Katholieke Landgenooten!
DONDERDAG 15 APRIL 1937
DE LEIDSCHE COURANT
VIERDE BLAD - PAG. 11
Hoe de„Titanic" verging
Vóór 25 jaren speelde
het drama zich a£
HET VERHAAL VAN DEN MARCONIST.
Heden is het vijfden-twintig jaar geleden
dat de Titanic op haar eerste reis verging.
Niet minder dan 1517 menschen verloren
daarbij het leven. Voor de eerste maal
kreeg het geloof in de almacht der tech
niek een geweldigen schok. De Titanic was
het grootste schip, dat voor den oorlog ooit
gebouwd werd en was even luxueus uit
gerust als in onzen tijd de Normandie. De
'heele beschaafde menschheid was trotsch
op zulk een prestatie. Een geweldige me
nigte jubelde dit schip van de Witte Star
Line toe op 10 April, toen het de haven
van New York verliet. Vijf dagen later vond
de verschrikkelijke ramp plaats: bij de
New Foundland-banken liep de zeereus op
een ijsberg. De passagiers voelden zich zóó
veilig, dat zij zich, op bevel van den ka
pitein, volkomen rustig naar de redding-
booten begaven: men dacht aan zooiets als
een generale repetitie, al had men dan ook
een lichten schok gevoeld.
Het heele drama speelde zich vrij snel
af. Nadat de passagiers in de reddingboo
ten waren gegaan, ontsloeg de kapitein de
bemanning van him plicht om te gehoor
zamen: redt uw leven! Terwijl het schip
aan 't zinken was, speelde de kapel nog
eenigen tijd voort en wel een lied van de
Anglicaansche kerk: „Nearer my God to
Thee". Dit geestelijke lied heeft daardoor
gedurende een paar jaren toen de oorlog
kwam werd de nawerking van de Titanic-
emotie verdrongen in de heele wereld
een zeer bizondere beteekenis en een groo-
te emotioneele kracht verkregen.
De kapitein en een van de marconisten
bleven aan boord en gingen met hun trotsch
schip ten gronde. Een tweede marconist
werd gered. Van hem stamt het hier vol
gende relaas, dat wij aan een onlangs ver
schenen boek over den radiohulproep ont-
leenen. De auteur van dit boek is Karl
Baarslag; de titel luidt: S.O.S. Zu Hilfe
(uitgever: S. Fischer, Berlijn). Ziehier het
sobere verhaal:
„Bride, de jongere marconist, sliep en
had den stoot heelemaal niet gevoeld. Hij
werd enkele minuten later wakker, ver
moedelijk omdat de machines stopten en
stond op om Philips te middernacht, in
plaats van om 2 uur af te lossen, aange
zien deze den heelen dag met reparaties
bezig was geweest en wel vermoeid zou
zijn.
Bride zette de hoofdtelefoon op en Phi
lips, die op punt stond te gaan rusten, zei ter
loops, dat de schuit wel ergens tegen op ge
tornd kon zijn, omdat de machines niet
meer draaiden. Op dat moment kwam de
kapitein de radio-cabine binnen en zei:
„Wij zijn op een ijsberg geloopen. Ik
laat nakijken, wat de schade is. Het is goed,
u voor te bereiden op het geven van nood
seinen, maar stuur niets uit, voor ik daartoe
bevel geef'.
Hij snelde terug naar de brug. Dat was
ongeveer tien minuten, nadat het schip
gestooten had. Kapitein Smith onderschatte
de beteekenis van de radio voor hulpver
leening dus niet.
Bride, die gered werd, vertelde later aan
den schrijver, dat Philips en hij elkaar een
oogenblik stom verbaasd hadden aangeke
ken. Zy waren zoo stellig overtuigd van
de onzinkbaarheid van hun schip, dat zy
het voorval niet ernstig opnamen en schert
sten om den voorzorgsmaatregel van den
kapitein.
Nauwelyks tien minuten later verscheen
de kapitein wederom in de cabine. Hij zag
er ernstig uit, maar toonde niet de minste
zenuwachtigheid in zijn houding of in zijn
bevel.
„Zend het noodsein uit", zoo beval h(j.
„Welk?" vroeg Philips.
„Het gebruikelijke internationale nood
sein", antwoordde Smith en weg was hij.
Philips lachte nu niet meer en ging vlug
aan het werk.
Met volle energie ging het zes maal ach
tereen de lucht in: C.Q.D. (Come quick
danger), gevolgd door de roepletters (radio-
naam) van het schip: M.G..
De Titanic was voorzien van een voor
onze huidige begrippen, zeer verouderden
vonkzender, wiens eigenaardigen toon in
den nacht over de donkere wateren van
den Noord-Atlantischen Oceaan weerklonk.
Bride stelde voor, ter afwisseling, ook
het nieuwe internationale noodsein van
1908, het S.O.S. uit te zenden, dat bij de
Engelsche radio-telegrafisten nog niet zoo
ingeburgerd was.
Philips volgde zyn raad.
Kapitein Smith kwam weer terug en
lachte even mee, toen Bride schertsend zei,
dat het voor Philips misschien wel den
laatsten keer zou zijn, dat hij gelegenheid
had, om S.O.S. uit te zenden. Een afgrijse
lijke voorspelling, in scherts gesproken!
Tot op dat moment moet de kapitein nog
volledig vertrouwen in de onzinkbaarheid
van zyn schip gehad hebben.
Het Duitsche schip Frankfurt, 153 mijl
Zuidwest van de plaats des onheils, ant
woordde het eerst. Philips gaf hem zijn po
sitie en verzocht om hulp.
Terwijl de telegrafist van de Frankfurt
naar zijn kapitein liep, om het bericht over
te brengen, vroeg Cottam, de telegrafist
van de Carpathia, draadloos aan Philips,
of deze wel wist, dat Kaap Cod hem riep.
Cottam had n.l. het noodsein van de Tita
nic niet gehoord. Men kan zich zijn ontstel
tenis voorstellen, toen hij ten antwoord
kreeg: „Kom snel; zijn op een ijsberg ge
loopen riep C.Q.D., vriend".
Het was zuiver toeval, dat Cottam nog
op wacht was. Zijn werktijd was reeds
lang voorbij, maar hij wilde het laatste
nieuws van de kolenstaking graag weten,
dat door het zendstation van Kaap Cod
uitgestuurd werd. Kaap Cod had echter
juist de Titanic geroepen, vandaar Cot-
tam's wenk aan Philips.
Cottam snelde na het ontvangen van het
alarmeerende telegram naar zijn kapitein,
Arthur Rostron. Deze lag net in zijn kooi,
maar sliep nog niet. Rostron vertrouwde de
zaak niet, kan niet gelooven, dat de Titanic
zinkende was. Hij pakte Cottam bij den arm
en vroeg: „Weet je zeker, dat het de Tita
nic is?"
„Ja kapitein".
„Weet je het heel zeker?" vroeg Rostron
„Absoluut zeker, kapitein", antwoordde
Cottan.
Dit overtuigde den kapitein, die zei:
„Goed. zeg, dat wij zoo spoedig mogelijk
zullen komen".
Vergelijking met de posities der schepen
wees uit, dat de afstand 58 myl bedroeg.
Rostron gaf daarop het beroemd geworden
bevel op de brug: Noord 52 West", en de
Carpathia stoomde met volle kracht op.
Nog een ander schip snelde te hulp, de
Mount Temple, die zich op ongeveer 50 mijl
West van de Titanic bevond. De marconist
J. Durant, die net naar kooi wilde |$an,
had nog juist het S.O.S. gehoord.
Op de Titanic zwoegde Philips' de laatste
uren van zijn leven. Versterkers waren er
in die dagen nog niet en de zwakke geluid
jes, die in de hoofdtelefoons klonken, wer
den vaak overstemd door het geraas, dat de
ontsnappende stoom uit de ketels maakte.
Uit vrees voor ontploffing had de kapitein
nJ. de ketels laten afblazen.
Kapitein Smith had intusschen aan bei
de marconisten gezegd, dat het schip niet
langer dan een half uur drijvende zou blij
ven. Zij kleedden zich warm aan. Philips
ging echter weer aan den seinsleutel zit
ten en gaf nogmaals S.O.S. Toen zei de
kapitein: „Vrienden, jullie hebt gedaan,
wat je kunt, verlaat je post en redt je le
ven".
Philips werkte nog een minuut of tien
door. Hij werd door Bride het laatst gezien
op het sloependek, toen het schip ten on
der ging.
Een tragische omstandigheid was, dat de
Californian, die zich op 20 mijl afstand van
de Titanic bevond, geen hulp verleende.
Evans, de marconist, probeerde 's avonds
tegen 11 uur aan de Titanic mede te deelen,
dat zyn schip door ijsbergen opgehouden
was. Philips was op dat moment bezig,
nieuws van Kaap Race op te nemen en
toen Evans hem stoorde, seinde hij kort
weg: „Stop; ben met kaap Race bezig".
Evans luisterde nog even. Het was bijna
middernacht en hij had van 's morgens
zeven uur af al aan zijn toestel gezeten. De
dag was lang genoeg geweest en omdat er
voor hem op dat moment niets meer te
doen was, had hij geen enkele reden meer
langer op te blijven....
INGEZONDEN STUKKEN
Het Katholiek Bevolkingsbureau
te Leiden.
Geachte Redactie.
Zondag werd in de Hartebrugskerk
(mogelijk ook in de andere kerken) een
collecte gehouden ten behoeve van het R.K.
Bevolkingsbureau. Ik ben er zeker van, dat
vele katholieken, evenals ik, weinig of niets
van dit bureau weten. Is het niet mogelijk,
dat in uw blad eens het een en ander over
deze instelling wordt medegedeeld. O.a.
zou ik gaarne vernemen, is zij een vereeni-
ging met statuten en reglement(en) en
wat is haar doel; verder wie het bestuur
vormt; waar is het bureau gelegen en voor
wie is het al of niet tegen betaling te raad
plegen; waarin bestaan de inkomsten en
hoe worden die verkregen; wie beheert de
gelden en voor wie zyn de boeken van in
komsten en uitgaven ter inzage; zijn er
bezoldigde betrekkingen aan Verbonden of
worden de werkzaamheden voor de goede
zaak belangloos verricht?
Bent u niet van meening, dat de sympa
thie voor dit bureau grooter zou zijn als er
meer bekendheid aan wordt gegeven?
Ik veronderstel, dat meer bekendheid de
collecte ten goede zal komen, omdat, als
men iets offert al is het nog zoo wei
nig men toch wil weten hoe het besteed
wordt.
Bij voorbaat dankend voor de plaatsing
en ook voor uw antwoord
Hoogachtend,
Een belangstellende.
Wy willen gaarne even uw vragen beant-
wooorden:
Het „R.K. Bevolkingsbureau" is een in
stelling met eigen reglement, welke ten
doel heeft, een R.K. Bevolkingsbureau te
exploiteeren. Het bureau is gelegen Hooi
gracht 59, waar het, in het algemeen ge
sproken, voor een ieder tegen betaling te
raadplegen is; als het voor het goede doel
is, is de vereischte betaling heel matig!
De inkomsten bestaan uit de vergoedingen
voor verstrekte inlichtingen. De gelden
worden beheerd door het bestuur, dat ook
de boeken van inkomsten en uitgaven moet
controleeren; welk bestuur momenteel be-
i staat uit de heeren mr. Donders, Molken-
boer en Langeveld. Degene, die het be
heer voert, de leider van het R.K. Bevol
kingsbureau, ontvangt een bescheiden ver
goeding voor zyn vele werkzaamheden.
U vergist zich, als u denkt, dat er
voor het R.K. Bevolkingsbureau gecollec
teerd wordt of offers worden gevraagd.
De door u bedoelde collecte werd gehouden,
om daaruit te betalen de kosten, welke de
pastoor of het kerkbestuur aan het R.K.
RECHTZAKEN
DE SMACHTENDE MINNAAR.
Geraffineerde oplichterstruc, waarvan een
bejaarde dame het slachtoffer werd.
„Het is een fantastisch verhaal, waarmee
zij haar slachtoffer heeft bedrogen, geld af
handig heeft gemaakt en volkomen uitge
plunderd, zoodat de arme vrouw vrijwel tot
den bedelstaf is gebracht".
Aldus de procureur-generaal mr. L. B. J.
Vermeulen ir. zyn requisitoir tegen de 44-
jarige mej. W. P. van D., die in hooger be
roep voor het Haagsche Gerechtshof terecht
stond van een vonnis van de rechtbank,
waarbij zij wegens oplichting tot een jaar
en zes maanden gevangenisstraf was ver
oordeeld.
Het was inderdaad een fantastisch ver
haal, dat de grenzen der geloofwaardigheid
verre overschreden had. Mej. van D., echt-
genoote van den Haagschen koopman G.,
die eveneens een rol in het drama had ge
speeld, was ongeveer vijf jaar geleden bij
de 66-jarige mej. B. aan huis gekomen en
had haar gevraagd de kaart te mogen leg
gen.
Mej. B., gepensionneerd ambtenares, die
wel nieuwsgierig was, wat de toekomst haar
nog zou kunnen brengen, was op dit aan
bod ingegaan en dat was het begin van de
heele geschiedenis geweest.
De kaarten hadden uitgewezen, dat er
nog een man in het leven van mej. B. zou
verschijnen, een oude kennis van haar, die
smachtte met haar in kennis te komen,
doch te verlegen was om eigener beweging
naar haar toe te komen.
Dit kon slechts door middel van magne
tisme gebeuren. Mej van D. stelde voor
haar bemiddeling daartoe te verleenen en
zocht naar ze beweerde een goed me
dium op Natuurlijk vroeg een goed me
dium geld voor zijn verrichtingen en zoo
verdween een groot gedeelte van het pen
sioen van mej. B. in de handen van mej. D.,
die beweerde hiermee de magnetische tus-
schenpersoon te betalen.
In den loop der tijden kwam vast te staan,
dat de „smachtende minnaar" den schonen
naam droeg van baron Rudi van Heringa
en op een fraai buiten te Wassenaar bleek
te wonen.
Hij was echter zwaar ziek en kon slechts
genezen door middel van geld en voorwer
pen van mej. B. Tal van voorwerpen stelde
de bejaarde minnares ter beschikking van
haar geliefde. Nooit zag zij er iets van
terug. Wel kieeg zij vurige minnebrieven
van haar aangebedene en eindelijk was dan
het lang verbeide oogenblik aangebroken,
waarop zij met den rijken baron zou kennis
maken. Trouwen kon voorloopig echter niet
plaats hebben, want baron van Heringa
moest eerst geheel genezen. Doch de heer
lijke dag naderde. Reeds werden de Sarno-
jeedsche hondjes op het landgoed te Was
senaar gedresseerd om haar meesteres te
ontvangendoch met één slag werden
haar alle illusies ontnomen, de voorname
minnaar bleek niet anders te zijn dan....
de man van mej. van D.
Op de ontgoocheling volgde een aanklacht
bij de politie tegen mej. van D., die daarop
door de Haagsche rechtbank wegens op
lichting tot een jaar en zes maanden ge
vangenisstraf was veroordeeld.
Voor het hof bleef zy haar onschuld vol
houden.
„Mej. B. was krankzinnig, ze legde zich
zelf de kaart en fantaseerde de onmogelijk
ste verhalen. Ze kwam vaak bij ons thuis
en dan moest ik m'n man „mijnheer" noe
men. Nooit heb ik geld of goederen van
haar gekregen", klaagde vernachte.
„Bij de politie hebt u anders verklaard",
repliceerde de president, mr. Lodder.
Verd.: „Ik was over mijn zenuwen, ik
heb alles geteekend wat ze me voorlegden".
President „Zoo onnoozel ziet u er niet uit.
Hierna moet u ook nog voor flesschentrek-
kerij terechtstaan".
Op de publieke tribune werd een luide
kreet van afkeuring gehoord.
President: „Bovendien schreef uw man
minnebrieven aan mej. B. en gaf ook voor
haar minnaar te zyn"
Verd.: „Ze wilde dat nu eenmaal zoo, ze
was gek, ik heb haar maar laten gaan".
Hierna verschijnt mej B. als getuige, par
mantig trippelend en een coquet hoedje
met een lila veer op.
Ze doet weer het geheele omstandige ver
haal. Verdachte blijft echter ontkennen.
„Het is fantasie, edelachtbare, ze is gek,
ze wil me weg hebben om met mijn man
om te gaan".
De procureur-generaal, requisitoir ne
mend, vroeg bevestiging van het vonnis
van de rechtbank.
De verdediger mr. A. F. de Jong wees
er op, dat ook indien de genoemde feiten
door verdachte gepleegd zijn, deze nog geen
oplichting in den zin der wet kunnen ge
noemd worden.
Een verstandig mensch zou zich door de
fantastische verhalen niet laten bedriegen.
En mej. B. was toch ambtenares geweest
met een middelbare opleiding.
Pleiter meende, dat daarom veroordee-
iing niet kon volgen.
Na deze zaak moest mej. van D. nog
wegens flesschentrekkerij terecht staan. Ze
had groote hoeveelheden vleesch-, zuivel
en kruidenierswaren gekocht ter waarde
van honderden guldens, wetende, dat ze niet
kon betalen.
Hiervoor was ze door den politierechter
tot 2 maanden gevangenisstraf veroordeeld,
een vonnis, waarvan thans bevestiging werd
gevraagd. Uitspraak in beide zaken 28
April.
een gewlchtlgen strijd. Een strijd met als Inzel: Vóór ól
n de beteekenis van de a.s. verkiezingen. Thans gaat het;
het heidendom, zoowel van uiterst links als rechts, tegen
Wij slaan aan den vooravond
tegen Cbristusl Want dit is in
om den eersten grooten aanval
Christus en zijn Kerk.
Dit beteekent, dat leder Katholiek verplicht is aan den strijd deel te nemen. Daarvoor ls het
niet voldoende slechts zijn stem uit te brengen op Katholieke algevaardigden; ook niet om
alp lid van een Afdeeling onzer Partij enkele guldens voor den verkiezingsstrijd beschikbaar
te stellen in den worm van jaarlijksche contributie.
NEEN. NOODIG IS DE MOBILISATIE VAN ALLE KATHOLIEKEN! V
Iedere Katholiek moet daadwerkelijk deelnemen aan dien strijd door het brengen van eëS
oiler, zoowel ln geld als ln werkkracht. Want voor het welslagen van een grootscheepsch®
actie ter verdediging van het Christendom zijn groote mateiieele offers noodig en moeten,
bergen werk worden verzet. Dit over te laten aan het kleine corps van partij-propagandisten
zou een onverantwoordelijk gemis beteekenen aan inzicht in den ernst der komende
gebeurtenissen, die Immers voor de verdere toekomst van ons volk en van zijn geestelijk leveg
van beslissende beteekenis zullen zijn.
Teneinde nu onze Katholieke Staatspartij in staat te stellen al haar krachten te ontplooien, i®|
uit een aantal Katholieken in ons land op geheel spontane wijze, het denkbeeld naar Voren
gekomen tot de Instelling van een:
VIJF PERCENTS-ACTIE
Wat houdt deze actie in?
Zij beoogt alle Katholieken, die daartoe ook n
1°, voor éénmaal een bedrag, gelijk
r eenigszins in staat zijn er toe te brengen om»]
i hun maandelijksch Inkomen»
tenminste 5 y
ter beschikking van den a.s. verkiezingsstrijd te stellen.
2°, zelf een werkzaam aandeel te nemen ln het welslagen dezer actie door daarvoor in der»
kring hunner kennissen en vrienden een Intensieve propaganda te voeren en hen op hun
beurt op te wekken dit voorbeeld te volgen, opdat deze actie in korten tijd als een
sneeuwbal over het geheele land gaat.
Moeten wij U nog argumenten noemen om te bewijzen hoe diinaend noodzakelijk ee&
dergelijke actie ls?
WEET U
dat talrijke Katholieken ln Duitschland hebben verklaard het diep en diep te betreuren, da?
zij in 1932 en 1933 den ernst van den toemaligen verkiezingsstrijd niet hebben ingezien? Ja»]
2elfs, dat verschillende hunner hebben gezegd: Wij zouden er gaarne de helft van ons
Jaarlijksch inkomen voor over hebben gehad, indien wij toentertijd hadden geweten, wat wij
sedert dien op het gebied van geloofsvervolging en gewetensdwang te lijden hebben gehad?^
Is het U niet bekend, dat ook in ons land de partijen, die practisch het nieuw-heldendo®
voorstaan, een onafgebroken stroom van brochures en pamlletten verspreiden?
WEET O
'dan ook niet, dat deze vlugschriften niet nalaten een funesten invloed te oefenen op tal va?
halfslachtige Katholieken en dat het gevaar groot is dat verschillenden hunner, straks, helaas
hun stem op die partijen zullen uitbrengen?
WEET U
daVhet den zedelijken plicht van lederen Katholiek is om de actie tot behoud van het Christen^]
dom niet alleen in eigen kring te voeren, maar ook. en juist, daarbuiten onder de groote,
godsdienstig zoo passieve massa, teneinde te voorkomen, dat ln de harten dter^volksgenootettl
het laatste restje Christendom zal worden weggevaagd?
WELNU
geloofsgenoolen, kent Uw plicht, vóór het te laat isl Denkt aan het .aloude spreekwoordi]
„Wie zich aan een ander spiegelt, spiegelt zich zacht^/
Neemt krachtig deel aan de vijl percents-actiel
Amsterdam, April 1937.J
G. BARTMAN.V
Mr. J. BREDIUS.
Drs. W. v. d. DONK,
L. HILLEN.
H. JANZEN.1
Mevr. S. NUWENHUIS—v. d. RijeT^
P. VAN OGTROP,
J. ROUMA.
E. SLAGHEK.
WESTERWOUDT.^
.De Partijleiding der R.K. Staatspartij heelt met groote waardeering kennis genomen van dezd
spontane poging om de verkiezingspropaganda en -voorlichting op nog breedere basis tot
uitvoering te brengen.
Zij verzoekt de milde gevers hun stortingen te willen verrichten op postrekening no. 692 ten
name van het Algemeen Secretariaat der R.K. Staatspartij, Den Haag, onder het motto
j.verkiezingsactie", waarna zorg zal worden gedragen vgor e?n goede besteding en billijke
•verdeeling dei ingekomen gelden over_ de Kringen,
's-Gravenhage, 15 April 1937.
LETTEREN EN KUNST
VONDEL-HERDENKING IN DE K.J.M.V.
Ter gelegenheid van de Bondsdag der K.
J. M. V. in het Bisdom Haarlem, welke z&l
gehouden worden op Zondag 9 Mei a.s. in
het Concertgebouw te Haarlem, zullen on
der regie van den heer Anton Sweers en
kele fragmenten uit Vondel's Samson wor
den opgevoerd.
De uitvoerenden zal de K. J. V. M. re-
cruteeren uit eigen gelederen.
De afdeeling Amsterdam Zuid heeft de
ze vereerende opdracht durven aanvaar
den.
Ongetwijfeld stelt hiermede de K. J. M.
V. in het bisdom Haarlem een daad van
cultureele beteekenis.
Zij rekent dan ook op de sympathie van
een ieder, die het cultureel streven van
Katholieke jongeren, in 't bijzonder van
K. J. M. V.'ers ter harte gaat.
5i UlM v AAK i KEKICHTEN
STOOMV. MIJ. NEDERLAND.
JOHAN EL WITT (uitr.) vertr. 13 April
van Belawan.
JOHAN VAN OLDENBARNELT (thuisr.)
vertr. 14 April van C dombo.
KON NED STOOMB. MIJ.
AURORA vertr. 14 April van Amsterdam
naar Hamburg.
BARALT vertr. 10 April van Curagao
n. d. Windward Isl.
DEUCALION vertr. 14 April van Amster
dam naar Rotterdam.
IRIS vertr. 10 April van Curagao naar
Haiti.
MIDAS vertr. 10 April van Curagao naar
Maracaibo.
ODYSSEUS vertr. 14 April van Amster
dam naar Kopenhagen.
KON. PAKETV MIJ.
HOUTMAN, van Port Natal naar Bata
via vertr. 12 April van Mombassa.
TASMAN van Kohsichang naar Louren-
zo Marques, vertr. 12 April van Port
Louis (M.).
HOLLAND—AMERIKA LIJN.
BEEMSTERDIJK van Boston naar Rot
terdam 12 April 12 uur 374 mijl W. van
Scilly.
DINTELDIJK, van Vancouver naar Li
verpool en Roterdam, 13 April 12.31 uur
nam. 385 m. W.Z.W. van Valentia.
DELFTDIJK, Rotterdam naar Vancou
ver. arr. 11 April te Guayaquill.
STATENDAM vertr. 10 April van King-
stond (Ja) naar Havana.
ROTTERDAMSCHE LLOYD.
KOTA TJANDI vertr. 14 April van Rot
terdam naar Hamburg.
SIBAJAK vertr. 14 April van Rotterdam
naar Batavia.
SITOEBONDO (thuisr.) pass. 14 April
Perim.
STOOMVAART MIJ OCEAAN.
EURYMEDON, Batavia naar Amster
dam arr. 14 April te Suez.
MEDON vertr. 14 April van Rotterdam
naar Yokohama.
Bevolkingsbureau moet betalen voor de
aan de parochie-geestelijkheid verstrekte
inlichtingen.
Over gebrek aan sympathie heeft het
R.K. Bevolkingsbureau heelemaal niet te
klagen, voorzoover wij weten! Daar
over behoeft u zich o.i. niet bezorgd te ma
ken. R e d. L. C r t.
Onvrijwillige start.
„Emiel, je moet wachten tot het start
schot valt".