,Dorus Rijkers "-collecte in de hoofdstad. 3)e &rid&ch&(3outicvnt Door een 3 1 overwinning te Groningen op haar con current Be Quick heeft Ajax thans in den strijd om het voetbalkampioenschap van Nederland een belangrijken voorsprong. Hierboven een spelmoment uit dezen belang rijken wedstrijd Dr. Schuschnigg te Venetië Mussolini verlaat in gezelschap van den Oosten- rijkschen bondskanselier (rechts) het station Op het kerkhof te Huisduinen (den Helder) vond Zaterdag de begrafenis plaats van het stoffelijk overschot van Jacob Been. die tijdens zijn leven meer dan 400 menschenlevens redde. De plechtigheid aan de groeve Een spelmoment uit den voetbalwedstrijd om het landskampioenschap tusschen P.S V en Feyenoord, welke Zondag te Eindhoven werd gespeeld Dooreen 2 1 overwinning behield Feyenoord haar kans op het behalen van den titel HetHelden-der-Zee fondsDorusRijkers hield Zaterdag in de hoofdstad een straat collecte, waarvoor in de Amster- damsche grachten op een origineele wijze reclame werd gemaakt Luitenant-kolonel H. C. v. d. Bijl. com mandant van het Regiment Wielrijders, dat 1 Meia.s. zijn 15-jarig bestaan viert FEUILLETON DE VIERDE MAN (Een geval uit de practyk van Inspecteur Sanders, lid der Centrale Recherche), door UDO VAN FWOUD. (Nadruk verboden). 42) De verpleegster moest dus op de een of andere manier ontdekt hebben, dat zij ge volgd werd en daarop waren onmiddellijk maatregelen getroffen. Het vermoeden lag voor de hand, dat zij daarop terstond naar notel Zweibrucken- hof was teruggekeerd om te onderzoeken, of zich daar wellicht nog meer achtervol gers bevonden. Daar moest zij Wils in ge zelschap van een haar onbekende hebben gezien en toen deze laatste vertrok, werd een der handlangers achter hem aange stuurd. Zijn gang naar h hoofdbureau bewees, dat men hier eveneens met een vijand te doen had en hierna werd met bekwamen spoed het plan tot ontvoering van den reporter in elkaar gezet. Dat de man, die zich -oor rechercheur Degen- hardt uitgaf, aanvankelijk niet wist, dat Sanders tot de politie behoorde, bewees het feit, dat hij het wooid „collega" ge bruikte. Hy zag dus in den inspecteur een collega van Wils, terwijl deze laatste juist gemeend had, dat de man in hem even eens een lid der politie vermoedde. „En daarmee, Miel", zoo besloot Sanders zijn verslag, „is myn t«-ak hier geëindigd, zoodat we gevoeglijk vandaag nog naar Amsterdam zouden kunnen terugkeeren. Aangezien echter mijn tegenwoordigheid daar op dit oogenblik evenmin vereischt wordt, zou ik je willen voorstellen, vandaag Dusseldorf eens uit den gezichtshoek van den belangstellende toerist te bekijken en ons vertrek op morgenochtend te bepalen". Wils wierp zijn metgezel een verbaasden blik toe. Het kop koffie, dat hij juist naar den mond wilde brengen, weer neerzettend antwoordde hij: „Hoewel ik met je laatste voorstel vol komen accoord kan gaan, vraag ik me toch niet zonder eenige verbazing af, wat jou plotseling de rust heeft geschonken, die noodig is om een man van jouw tempera ment er toe te kunnen bewegen ineens alle gedachten aan een zaak, die m.i. juist nu je volle belangstelling eischt, opzij te zetten en je verblijf hier als een ontspanning te beschouwen." Sanders lachte. „Beste jongen, ik rei je toch al, dat mijn taak hier afgeloopen is. Met die zes men- schen, wier kaartavond we gisteren zoo wreedelijk hebben verstoord zullen m'n col lega's het nier wel klaar spelen en wat on ze brave verpleegster betreft, die is immers naar Berlijn vertrokken!" „Alles goed en wel, maar weet je dan. wie de dader is? Zoo dan wil je mis schien wel zoo goed zijn mij van dat ge heim wanneer het althans nog een ge heim is deelgenoot te naken, zoo niet, dan zul je me zeer verplichten door me te vertellen, wat je verdere plannen zijn." De laatste woorden waren er bij den reporter eenigszins heftig uitgekomen en Sanders voelde zeer wel, dat zijn raadsel achtige houding den ander min of meer prikkelde. Zijn stem slonk dan ook rustig, toen hij na een korte pauze, gedurende welke Wils nerveus met zijn vingertoppen op de tafel trommelde, antwoordde: „Die laatste vraag is zoo positief gesteld, Miel, dat ik geen kans zie daar op een di plomatieke manier om heen te draaien. Het spijt me, meer dan ik je zeggen kan, dat ik op dit oogenblik niet in staat ben je volle dig opheldering te geven, temeer, omdat je het tenslotte zelf geweest bent, die m'n be langstelling heeft weten op te wekken voor een zaak, zooals ik die in m'n practyk nog niet heb meegemaakt. Wanneer ik je dan ook nu verzoek mij geen verdere vragen meer in verband met deze affaire te willen stellen, dan weet ik, dat ik meer van je eisch, dan je redelijkerwijze van mij had mogen verwachten. En toch kan ik op dit oogenblik niet anders nandelen. Wanneer dat je kan troosten, wil ik je wel zeggen, dat de zaak nog niet geheel is opgelost. Daaraan verbind ik dan gaarne de toezeg ging, dat ik je tijdig zal waarschuwen, wanneer de slot-apotheose verwacht kan worden, zoodat je er in ieder geval van ver zekerd kunt zijn tot het laatste moment in deze geruchtmakende affaire als ooggetuige te zullen optreden". Wils. die aandachtig naar de woorden van zijn metgezel had geluisterd, staarde nu, in gedachten verzonken, naar buiten. Hy was eerlijk genoeg om te erkennen, dat slechts eigenbelang, of althans het belang van het blad, dat hij vertegenwoordigde, oorzaak was geweest, dat hij Sanders op het spoor van de(n) dader(s) had ge bracht en daarbij medewerking had aangeboden, doch dat nam niet weg. dat deze onverwachte verandering in de hou- van den inspecteur, die hem, nu de oplos sing nabij was, eenvoudig uitschakelde. In- tusschen had hij echter lang genoeg met de politie samengewerkt om te weten, dat zich bij het opsporen van misdaden gevallen voordoen, waarir openbaarmaking gelijk zou staan met het opzettelijk doen misluk ken van de betreffende onderneming en deze overweging was iet dan ook welke hem ten slotte tot een besluit deed komen, dat ook Sanders volkomen moest bevredi gen. Met een impulsief gebaar stak hij den inspecteur de hand toe en terwijl hy zijn teleurstelling, die hy nog steeds niet ge heel had weten te overwinnen, achter een wat wrangen glimlach trachtte verbergen, zei hij: „Accóord! Ik zie in, dat je op het oogen blik niet anders kunt handelen en ik zal me er dus by moeten neerleggen. Je laat ste toezegging steit me volkomen gerust omtrent den afloop van de zaak en ik twij fel er dan ook niet aan, of je zult je ter gelegener tijd herinneren, wat mij in deze toekomt". Sanders nam de hem geboden hand en drukte die vast in de zijne. „Sans rancune dus, Miel?" „Sans rancune!" „Ik ben bly, dat je het zoo opneemt, beste kerel Geloof me, dat het me vanmor gen even dwars aeefl gezeten toen Let bleek, dat ik dit van je zou moeten eischen". „Daaraan twijfel ik geen moment", ant woordde Wils, lachend. „Op gevaar af ech ter, dat je me opnieuw aan je eisch zult herinneren, zou ik je toch neg t-én vraag willen doen. Mocht je nis* in slaat zijn die te beantwoorden, dan heb je niets ander.' te doen dan te zwijgen, of, zoo je dat pre fereert, je schouders op te halen, wat prac- tisch op hetzelfde neerkomt". „En dat is?" „Heeft het verhoor van dat lllustre ge zelschap uit de Alte Jakobstrasse nog wat opgeleverd?" De inspecteur slaakte een zucht van ver lichting. „Je maakt het me gelukkig nogal gemak kelijk". zei hij, „want het resultaat van dat verhoor zou ik je toch hebben medegedeeld. Nee, Miel, door dat stel zijn we absoluut niets wijzer geworden. Ik had trouwens niets anders verwacht. De houding, die de heeren by hun arrestatie aannamen, be wees wel, dat we met een paar geraffi neerde rakkers te doen hebben, die overi gens by de politie hier te .ande niet onbe kend zijn. Zij waren totaal onwetend van jullie aanwezigheid in het perceel, de naam van zuster Robert zoowel als die van Jo sephine Marie Portelle hoorden zij voor het eerst en van het estaan van een in Amsterdam zeer bekend reporter, wiens naam ook in politiekringen een goede klank heeft, hadden zij eerst recht leen vermoe den. Kortom, het was het onschuldigste ge zelschap, dat in deze schoone stad rond wandelt Ongelukkigerwijze herkende ik in een van hen echter zeer positief den man, die gistermiddag zooveel interesse voor myn doen en laten bleek te hebben, terwijl naar ik vermoed, jij, wanneer je me straks even wilt vergezellen, een zelfde ontdek king zult doen ter» opzichte van den man, die als pseudo rechercheui kans zag jou voor eenigen tijd uit den loop der gebeur- 'enissen uit te schakelen". „Zoo?! Dus je gewijzigde houding is een 'evolg van inlichtingen va andere ziju»;..." (Wordt vervolgd).

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1937 | | pagina 9