Engeland bereidt zich voor %*-?• n i Koning Leopold van België in gesprek met een der deelnemers aan de herdenkings plechtigheid ter nagedachtenis aan de oorlogslachtoffers, welke te Brussel Zondag gehouden werd Mr. W. C. Bosman, oud-lid van de Prov Staten van Noord Holland en directeur van den veerdienst Enkhuizen Stavoren is in den ouderdom van 75 jaar te Alkmaar overleden Groote pontons zijn aangevoerd voor de brug, die door Engelsche genietroepen over den grooten vijver van St. James Park te Londen wordt gelegd teneinde een gedeelte van het voetgangersverkeer bij de kroningsfeesten te kunnen verwerken FEUILLETON DE VIERDE MAN (Een geval uit de practijk van Inspecteur Sanders, lid der Centrale Recherche), door UDO VAN EWOUD. (Nadruk verboden). Overigens interesseerde de gast hem niet meer dan de duizenden anderen ééndag- logé's, die hij in den loop der jaren aan zijn loge had zien voorbij trekken en van wie slechts een enkeling, dank zij een bui tensporig hooge fooi in bijzondere mate zijn belangstelling had vermogen op te wekken. De heer Fedorra, alias inspecteur San ders, was intusschen op zijn kamer aange komen, welke zooals hij reeds bij het af- loopen van de lange gang had bemerkt schuin tegenover die van Josephine Marie Por telle gelegen was. Nauwelijks was de jongen, die hem met de lift naar boven had gebracht verdwenen, of hij opende voorzichtig de deur, sloop op zijn teenen over de met een dikken Smyrna looper belegde gang en luisterde gespannen aan de deur, welke toegang gaf -tot kamer 53. waar de pseudo-verpleegster troonde Slechts eenige seconden bleef hij in gebo gen houding staan; toen hoorde hij duide lijk het geluid als van een stoel, die ver schoven we.'-i en direct daarop vlugge, door een tapijt gedempte schreden, welke zich verwijderden. Bl(jkb iar had de bewoon- ter van het vertrek zich naar de vaschta- fel begeven, want plotseling drong nu het klaterend geplas van water tot hem door. Sanders wist voorloopig genoeg. Josephi ne Marie Portelle bevond zich in haar ap partement en Erich Friedrich Fedorra bleef thans niets anders over dan zich in zijn burcht terug te trekken en zijn overbuur vrouw zorgvuldig te bewaken. Hij had nu tijd genoeg den toestand nog eens rustig te overdenken en zijn kansen, die op het oogenblik zeker niet zoo heel slecht stonden, na te gaan. Het feit, dat de pseudo verpleegster in het hotel gebleven was, ondanks het gevaar, dat haar van de zijde der politie dreigde, bevestigde zijn vermoeden, dat zy niet het eei*ste het beste hotel in Dusseldorf betrokken had, maar daarbij te werk was gegaan overeenkom stig een haar reeds in Amsterdam verstrek te opdracht. Haar handlangers in Holland wenschten met haar in contact te blijven; zij hadden niet voorzien, dat de vlucht op het laatste moment nog ontdekt zou wor den en zich daardoor voor de verpleeg ster de noodzakelijkheid zou voordoen een ander en veiliger onderdak te zoeken. Zij handelde slechts op bevel van anderen. Die bevelen had zij uit te voeren, al stond het haar daarnaast natuurlijk vrij de noodige maatregelen in het belang van haar eigen veiligheid te treffen. Dat laatste had zij trouwens niet verzuimd. De verdwijning van Evertsen, die nu tóch ook terug--had kunnen zijn was gevolgd door de'ontvoe ring van Wils en als „Dritte im Bunde" ge noot hij nu de speciale bewaking van eei ander lid van dit illustre gezelschap, da zeker niet zou aarzelen tegen hem op de zelfde wijze op te treden, wanneer het daar toe zijn kans schoon zag. Thans waande men hem rustig in hotel Eden, waar men hem, wanneer hij zich althans niet al te lang schuil zou houden, ongevaarlijk achtte en in de laatste plaats was er dan nog het Düsseldorfsche politiecorps, dat de tegen standers voorloopig eveneens onschadelijk had gemaakt. In den koffer n.l., welke de rechercheur- kruier voor meneer Muller uit Rottere am in hotel Eden had afgegeven, had zich, ver borgen tusschen de kleeren, een briefje van den hoofdcommissaris bevonden, waarin deze mededeelde zoo juist een anoniem schrijven te hebben ontvangen, waarin de politie geadviseerd werd zich van alle in menging in de „Hollandische Angelegen- heit" te onthouden, daar men anders niet zou kunnen instaan voor het leven der bei de gevangenen. Deze laatsten. zoo werd voorts medegedeeld, zouden onmiddellijk in vrijheid worden gesteld, zoodra men de zekerheid had, dat de Hollandsche inspec teur naar zijn land was teruggekeerd en uit een persoonlijk door den commissaris onderteekende advertentie in een der Düs seldorfsche bladen, waarvan de tekst was voorgeschreven, zou blijken, dat ook deze de zaak als afgedaan beschouwde. Deze laatste maatregelen van te tegen partij waren oorzaak, dat Sanders zica op dit oogenblik niet al te-ongerust maakte omtrent het lot van Wils en Evertsen. Zij waren weliswaai beiden aan den willekeu van de bende overgeleverd, maar voorioc pig zou hun leven geen gevaar Joopen. Zo( lang hij, Sanders, zoowel als de Düsseldori sche politie zich van elk daadwerkelijk op treden onthield en uit r.iets zou blijken, da men op de hoogte was van het bestaai van het perceel in de Alte Jakobstrasst was er geen vuiltje aan de lucht, zy het dan, dat men rekening zou hebben te houden met de mogelijkheid van rijzend wantrouwen bij de tegenstanders, wanneer hét vertrek van den Hollandschen inspec teur en de advertentie van den hoofdcom missaris wat al te lang op zich zouden laten wachten. Maar zooveel tijd meende Sanders niet noodig te hebben. Wanneer de voorteeke nen niet bedrogen en op het oogenblik bestond er niet de minste reden om aan het welslagen van zijn plan te twijfelen naderde men thans het einde van deze af faire, niettegenstaande hij er zelf nog geen idee van had, wie de werkelijke dader van den moord op bankier Leuvensteyn eigen lijk was. Sanders had een der zich in het vertrek bevindende fauteuils bij de deur geschoven waar elk gerucht van hetgeen zich op de gang afspeelde tot hem doordrong. Daar kon hij zich vrij overgeven aan zijn medi taties, zonder de kans te loopen, dat hem daarbuiten iets zou ontgaan. Ongeveer een uur verstreek zonder dat zich iets bijzonders voordeed. Hij hoorde de voetstappen van vlugge kamermeisjes die in de op een der zijgangen van deze ver dieping uitkomende vertrekken aan het werk schenen te zyn en den zwaren tred van een of anderen nieuwen gast, die, ge ëscorteerd door een koffers torsenden lift boy, wiens onregelmatige voetstappen van lit zware werk getuigden, z'n kamer op- '.ocht. Bij elk dezer geluiden echter boog Sanders zich voorover en drukte hy zijn >or tegen het sleutelgat om te hooren of ij verband hielden met het doen en laten an zijn overbuurvrouw. Eindelijk scheen 'ijn geduld te zullen worden beloond, i Nadat het eenigen tyd volkomen stil was geweest, vernam hij plotseling weer het schuiven van de liftdeuren, zooals dat reeds eenige malen tot hem was doorgedrongen. Ditmaal echter scheen slechts één persoon de lift te verlaten, vermoedelijk dus de lift boy zelf, die snel in zyn richting kwam. Even onverwachts als zij gekomen waren hielden de schreden op. Toen werd bij de kamer aan de overzijde op de deur geklopt en op hetzelfde oogenblik, waarop dit ge luid tot hem doordrong, sprong Sanders op en greep den deurknop. Tegelijkertijd werden twee deuren ge opend, die van Sanders' kamer echter slechts op een kier, hetgeen voldoende was hem in de gelegenheid te stellen elk woord dat aan de overzyde van de gang gesproken werd, op te vangen. Het was de liftboy, die het eerst sprak. „Juffrouw Portelle, er is een telegram voor u beneden, eigenhandig af te geven", en daarop de aangesprokene, die niet in het minst verrast scheen: „Ik kom". Dit was voor Sanders het moment waar op hij had gewacht. Nauwelijks bewees het dichtslaan van een hek, dat beiden zich in de lift hadden begeven, of Sanders snelde de gang af in de richting van waar kort te voren de stemmen der kamermeisjes tot hem waren doorgedrongen. Inderdaad vond hij daar twee meisjes, die bezig waren in twee aan elkaar grenzende kamer de bed den op te maken en zich bij dit werk op vrij luiden toon met elkaar onderhielden. (Wordt vervolgd). Te Klundert is Maandag de nieuwe warmwaterroterij voor vlas, welke inrichting aan vele handen werk zal ver. schaffen, officieel in bedrijf gesteld. - Ir. A. Roebroek, directeur-generaal van den Landbouw, verricht de opening Repetitie voor den kroningsstoet te Londen. - In de Engelsche hoofdstad werd Zondag de groote oefening voor den belangrijken dag van 12 Mei gehouden, waarvan de statiekoets met de acht prachtige schimmels het hoogtepunt vormde Minister prof. dr. ir. H. C. J. H Gelissen beeft Maandag in het Provinciehuis te Groningen de leden der Noordelijke Economische Technologische Organisatie geïnstalleerd. Tijdens de rede van den minister

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1937 | | pagina 5