de l'jn van dezen over
gangstijd te liggen. Maar: ook dit is ten
slotte een prognose zonder voldoende ken
nis van de verhoudingen, welke zich na
26 Mei a.s. zullen voordoen!
En de eindconclusie van alle overwegin
gen moet voor eiken katholieken kiezer
steeds weer luiden: eerste zorg van het
oogenblik is: de Katholieke fractie zoo
sterk mogelijk maken; opdat óók in dezen
overgangstijd hare grootsche doelstelling,
waarvan óók het heil van het geheele volk
afhangt, zoo goed en zoo ver mogelijk be
naderd worde!
MAX VAN POLL.
Een mooie avond I
Dat was gisteren een mooie avond in de
Stadsgehoorzaal te Leiden! 't Is de in
druk van allen, die er tegenwoordig wa
ren! De groote zaal der Stadsgehoorzaal
was gehéél bezet, zoodat enkele honder
den in de kleine zaal de redevoeringen door
middel van de radio moesten volgen. Wij
herinneren ons niet, één verkiezingsavond
met zulk 'n opkomst en met grooter geest
drift in den loop der jaren te hebben mee
gemaakt.
Gespannen aandacht was er voor het lo-
gisch-gebouwde betoog van den sympa
thieken „lijsttrekker" pater mr. dr.
Beaufort. Pater Beaufort zal worden een
populaire volksvertegenwoordiger po
pulair in den gunstige zin; niet iemand,
die vischt en hengelt naar populariteit,
maar iemand, die populariteit trekt en
wint door de waarheid en den eenvoud,
die er ligt in zijn persoonlijkheid. Pater
Beaufort spreekt duidelijk en klaar, is hel
der in zijn betoogtrant.
De rede van den weleerw. heer Henri de
Greeve boeide door de welsprekendheid,
het zeldzame gemak van spreken; nu-eens
daverde de zaal van het lachen om de
sprankelende geestigheid, dan weer was het
gehoor gespannen in diepe ernst onder den
indruk van het overtuigende betoog.
„Ik kan mij niet voorstellen, dat goede
katholieken in dezen tijd de kracht der een
heid op politiek gebied willen verzwakken.
Ik kan mij niet voorstellen, dat goede ka
tholieken thans nog doof zijn voor de her
haalde waarschuwingen van de Bisschop
pen en de dringende oproepen van den
Paus' aldus pater mr. dr. Beaufort.
En geen enkel katholiek onder de aan
wezigen zal zijn heengegaan, of hij is door
de betogen van de sprekers zoo mogelijk
nog dieper overtuigd geworden, dat een
heid der Katholieken op politiek gebied
een plicht is, en dat het dus plicht is, om de
volgende week Woensdag te stemming op
lijst 1.
De wereld
in vogelvlucht
Het onderzoek naar de ramp van de
„Hindenburg" vordert niet al te best. Er
zijA verschillende veronderstellingen ge
opperd, maar de een na den ander wor
den zij afgewezen door de deskundigen.
De jongste hypothese was het breken van
een propeller, waarvan een stuk in een
gascel zou zijn terecht gekomen. Ook dit
is onderzocht en als oorzaak van de ramp
verworpen. Wij zullen *:enslotte tot de con
clusie moeten komen; waartoe zoovele on
derzoeken naar rampen en ongelukken
reeds hebben geleid: oorzaak onbekend.
Intusschen wordt in Amerika een ander
onderzoek ingesteld, n.l. naar de vraag of
het verbod van uitvoer van helium kan
worden opgeheven:
De nieuwe Duitsche ambassadeur te
Washington, Dieckhof heeft gisteren ver
klaard, dat het absoluut noodzakelijk is,
dat de Duitsche luchtscheoen de beschik
king krijgen over helium bmlaats van wa
terstofgas. Zoodra het onderzoek naar de
oorzaak van de ontploffing van de Hin
denburg geëindigd is, zullen tot dit doel
besprekingen geopend worden.
In de Belgische Kamer is gisteren het
debat begonnen over de regeeringsvoor-
stellen om amnestie te verleenen aan de
vroegere Vlaamsche activisten. Hiermede
wordt een wonde opengereten, welke tij
dens den oorlog werd geslagen. Men zal
zich wellicht nog herinneren, hoe tüdens
de Duitsche bezetting sommige Vlaam
sche leiders met behulp van de Duitschers
getracht hebben een zelfstandig Vlaande
ren te verkrijgen. Zij hadden op het ver
keerde paard cewed en de Duitschers moes
ten terugtrekken.
Daarna werden zij veroordeeld en streng
gestraft. Thans acht de regeering den tijd
gekomen om deze zaak te begraven en
stelt zij een al geheele amnestie voor, ech
ter met deze beperking, dat de vroegere ac
tivisten slechts verkiesbaar zullen zijn,
wanneer zij de regeering daarom verzoe
ken en een verklaring onderteekenen van
trouw aan het eene en ondeelbare België.
Deze laatste beperking is velen Vlamingen
niet naar den zin. Des besprekingen wor
den nog voortgezet.
DIENT BALDWIN DE VOLGENDE WEEK
ZIJN ONTSLAG IN?
LONDEN. 20 Mei. (A. N. P.). Volgens
de „Daily Mail" zal Baldwin zich de vol
gende week Donderdag of Vrijdag naar
het Buckinghampaleis begeven om bij den
koning zijn ontslag in te dienen. Volgens
het gebruik zal hij den koning adviseeren,
zijn opvolger, Neville Chamberlain, te ont
bieden.
Het blad verklaart verder, dat Cham
berlain weinig veranderingen in de samen
stelling van het kabinet zal aanbrengen.
Baldwin, die door den koning in den
adelstand zal worden verheven, zal, vol
gens de „Daily Mail" den titel „graaf
Baldwin" kiezen.
Dit nummer bestaat uit
vier bladen.
VOORNAAMSTE NIEUWS
BUITENLAND.
De opmarsch der rechtschen in Basken
land. (2de blad).
Indrukwekkende audiënties bij den Paus.
(2de blad).
Amnestie-debatten in de Belgische Ka
mer. (2de blad).
Engelsche vlootrevue. (2de blad).
De ring van passagiers luchtdiensten om
de wereld verbroken. (Luchtv., 2de blad).
Stoep van H. RL's „De Ruyter" omgesla
gen. Vier vermisten. (Ned. Oost-Indië, 2de
blad).
BINNENLAND.
De wet op de concentratie van bijzondere
scholen is door de Eerste Kamer aangeno
men. (1ste blad.)
KATHOLIEK LEVEN IN DUITSCHLAND.
In de kleine stad Weissenhorn in Beie
ren schaarden zich onlangs 6000 mannen
uit de omgeving rond den Bisschop van
Augsburg voor een treffende geloofsde-
monstratie. De Bisschop sprak over de
trouw aan de H. Kerk. De 6000 mannen
antwoordden: „Wij gelooven! Wij zweren
het! Zegen ons!"
Op 25 April brachten meer dan 5000 Kol-
pingsgezellen hulde aan de Koningin des
Hemels in Altötting. Zingend trokken zij
naar het genadebeeld. De Bisschop van
Passau hield in de basiliek een roerende
predikatie over de nederig, vrome manne
lijkheid, die op innerlijke waarheid berust
en die het heilig geloof in deze moeilijke
tijden dapper doet belijden en bewaren.
De vereenigingen van Katholieke man
nen in het bisdom Mainz hebben onlangs
in grooten getale een bedevaart gemaakt
naar het graf van den H. Bonifacius te
Fulda, om de zegen des hemels af te smee-
ken in den strijd dezer dagen.
In een predicatie in de St. Jozefskerk te
Münster op 18 April, verklaarde de Bis
schop van Münster, Mgr. Graaf von Galen:
„Wij, katholieken, staan hier kameraad?
schappelijk naast onze evangelische broe
ders. Ik besluit met de woorden van den
protestantschen kerkelijken leider Dibe-
lius: „Duitschland heeft het Evangelie noo
dig" het onverkorte, en onvervalschte
Evangelie! Wie daarvoor werkt, diens hand
zal gezegend zijn."
Het verraad der onverschilligen
Dat zijn de blanco-stemmers met een blanco inzicht en een blanco-
overtuiging uit een blanco-krant.
Ja, waarlijk, onaandoenlijke burgers, er brandt een strijd over de we
reld; een strijd die kan worden gewonnen en verloren. Verloren ten
koste van wat 1
Daarom vechten DE KATHOLIEKEN voor hun staatkunde.
Daarom stemmen zij op 26 Mei a.s.: