CENTRALE WERKPLAATS VOOR JEUGDIGE WERKLOOZEN. DONDERDAG 8 APRIL 1937 DE LEIDSCHE COURANT EERSTE BLAD - PAG. 3 De arbeid aangevangen. De jeugd in nood! Dat is een teeken des tyds. Duizenden jongemannen hebben nog nimmer gewerkt en daarnaast zijn er zoo velen, die het werken zouden verleeren, die de ambitie tot den arbeid en de liefde voor een vak niet kennen, omdat zij nimmer ge weten hebben wat zulks beteekent. De jeugd, de vakjeugd is inderdaad in nood en het gevaar dreigt, dat velen nim mer aan den arbeid zullen komen, öf om dat steeds weer jongeren gereed staan open- gekomen plaatsen in te nemen öf omdat de nu werkloozen hun vak verleeren of niet in staat zyn hun vak grondig te leeren. De jeugd in nood, de jeugd, die snakt naar arbeid! Er is reeds iets gedaan op het gebied der jeugdwerkloosheid, maar er kon meer ge daan worden. De jeugdwerkloosheid is een vraagstuk geworden, dat al veel hoofd brekens heeft gekost. Alle middelen, welke poogden eenige oplossing te brengen, brach ten wellicht eenige verlichting, maar uit komst geenszins. En toch mogen we niet bij de pakken gaan neerzitten onder het motief van: het helpt toch niet. Daarom besloot de gemeenteraad onlangs in navolging van hetgeen reeds in 'n der tigtal gemeerfte in het land was geschied, tot stichting van een Centrale Werkplaats voor Jeugdige Werkloozen (1624 jaar), welke een plaats zou krijgen in een gedeelte van de voormalige Katoenfabriek aan de le Looyerstraat. Op uitnoodiging van de Commissie voor deze werkplaats brachten wij deze week een bezoek aan de lokalen, waar de jeugdige werkloozen te werk gesteld zullen worden. Daar vonden wij de heeren weth. J. van Stralen, den heer G. P. E. Weyer, chef al- gemeene zaken ter gemeente-secretarie, secretaris der Commissie en den heer Th. v. d. Laken, leider van de Centrale Werk plaats, die ons enkele inlichtingen verstrek ten, om deze instelling meer bij het publiek bekend te maken. Het doel der Centrale Werk plaats. Omtrent doel en inrichting van de cen trale werkplaats deelde weth. v. Stralen ons het volgende mede. De centrale werkplaats zal aan jeugdige werkloozen van 1624 jaar, die een vak verstaan, gelegenheid bieden, om hun vak bekwaamheid te behouden en teverhoogen, opdat zij, wanneer de opleving, die zich thans doet waarnemen, doorzet, een plaats in het productieproces zullen kunnen in nemen. De werkplaats zal daartoe van de tech nische- hulpmiddelen worden voorzien, welke noodig zijn om de jeugdige werk- llóozen, wat hun vak betreft, geheel op de hoogte van den tijd te brengen. De vakken, welke zullen worden beoefend zijn metaal bewerking (bankwerken, draaien, lasschen, plaatwerken, enz.) timmeren, schilderen, enz. Ten einde de jeugdige werkloozen geheel in de sfeer van een op normale wijze geleid- bedrijf te brengen, zal de gang van zaken in de centrale werkplaats met die sfeer ge heel in overeenstemming worden gebracht, hetgeen het den jongen werkloozen gemak kelijker zal maken zich aan de verhoudin gen in het vrije bedrijf aan te passen. De werktijd in de centrale werkplaats be draagt 28 uur per week. Aangezien de centrale werkplaats wordt opgericht uitsluitend met de bedoeling om de jeugdige werkloozen in de gelegenheid te stellen zich beter voor den strijd om het bestaan toe te rusten en niet om producten te vervaardigen en met winst van de hand te doen, is zij meer te vergelijken met een opleidingsinstituut, dan met een particu lier bedrijf. Het spreekt dan ook vanzelf, dat geen werkloonen aan de jeugdige werk loozen kunnen worden uitbetaald. Wel echter wordt aan de jeugdige werk loozen een zoogenaamde slijtage-vergoeding uitgekeerd van 1.per week, welke, ge lijk de naam reeds aangeeft dient om tege moet te komen in de kosten van grootere kleedingslijtage als gevolg van het werken in de centrale werkplaats. Deze vergoeding wordt buiten beschouwing gelaten bij de berekening van den eventueelen steun van het gezinshoofd. Registratie der jeugdige werk loozen. Is op zichzelf de centrale werkplaats van groot belang voor de betrokkenen, dat be lang zal nog grooter worden, indien de re gistratie van jeugdige werkloozen zal wor den aangevangen, hetgeen 'binnen enkele weken zal geschieden. Door die registratie zal ten aanzien van iederen jeugdigen werk- looze bekend zijn, wanneer hij werkloos was en of hij die periode heeft besteed aan verdere vakbekwaming. Het is zonder meer duidelijk, dat diegenen der jeugdige werk loozen de beste kansen hebben, om een volwaardige plaats in de maatschappij in te nemen, die kunnen aantoonen, dat zij in een periode van gedwongen lediggang hun beschikbaren tijd hebben gebruikt op een wijze, welke hun aanspraak op zoodanige plaats geeft. De centrale werkplaats en de registratie van de jeugdige werkloozen, zullen ertoe leiden, dat in de eerste plaats de ijverigen en bekwamen arbeid zullen bekomen. Daarom is het van zoo groot belang voor de jeugdige werkloozen, om zich voor in schrijving aan die werkplaats aan te mel den! Met de oprichting van de centrale werk plaats is inmiddels aangevangen. De werk zaamheden bestaan nog hoofdzakelijk uit sloop, en breekwerken. 'De aanmelding voor dit werk is nog niet, zooals spr. gaar ne zou wenschen. Hopelijk vindt dit alleen zijn oorzaak in den aard van de voorberei dende werkzaamheden, die, naar spr. moet erkennen, ook niet erg aantrekkelijk zijn. Hij zocht echter naar middelen om dit werk eenigermate te animeeren. Op het oogenblik is een 22-tal jongens aan het werk. Voor een grooter aantal is plaats. Spr. hoopt, dat de jeugdige werkloozen spoedig het nut zullen inzien, hetwelk de centrale werkplaats voor hen kan afwerpen en dat tot aanmelding bij den leider van de werk plaats, bureau houdende in het gebouw le Looijerstraat, in grooten getale zal worden overgegaan. We behoeven aan deze uiteenzetting eigenlijk niet veel toe te voegen, zij spreekt voor zichzelf, d.w.z. voor het belang der jeugdige werkloozen, die met de oprichting dezer werkplaats ten zeerste gebaat zullen zijn. 't Is waar, het werk moet hier beginnen met het opruimen en sloopen van veel dingen, welke weg moeten en eerst dan kan aan de inrichting begonnen worden. Kortzichtigen, die reeds werk vonden, heb ben er reeds den brui aan gegeven, in de hoop later als de inrichting voltooid is aan den gang te kunnen gaan. Of dat zal lukken? Wie zich spoedig aanmeldt en dan toont werklust te bezitten, zal zich daar over later, wanneer hij toont een goed vak man te zijn, niet beklagen. Wat er voor de jeugdige werkloozen te doen is? De groote moeilijkheid is de vraag of dit of dat werk concurrentie beteekent voor het. productieve werksysteem. Men moet dus werkobjecten zoeken, welke in normale omstandigheden niet zullen worden uitge voerd. De heer v. d. Laken dach daarbij b.v. aan mooie tuinbanken voor den Leidschen Hout, aan 'n muziektent, aan 'n volière in het Plantsoen, zelfs aan 'n theehuis in den Leid schen Hout, waarbij alle vakgroepen, tim merlieden, smeden, schilders, electriciens, loodgieters enz. kunnen medewerken. Bij twijfel of een ander werk al of niet productief is of concurrentie kan betee ken en, beslist de commissie. Door de gemeente is een bedrag van 33.000 beschikbaar gesteld met medewer king van het rijk. Daarvan zijn 14.000 be stemd voor de oprichting der Centrale Werkplaats en 18.000 voor de exploitatie gedurende het eerste jaar. De groote vraag nu is de jeugd te berei ken. De jeugd moet zichzelf aanmelden, omdat zij grootendeels niet georganiseerd is. Doch als men bedenk*, dat degenen, die zich in de Centrale Werkplaats de beste vaklui toonen, ook het eerst zich een plaats zullen veroveren in het toekomstige pro ductieproces. Door den leider zullen dan ook werkboekjes worden uitgegeven, waar op de staat van dienst van ieder der betrok kene zal worden aangeteekend. Het is dus zaak, dat de jeugdige werkloo zen zich zullen aanmelden. Door bijzondere giften is de commissie in staat iederen werkloozen een overall en zoo mogelijk een paar werkschoenen -te ver schaffen. Het woord is nu aan de jeugd zelf, de jeugd in nood. Mogen velen zich melden. WETHOUDER SPLINTER De wethouder van fabricage, de heer Splinter, heeft heden voor het eerst na zijn laatste ziekte de vergadering van het college van B. en W. bijgewoond. Wij wenschen den heer Splinter van harte geluk met het herstel van zijn ge zondheid. R. K. VOLKSBOND. Voordracht Pater E. v, d. Snoek over „Vrijmetselarij.". De afd. Leiden van den R. K. Volksbond hield gisteravond een ledenvergadering in het Bondsgebouw onder voorzitterschap van den heer J. H. Nijhuis. Deze heette de aanwezigen hartelijk welkom, in het bij zonder den weleerw. pater E. v. d. Snoek O. F. M. Deze verkreeg hierna het woord om te spreken over de Vrijmetselarij. Het is op merkelijk hoe weinig vele intellectueelen weten van de Vrijmetselarij, haar doel en streven. Spr. wijst erop, dat dit eenigszins te verklaren is doordat zij veelal in het duister werken. Christus heeft hiertegen reeds gewaarschuwd toen hij sprak over valsche profeten, die zouden opstaan en zouden komen in schaapskleeren, doch in wendig verscheurende wolven zijn. Spr. zegt, dat volgens woorden van Fau- bel, onlangs op een vergadering hier ter stede gesproken, de Loge broederschap en naastenliefde predikt. Maar waarom ge schiedt dan alles in het duister? Waarom ook hebben de Pausen bij herhaling moeten waarschuwen tegen de vrijmetselarij? De Pausen teekenen de vrijmetselarij wel geheel anders, waarvoor spr. de ge schiedenis ervan nagaat. Haar ontstaan dateert van 1717, toen in Engeland drie mannen de bestaande gilden van metselaars vereenigde tot de z.g. orde van vrije metselaren. Op de vraag hoe het mogelijk is, dat mannen, die niets met eenig gilde te ma ken hadden er toch in slaagden een der gelijke vereeniging te stichten, antwoordde spr., dat sinds jaren her vooraanstaande personen, edelen, predikanten enz. tot eereleden van gilden 'gekozen werden. Vandaar hun betrekking daartoe. Wijl de bouwkunst in de middeleeuwen hoog in aanzien stond, waren metselaren veel gevraagd en de beste vaklui trokken daarheen, waar het meeste geld geboden werd, werden zij vrije metselaren genoemd. De keet, die op een bouwwerk gebruikt wordt, werd in dien tijd loge genoemd. Wanneer men de Middeleeuwen Katho liek noemt, besluite men daaruit niet, dat allen ook goed Katholiek waren. Vanwaar anders Zoovele processen wegens ketterij, dwalingen, enz. Er werden zelfs wel'wet ten ook uitgevaardigd, waarmede de Ka tholieken zich allerminst konden vereeni gen. In het geheim werden dan ook vele dwalingen aangehangen. Het was zelfs zoo sterk, dat in sommige kerken schimp scheuten op het katholiciesme en zijn priesters in de gewelven aangebracht. Toen door den Engelschen Koning de vrijmetselarij als staatsgevaarlijk werd verboden, bleef men in het geheim verga deren en zoo ontstond het geheime van het Genootschap. Bij de hervorming kwamen de gilden ir. verval, doch in 170 i hechtte koningin Anna van Engeland haar goedkeuring aan het bestaan der vrijmetselarij, terwijl daar toe konden toetreden alle menschen, die maar wilden. Daardoor kwam het, dat per sonen, die niets met de gilden te maken hadden, konden toetreden en ten laatste waren de leden van het genootschap vrij wel geheel geworven van buiten de vak gilden. Om tot de kern van den oorsprong der vrijmetselarij door te dringen, ging spr. terug tot de alchimisten, de goudmakers der Middeleeuwen. Zij waren ontwikkelde menschen; een deel hunner streefden godsdienstige doeleinden na, maar hun heidensche praktijken brachten ook hei- densche gebruiken mee. Toen de Paus een maal een waarschuwing tegen de alchimis ten liet hooren, luisterde men even min als nu onmiddellijk naar de stem des pausen. Zij bleven in het geheim ver gaderen en verwierpen tal van geloofs waarheden, als de Drievuldigheid, de God heid van Christus, de onfeilbaarheid van den Paus, enz. Spr. wijst dan nog op het verband tus- schen Tempeliers en Vrijmetselaars, waar van de laatsten volgelingen waren. Toen de Tempeliers-orde verboden werd, zochten zij aansluiting bij de alchimisten, niet om de geheime kunsten te leeren, doch om onder het mom van een geoor loofde vereeniging Rome te kunnen be strijden. Men onderscheidde toen vyf rangen in de orde: le leerling, 2e gezel, 3e meester, 4e. Rozekruis, 5e Kados of Tempelier, ook wel geteekend met Uitverkoren meester. Hieruit blijkt dus, dat de vrijmetselarij als organisatie bestaat vanaf 1717, doch de geest is veel ouder en gaat terug tot het heidendom. De geschiedenis der vrijmetselarij is te verdeelen in twee gedeelten, van 1717 1813 en van 1813 tot heden. Het eerste tijd perk kenmerkte zich door tweedracht tus- schen de Schotsche en Engelsche vrijmet selarij. Het ledental bedraagt drie mil- lioen actieve leden, één millioen niet-wer- kende leden en vele millioenen uit aanver wante bonden. Na een uiteenzetting over de onderschei dene geestesrichtingen in de vrijmetselarij welke vooral in Amerika welig tiert, gaf spr. eenig idee over de im-ichting der orde Er zijn twee groepen, de blauwe en de roode vrijmetselarij. De eerste heeft alleen de drie eerste graden onder haar leden, waartoe de meeste Nederlandsche vrijmet selaars behooren; in de roode afdeeling zijn de andere graden ondergebracht, voor namelijk van den Schotschen ritus. Een verbazende onkunde over de vrij metselarij heerscht er onder de blauwe vrijmetselaars. Het ware wezen der orde wordt zelfs voor hen verborgen gehouden. Die lagere graden dienen echter voor de werving van leden der hoogere graden. Aan vrouwen is het niet toegestaan lid der orde te zijn, doch zij konden toetreden tot de z.g. dameskransen, waar zij over het doel der loge een en ander konden lee ren. Langzamerhand is dit echter toch uit gegroeid tot dames-loges. In het jaarboekje van 1845 der Ned. Vrijmetselarij schrijft: eenheid in doel is het streven der vrijmetselarij. En Paus Leo XIII heeft verschillende malen op deze eenheid van doel gewezen, ook al zeggen de aanhangers van dit of dat land, dat zij niet hetzelfde beoogen als weer een ander land. Na nog gewezen te hebben op het ge heime karakter der vrijmetselarij, waarbij met voorkeur gewerkt onder z.g. neutrale vereenigingen, vraagt spr. zich af, of er om den mensch beter en jelukkig te ma ken, geheime genootschappen noodig zijn. Als men dit doel werkelijk wil bereiken, kan men het beter in het openbaar doen. Hoe de vrijmetselarij aan politiek doet, wijst spr. nader met verschillende feiten aan, feiten van vroeger en nu. Tenslotte wijst spr. erop, dat de bewe ring, dat de vrijmetselaars niet vijandig staan tegenover den godsdienst, absoluut onjuist is. Verschillende uitspraken van vrijmetselaarszijde werden door spr. aan gehaald, welke overduidelijk bewijzen, dat de vrijmetselarij niets moet hebben van God, Kerk of godsdienst. Wat de toekomst betreft, zegt spr., dat de vrijmetselarij op staatkundig terrein streeft naar een wereldrepubliek, welke dus de geheele menschheid omvat. Op godsdienstig gebied streeft de vrijmetse larij naar een wereldgodsdienst, welke alle andere godsdiensten vervangt en waarbij Rome het middelpunt moet zijn, Rome, eens de zetel van het heidendom der Romeinsche keizers, nu de zetel van het Christendom door den Paus. Spr. eindigt tenslotte met een citaat van het Ned. Magonnieke Weekblad van 18 Juli 1898, waarin het streven der vrijmet selarij wel allerduidelijkst wordt uiteen gezet. Daartegenover herinnert spr. aan Christus' woorden over de kerk: „De poor ten der hel zullen haar niet overweldi gen." Na een dankwoord van den voorzitter, werd de huishoudelijke agenda afgewerkt. Met het oog op het vergevorderde uur werden de notulen der vorige vergadering aangehouden. De voorz. herinnert dan aan het op 9 Mei te houden Encycliekfeest op het R. K. Sportpark Haagweg te Leiden, waarvan het programma bereids in de Leidsche Courant is gepubliceerd. Tenslotte deelt de voorz. mede, dat ter sluiting van de ontwikkelingsavonden op 21 April een avond van de St. Jans Kruis vaarders, terwijl op 20 en 22 April een bijeenkomst voor de kinderen zal plaats hebben. De kosten daarvan bedragen 2 cent per kind. De secretaris deed hierna voorlezing van eenige ingekomen stukken betreffende het goedkooper beschikbaar stellen van den K. R. O.-Gids voor de werkloozen. Deze zaak was aanhangig gemaakt bij het R. K. Werkliedenverbond, doch dit meende, dat er niet zooveel werkloozen zullen zijn, die den K. R. O.-Gids lezen, dat hiervoor landelijk eenig succes te be reiken zou zijn. Het Verbondsbestuur acht te het daarom beter deze zaak plaatselijk met den K. R. O. te regelen. Op een schrijven aan den K. R. O. werd ten antwoord ontvangen, dat de K. R. O. alleen landelijk eenige regeling zou kun nen treffen. De voorz. deelde naar aanleiding hier van mede, dat het bestuur deze zaak in de volgende bestuursvergadering nogmaals onder de oogen zal zien. Hierna volgde de behandeling van den beschrijvingsbrief voor de vergadering van den Centralen Raad, te houden op Maan dag 10 Mei in „Amicitia" te Den Haag. Op een enkel punt na gingen alle voor stellen zonder bespreking onder den ha mer door. Tot afgevaardigden naar den Centralen Raad worden benoemd de heeren A. J. van Dam en J. H. Nijhuis, tot plaatsvervangers de heeren D. Haverkorn en W. Buil. Na rondvraag volgde sluiting der ver gadering. CHRISTELIJKE MIDDENSTANDS- VEREENIGING. Lezing van den heer A. P. A. Eskeris. In een der zalen van „Den Burcht" werd gisteravond een vergadering gehouden van den Chr. Handeldr. en Ind. Middenstand. Deze vergadering, die als slotvergadering der winter-cam pa gne bedoeld was, kon ook bijgewoond worden door de dames en de volwassen huisgenooten der leden, die hiervan een ruim en dnakbaar gebruik ge maakt hebben. Na opening en gebed door den voorzitter, den heer C. Schout, werden eerst eenige huishoudelijke zaken afgedaan. Hierna, te ongeveer 9 uur, ving de heer A. P. A. Eskens, oud-hoofdinspecteur van politie alhier zijn aangekondigde lezing met lichtbeelden aan over „Oud Leiden". Aan de hand van heldere en duidelijke lichtbeelden kregen we te zien hoe Leiden er in vroegere eeuwen uitzag en hoe het stadsbeeld zich in den loop der tijden ge wijzigd heeft. Op prettige en onderhouden de wijze heeft de heer Eskens de beelden toegelicht, waaruit bleek, dat hi; over een zeer groote historische kennis beschikt. De lezing werd door de talrijke aanwe zigen met zeer veel aandacht gevolgd en uit het dankbaar app'aus bij het einde bleek hoezeer men genoten had. Met eenige welgekozen woorden dankte de heer Schout den heer Esken.<- voor dezen genotvollen en leerrijken avond. Na dankgebed door den heer v. d. Tas sloot de voorzitter dezen mooien en goed geslaagden avond. ZIE VERVOLG STADSNIEUWS PAG. 8 Enkele verslagen moeten wij tot morgen laten liggen. UIT DE OMGEVING OEGSTGEEST. St. Jos.-Gezellen. Hedenavond geen verplichte vergadering, doch gewone ver gadering en repetitie. RECHTZAKEN ZIJN VROUW ZWAAR LICHAMELIJK LETSEL TOEGEBRACHT. Tegen verdachte vijf jaar gevangenisstraf geëischt. Hedenmorgen stond voor de arrondisse mentsrechtbank te Breda terecht J. J. F. A. P., uit Tilburg. P. heeft in den nacht van 4 op 5 Februari, onder de gemeente Tilburg, zijn echtgenoote, Maria de W., opzettelijk zwaar lichamelijk letsel toege bracht, waardoor zij kort daarna aan de gevolgen is overleden. Er werden in deze zaak acht getuigen gehoord, waarna de officier van justitie tegen verdachte een gevangenisstraf van vijf jaar eischte. De uitspraak is bepaald op vandaag over veertien dagen. LAATSTE BERICHTEN BOTERNOTEERING. De commissienoteering voor Nederland sche boter is heden vastgesteld op 0.65 per kg. BELGISCHE SCHOLIEREN IN DE BOLLENSTREEK. Het gezelschap van ongeveer vierhon derd Belgische vrouwelijke scholieren dat in ons land vertoeft, heeft heden een be- boek aan Haarlem gebracht. De meisjes hebben een rondwandeling door de stad gemaakt en o.a. het Frans Halsmuseum en de Groote Kerk bezichtigd. Zij zijn daarna per trein naar Hillegom gegaan om een tocht langs de bollenvelden te maken. HET TOT ZINKEN BRENGEN VAN DE „AND RA". Bemanning van het schip aan boord van den Spaanschen kruiser? Naar wij vernemen, bestaat de moge lijkheid, dat de bemanning van het stoom schip „Andra", hetwelk, onder Panamee- sche vlag varend, bij het 'verlaten van de haven van Bilbao, door den rechtschen kruiser „Almirante Cervera" tot zinken is gebracht, door dezen kruiser aan boord is genomen. De kapitein van een der andere sche pen van de reederij, de ,Auton", welk schip Dinsdagavond van Bilbao was ver trokken. heeft n.l. aan zijn reederij gete legrafeerd, dat hij in de te Bilbao ver schijnende nieuwsbladen had gelezen, dat de „Andra" Zondag j.l. tot zinken was ge bracht. Volgens het telegram heeft hij daarop informaties ingewonnen, waaruit zou zijn gebleken, dat de opvarenden van de Andra" zich in een sloep hadden he geven. Dit feit wettigt de veronderstel ling, dat de bemanning aan boord van den kruiser is genomen, hoewel dit op het oogenblik niet met zekerheid kan worden medegedeeld. Hoeveel Nederlan ders zich, toen de „Andra" in den grond werd geschoten, aan boord hebben be vonden, staat nog steeds niet vast. Wel is het een feit dat indertijd voor dit schip dat oorspronkelijk aan de N.V. van Driel te Rotterdam behoort heeft, waarna het, met verandering van naam, naar Enge land verkocht en onder Panameesche vlag werd gebracht, zeventien Nederlan ders zijn gemonsterd. Of van deze Neder landsche opvarenden later een aantal is afgelost of weggeloopen, is te Amsterdam niet bekend. Het schip, dat in slechten staat ver keerde, was, toen het door den kruiser werd aangehouden, niet geladen. De vo rige week was het te Bilbao aangekomen met een groote lading levensmiddelen voor de Baskische regeering. INBRAAK IN EEN BIOSCOOP TE ROTTERDAM. Bij een inbraak in het City-theater te Rotterdam is ongeveer vierhonderd gulden uit een aantal collectebussen van het Bio- vacantie-oord ontvreemd. TELEGRAMMEN Campagne tegen Frankrijk in de Duitsche pers. BERLIJN, 8 ApriL (A. N. P.). De beslis sing van den rechter van instructie, kolo nel de la Rocque en de Parti Social Fran cais te vervolgen, is voor de Duitsche pers aanleiding tot een nieuwe anti-Fransche campagne. De „Völkische Beobachter" geeft te ver staan, dat in Frankrijk elk oogenblik een revolutie kan uitbreken en voegt hieraan toe, dat in Frankrijk op het oogenblik een zelfde toestand heerscht als in Duitschland vóór de komst van Hitier. De pers publiceert ook berichten over de prijsverhoogingen in Frankrijk, hetgeen volgens haar regelrecht leidt naar een economische catastrophe. MARKTBERICHTEN LEIDEN, 7 April. Groenteneviling. Per 100 stuks: bloemkool I 4.5013.00, idem IT 7.70, pieterselie 1.202.70, radijs 1.704.70, kropsalade 1.106.70, sel derie 3070 cent, per 100 leg.: kroten 70— 90 cent, kroten gekookt 36, witloof 2 12, boerenkool 1.503.00, postelein f 28 36„ spinazie f 413, uien 1.302.50, wortelen 1.104.30, spruiten I f 515, spruiten II f 27, andijvie f 714, nero 3.105.00, roodekool 2.803.10, gele kool 2.80. prei 1.50—3.70. Melkveiling. Week van 11 tot 17 April consumptiemelk le klas 6.50, 2e klas 6.25, 3e klas f 6.industriemelk 4.50 4.60. Prijs voor te leveren boventaxe-melk in georganiseerd overleg voor het district Leiden voor de week van 11 tot 17 April 1937, gelijk aan de door de regeering vast gestelde prijs. GOUDA, 3 April. Vee. Aangevoerd in totaal 1651 stuks, waarvan 45 slachtvarkens vette 23.524 cent per pond, levend met 2 pet. korting; 362 magere varkens f 2436 667 biggen f 11—17. 7 runderen 175225. 539 nuchtere kalveren f 68.50, 31 bokken of geiten 27. Handel redelijk. Kaas. Aanvoer 180 pai-tijen. Prijzen ls kwal. met rijksmerk 2021.50, 2e kwal. 1819. Handel traag. Boter. Aanvoer 398 ponden. Goeboter 7075 cent, weiboter 65—70 cent. Handel vlug. Eieren. Aanvoer 248.500 stuks. Prijzen: kippeneieren f 2.502.85 en eendeneieren 2.502.80 per 100 stuks. Handel matig. KATWIJK a. d. RIJN. 7 April. Groenten - handel. Per 100 kg.: waspeen f 1.752.50, uien 2.00—2.30. roodekool 2.00—2.50. gelekool f 2.30—2.70, witlof 1 7—11, prei 3.10—3.30,, kroten 70—80 cent. VINKEVEEN, 7 April. Groentenveiling. Spinazie 311, stoofsla f 4.005.10, per 100 kg., kropsla 2.30—4.00 per 100 krop, radijs f 1.202.00 per 100 bos. WISSELNOTEERINGEN (AMSTERDAM) Londen 8.94"'8 Berlijn 73.43 Parijs 8.36 Brussel 30 76l/.> Zwitserland 41.60 Kopenhagen 39.921/.> Stockholm 46.121/-. Oslo 44.9211"-, New York 1.825fl Praag 6.38

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1937 | | pagina 3