EEN
CHRISTELIJK FRONT TEGEN
HET NIEUW-HEIDENDOM
DE „KIEVIT" MAAKT NOODLANDING
BIJ ATHENE
y
VRIJDAG 7 MEI 1937
DE LEIDSCHE COURANT
VIERDE BLAD - PAG. 13
Gaan Protestanten en Katholieken in Duitschland een
eenheidsfront vormen?
In den laatsten tijd zijn er verschillende
teekenen, die er op wijzen, dat wellicht
weldra een Christelijk Front gevormd zal
worden tegen het Nieuw-Heidendom in het
Derde Rijk. Zoowel inKatholieke- als in
Protestantsche kringen wordt in dit ver
band gewezen op de predicatie van den
moedigen Bisschop van Münster in West-
falen, Mgr. Clemens August Graaf von Ga
len, een predikatie, die weliswaar niet in
druk verschenen is, doch die werd gecyclos-
tyleerd en die thans in Duitschland van
hand tot hand gaat.
De Bisschop van Münster is steeds een
onverbiddelijk tegenstander geweest van
het Nieuw-Heidendom, dat door het Natio-
naal-Socialisme bevorderd wordt; deze
Kerkvorst bezat zelfs den moed, om, bij
gelegenheid van een Gouwdag der N.S.D.
A.P. te Münster in Juli 1935, er bij de re-
geeringsautoriteiten op aan te dringen, om
den Rijksjeugdleider Alfred Rosenber, den
grootsten propagandist van het Nieuw-Hei
dendom, het spreken in 't openbaar te ver
bieden. Nog onlangs organiseerde Graaf von
Galen een „Christusweek". Bij de sluitings
plechtigheid heeft Graaf von Galen een
toespraak gehouden, waarin hy stelling
nam tegen een uitspraak van den Minister
van Eeredienst Hans Kerrl, die beweerd
had, dat Gods Wü zich manifesteerde en
openbaarde in het bloed. In bedoe'de pre
dicatie wordt o.m. woordelijk gezegd:
„Twee maanden heb ik gezwegen en ge
wacht totdat Rijksminister Kerrl ertegen
zou protesteeren of zou dementeeren, dat
hij ten overstaan van het Bestuur der Pro
testantsche Landskerk gezegd zou hebben,
dat het belachelijk zou zijn, dat het Chris
tendom zou bestaan in het Geloof aan
Christus als den Zoon Gods. Maar iets der
gelijks is niet geschied: het dementi of het
protest is niet verschenen, en daarom moe
ten wij wel, met de diepste smart in het
hart, als een verpletterend typeerend feit
constateeren, dat de man, dien onze Führer
en Rijkskanselier belast heeft met de
Staatszorg voor Kerkelijke aangelegenhe
den en voor de Christelijke Belijdenis in
Duitschland, het belachelijk vindt, wan
neer wij gelooven en daaraan vasthouden,
dat de leer van de Godheid van Jezus Chris
tus het wezenlijk bestanddeel van het
Christendom is.
Deze man durft onze heiligste overtui
ging, die steunt op Gods geuadige Open
baring en wat wij als het voornaamste en
allesbeheerschende feit der wereldgeschie
denis beschouwen, in het belachelijke trek
ken!
De Minister moge dan lachen! Voor cns
is deze toestand en het duidelijk stelling
nemen van den Minister waarachtig niet om
te lachen! Neen, het is vreeselijk droeve
ernst. Dat moeten wij duidelijk voor oogen
hebben.
In trouwe kameraadschap met
onze Protestantsche Duitsche Broe
ders, die openlijk hebben ver
klaard, dat zij aan de Godheid van
Christus gelooven, moeten wij dit
front, dat zoo vijandig staat tegen
het Christendom, goed in het oog
houden, en wij moeten daartegen
stelling blijven nemen.
Het front der werkelijk Christelijke
Duitschers, die onwrikbaar voor de God
heid van Christus in het strijdperk treden,
staat nog ongeschokt. Hun belijders en
voorvechters zyn niet alleen de trouwe
kinderen der Katholieke Kerk, maar ook
ontelbare Protestantsche christenen staan
met de genoemde leiders der Evangelische
Kerk aan hetzelfde front!"
Tenslotte beriep Mgr. von Galen zich nog
op een Open Brief van den Generaal-Sü-
perintendant der Belijdeniskerk dr. Otto
Dibelius, terwijl hij zijn preek besloot met
een citaat uit diens schrijven:
„De stelling, dat Christus de Zoon Gods
is, is niet een leerstelling, die door men
schen is uitgedacht, maar de wezenlijke
openbaring der Heilige Schrift, waaraan
wij onze houding ontleen en voor ons leven
en ook den troost voor ons sterven".
De predicatie van den Westfaalschen
Kerkvorst heeft in de kringen der leiders
van de Belijdeniskerk een sterke weerklank
en hartelijke instemming gevonden.
Meer vertrouwen in den
dokter.
De vooruitgang der wetenschap
Aan waardeering voor het edele beroep
van den geneesheer is hier en daar nog
wel 'ns een te-kort, onder verschillend op
zicht. Maar hierover willen wij nu niet
schrijven.
Er is ook een tekort bij velen aan waar
deering van de geneeskundige we
tenschap. En dat is heel erg. Dit heeft
tengevolge, dat menschen, die gemakkelijk
genezing zouden hebben gevonden, hun
kans om te genezen verminderen, doordat
ze niet tijdig naar een dokter gaan. Dit
heeft ook tengevolge, dat menschen naar
een kwakzalver loopen en zóó verzuimen
in hun ziekte tijdig te laten ingrijpen door
een bekwamen 'en ervaren geneesheer.
In de „Maasbode" wijst dr. V. op dit al
les. En aan zijn artikel wülen wij hier
gaarne een en ander ontleenen:
De schrijver wijst op de bewering van
sommigen, dat de medische wetenschap
toch eigenlijk niet veel is vooruit gegaan.
En hij schrijft naar aanleiding dezer be
wering o.m.:
Zeker er zijn problemen, die tot op he
den, ondanks alle onderzoekingen, proef
nemingen en studies aan ziekbed en in la
boratoria nog tot geen definitieve oplos
sing konden worden gebracht. Nemen we
b.v. maar het vraagstuk van den kanker,
van tuberculose enz. Hoeveel is er toch al
niet op beider gebied gewerkt en gezocht,
en nog altijd is het probleem niet opgelost,
blijft het duister, misschien zoo duister als
voor vijftig jaar. Ik zeg misschien, want in
werkelijkheid werd toch ook op beider ge
bied veel bereikt en licht gebracht in al
lerlei detailpunten, die ongetwijfeld veel
zullen kunnen bijdragen, om nog vele
moeilijke vraagstukken uiteindelijk op te
lossen.
Kanker als zoodanig is nog niet te gene
zen, maar vele kankerlijders, die tijdig
werden behandeld, hebben aan een doel
treffende behandeling hun genezing te
danken. Wat voor kanker geldt op betrek
kelijk kleine schaal, geldt in veel en veel
ruimere mate voor tuberculose en vele an
dere aandoeningen, en zeer velen genezen
dagelijks, dank zij de doeltreffende behan
deling, die ongetwijfeld zonder deze ten
doode waren opgeschreven.
Hoe velen stierven tot voor kort tot voor
vijftien jaar aan suikerziekte en toch is
hierin sindsdien een kentering gekomen, zoo
groot, dat heden ten dage vrijwel niemand
meer aan suikerziekte behoeft ten grave te
gaan.
Niet alles is dus somber, en voor de sui
kerlijders kwam er wezenlijk licht en
hoop toen Banting, een eenvoudig medicus
uit Canada, de resultaten bekend maakte
van zijn onderzoekingen.
Hoe velen stierven tot voor kort aan
suikerziekte? Soms krachtige personen in
den bloei van hun leven, die tenslotte uit
geput in comateusen (bewusteloozen) toe
stand den geest gaven, na jaren strijden en
behandelen met regiem en dieet, en de ver
schillende medicamenten destijds in ge
bruik. Een kleine complicatie, soms een
furunkel, een steenpuist kon voldoende
zijn om in zeer korten tijd een einde aan
het leven te maken. En kwamen er meer
ernstige verwikkelingen, die om deze of
gene reden 'n overigens onschuldige opera
tie noodzakelijk maakten, dan was „Leiden
in nood" en zoo de chirurg soms noodge
dwongen er toe overging, dan maakte de
patiënt toch maar een zeer slechte kans.
In dit alles kwam verandering ten goede
sinds Banting het insuline vond.
Waar tot vóór kort de genezing van de
suikerziekte was uitgesloten, en een
vroegtijdige dood bleef dreigen, als gevolg
van allerlei veelvuldig voorkomende com
plicaties, waar op ieder geval geen suiker
patiënt de hoop kon koesteren, nog ooit tot
een normaal en meer aangenaam levens
regiem te kunnen terugkeeren, danken zij
aan Banting het insuline, dat, zoo het de
kwafl als zoodanig wel niet geneest, deze
zeer dragelijk maakt, en den vroegtijdigen
dood voor tientallen van jaren terugdrijft.
Het Indië-toestel zwaar beschadigd.
Alle inzittenden ongedeerd.
DE OORZAAK WAS EEN WOLKBREUK.
De „Kievit", die op 1 Mei van Batavia
was vertrokken, was Woensdagmorgen van
Bagdad opgestegen en tegen vijf uur in de
omgeving van Athene aangekomen.
Daar heeft de gezagvoerder Moll, onge
veer 20 K.M. vóór Athene, een noodlanding
uitgevoerd, daar het vliegveld van Athene
niet bereikt kon worden ten gevolge van
zeer slecht weer.
Bij deze noodlanding heeft het vliegtuig
ernstige averij opgeloopen, doch passagiers
en bemanning bleven ongedeerd.
De bemanning van de „Kievit" bestond
uit gezagvoerder J. J. Moll, den tweeden
bestuurder Bos, den radiotelegrafist Hir-
des en den boordwerktuigkundige Spaans.
Er bevonden zich zeven passagiers aan
boord. De averij van het vliegtuig beperkt
zich tot een rechtervleugel, den rechter
motor en het rechterondersteL
„Kievit" op moerasgrond neergezet.
De piloot van het K.L.M.-vliegtuig „Kie
vit", de heer J. J. Moll, heeft na de nood
landing verklaard, dat de oorzaak van deze
landing te wijten is aan een geweldige
wolkbreuk, welke zich boven het vliegveld
van Athene uitstortte.
Het zicht ontbrak dientengevolge volko
men. Het was niet mogelijk, ondanks her
haalde pogingen, het vliegveld te berei
ken, daar men in letterlijken zin geen meter
vooruit kon zien. De bestuurder was daar
door gedwongen naar een landingsplaats in
de omgeving uit te zien. Het vliegtuig, dat
een lange reis achter den rug had, had ech
ter slechts weinig brandstof meer, zoodat
na korten tijd de benzine verbruikt was.
De eenige keuze, die overbleef, was ter
stond te landen. De piloot koos daarvoor
een smal vlak terrein, dat echter bij de
landing zeer moerassig bleek te zijn. Bij
zijn uitloop wierp de „Kievit" eenige
boompjes, die het toestel op zijn weg ont
moette omver, kwam met een der vleu
gels in aanraking met een huis en kwam
ten slotte in een tuin tot stilstand. Geluk
kig was de cabine onbeschadigd en bleven
de passagiers en de vier leden der beman
ning ongedeerd. Een der vleugels van het
vliegtuig en een der motoren zijn ver
nield. De inzittenden zijn naar Athene ver
trokken, waar zij in een der hotels hun in
trek hebben genomen.
Herstel ter plaatse waarschijnlijk
onmogelijk.
De heer H. Martin, directeur der Indië-
lijn heeft Woensdagavond een telefoonge
sprek gehad met een der inzittenden van
de „Kievit".
De mededeelingen, welke de heer Martin
van hem kreeg, stemden volkomen overeen
met de reeds van andere zijde ontvangen
inlichtingen. De schade is hoofdzakelijk aan
de rechterzijde. Zoowel de kap als de vleu
gel en de motor zijn aan die zijde vernield.
Van herstelling ter plaatse zal wel geen
sprake kunnen zijn, meende de heer Martin,
wanneer de machine echter naar de werk
plaatsen der K.L.M. vervoerd kan worden,
zal zij vermoedelijk wel weer in orde te
krijgen zijn. Om dit te beoordeelen zijn
twee technische experts der K.L.M. met de
„Sperwer" naar Athene vertrokken.
De post is reeds Woensdag doorgezon
den. Een Duitsch toestel heeft de postzak
ken in Athene overgenomen.
Verhaal van een ooggetuige.
Een Britsche passagier, die den vlucht
van de „Kievit" meegemaakt heeft, ver
telt omtrent de noodlanding:
„Van Alexandrië tot Athene hadden wij
een voortreffelijken overtocht. Bij de
Grieksche hoofdstad echter ontmoetten wij
een verschrikkelijk noodweer. De beide
bergen van Athene verdwenen uit het ge
zicht en wij cirkelden ongeveer een half
uur rond, aangezien wij niet beschikten
over voldoende brandstof om terug te vlie
gen tot Rhodes. De gezagvoerder van de
„Kievit" moest toen het moeilijke besluit
nemen, in de lucht te blijven zoolang de
brandstofvoorraad dit gedoogde, in de hoop
dat inmiddels eenige opklaring zou ont
staan en er een moment van voldoende
helderheid in de lucht zou komen om het
vliegveld te bereiken, of wel een noodlan
ding ten uitvoer te leggen. De piloot koos
het laatste, en slaagde er in op uitmunten
de wijze den grond te bereiken. Welis
waar werd het toestel beschadigd, maar
alle inzittenden waren in veiligheid ge
bracht, zonder dat zich ook maar één
oogenblik iets dat op een paniek leek on
der de passagiers had voorgedaan. Wij kon
den allen door de gewone deur der cabi
ne het vliegtuig verlaten, aangezien deze
volkomen intact was gebleven. Alleen de
mecanicien verliet het toestel door den
nooduitgang.
Ook de overige passagiers hebben zich
vol lof uitgelaten over de koelbloedigheid
en tegenwoordighied van geest van den ge
zagvoerder Moll, wiens bekwaamheid zij
om strijd prijzen. Eensgezind geven zij als
hun meening te kennen, dat het aan den
piloot en de overige leden der bemanning
te danken is, dat een ramp op zoo geluk
kige wijze kon worden vermeden.
Het K. L. M. „Sperwer" is gisterochtend
met gezagvoerder Frijns naar Athene ver
trokken om de passagiers van de „Kie
vit" naar Nederland te brengen.
Aan boord van den „Sperwer" bevinden
zich nog de technische experts van de K.
L. M., de heeren Verhagen en Fransen, om
een onderzoek naar de mogelijkheid tot re
paratie van den „Kievit" in te stellen.
VAN M'N BOEKENTAFEL
Pinksteren en de zieken.
HET PINKSTEROFFER DER ZIEKEN
TEN BATE DER MISSIES.
Ook dit jaar vraagt onze H. Vader de
Paus met grooten aandrang aan de zieken
der geheele wereld om hun smarten en lij
den op den Eersten Pinksterdag op te offe
ren voor de uitbreiding en de bloei der
Missies.
De zieken en lijdenden van Nederland
zullen ook nu weer gaarne gevolg geven
aan dien oproep van den Paus. Zij zullen
het doen uit liefde voor onzen H. Vader
der Paus, die in de voorbije maanden zelf
zoo ontzaggelijk veel pijnen geleden heeft
en in de zieken zijn beste helpers ziet.
Heerlijke gedachte voor de zieken: eer
ste Pinksterdag, de Stichtingsdag der
Kerk, de „dag der zieken". Ondanks ziek
te, neen juist door hun ziekte en hun lij
den zullen zij door hun gebeden en offers
op den Eersten Pinksterdag medewerken
aan de uitbreiding van Gods Kerk hier op
aarde. Het zal zijn één grootsche mani
festatie van liefde voor den Goeden God,
Die door Zijn lijden en sterven voor alle
menschen de Genade van den H. Geest
verdiend heeft. Het zal zijn als een voort
zetting van den smartelijken en vernede
renden Kruisdood van onzen Zaligmaker
op den berg van Calvarië.
Het offer der zieken moet zegen bren
gen aan den moeüijken en pijnlijken ar
beid van onze missionarissen te midden van
de reusachtige overmacht der heidenen. Al
leen door offers en gebeden zal het mogelijk
zijn het Pinksterwonder te hernieuwen, de
bekeering van de ruim 1100.000.000 heide
nen die in de missielanden wonen.
Het Ziekenapostolaat van Pastoor Wil-
lenborg verleent ook nu weer zijn belang
rijke medewerking in den ziekenbrief van
Mei, waarby een plaatje gevoegd is. De be
stuurders onzer katholieke ziekenhuizen
e.d. laten zich ook nu weer niet onbetuigd.
Toch zullen er zieken zijn, die ook nu nog
niet bereikt zijn en daarom wordt een drin-
beroep om medewerking gedaan op alle
priesters en op allen die de zieken bezoe
ken en verzorgen: maakt het mogelijk, dat
alle zieken gehoor kunnen geven aan den
dringenden oproep van den Paus.
Gebedsplaatjes zijn ook nu weer gratis
verkrijgbaar in elke gewenschte hoeveel
heid bij het Nationaal Secretariaat van den
Ned. Priester-Missiebond, Huize Bijdorp te
Voorschoten.
Moge dan ook nu weer alle zieken ge
volg geven aan den oproep van den Hei
ligen Vader: gij allen die door Gods on
doorgrondelijke Voozienigheid met ziekte
en lijden getroffen zijt, offers op eersten
Pinksterdag Uw lijden en smarten op vol
gens de intentie van den Paus, voor de
uitbreiding van de Missies, opdat ook het
aanschijn der heidensche landen moge ver-
TH. M. P. BEKKERS, Pr.
Nat. Seer. P. M. B.
Voorschoten, 5 Mei 1937.
oAU//,
Tusschen 'n hall uur na zonsonder
gang en 10 uur avonds hebt u voor
waarschuwingsseinen de keus tus
schen den hoorn en 't knipperen met
de koplompen.
Tusschen 10uur'savonds en 'n halfuur
vóór zonsopgang zijn geluids
signalen verboden (behalve
In 'n noodgeval).
Overbodige geluidssignalen zijn altijd
verboden evenals 't gebruik van on
redelijk sterke autohoorns!
i SST..STILTE
Het Schild. Apologetisch Maand
schrift. Uitg. der A. V. Petrus Ca-
nisius.
Wij hebben dezer dagen reeds gewag ge
maakt van de Mei-aflevering van het
Schild, door een gedeelte over te nemen
van het antwoord van prof. Verhaar in de
Vragenbus op een vraag over de verhou
ding van het Nationaal-Socialisme en het
Katholicisme. De Mei-aflevering is ook om
andere redenen interessante lectuur. Het
Schild is steeds een betrouwbare gids in de
ingewikkelde vraagstukken van onzen tijd
en de artikelen zijn altijd van actueele be-
teekenis.
Prof. P. de Rooy O.P., die in een serie
artikelen onze verhouding tot het vredes
werk van den Volkenbond heeft bespro
ken, verbindt thans aan zijn beschouwin
gen nog de volgende stelling, welke hij na
der toelicht. Deze stelling luidt:
„De groote stoornis der internationale ge
meenschap is de oorlog. In een niet vol
doend-georganiseerde Staten-gemeenschap
kan oorlog voeren een recht zijn en zelfs
een plicht. Met alle krachten moeten even
wel de volken zich inspannen om die ramp
uit het internationaal leven te verban
nen'.
Hiermede wordt niet elk pacifisme ge
huldigd, maar worden wel verworpen die
theorieën, welke in den oorlog iets ver
hevens zien, een factor van verzedelijking
en beschaving, of den oorlog zien als een
onafwendbaar iets of als een biologische
wet. De geleerde schrijver komt tenslot
te tot de conclusie, dat het eerste en aller
noodzakelijkste op dit oogenblik is het op
bouwen van den nieuwen geest, den geest
van het Evangelie.
Voorts schrijft Jan Taal in zijn serie
korte stukjes over het Primaatschap van
St. Paulus, thans over de aanwijzing van
de levenstaak van den H. Petrus, welke
neergelegd is in deze woorden: „Weid
mijne lammeren, weid mijne schapen".
H. J. M. v. d. Haar wijdt een beschou
wing aan het Pinksterfeest en aan de ver
eering van den H. Geest, terwijl als slot
van de artikelenreeks dr. J. v. d. Ploeg een
uitvoerig en diepgaand antwoord geeft op
de vraag, of de vereering van heüigenbeel-
den in strijd is met de H. Schrift.
In de rubriek „Op den Uitkijk" treffen
wij o.a. aan de bekeer in gs geschiedenis van
Paul Claudel, door hemzelf verhaald in
het boek van pater Severin Lamping O.F.
M. „Menschen, die zur Kirche kamen".
Tenslotte is er de Vragenbus, als altijd
interessant en een uitvoerige boekbespre
king.
RECHTZAKEN
HET VERZEGELDE WONDERFLESCHJE
Reeuwijksche melkverkooper in het gelijk
gesteld
De Reeuwijksche melkverkooper, die
had terechtgestaan voor het feit, dat in zijn
melk 5 tot 6 Yi pet. water was aangetroffen
en die betoogde, dat men hem niet kon
veroordeelen, omdat hij het verzegeld con
tra-monster met een spijker kon openen
zonder het zegel te verbreken of te be
schadigen, heeft den spijker op den kop ge
slagen: in zijn Aeden gedane uitspraak
heeft de kantonrechter den ambtenaar van
het Openbaar Ministerie niet ontvankelijk
verklaard en daarmede gaat de melkhan
delaar vry uit.
De man had voor een verrassing gezorgd
door ter zitting te demonstreeren, hoe met
een spijker de beugelsluiting van het
fleschje van het tegenmonster geopend kon
worden, zonder aan het zegel te beschadi
gen. Een dergelijke verzegeling achtte hij
geen verzegeling en strijdig met de voor
schriften en op grond hiervan vroeg hij het
O.M. niet ontvankelijk te verklaren.
Voor de verzegeling bestaan geen voor
schriften en dus is de ambtenaar niet on-,
ontvankelijk te verklaren, had de keu
ringsdienst gerapporteerd, die zich op het
standpunt stelde, dat het om het waterge
halte gaat en dat het daarbij het voornaam
ste is, dat het onderzoek van een tegen-
expert heeft uitgewezen, dat het contra-
monster geheel gelijk was aan het monster.
Ook het O. M. had de verzegeling niet
den belangrijksten kant van de zaak, maar
het te groote watergehalte van de melk,
doorslaggevend geacht. Het eischte ƒ60
boete subs. 15 dagen hechtenis.
De kantonrechter wilde weten of het
monsterfleschje, dat de ambtenaar van den
keuringsdienst medenam, op dezelfde wijze
was verzegeld als het fleschje met het te
genmonster. Dit bleek het geval te zijn, de
fleschjes waren gelijk en ook van het mon
ster was de beugelsuiting met een spijker
te openen, zonder het zegel te bschadi-
gen of te verbreken.
Met den ambtenaar van het O. M. niet
ontvankelijk te verklaren, heeft de kan
tonrechter tevens een uitspraak van prin-
cipieele beteekenis gedaan.
Het heeft hiermede n.l. uitgesproken,
dat geen waarde is toe te kennen aan een
verzegeld monster, dat geopend kan wor
den, zonder het zegel te verbreken. Soqrt-
gelijke zaken zullen dus niet meer gevolgd
kunnen worden, wat den keuringsdienst
noopt tot een andere verzegeling, die zoo
danig is, dat de fleschjes niet geopend kun
nen worden, zonder het zegel te verbreken
of te beschadigen.
In de overeenkomstige zaak tegen een
anderen melkleverancier te Reeuwijk wees
de rechter eenzelfde vonnis.
„Tel."