CENTRALE WERKPLAATS VOOR
JEUGDIGE WERKLOOZEN.
DONDERDAG 8 APRIL 1937
DE LEIDSCHE COURANT
EERSTE BLAD - PAG. 3
De arbeid aangevangen.
De jeugd in nood! Dat is een teeken des
tyds. Duizenden jongemannen hebben nog
nimmer gewerkt en daarnaast zijn er zoo
velen, die het werken zouden verleeren, die
de ambitie tot den arbeid en de liefde voor
een vak niet kennen, omdat zij nimmer ge
weten hebben wat zulks beteekent.
De jeugd, de vakjeugd is inderdaad in
nood en het gevaar dreigt, dat velen nim
mer aan den arbeid zullen komen, öf om
dat steeds weer jongeren gereed staan open-
gekomen plaatsen in te nemen öf omdat de
nu werkloozen hun vak verleeren of niet
in staat zyn hun vak grondig te leeren.
De jeugd in nood, de jeugd, die snakt
naar arbeid!
Er is reeds iets gedaan op het gebied der
jeugdwerkloosheid, maar er kon meer ge
daan worden. De jeugdwerkloosheid is een
vraagstuk geworden, dat al veel hoofd
brekens heeft gekost. Alle middelen, welke
poogden eenige oplossing te brengen, brach
ten wellicht eenige verlichting, maar uit
komst geenszins.
En toch mogen we niet bij de pakken gaan
neerzitten onder het motief van: het helpt
toch niet.
Daarom besloot de gemeenteraad onlangs
in navolging van hetgeen reeds in 'n der
tigtal gemeerfte in het land was geschied,
tot stichting van een Centrale Werkplaats
voor Jeugdige Werkloozen (1624 jaar),
welke een plaats zou krijgen in een gedeelte
van de voormalige Katoenfabriek aan de le
Looyerstraat.
Op uitnoodiging van de Commissie voor
deze werkplaats brachten wij deze week een
bezoek aan de lokalen, waar de jeugdige
werkloozen te werk gesteld zullen worden.
Daar vonden wij de heeren weth. J. van
Stralen, den heer G. P. E. Weyer, chef al-
gemeene zaken ter gemeente-secretarie,
secretaris der Commissie en den heer Th.
v. d. Laken, leider van de Centrale Werk
plaats, die ons enkele inlichtingen verstrek
ten, om deze instelling meer bij het publiek
bekend te maken.
Het doel der Centrale Werk
plaats.
Omtrent doel en inrichting van de cen
trale werkplaats deelde weth. v. Stralen
ons het volgende mede.
De centrale werkplaats zal aan jeugdige
werkloozen van 1624 jaar, die een vak
verstaan, gelegenheid bieden, om hun vak
bekwaamheid te behouden en teverhoogen,
opdat zij, wanneer de opleving, die zich
thans doet waarnemen, doorzet, een plaats
in het productieproces zullen kunnen in
nemen.
De werkplaats zal daartoe van de tech
nische- hulpmiddelen worden voorzien,
welke noodig zijn om de jeugdige werk-
llóozen, wat hun vak betreft, geheel op de
hoogte van den tijd te brengen. De vakken,
welke zullen worden beoefend zijn metaal
bewerking (bankwerken, draaien, lasschen,
plaatwerken, enz.) timmeren, schilderen,
enz.
Ten einde de jeugdige werkloozen geheel
in de sfeer van een op normale wijze geleid-
bedrijf te brengen, zal de gang van zaken
in de centrale werkplaats met die sfeer ge
heel in overeenstemming worden gebracht,
hetgeen het den jongen werkloozen gemak
kelijker zal maken zich aan de verhoudin
gen in het vrije bedrijf aan te passen.
De werktijd in de centrale werkplaats be
draagt 28 uur per week.
Aangezien de centrale werkplaats wordt
opgericht uitsluitend met de bedoeling om
de jeugdige werkloozen in de gelegenheid
te stellen zich beter voor den strijd om het
bestaan toe te rusten en niet om producten
te vervaardigen en met winst van de hand
te doen, is zij meer te vergelijken met een
opleidingsinstituut, dan met een particu
lier bedrijf. Het spreekt dan ook vanzelf,
dat geen werkloonen aan de jeugdige werk
loozen kunnen worden uitbetaald.
Wel echter wordt aan de jeugdige werk
loozen een zoogenaamde slijtage-vergoeding
uitgekeerd van 1.per week, welke, ge
lijk de naam reeds aangeeft dient om tege
moet te komen in de kosten van grootere
kleedingslijtage als gevolg van het werken
in de centrale werkplaats. Deze vergoeding
wordt buiten beschouwing gelaten bij de
berekening van den eventueelen steun van
het gezinshoofd.
Registratie der jeugdige werk
loozen.
Is op zichzelf de centrale werkplaats van
groot belang voor de betrokkenen, dat be
lang zal nog grooter worden, indien de re
gistratie van jeugdige werkloozen zal wor
den aangevangen, hetgeen 'binnen enkele
weken zal geschieden. Door die registratie
zal ten aanzien van iederen jeugdigen werk-
looze bekend zijn, wanneer hij werkloos
was en of hij die periode heeft besteed aan
verdere vakbekwaming. Het is zonder meer
duidelijk, dat diegenen der jeugdige werk
loozen de beste kansen hebben, om een
volwaardige plaats in de maatschappij in
te nemen, die kunnen aantoonen, dat zij in
een periode van gedwongen lediggang hun
beschikbaren tijd hebben gebruikt op een
wijze, welke hun aanspraak op zoodanige
plaats geeft.
De centrale werkplaats en de registratie
van de jeugdige werkloozen, zullen ertoe
leiden, dat in de eerste plaats de ijverigen
en bekwamen arbeid zullen bekomen.
Daarom is het van zoo groot belang voor
de jeugdige werkloozen, om zich voor in
schrijving aan die werkplaats aan te mel
den!
Met de oprichting van de centrale werk
plaats is inmiddels aangevangen. De werk
zaamheden bestaan nog hoofdzakelijk uit
sloop, en breekwerken. 'De aanmelding
voor dit werk is nog niet, zooals spr. gaar
ne zou wenschen. Hopelijk vindt dit alleen
zijn oorzaak in den aard van de voorberei
dende werkzaamheden, die, naar spr. moet
erkennen, ook niet erg aantrekkelijk zijn.
Hij zocht echter naar middelen om dit werk
eenigermate te animeeren.
Op het oogenblik is een 22-tal jongens
aan het werk.
Voor een grooter aantal is plaats. Spr.
hoopt, dat de jeugdige werkloozen spoedig
het nut zullen inzien, hetwelk de centrale
werkplaats voor hen kan afwerpen en dat
tot aanmelding bij den leider van de werk
plaats, bureau houdende in het gebouw le
Looijerstraat, in grooten getale zal worden
overgegaan.
We behoeven aan deze uiteenzetting
eigenlijk niet veel toe te voegen, zij spreekt
voor zichzelf, d.w.z. voor het belang der
jeugdige werkloozen, die met de oprichting
dezer werkplaats ten zeerste gebaat zullen
zijn.
't Is waar, het werk moet hier beginnen
met het opruimen en sloopen van veel
dingen, welke weg moeten en eerst dan
kan aan de inrichting begonnen worden.
Kortzichtigen, die reeds werk vonden, heb
ben er reeds den brui aan gegeven, in de
hoop later als de inrichting voltooid is
aan den gang te kunnen gaan. Of dat zal
lukken? Wie zich spoedig aanmeldt en dan
toont werklust te bezitten, zal zich daar
over later, wanneer hij toont een goed vak
man te zijn, niet beklagen.
Wat er voor de jeugdige werkloozen te
doen is?
De groote moeilijkheid is de vraag of dit
of dat werk concurrentie beteekent voor
het. productieve werksysteem. Men moet
dus werkobjecten zoeken, welke in normale
omstandigheden niet zullen worden uitge
voerd.
De heer v. d. Laken dach daarbij b.v. aan
mooie tuinbanken voor den Leidschen Hout,
aan 'n muziektent, aan 'n volière in het
Plantsoen, zelfs aan 'n theehuis in den Leid
schen Hout, waarbij alle vakgroepen, tim
merlieden, smeden, schilders, electriciens,
loodgieters enz. kunnen medewerken.
Bij twijfel of een ander werk al of niet
productief is of concurrentie kan betee
ken en, beslist de commissie.
Door de gemeente is een bedrag van
33.000 beschikbaar gesteld met medewer
king van het rijk. Daarvan zijn 14.000 be
stemd voor de oprichting der Centrale
Werkplaats en 18.000 voor de exploitatie
gedurende het eerste jaar.
De groote vraag nu is de jeugd te berei
ken. De jeugd moet zichzelf aanmelden,
omdat zij grootendeels niet georganiseerd is.
Doch als men bedenk*, dat degenen, die
zich in de Centrale Werkplaats de beste
vaklui toonen, ook het eerst zich een plaats
zullen veroveren in het toekomstige pro
ductieproces. Door den leider zullen dan
ook werkboekjes worden uitgegeven, waar
op de staat van dienst van ieder der betrok
kene zal worden aangeteekend.
Het is dus zaak, dat de jeugdige werkloo
zen zich zullen aanmelden.
Door bijzondere giften is de commissie in
staat iederen werkloozen een overall en zoo
mogelijk een paar werkschoenen -te ver
schaffen.
Het woord is nu aan de jeugd zelf, de
jeugd in nood. Mogen velen zich melden.
WETHOUDER SPLINTER
De wethouder van fabricage, de heer
Splinter, heeft heden voor het eerst na
zijn laatste ziekte de vergadering van het
college van B. en W. bijgewoond.
Wij wenschen den heer Splinter van
harte geluk met het herstel van zijn ge
zondheid.
R. K. VOLKSBOND.
Voordracht Pater E. v, d. Snoek over
„Vrijmetselarij.".
De afd. Leiden van den R. K. Volksbond
hield gisteravond een ledenvergadering in
het Bondsgebouw onder voorzitterschap
van den heer J. H. Nijhuis. Deze heette de
aanwezigen hartelijk welkom, in het bij
zonder den weleerw. pater E. v. d. Snoek
O. F. M.
Deze verkreeg hierna het woord om te
spreken over de Vrijmetselarij. Het is op
merkelijk hoe weinig vele intellectueelen
weten van de Vrijmetselarij, haar doel en
streven. Spr. wijst erop, dat dit eenigszins
te verklaren is doordat zij veelal in het
duister werken. Christus heeft hiertegen
reeds gewaarschuwd toen hij sprak over
valsche profeten, die zouden opstaan en
zouden komen in schaapskleeren, doch in
wendig verscheurende wolven zijn.
Spr. zegt, dat volgens woorden van Fau-
bel, onlangs op een vergadering hier ter
stede gesproken, de Loge broederschap
en naastenliefde predikt. Maar waarom ge
schiedt dan alles in het duister? Waarom
ook hebben de Pausen bij herhaling moeten
waarschuwen tegen de vrijmetselarij?
De Pausen teekenen de vrijmetselarij
wel geheel anders, waarvoor spr. de ge
schiedenis ervan nagaat.
Haar ontstaan dateert van 1717, toen in
Engeland drie mannen de bestaande gilden
van metselaars vereenigde tot de z.g. orde
van vrije metselaren.
Op de vraag hoe het mogelijk is, dat
mannen, die niets met eenig gilde te ma
ken hadden er toch in slaagden een der
gelijke vereeniging te stichten, antwoordde
spr., dat sinds jaren her vooraanstaande
personen, edelen, predikanten enz. tot
eereleden van gilden 'gekozen werden.
Vandaar hun betrekking daartoe.
Wijl de bouwkunst in de middeleeuwen
hoog in aanzien stond, waren metselaren
veel gevraagd en de beste vaklui trokken
daarheen, waar het meeste geld geboden
werd, werden zij vrije metselaren genoemd.
De keet, die op een bouwwerk gebruikt
wordt, werd in dien tijd loge genoemd.
Wanneer men de Middeleeuwen Katho
liek noemt, besluite men daaruit niet, dat
allen ook goed Katholiek waren. Vanwaar
anders Zoovele processen wegens ketterij,
dwalingen, enz. Er werden zelfs wel'wet
ten ook uitgevaardigd, waarmede de Ka
tholieken zich allerminst konden vereeni
gen. In het geheim werden dan ook vele
dwalingen aangehangen. Het was zelfs zoo
sterk, dat in sommige kerken schimp
scheuten op het katholiciesme en zijn
priesters in de gewelven aangebracht.
Toen door den Engelschen Koning de
vrijmetselarij als staatsgevaarlijk werd
verboden, bleef men in het geheim verga
deren en zoo ontstond het geheime van het
Genootschap.
Bij de hervorming kwamen de gilden
ir. verval, doch in 170 i hechtte koningin
Anna van Engeland haar goedkeuring aan
het bestaan der vrijmetselarij, terwijl daar
toe konden toetreden alle menschen, die
maar wilden. Daardoor kwam het, dat per
sonen, die niets met de gilden te maken
hadden, konden toetreden en ten laatste
waren de leden van het genootschap vrij
wel geheel geworven van buiten de vak
gilden.
Om tot de kern van den oorsprong der
vrijmetselarij door te dringen, ging spr.
terug tot de alchimisten, de goudmakers
der Middeleeuwen. Zij waren ontwikkelde
menschen; een deel hunner streefden
godsdienstige doeleinden na, maar hun
heidensche praktijken brachten ook hei-
densche gebruiken mee. Toen de Paus een
maal een waarschuwing tegen de alchimis
ten liet hooren, luisterde men even
min als nu onmiddellijk naar de stem
des pausen. Zij bleven in het geheim ver
gaderen en verwierpen tal van geloofs
waarheden, als de Drievuldigheid, de God
heid van Christus, de onfeilbaarheid van
den Paus, enz.
Spr. wijst dan nog op het verband tus-
schen Tempeliers en Vrijmetselaars, waar
van de laatsten volgelingen waren.
Toen de Tempeliers-orde verboden werd,
zochten zij aansluiting bij de alchimisten,
niet om de geheime kunsten te leeren,
doch om onder het mom van een geoor
loofde vereeniging Rome te kunnen be
strijden.
Men onderscheidde toen vyf rangen in
de orde: le leerling, 2e gezel, 3e meester,
4e. Rozekruis, 5e Kados of Tempelier, ook
wel geteekend met Uitverkoren meester.
Hieruit blijkt dus, dat de vrijmetselarij
als organisatie bestaat vanaf 1717, doch
de geest is veel ouder en gaat terug tot het
heidendom.
De geschiedenis der vrijmetselarij is te
verdeelen in twee gedeelten, van 1717
1813 en van 1813 tot heden. Het eerste tijd
perk kenmerkte zich door tweedracht tus-
schen de Schotsche en Engelsche vrijmet
selarij. Het ledental bedraagt drie mil-
lioen actieve leden, één millioen niet-wer-
kende leden en vele millioenen uit aanver
wante bonden.
Na een uiteenzetting over de onderschei
dene geestesrichtingen in de vrijmetselarij
welke vooral in Amerika welig tiert, gaf
spr. eenig idee over de im-ichting der orde
Er zijn twee groepen, de blauwe en de
roode vrijmetselarij. De eerste heeft alleen
de drie eerste graden onder haar leden,
waartoe de meeste Nederlandsche vrijmet
selaars behooren; in de roode afdeeling
zijn de andere graden ondergebracht, voor
namelijk van den Schotschen ritus.
Een verbazende onkunde over de vrij
metselarij heerscht er onder de blauwe
vrijmetselaars. Het ware wezen der orde
wordt zelfs voor hen verborgen gehouden.
Die lagere graden dienen echter voor de
werving van leden der hoogere graden.
Aan vrouwen is het niet toegestaan lid
der orde te zijn, doch zij konden toetreden
tot de z.g. dameskransen, waar zij over
het doel der loge een en ander konden lee
ren. Langzamerhand is dit echter toch uit
gegroeid tot dames-loges.
In het jaarboekje van 1845 der Ned.
Vrijmetselarij schrijft: eenheid in doel is
het streven der vrijmetselarij. En Paus Leo
XIII heeft verschillende malen op deze
eenheid van doel gewezen, ook al zeggen
de aanhangers van dit of dat land, dat zij
niet hetzelfde beoogen als weer een ander
land.
Na nog gewezen te hebben op het ge
heime karakter der vrijmetselarij, waarbij
met voorkeur gewerkt onder z.g. neutrale
vereenigingen, vraagt spr. zich af, of er
om den mensch beter en jelukkig te ma
ken, geheime genootschappen noodig zijn.
Als men dit doel werkelijk wil bereiken,
kan men het beter in het openbaar doen.
Hoe de vrijmetselarij aan politiek doet,
wijst spr. nader met verschillende feiten
aan, feiten van vroeger en nu.
Tenslotte wijst spr. erop, dat de bewe
ring, dat de vrijmetselaars niet vijandig
staan tegenover den godsdienst, absoluut
onjuist is. Verschillende uitspraken van
vrijmetselaarszijde werden door spr. aan
gehaald, welke overduidelijk bewijzen, dat
de vrijmetselarij niets moet hebben van
God, Kerk of godsdienst.
Wat de toekomst betreft, zegt spr., dat
de vrijmetselarij op staatkundig terrein
streeft naar een wereldrepubliek, welke
dus de geheele menschheid omvat. Op
godsdienstig gebied streeft de vrijmetse
larij naar een wereldgodsdienst, welke
alle andere godsdiensten vervangt en
waarbij Rome het middelpunt moet zijn,
Rome, eens de zetel van het heidendom
der Romeinsche keizers, nu de zetel van
het Christendom door den Paus.
Spr. eindigt tenslotte met een citaat van
het Ned. Magonnieke Weekblad van 18
Juli 1898, waarin het streven der vrijmet
selarij wel allerduidelijkst wordt uiteen
gezet. Daartegenover herinnert spr. aan
Christus' woorden over de kerk: „De poor
ten der hel zullen haar niet overweldi
gen."
Na een dankwoord van den voorzitter,
werd de huishoudelijke agenda afgewerkt.
Met het oog op het vergevorderde uur
werden de notulen der vorige vergadering
aangehouden.
De voorz. herinnert dan aan het op 9
Mei te houden Encycliekfeest op het R. K.
Sportpark Haagweg te Leiden, waarvan
het programma bereids in de Leidsche
Courant is gepubliceerd.
Tenslotte deelt de voorz. mede, dat ter
sluiting van de ontwikkelingsavonden op
21 April een avond van de St. Jans Kruis
vaarders, terwijl op 20 en 22 April een
bijeenkomst voor de kinderen zal plaats
hebben. De kosten daarvan bedragen 2
cent per kind.
De secretaris deed hierna voorlezing van
eenige ingekomen stukken betreffende het
goedkooper beschikbaar stellen van den
K. R. O.-Gids voor de werkloozen.
Deze zaak was aanhangig gemaakt bij
het R. K. Werkliedenverbond, doch dit
meende, dat er niet zooveel werkloozen
zullen zijn, die den K. R. O.-Gids lezen,
dat hiervoor landelijk eenig succes te be
reiken zou zijn. Het Verbondsbestuur acht
te het daarom beter deze zaak plaatselijk
met den K. R. O. te regelen.
Op een schrijven aan den K. R. O. werd
ten antwoord ontvangen, dat de K. R. O.
alleen landelijk eenige regeling zou kun
nen treffen.
De voorz. deelde naar aanleiding hier
van mede, dat het bestuur deze zaak in de
volgende bestuursvergadering nogmaals
onder de oogen zal zien.
Hierna volgde de behandeling van den
beschrijvingsbrief voor de vergadering van
den Centralen Raad, te houden op Maan
dag 10 Mei in „Amicitia" te Den Haag.
Op een enkel punt na gingen alle voor
stellen zonder bespreking onder den ha
mer door.
Tot afgevaardigden naar den Centralen
Raad worden benoemd de heeren A. J. van
Dam en J. H. Nijhuis, tot plaatsvervangers
de heeren D. Haverkorn en W. Buil.
Na rondvraag volgde sluiting der ver
gadering.
CHRISTELIJKE MIDDENSTANDS-
VEREENIGING.
Lezing van den heer A. P. A. Eskeris.
In een der zalen van „Den Burcht" werd
gisteravond een vergadering gehouden van
den Chr. Handeldr. en Ind. Middenstand.
Deze vergadering, die als slotvergadering
der winter-cam pa gne bedoeld was, kon ook
bijgewoond worden door de dames en
de volwassen huisgenooten der leden, die
hiervan een ruim en dnakbaar gebruik ge
maakt hebben.
Na opening en gebed door den voorzitter,
den heer C. Schout, werden eerst eenige
huishoudelijke zaken afgedaan.
Hierna, te ongeveer 9 uur, ving de heer
A. P. A. Eskens, oud-hoofdinspecteur van
politie alhier zijn aangekondigde lezing
met lichtbeelden aan over „Oud Leiden".
Aan de hand van heldere en duidelijke
lichtbeelden kregen we te zien hoe Leiden
er in vroegere eeuwen uitzag en hoe het
stadsbeeld zich in den loop der tijden ge
wijzigd heeft. Op prettige en onderhouden
de wijze heeft de heer Eskens de beelden
toegelicht, waaruit bleek, dat hi; over een
zeer groote historische kennis beschikt.
De lezing werd door de talrijke aanwe
zigen met zeer veel aandacht gevolgd en
uit het dankbaar app'aus bij het einde bleek
hoezeer men genoten had.
Met eenige welgekozen woorden dankte
de heer Schout den heer Esken.<- voor dezen
genotvollen en leerrijken avond.
Na dankgebed door den heer v. d. Tas
sloot de voorzitter dezen mooien en goed
geslaagden avond.
ZIE VERVOLG STADSNIEUWS PAG. 8
Enkele verslagen moeten wij tot morgen
laten liggen.
UIT DE OMGEVING
OEGSTGEEST.
St. Jos.-Gezellen. Hedenavond geen
verplichte vergadering, doch gewone ver
gadering en repetitie.
RECHTZAKEN
ZIJN VROUW ZWAAR LICHAMELIJK
LETSEL TOEGEBRACHT.
Tegen verdachte vijf jaar gevangenisstraf
geëischt.
Hedenmorgen stond voor de arrondisse
mentsrechtbank te Breda terecht J. J. F.
A. P., uit Tilburg. P. heeft in den nacht
van 4 op 5 Februari, onder de gemeente
Tilburg, zijn echtgenoote, Maria de W.,
opzettelijk zwaar lichamelijk letsel toege
bracht, waardoor zij kort daarna aan de
gevolgen is overleden.
Er werden in deze zaak acht getuigen
gehoord, waarna de officier van justitie
tegen verdachte een gevangenisstraf van
vijf jaar eischte.
De uitspraak is bepaald op vandaag
over veertien dagen.
LAATSTE BERICHTEN
BOTERNOTEERING.
De commissienoteering voor Nederland
sche boter is heden vastgesteld op 0.65
per kg.
BELGISCHE SCHOLIEREN IN DE
BOLLENSTREEK.
Het gezelschap van ongeveer vierhon
derd Belgische vrouwelijke scholieren dat
in ons land vertoeft, heeft heden een be-
boek aan Haarlem gebracht. De meisjes
hebben een rondwandeling door de stad
gemaakt en o.a. het Frans Halsmuseum en
de Groote Kerk bezichtigd. Zij zijn daarna
per trein naar Hillegom gegaan om een
tocht langs de bollenvelden te maken.
HET TOT ZINKEN BRENGEN VAN DE
„AND RA".
Bemanning van het schip aan boord van
den Spaanschen kruiser?
Naar wij vernemen, bestaat de moge
lijkheid, dat de bemanning van het stoom
schip „Andra", hetwelk, onder Panamee-
sche vlag varend, bij het 'verlaten van de
haven van Bilbao, door den rechtschen
kruiser „Almirante Cervera" tot zinken
is gebracht, door dezen kruiser aan boord
is genomen.
De kapitein van een der andere sche
pen van de reederij, de ,Auton", welk
schip Dinsdagavond van Bilbao was ver
trokken. heeft n.l. aan zijn reederij gete
legrafeerd, dat hij in de te Bilbao ver
schijnende nieuwsbladen had gelezen, dat
de „Andra" Zondag j.l. tot zinken was ge
bracht. Volgens het telegram heeft hij
daarop informaties ingewonnen, waaruit
zou zijn gebleken, dat de opvarenden van
de Andra" zich in een sloep hadden he
geven. Dit feit wettigt de veronderstel
ling, dat de bemanning aan boord van
den kruiser is genomen, hoewel dit op
het oogenblik niet met zekerheid kan
worden medegedeeld. Hoeveel Nederlan
ders zich, toen de „Andra" in den grond
werd geschoten, aan boord hebben be
vonden, staat nog steeds niet vast. Wel is
het een feit dat indertijd voor dit schip
dat oorspronkelijk aan de N.V. van Driel
te Rotterdam behoort heeft, waarna het,
met verandering van naam, naar Enge
land verkocht en onder Panameesche
vlag werd gebracht, zeventien Nederlan
ders zijn gemonsterd. Of van deze Neder
landsche opvarenden later een aantal is
afgelost of weggeloopen, is te Amsterdam
niet bekend.
Het schip, dat in slechten staat ver
keerde, was, toen het door den kruiser
werd aangehouden, niet geladen. De vo
rige week was het te Bilbao aangekomen
met een groote lading levensmiddelen
voor de Baskische regeering.
INBRAAK IN EEN BIOSCOOP TE
ROTTERDAM.
Bij een inbraak in het City-theater te
Rotterdam is ongeveer vierhonderd gulden
uit een aantal collectebussen van het Bio-
vacantie-oord ontvreemd.
TELEGRAMMEN
Campagne tegen Frankrijk in de
Duitsche pers.
BERLIJN, 8 ApriL (A. N. P.). De beslis
sing van den rechter van instructie, kolo
nel de la Rocque en de Parti Social Fran
cais te vervolgen, is voor de Duitsche pers
aanleiding tot een nieuwe anti-Fransche
campagne.
De „Völkische Beobachter" geeft te ver
staan, dat in Frankrijk elk oogenblik een
revolutie kan uitbreken en voegt hieraan
toe, dat in Frankrijk op het oogenblik een
zelfde toestand heerscht als in Duitschland
vóór de komst van Hitier.
De pers publiceert ook berichten over de
prijsverhoogingen in Frankrijk, hetgeen
volgens haar regelrecht leidt naar een
economische catastrophe.
MARKTBERICHTEN
LEIDEN, 7 April. Groenteneviling. Per
100 stuks: bloemkool I 4.5013.00, idem
IT 7.70, pieterselie 1.202.70, radijs
1.704.70, kropsalade 1.106.70, sel
derie 3070 cent, per 100 leg.: kroten 70—
90 cent, kroten gekookt 36, witloof 2
12, boerenkool 1.503.00, postelein f 28
36„ spinazie f 413, uien 1.302.50,
wortelen 1.104.30, spruiten I f 515,
spruiten II f 27, andijvie f 714, nero
3.105.00, roodekool 2.803.10, gele
kool 2.80. prei 1.50—3.70.
Melkveiling. Week van 11 tot 17 April
consumptiemelk le klas 6.50, 2e klas
6.25, 3e klas f 6.industriemelk 4.50
4.60.
Prijs voor te leveren boventaxe-melk in
georganiseerd overleg voor het district
Leiden voor de week van 11 tot 17 April
1937, gelijk aan de door de regeering vast
gestelde prijs.
GOUDA, 3 April. Vee. Aangevoerd in
totaal 1651 stuks, waarvan 45 slachtvarkens
vette 23.524 cent per pond, levend met
2 pet. korting; 362 magere varkens f 2436
667 biggen f 11—17. 7 runderen 175225.
539 nuchtere kalveren f 68.50, 31 bokken
of geiten 27. Handel redelijk.
Kaas. Aanvoer 180 pai-tijen. Prijzen
ls kwal. met rijksmerk 2021.50, 2e kwal.
1819. Handel traag.
Boter. Aanvoer 398 ponden. Goeboter
7075 cent, weiboter 65—70 cent. Handel
vlug.
Eieren. Aanvoer 248.500 stuks. Prijzen:
kippeneieren f 2.502.85 en eendeneieren
2.502.80 per 100 stuks. Handel matig.
KATWIJK a. d. RIJN. 7 April. Groenten -
handel. Per 100 kg.: waspeen f 1.752.50,
uien 2.00—2.30. roodekool 2.00—2.50.
gelekool f 2.30—2.70, witlof 1 7—11, prei
3.10—3.30,, kroten 70—80 cent.
VINKEVEEN, 7 April. Groentenveiling.
Spinazie 311, stoofsla f 4.005.10, per
100 kg., kropsla 2.30—4.00 per 100 krop,
radijs f 1.202.00 per 100 bos.
WISSELNOTEERINGEN (AMSTERDAM)
Londen 8.94"'8
Berlijn 73.43
Parijs 8.36
Brussel 30 76l/.>
Zwitserland 41.60
Kopenhagen 39.921/.>
Stockholm 46.121/-.
Oslo 44.9211"-,
New York 1.825fl
Praag 6.38