De Boskoopsche bloemententoonstelling Het m s. .Minjak", dat bij de N.V. Intermaas te Slikkerveer voor rekening der Kon. Paketvaart Mij. is gebouwd, heelt Woensdag zijn technische proef vaart gemaakt op de Noordzee. Een kijkje aan boord tijdens het hijschen der Maatschappij-vlag Een typisch detail van de uitgebreide demonstraties, welke de Londensche brandweer deze week voor tal van autoriteiten gaf Zandvoort maakt toilet voor het zomerseizoen. De strandweg wordt verbreed. Rechts wordt een politiepost gebouwd De Koning en Koningin van Engeiand verlaten de garde-kapel der Wellington- kazerne, waar de Koning een gedenkteeken ter nagedachtenis van Koning George onthulde De twee Japan- sche record vlie gers werden deze week bij hun lan ding op Le Bourget hartelijk begroet door talrijke land- genooten Minister mr. dr. L N. Deckers heelt Woensdag in tegenwoor digheid van vele autoriteiten, onder wie ook minister prof dr. J. R. Slotemaker de Bruïne. de groote bloemententoonstelling te Boskoop geopend. Een foto tijdens de bezichtiging der expositie FEUILLETON DE VIERDE MAN (Een geval uit de practijk van Inspecteur Sanders, lid der Centrale Recherche), door UDO VAN EWOUD. (Nadruk verboden). 39) Wanneer bfj de verpleegster al eenig wantrouwen mocht zijn gerezen ten op zichte van de goede bedoelingen v«n dezen bejaarden vreemdeling, dan moest zij nu toch tot de overtuiging komen, dat daartoe niet de minste aanleiding bestond. De oude heer begon met zich op de meest hoffelijke wijze te verontschuldigen voor het feit, dat hij haar eenige oogenbuikken alleen had moeten laten, daar hij even was opgehouden door een dame, die eveneens op deze étage woonde. De naam Fedorra zei haar niets, maar toen de oude heer zich voorstelde als secretaris van de afdeeling Dusseldorf der Internationale vereeniging tot bescherming van jonge vrouwen en meisjes, kon zij een glimlach niet onder drukken. „Ik las uw naam in het hotelregister, juffrouw Portelle", vervolgde de oude heer „en waar het onze taak is alleenstaande jonge vrouwen hulp en steun te bieden en haar te waarschuwen voor de gevaren, waaraan zij in een groote stad zijn bloot gesteld, achtte ik het mijn plicht u te wij zen op het bestaan van onze vereeniging waarvan u ook in België ongetwijfeld wel eens zult hebben gehoord." De verpleegster wilde een tegenwerping maken, maar de oude heer liet haar niet aan het woord komen. Ook in Dusseldorf, juffrouw Portelle het spijt me, dat ik het van mijn eigen stad moet zeggen daalt het zedelijk peil op bedenkelijke wijze en talloos zijn de geva ren, die onze vrouwen en meisjes dagelijks bedreigen. De statistiek op dit gebied heeft ons overtuigd van de noodzakelijkheid om onze waakzaamheid te verdubbelen en waar wij vroeger met het bekende stations- werk meenden te kunnen volstaan, daar is nu gebleken, dat er andere maatregelen ge troffen moeten worden om het steeds voortwoekerende kwaad te bestrijden. Vooral gedurende den carnavalstijd, die ze denbedervende periode, waarin het mensch- dom alle begrippen van moraal en fatsoen uit het oog verliest en slechts behagen schept in menschonteeerende tijdspassee- ringen, die in elk beschaafd land van hoo- gerhand moesten worden verboden, vooral nu juffrouw Portelle, treedt het bes ans- recht van een vereeniging als de onze eerst recht aan het licht. Wij bezoeken de hotels om de daarin, zonder mannelijke bescherming verblijven de jonge vrouwen en meisjes te waarschu wen voor de gevaren van de groote stad. Onze plaatselijke afdeeling juffrouw Por telle Maar juffrouw Portelle vond, dat ze haar bezoeker nu voldoende gehoor had geschon ken. Haar tijd was beperkt en wanneer ze den ouden heer het woord niet eenvoudig ontnam, zou deze vanavond waarschijnlijk nog bezig zijn haar het doel en het nut van zyn vereeniging uiteen te zetten.' „Meneer-ezij wierp een blik op het kaartje, dat ze nog steeds in de hand hield en waarmee ze, tijdens het betoog van den vreemden bezoeker eenigszins ner veus op haar welverzorgde nagels had ge trommeld „meneer Fedorra, ik ben u zeer enkentelijk voor den geboden steun, maar tot mijn spijt zal ik daarvan geen ge bruik kunnen maken." De heer Fedorra trok een gezicht, alsof dat antwoord wel het laatste was, dat hij verwacht had. „Ons tehuis biedt alles, wat een jonge dame als u slechts kan verlangen", zei hij min of meer beleedigd. „Daaraan twijfel ik geen moment", ant woordde de verpleegster, „maar uw vrien delijk aanbod komt in dit geval helaas te laat De oude heer schrok op. „Te laat....?" Er lag werkelijk iets van oprecht medelijden en zelfverwijt in den blik waarmee hij de verpleegster aanstaar de. Doch deze hielp hem met een spot ten glimlachje uit den droom. „Ja, ik denk namelyk over een uur Dus seldorf te verlaten." Den heer Fedorra ontsnapte een zucht van verlichting. „Ahzoo", zei hij. „Maar mag ik dan misschien vragen, waarheen u denkt te gaan, opdat ik u het adres van ons tehuis in die plaats kan verstrekken?" „Ook daarmee kunt u my helaas niet van dienst zijn, meneer Fedorra, want ik keer terug naar mijn woonplaats, Brussel, waai het tehuis van uw vereeniging myn ouder lijke woning zeker niet zal kunnen vervan gen". De oude heer stond glimlachend op. „Zoo ver strekt de hulp van onze ver eeniging zich niet uit", zei hij. „Waar ouderlijke zorg de jeugd omringt, is onze steun overbodig. Maar belooft u mij", zoo besloot hij, haar de hand ten afscheid rei kend, „dat u bij een volgend bezoek aan Dusseldorf onze vereeniging niet zult ver geten." „Dat beloof ik u gaarne, meneer Fedor ra", antwoordde de verpleegster plechtig en terwijl ze den ouden heer naar de deur vergezelde, voegde ze er, niet zonder iro>- nie aan toe: „al meen ik dan ook, dat er waarschijnlijk vele anderen zijn, die uw hulp meer van noode zullen hebben...." Het perceel in de oude stad. De avond was reeds gevallen, toen In specteur Sanders, nu weer in zijn gewone gedaante, hotel Eden verliet en even aan den uitgang toefde om den man, die tot taak had zijn gangen na te gaan, gelegen heid te geven zich van zijn vertrek te over tuigen. Hij zag zijn achtervolger niet, maar noch tans voelde hij, dat in zijn onmiddellijke omgeving een paar oogen hem scherp ob serveerden en hun geen enkele zijner be wegingen ontging. Na het onderhoud, dat hij als de oude heer Fedorra met Josephine Portelle in „Zweibruckenhof" had gehad, had hij zich naar het hoofdbureau begeven waar in een kort gesprek met den commissaris het plan was opgebouwd, aan welks uitvoe ring nu door hem de eerste hand werd ge legd. Met den vastberaden tred van den man, die recht op zyn doel afgaat en met het ernstige voornemen zich daarbij door niets te laten weerhouden, liep hij de Schadow- strasse uit en daarna de Corneliusplatz dwars overstekend, bevond hij zich al spoe dig in de oude stad, waar het op dit uur zoo levendig toeging, dat hij zich slechts met moeite een weg door de menigte kon ba nen. Bij het warenhuis „Hartog", dat juist een groote uitverkoop annonceerde, ver drongen zich honderden mannen en vrou wen voor den ingang en de étalages, zóó begeerig naar de koopjes, die er te halen waren, dat de veiligheid van het verkeer er door in gevaar werd gebracht. Tram- en auto-signalen waren niet van de lucht en Sanders was dan ook blij, toen hij de zy- straai ontdekte, welke toegang gaf tot een warnet van slopjes en steegjes, welke aan het oriënteeringsvermogen van een vreem deling hooge eischen stelden. Dat was een deel van Dusseldorp, dat door de bezoe kers van Heinrich Heine's geboorteplaats gewoonlijk zorgvuldig gemeden wordt. Hier en daar klonken kijvende vrouwen stemmen, vermengd met het geschrei van kinderen die wel in zeer grooten getale in de bouwvallige, van ontucht en mis daad sprekende huizen, schenen te hokken. De spaarzame verlichting, hier en daar ver sterkt door het schijnsel van een lamp. dat door een geopende deur of het slechts ten deele door een rolgordijn bedekte raam van een kroegje naar buiten viel, vermocht het armzalige, sinistere karakter van deze omgeving slechts te accentueeren. (Wordt vervolgd).

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1937 | | pagina 5