STADS t NIEUWS HERZIENING VAN DE GRONDWET AGENDA DONDERDAG 8 APRIL 1937 DE LEIDSCHE COURANT EERSTE BLAD - PAG. 2 NOG REGENBUITJES. DE BILT SEINT: Meest matige, tijdelijk wellicht toene mende Zuid-Westelijke tot Zuidelijke wind, gedeeltelijk bewolkt tot betrokken, aan vankelijk regenbuien, iets koeler. Hoogste barometerst.: 768.8 te Reval, Laagste barometerst.: 742.3 te Vestmanoer. De depressie trekt thans in de richting van IJsland. Het gebied van hoogelucht- druk over Spanje verplaatst zich naar Zuid-Frankrijk en breidt zich naar het Noorden uit. De randdepressies bewegen zich over het Kanaal en de Noordzee en brengen regen tot in West-Duitschland. In de Alpen blijft de toestand van groote koude met mist en sneeuw aanhouden. Geheel Duitschland ligt onder zware be wolking en de Middelgebergten blijven bij voortduring in de wolken. In Frankrijk en in Zuid-West-Engeland komt opklaring met buiig weer voor. In Scandinavië en Finland is het weer mooi met Oostelijken wind. In de Poolzee is de luchtdruk weer sterk gestegen na een tijdelijke daling. In het gebied van hoogeluchtdruk over Groenland komen uiterst lage temperatu ren voor en wordt aan de Oostkust minus 36 graden C., aan de Westkust minus 15 graden gemeld. Op het vasteland van Europa is de temperatuur boven normaal. Het is te verwachten dat het sombere weer spoedig zal overgaan in helderder weer met regenbuien en gebroken lucht en iets lagere temperaturen. LUCHTTEMPERATUUR. 12.1 gr. C. LICHT OP VOOR FIETSERS e. a. Van Donderdag namiddag 7.15 uur tot Vrijdagmorgen 4 48 uur. HOOG WATER. Te Katwijk aan Zee op Vrijdae 9 April voorm. 1.15 en nam. 1.39 uur. De zelfmoord der kiezers Onder bovenstaanden suggestieven titel is verschenen een verkorte uitgave van mr. Marchant's terecht veel geprezen boek: „Een staatkundige epidemie". Deze popu laire uitgave van 167 bladzijden zal helaas voor velen nog te omvangrijk zijn. Maar, van een anderen kant bezien, mag toch worden verlangd, dat eenigermate ontwikkelden eens met ernst een objec tief en wetenschappelijk gedocumenteerde verhandeling over het nationaal-socialisme bestudeeren: en deze wordt hun in het werk van mr. Marchant geschonken. Wij willen hier het voorwoord van den schrijver zelf citeeren. „Het geschrift tegen het nationaal-socia lisme moest een nauwkeurige en volledige critiek inhouden. Daardoor is het werk over „een staatkundige epidemie" vrij lijvig ge worden en dientengevolge te duur om het onder bereik te brengen van alle belang stellenden. Teneinde de Katholieke Staats partij in de gelegenheid te stellen om de inhoud op ruimer schaal te verspreiden, heb ik het lijvige boek tot een ietwat be perkte omvang teruggebracht. Enkele hoofdstukken, in hun uitvoerigheid onmis baar voor het volledige werk, zijn wegge laten of verkort in de tekst verwerkt. Het aanhangsel van Duitsche citaten is wegge laten. Hier en daar is de tekst uit sedert verschenen gegevens aangevuld. Aldus is de inhoud van het werk onder het bereik gebracht van een ruimer kring van belang stellenden. De verspreiding in ruimer kring is voor al noodig, nu de Nationaal Socialistische Beweging zich presenteert aan de kiezers voor de Tweede Kamer der Staten-Gene raal, als gegadigde naar hun stemmen. Een zoo zonderlinge uitnoodiging hebben zij nooit ontvangen. Het is immers een uitnoo diging tot zelfmoord. Geven de kiezers aan de uitnoodiging gevolg, dan zouden de ge kozenen een einde maken aan hun bestaan. Hun bestaan als kiezer. Zij zouden voor de laatste maal hun stem uitbrengen. Hoe zij verder zouden worden geregeerd, weten zij niet Zij weten alleen, dat zij in het ver volg daarop geenerlei invloed meer zou den hebben. Elk middel zou hun zijn ont nomen om er op terug te komen. Zij zou den hebben opgehouden, kiezer te zijn. Deze candidaten stellen prijs op de stem der kiezers, niet omdat zij aan hun oordeel waarde hechten, doch ondanks de verach ting daarvoor. Zij zoeken hun steun, de grondslag van hun staatkundig gezag in een uitspraak, die zij waardeloos achten. Zij zouden beginnen, met die grondslag onder hun bestaan weg te slaan. Zij zouden die grondslag niet meer noodig hebben, omdat zij voortaan konden regeeren zonder grond slag. En de kiezers, die hen hadden te paard geholpen, zouden hen nimmer weer uit het Vergadering van gisteren. GRONDWETSHERZIENING. Aan de orde is het wetsontwerp tot het in overweging nemen van voorstellen tot verandering in de grondwet. De heer VAN LANSCHOT (R.K.) consta teert, dat de thermometer der publieke be langstelling voor deze grondwetsherziening beneden vriespunt blijft. Hiervan is de re geering geen verwijt te maken. Buitenge woon belangrijk is deze grondwetsherzie ning niet; als sommige onderdeelen ver worpen worden, blijft er niet veel van over. Maar eenige regelingen, b.v. van het inkomen der Kroon, waren noodig. Boven dien heeft deze grondwetsherziening een demonstratief en interpretatief karakter. Spr. acht het onjuist dat de grondsla gen der evenredige vertegenwoordiging zou worden aangetast; ten onrechte wordt aan de groote partijen verweten, dat ze op eenig voordeel uit zijn. In geen enkel land is de evenredigheid zoo ver doorgevoerd als hier te lande, ook na de wijziging. Spr. juicht het toe, dat Kamerleden niet meer onschendbaar zullen zijn by opruiing of schending van geheimen. De heer ANEMA (A.R.) acht geen bree- den opzet van het debat over deze ontwer pen gewenscht. Voor een ingrijpende ver andering der grondwet ware het thans geenszins de tijd. De Regeering heeft met deze herziening een goede en wyze daad gesteld, waaraan spr. en zijn fractie gaar ne zijn stem zullen geven. De heer WERKER (V.D.) constateert, dat deze grondwetsherziening geen groote be roering heeft verwekt. Spr. hoopt, dat de regeering zich altijd zal blijven bedenken vóór het doen van stappen in zake een ver schijningsverbod. Spr. is verheugd, wijl aan art. 7 der grondwet niet getornd is. Wat de delegatie van wetgevende macht betreft, men ga niet verder. Het. weren van revolutionaire elementen is aan te beve len; de voorgestelde bepalingen zijn ech ter wel wat vaag. Het bezwaar is, dat een vervallen verklaarde niet door een ander lid zijner partij kan worden vervangen. Spr. wil ook niet in bescherming nemen wie zich schuldig maakt aan opruiing of schen ding van geheimen, doch gevallen van het laatste hebben zich nooit voorgedaan en tegen het eerste waakt de hamer van den voorzitter. De heer DE ZEEUW (S.D.) bespreekt de verlangens van R.K. zijde ten aanzien van grondwetsherzieningen. Die verlangens zijn niet bevredigd. Waarom heeft een com missie uit de R.K. Staatsparty ons niet een proeve van grondwetsherziening voorge legd naast de tegenwoordige wetsontwer pen? Het verheugt spr., dat de drukpersvrij heid niet aangetast wordt. Spr. betwijfelt of de regeling t.a.v. revc'utionaire volks vertegenwoordigers in tweede lezing zal worden aangenomen. Voor de Eerste Ka merleden wil spr. een bepaalde vaste ver goeding. De vergadering wordt om half twee eén half uur geschorst. Na de hervatting, te ongeveer 2 uur, is het woord aan den heer POLLEMA (C.H.), Spr. sluit zich aan bij het betoog van prof. Anema en noemt de aanhangige voorstel len niet van belang ontbloot. De kwestie der drukpersvrijheid en van de revolutionaire volksvertegenwoordigers is een kwestie van parlementaire verwording, de kwestie der nieuwe organen is er een van vooruitzien. Het verheugt spr., dat de drukpersvrij heid niet gewijzigd zal worden en dat de regeering art. 7 buiten de herzieningsvoor- stellen heeft gelaten. Spr. is het echter niet eens met den mi nister over de kwestie van de delegatie van macht. Gisteravond nog heeft de Kamer een wetsontwerp goedgekeurd, welks inhoud gelijkluidend was met de considerans. Zulke wetten mogen in de toekomst niet voorkomen. Dat komt op den duur neer op het verleenen van blanco volmachten. De minister voert daartegen aan, dat het par lement zelf de beste controle kan uitoefe nen. Maar waarom acht men dan voor maat regelen inzake het inkomen van het Ko ninklijk Huis een gekwalificeerde meerder heid noodig? Voor delegatie van macht kan de regeering immers met een gewone meer derheid volstaan. zadel kunnen lichten, dan door een geweld dadige revolutie. De heeren van de N.S.B. leven in de hoop, dat de kiezers deze beteekenis van hun stem niet zullen doorzien. Daarom is noodig, dat hun deze waarheid helder voor oogen worde gesteld. Zij moeten weten, wat zij zouden doen. De propagandisten van de N.S.B. rich ten veel redevoeringen tot de kiezers en veel geschriften. Maar het refrein laten zij weg. Het is dit: „geachte kiezers, wij vra gen wel uw stem, maar gij hebt van de zaken, waarover gij moet oordeelen, geen verstand. Gij geeft door uw stem op de N.S.B.te kennen, dat gij niet weet wat gij doet. Als gij dit zult hebben gedaan, zal dus uw oordeel nooit meer worden ge vraagd. Het is voor de laatste maal, dat gij uw waardelooze stem uitbrengt. Daarom moe gij stemmen op de N.S.B. Uw stem op de N.S.B. is de bekentenis van Uw domheid en van Uw overbodigheid, ja, van uw schadelijkheid voor het land". Aangezien de candidaten voor de N.S.B. dit refrein weglaten, kan het door anderen niet te dikwijls worden herhaald. Daardoor wordt de zaak belangrijk vereenvoudigd. In dit boekje wordt het verzwegen re frein toegelicht. EERSTE KAMER De heer DROOG LEE VER FORTUYN (Lib.) constateert, dat de belangstelling voor deze grondwetsherziening niet even redig is aan de beteekenis ervan. De noodzaak van nieuwe openbare licha men voor beroep en bedrijf met verordende bevoegdheid ziet spr. niet in. Naast het be staande art. 194, dat concrete mogelijkheden bevatte, waren geen nieuwe maatregelen noodig. De heer KROPMAN (R.K.) is van mee ning, dat deze grondwetswijziging volgens de communis opinio van het volk onbelang rijk is. De regeering heeft opgemerkt dat deze grondwetswijziging geen inzet der verkie zingen zal zijn. Inderdaad is ze daarvoor te onbelangrijk, want eigenlijk had ze dat wel moeten zijn. De Grondwet moet bevatten wat in de volksziel leeft. Ten onrechte ziet de regee ring in de Grondwet een monument van meer dan honderd jaar oud, dat af en toe eens bij gebeiteld moet worden. In de laatste jaren zyn oeconomische en sociale factoren een steeds groot ere rol gaan spelen. Er is een groeiend gevoel van na tionale saamhoorigheid ontstaan. Waarom heeft de regeering die dit gevoel heeft be vorderd, niet de kroon op haar werk gezet door dit alles in de grondwetsherziening tot uiting te laten komen. Welke van de acht voorstellen tot grond wetswijziging leeft werkelijk in de volks ziel? Er moet meer rekening worden gehouden met de positie van het centrale gezag. De centrale overheid moet zich niet met aller lei regelingen van lagere orde ophouden. Het hoogste staatsgezag moet zich niet met de contingenteering van dweilen en vee voeder bezighouden. Daardoor wordt het prestige van de hoogste overheid in de oogen van het volk aangetast. Deze belangen moeten en kunnen beter behartigd worden door organen van lage- ren rang met verordenende bevoegdheid. Ook de vrye positie der gemeenten wordt steeds meer aangetast. Spr. is dan ook niet zonder wantrouwen jegens" de bevoegd heid tot het instellen van openbare licha men van beroep en bedrijf. Deze voorstellen blijven ver beneden de geweldige beteekenis van onzen tijd. Hij hoeft niet te wijzen op wat in het buiten land geschiedt. In ons land beleven we daar entegen een reveil van het Christelijk be wustzijn. Ook daarvan komt niets tot uiting in deze voorstellen, welker indiening spr. dan ook betreurt. De heer KNOTTENBELT (Lib.) be treurt, dat er nog altijd geen meerderheid is om uit de vertegenwoordigende licha men uit te sluiten allen, die verbonden zijn aan bepaalde groepsbelangen. Natuurlijk moeten er ook arbeiders in de vertegen woordigende lichamen zitting hebben, maar zij moeten onafhankelijk zijn van elk groepsbelang, dat hun een eenzijdige be schouwingswijze opdringt. Het mag bekend verondersteld worden, dat spreker groote waarde hecht aan het weren van revolutionaire volksvertegen woordigers en aan het vervolgen van op ruiing, ook als deze in het parlement ge schiedt. Spreker zou het ten zeerste be treuren als de desbetreffende voorstellen niet zouden worden aanvaard en hij zou dit een ernstigen slag voor het parlemen taire stelsel achten. De heer VAN VESSEM (Nat. Soc.) con stateert dat deze grondwetsherziening van alle grootheid gespeend is. Ze is slechts be doeld als een poging van de demo-liberale oligarchie om een barricade op te werpen tegen de aanstormende nieuwe krachten, die in ons volk zijn opgestaan. (Vroolijk- heid). De demo-liberale heerschers steunen niet op een overtuiging, maar op hun machts positie. Op den duur kan men echter niet op bajonetten blijven steunen. De burgemeester van Hillegom werd, om dat hij een candidatuur voor de N.S.B. aan nam in drie minuten ontslagen, maar de chirstelijk-historische burgemeester van Ambt-Hardenberg die zich aan allerlei knoeierijen had schuldig gemaakt, werd nog een jaar lang gehandhaafd. De VOORZITTER merkt op, dat dit niets met de Grondwetsherziening te maken heeft. De heer VAN VESSEM meent, dat het er nauw verband mee houdt. De heer MOLTMAKER (S.D.): En dat is nu een jurist. De heer VAN VESSEM (N.S.B.) betoogt, dat de bepalingen inzake de revolutionaire volksvertegenwoordigers uitsluitend ge richt zijn tegen de N.S.B., tegen het natio nale Nederland, teneinde de R.K. Staats partij in de gelegenheid te stellen, een Rompparlement te vormen. Uit deferentie jegens de Kroon zal spr. voor het eerste wetsontwerp stemmen, maar verder tegen het „Bloedraadvoorstel" en tegen de overige voorstellen. Het woord is thans aan den MINISTER VAN BINNENLANDSCHE ZAKEN, die de beschouwing zal beantwoorden in de ver gadering van heden te 11 uur. REDE VAN MINISTER DE WILDE. Voortgezet wordt de gisteren aangevan gen behandeling der wetsontwerpen tot ver andering in de grondwet. De MINISTER VAN BINNENLANDSCHE ZAKEN, de heer DE WILDE, beantwoordt de sprekers. Wie de debatten heeft bijgewoond, moet tot de conclusie komen, dat onze grondwet nog zoo slecht niet is. Doch over onze hoog ste staatswet zal men het wel nooit vol komen eens worden. Maar niemand kan in ernst beweren dat thans de tyd rijp is voor een fundamenteele herziening der grond wet. Daarom heeft spr. zichverbaasd over de rede van den heer De Zeeuw: Indien er in 1933 een parlementair kabinet ware ge komen met den heer De Zeeuw als lid, zou den we nu een belangrijker grondwetsher ziening gekregen hebben dan in 1848. De heer De Zeeuw is echter volkomen in gebreke gebleven, met constructieve denk beelden te komen. Spr. blijft er echter by dat de tijd van ingrijpende grondwetsherziening niet rijp is. Indien er aanleiding ware geweest, was er ruimschoots gelegenheid geweest om door amendeering in de Tweede Kamer ingrijpende wijzigingen aan te brengen; de voorstellen toch zijn reeds in den zomer van 1936 ingediend. Spr. gelooft niet dat de Tweede Kamer voorstellen van verdere strekking zou hebben aanvaard. Spr. bestrijdt den heer Kropman, als zou de grondwet zoo iets zijn als de grondslag van de samenleving. Spr. wijst op het vele op sociaal gebied, door de heeren Talma en Aalberse onder de tegenwoordige grondwet tot stand ge bracht. In de grondwet mag ook niet teveel staan; sociale regelen hangen dikwijls van tijds omstandigheden af; de grondwet mag geen sta-in-den-weg zijn voor den groei van het maatschappelijk leven. De heer Kropman sprak over teveel cen tralisatie; spr. vindt ook dat b.v. de bedrij ven op den duur zelf in staat moeten zijn, de noodige wijzigingen te maken. De ver houding van het Rijk en de gemeenten is ook ter sprake gebracht; wat zou een be paling dat de gemeenten autonoom zijn, in de grondwet beteekenen? Het zou weldra met de rechtsgeldigheid der gemeenten ge daan zijn; art. 194 der gemeentewet is nog onmisbaar. Als men nagaat, wat de ge meenten kunnen doen, dan blijkt dat bui tengewoon veel. Het betoog van den heer Van Vessem was eigenlijk een disqualificatie van de be doelingen der regeering; hij zei dat alles tegen de N.S.B. ging. Doch de regeering steunt niet op bajonetten, doch op het volk, ook op haar tegenstanders. Spr. begrijpt ook het woord demo-liberaal eigenlijk niet. De verkiezingen zullen hier in volle vrijheid kunnen plaats heb ben. Spr. waarschuwt den heer Van Vessem, voorzichtig te zijn. Als hij zijn zin kreeg, zou er wel eens vrees voor bajonetten kunnen komen. De Grondwet van den heer Van Vessem die naliet te zeggen hoe hy de grondwet zou maken zou slechts één artikel bevatten: Mus- sert is groot en Van Vessem is zijn profeet. (Vroolijkheid). Spr. zegt dat er tegenwoordig systema tisch misbruik van de persvrijheid wordt gemaakt. Spr. verwijst néar art. 7 der grondwet. Den heer Knottenbelt verklaart spr., dat vele vrijgestelden voor de ontwikkeling van het maatschappelijk leven veel hebben ge daan. Echter behooren ze niet in gemeente raden, naar spr.'s meening, om conflict van plichten te voorkomen. Men kan niet alles in de grondwet rege len. Als een paar honderd menschen tegen iemand met het hoofd schudden, en verder lief doen, is dit niet strafbaar; doch men moet een reus zijn om er tegen te kunnen. PROPAGANDA-WEDSTRIJDEN E.H.B.O. KRING LEIDEN. In tegenstelling met vorige jaren, toen de kring Leiden van den E.H.B.O. zijn wed strijden in de groote Stadsgehoorzaal hield, werden dit jaar de wedstrijden, welke zich steeds in een groot aantal deelnemende af- deelingen en een flink aantal toeschouwers mogen verheugen, in het gebouw „De Pre diker" gehouden. Ook nu was de belang stelling buitengewoon groot en in verband daarmee de zaal te klein voor zulke wed strijden. Als wij dit euvel echter op zij zetten, dan kan er niets anders geconsta teerd worden dan dat ook ditmaal terug gezien kan worden op een goed geslaagden avond, welke buiten het gewone leerrijke, dat zulke wedstrijden steeds bieden, ook aan het aanwezig publiek den indruk gege ven zal hebben, dat mocht hun een ongeluk overkomen, de E.H.B.O. steeds paraat is. Alvorens de wedstrijden een aanvang namen, sprak de voorzitter, dr. M. v. d. Stoel, een welkomstwoord, waarin spr. zich speciaal richtte tot den voorzitter der Ned. Ver. dr. B. W. L. Pernis. Verder werd dank gebracht aan de dok toren uit Leiden en omgeving, die zitting hadden in de jury. Ook de schenkers van de prijzen werden niet vergeten. Daarna konden de wedstrijden een aan vang nemen. De deelnemende groepen wa ren in vier afdeelingen gesplitst n.l. een eere-afdeeling met een deelneemnde groep n.l. Voorschoten I, een afdeeling uitmun tendheid met 2 deelnemende groepen, een afdeeling seniores I en een dito seniores II resp. met 9 en 8 deelnemende groepen. Elke afdeeling kreeg een andere opgave te verwerken, terwijl elke groep uit 5 per sonen bestond en wel 2 patiënten en 3 hel pers. De groepen, welke een zeker aantal punten behaalden, gaan over naar de vol gende klasse. Deze punten bedroegen voor seniores II 125 pnt. of meer.; seniores I 145 pnt. of meer en afd. uitmuntendheid 165 pnt. of meer. De groepen, welke minder punten be haalden, dan vastgesteld, degradeeren een klasse. De punten bedroegen hier: seniores II minder dan 105 pnt.; seniores I minder dan 125 pnt.; afd. uitmuntendheid minder dan 145 pnt. en de eere-afdeeling minder dan 165 pnt. Als men dus de uitslagen nader bekijkt LEIDEN. Donderdag, Voorstelling Wiener S anger- knaben, Stadsgehoorzaal, 8 uur. Donderdag, ledenvergadering R. K. Vrou wenbond, Foyer van de Burcht, 8 uur. Zondag, Liefdadigheidsuitvoering St. Vin- centiusver. door „Pulchri Studio", Stadsgehoorzaal, 8 uur. Zondag, Tooneel- en Dansavond der Ned. Reisver. voor Katholieken, Burcht zaal, 8.15 uur. Dinsdag, „Geloof en Wetenschap". Lezing dr. E. Sloots. Onderwerp: „Het Concilie van Ephese. Dogma of Troonstrijd?", „Turk" te 8.15 uur. De avond-, nacht- en Zondagsdienst der apotheken wordt van Maandag 5 tot en met Zondag 11 April as. waarge nomen door de apotheken: P. du Croix, Rapenburg 9, telefoon 807, E. B. de Metz, Kamerl. Onnesl. 28, telef. 3553 en J. Doe- dens, Wilhelminapark 8, Oegstgeest, tele foon 274. Toch kan niet in de grondwet staan „men mag niet schudden met zijn hoofd" (Vroo lijkheid). Een vast presentiegeld voor de Eerste Kamerleden, nader te verdeelen, zooals voor den Rotterdamschen gemeenteraad geldt, ontmoet verschillende practische bezwaren. Het is verre van spr., kleine partijen te knauwen. Trouwens, als wat levensvatbaar is, is niet te vernietigen door een artikeltje in de grondwet. Het weren van revolutionaire vertegenwoordigers. Ook verwacht spr. dat de bepaling be- gers weinig of nooit gebruikt zal worden. Men moet en mag het niet allemaal met elkaar eens zijn De Stat en-Genera al moe ten een afspiegeling zijn van ons volk, doch op legale basis. Anders raakt men den hartader van het parlementaire stelsel. Voorkomen moet worden dat het parle ment, waar het in gevaar verkeert, naar beneden wordt gehaald; ook de sociaal democraten behooren dit te begrijpen. Het statuut der Staten-Generaal is de legali teit; wie dat niet erkent, moest er niet wil len toetreden. Niemand wordt in zijn wettig streven belemmerd; wil men de monarchie vervangen door de republiek, het streven daarnaar langs wettigen weg, dat mag. Hier wordt geen middel beproefd om de S.D.A.P. dwars te zitten. Het Is gericht tegen de commu nisten. Als de heer Van Vessem er tegen is, beteekent dit dan dat hij ook langs on wettigen weg zijn doel- wil bereiken? DE GRONDWETSHERZIENING AANGENOMEN. De Eerste Kamer der Staten-Generaal heeft de verschillende wetsontwerpen be trekking hebbende op de grondwetsher ziening, hedenmiddag aangenomen. dan ziet men spoedig welke groepen pro- moveeren of degradeeren. Ten slotte de uitslagen: Eere-afdeeling: 1. Voorschoten I 173 pnt. Leider B. L. den Boef 59 pnt. Afdeeling uitmuntendheid: 1. Voorschoten II 124 pnt. Leider W. L. Deen 38 pnt. 2. Alphen 119 pnt. Leider J. Blom 37 pnt. Afdeeling seniores I: 1. Voorschoten IV 152 pnt. Leider J. Overduin 56 pnt. 2. Leiden II 146 pnt. Leider C. J. Piena 54 pnt. 3. Voorschoten III 131,5 pnt. Leidster mevr. Si'kkerman-Nip 51 pnt. 4. Leiden I 129 pnt. Leider W. M. Kam penhout 45 pnt. 5. Leiden III 126 pnt. Leider H. C. Holtz 42 pnt. 6. Lisse II 124 pnt. Leider A. Pater 43 pnt. 7. Noordwijk I 109 pnt. Leider Schenke- veld 37 pnt. 8. Hillegom I 105 pnt. Leider J. M. War merdam 32 pnt. 9. Sassenheim I 87 pnt. Leidster mevr. J. v. Lierop 31 pnt. Afdeeling seniores II: 1. Stompwyk en O. 139 pnt. Leider J. Kroon 46 pnt. 2. Stompwyk en O. 139 pnt. Leidster mevr. Kroon 43 pnt. 3. Noordwijk II 122 pnt. Leidster mevr. v. d. Weyden-de Groot 39 pnt. 4. Leiden I (Brigade) 120 pnt. Leidster mevr, H. A. v. Ingen-Schenau 38 pnt. 5. Sassenheim II119 pnt. Leider L. Ritze 30 pnt. 6. Leiden III (Brigade) 118 pnt. Leider H. Treur 38 pnt. 7. Leiden II (Brigade) 114 pnt. Leider N. H. v. Leeuwen 30 pnt. Eere-afdeeling: 1 Voorschoten I, 144 pnt., leider 47 pnt., wisselbeker; 2. Stompwyk 126 pnt., leider 38 pnt.; 3. Voorschoten IV 107 pnt., leider 34 pnt. AUTO TE WATER. Gisteravond omstreeks half zeven is op de Oude Rijn, nabij de Hooglandsche Kerkgracht de handrem van een personen auto, toebehoorende aan J. V. te Sassen heim, losgeraakt, waardoor de auto te wa ter reed. Met behulp van een kraanwagen is de auto weer op het droge gebracht.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1937 | | pagina 2