STADS
t NIEUWS
HERZIENING VAN
DE GRONDWET
AGENDA
DONDERDAG 8 APRIL 1937
DE LEIDSCHE COURANT
EERSTE BLAD - PAG. 2
NOG REGENBUITJES.
DE BILT SEINT:
Meest matige, tijdelijk wellicht toene
mende Zuid-Westelijke tot Zuidelijke wind,
gedeeltelijk bewolkt tot betrokken, aan
vankelijk regenbuien, iets koeler.
Hoogste barometerst.: 768.8 te Reval,
Laagste barometerst.: 742.3 te Vestmanoer.
De depressie trekt thans in de richting
van IJsland. Het gebied van hoogelucht-
druk over Spanje verplaatst zich naar
Zuid-Frankrijk en breidt zich naar het
Noorden uit. De randdepressies bewegen
zich over het Kanaal en de Noordzee en
brengen regen tot in West-Duitschland.
In de Alpen blijft de toestand van groote
koude met mist en sneeuw aanhouden.
Geheel Duitschland ligt onder zware be
wolking en de Middelgebergten blijven bij
voortduring in de wolken. In Frankrijk
en in Zuid-West-Engeland komt opklaring
met buiig weer voor. In Scandinavië en
Finland is het weer mooi met Oostelijken
wind. In de Poolzee is de luchtdruk weer
sterk gestegen na een tijdelijke daling. In
het gebied van hoogeluchtdruk over
Groenland komen uiterst lage temperatu
ren voor en wordt aan de Oostkust minus
36 graden C., aan de Westkust minus 15
graden gemeld. Op het vasteland van
Europa is de temperatuur boven normaal.
Het is te verwachten dat het sombere weer
spoedig zal overgaan in helderder weer
met regenbuien en gebroken lucht en iets
lagere temperaturen.
LUCHTTEMPERATUUR.
12.1 gr. C.
LICHT OP VOOR FIETSERS e. a.
Van Donderdag namiddag 7.15 uur tot
Vrijdagmorgen 4 48 uur.
HOOG WATER.
Te Katwijk aan Zee op Vrijdae 9 April
voorm. 1.15 en nam. 1.39 uur.
De zelfmoord der kiezers
Onder bovenstaanden suggestieven titel
is verschenen een verkorte uitgave van mr.
Marchant's terecht veel geprezen boek:
„Een staatkundige epidemie". Deze popu
laire uitgave van 167 bladzijden zal helaas
voor velen nog te omvangrijk zijn.
Maar, van een anderen kant bezien, mag
toch worden verlangd, dat eenigermate
ontwikkelden eens met ernst een objec
tief en wetenschappelijk gedocumenteerde
verhandeling over het nationaal-socialisme
bestudeeren: en deze wordt hun in het
werk van mr. Marchant geschonken.
Wij willen hier het voorwoord van den
schrijver zelf citeeren.
„Het geschrift tegen het nationaal-socia
lisme moest een nauwkeurige en volledige
critiek inhouden. Daardoor is het werk over
„een staatkundige epidemie" vrij lijvig ge
worden en dientengevolge te duur om het
onder bereik te brengen van alle belang
stellenden. Teneinde de Katholieke Staats
partij in de gelegenheid te stellen om de
inhoud op ruimer schaal te verspreiden,
heb ik het lijvige boek tot een ietwat be
perkte omvang teruggebracht. Enkele
hoofdstukken, in hun uitvoerigheid onmis
baar voor het volledige werk, zijn wegge
laten of verkort in de tekst verwerkt. Het
aanhangsel van Duitsche citaten is wegge
laten. Hier en daar is de tekst uit sedert
verschenen gegevens aangevuld. Aldus is
de inhoud van het werk onder het bereik
gebracht van een ruimer kring van belang
stellenden.
De verspreiding in ruimer kring is voor
al noodig, nu de Nationaal Socialistische
Beweging zich presenteert aan de kiezers
voor de Tweede Kamer der Staten-Gene
raal, als gegadigde naar hun stemmen. Een
zoo zonderlinge uitnoodiging hebben zij
nooit ontvangen. Het is immers een uitnoo
diging tot zelfmoord. Geven de kiezers aan
de uitnoodiging gevolg, dan zouden de ge
kozenen een einde maken aan hun bestaan.
Hun bestaan als kiezer. Zij zouden voor de
laatste maal hun stem uitbrengen. Hoe zij
verder zouden worden geregeerd, weten zij
niet Zij weten alleen, dat zij in het ver
volg daarop geenerlei invloed meer zou
den hebben. Elk middel zou hun zijn ont
nomen om er op terug te komen. Zij zou
den hebben opgehouden, kiezer te zijn.
Deze candidaten stellen prijs op de stem
der kiezers, niet omdat zij aan hun oordeel
waarde hechten, doch ondanks de verach
ting daarvoor. Zij zoeken hun steun, de
grondslag van hun staatkundig gezag in
een uitspraak, die zij waardeloos achten. Zij
zouden beginnen, met die grondslag onder
hun bestaan weg te slaan. Zij zouden die
grondslag niet meer noodig hebben, omdat
zij voortaan konden regeeren zonder grond
slag. En de kiezers, die hen hadden te paard
geholpen, zouden hen nimmer weer uit het
Vergadering van gisteren.
GRONDWETSHERZIENING.
Aan de orde is het wetsontwerp tot het
in overweging nemen van voorstellen tot
verandering in de grondwet.
De heer VAN LANSCHOT (R.K.) consta
teert, dat de thermometer der publieke be
langstelling voor deze grondwetsherziening
beneden vriespunt blijft. Hiervan is de re
geering geen verwijt te maken. Buitenge
woon belangrijk is deze grondwetsherzie
ning niet; als sommige onderdeelen ver
worpen worden, blijft er niet veel van
over. Maar eenige regelingen, b.v. van het
inkomen der Kroon, waren noodig. Boven
dien heeft deze grondwetsherziening een
demonstratief en interpretatief karakter.
Spr. acht het onjuist dat de grondsla
gen der evenredige vertegenwoordiging
zou worden aangetast; ten onrechte wordt
aan de groote partijen verweten, dat ze op
eenig voordeel uit zijn. In geen enkel land
is de evenredigheid zoo ver doorgevoerd
als hier te lande, ook na de wijziging.
Spr. juicht het toe, dat Kamerleden niet
meer onschendbaar zullen zijn by opruiing
of schending van geheimen.
De heer ANEMA (A.R.) acht geen bree-
den opzet van het debat over deze ontwer
pen gewenscht. Voor een ingrijpende ver
andering der grondwet ware het thans
geenszins de tijd. De Regeering heeft met
deze herziening een goede en wyze daad
gesteld, waaraan spr. en zijn fractie gaar
ne zijn stem zullen geven.
De heer WERKER (V.D.) constateert, dat
deze grondwetsherziening geen groote be
roering heeft verwekt. Spr. hoopt, dat de
regeering zich altijd zal blijven bedenken
vóór het doen van stappen in zake een ver
schijningsverbod. Spr. is verheugd, wijl aan
art. 7 der grondwet niet getornd is.
Wat de delegatie van wetgevende macht
betreft, men ga niet verder. Het. weren van
revolutionaire elementen is aan te beve
len; de voorgestelde bepalingen zijn ech
ter wel wat vaag. Het bezwaar is, dat een
vervallen verklaarde niet door een ander
lid zijner partij kan worden vervangen. Spr.
wil ook niet in bescherming nemen wie
zich schuldig maakt aan opruiing of schen
ding van geheimen, doch gevallen van het
laatste hebben zich nooit voorgedaan en
tegen het eerste waakt de hamer van den
voorzitter.
De heer DE ZEEUW (S.D.) bespreekt de
verlangens van R.K. zijde ten aanzien van
grondwetsherzieningen. Die verlangens zijn
niet bevredigd. Waarom heeft een com
missie uit de R.K. Staatsparty ons niet een
proeve van grondwetsherziening voorge
legd naast de tegenwoordige wetsontwer
pen?
Het verheugt spr., dat de drukpersvrij
heid niet aangetast wordt. Spr. betwijfelt
of de regeling t.a.v. revc'utionaire volks
vertegenwoordigers in tweede lezing zal
worden aangenomen. Voor de Eerste Ka
merleden wil spr. een bepaalde vaste ver
goeding.
De vergadering wordt om half twee eén
half uur geschorst.
Na de hervatting, te ongeveer 2 uur, is
het woord aan den heer POLLEMA (C.H.),
Spr. sluit zich aan bij het betoog van prof.
Anema en noemt de aanhangige voorstel
len niet van belang ontbloot. De kwestie der
drukpersvrijheid en van de revolutionaire
volksvertegenwoordigers is een kwestie van
parlementaire verwording, de kwestie der
nieuwe organen is er een van vooruitzien.
Het verheugt spr., dat de drukpersvrij
heid niet gewijzigd zal worden en dat de
regeering art. 7 buiten de herzieningsvoor-
stellen heeft gelaten.
Spr. is het echter niet eens met den mi
nister over de kwestie van de delegatie van
macht. Gisteravond nog heeft de Kamer een
wetsontwerp goedgekeurd, welks inhoud
gelijkluidend was met de considerans.
Zulke wetten mogen in de toekomst niet
voorkomen. Dat komt op den duur neer op
het verleenen van blanco volmachten. De
minister voert daartegen aan, dat het par
lement zelf de beste controle kan uitoefe
nen. Maar waarom acht men dan voor maat
regelen inzake het inkomen van het Ko
ninklijk Huis een gekwalificeerde meerder
heid noodig? Voor delegatie van macht kan
de regeering immers met een gewone meer
derheid volstaan.
zadel kunnen lichten, dan door een geweld
dadige revolutie.
De heeren van de N.S.B. leven in de
hoop, dat de kiezers deze beteekenis van
hun stem niet zullen doorzien. Daarom is
noodig, dat hun deze waarheid helder voor
oogen worde gesteld. Zij moeten weten,
wat zij zouden doen.
De propagandisten van de N.S.B. rich
ten veel redevoeringen tot de kiezers en
veel geschriften. Maar het refrein laten zij
weg. Het is dit: „geachte kiezers, wij vra
gen wel uw stem, maar gij hebt van de
zaken, waarover gij moet oordeelen, geen
verstand. Gij geeft door uw stem op de
N.S.B.te kennen, dat gij niet weet wat gij
doet. Als gij dit zult hebben gedaan, zal
dus uw oordeel nooit meer worden ge
vraagd. Het is voor de laatste maal, dat gij
uw waardelooze stem uitbrengt. Daarom
moe gij stemmen op de N.S.B. Uw stem op
de N.S.B. is de bekentenis van Uw domheid
en van Uw overbodigheid, ja, van uw
schadelijkheid voor het land".
Aangezien de candidaten voor de N.S.B.
dit refrein weglaten, kan het door anderen
niet te dikwijls worden herhaald. Daardoor
wordt de zaak belangrijk vereenvoudigd.
In dit boekje wordt het verzwegen re
frein toegelicht.
EERSTE KAMER
De heer DROOG LEE VER FORTUYN
(Lib.) constateert, dat de belangstelling
voor deze grondwetsherziening niet even
redig is aan de beteekenis ervan.
De noodzaak van nieuwe openbare licha
men voor beroep en bedrijf met verordende
bevoegdheid ziet spr. niet in. Naast het be
staande art. 194, dat concrete mogelijkheden
bevatte, waren geen nieuwe maatregelen
noodig.
De heer KROPMAN (R.K.) is van mee
ning, dat deze grondwetswijziging volgens
de communis opinio van het volk onbelang
rijk is.
De regeering heeft opgemerkt dat deze
grondwetswijziging geen inzet der verkie
zingen zal zijn. Inderdaad is ze daarvoor te
onbelangrijk, want eigenlijk had ze dat wel
moeten zijn.
De Grondwet moet bevatten wat in de
volksziel leeft. Ten onrechte ziet de regee
ring in de Grondwet een monument van
meer dan honderd jaar oud, dat af en toe
eens bij gebeiteld moet worden.
In de laatste jaren zyn oeconomische en
sociale factoren een steeds groot ere rol gaan
spelen. Er is een groeiend gevoel van na
tionale saamhoorigheid ontstaan. Waarom
heeft de regeering die dit gevoel heeft be
vorderd, niet de kroon op haar werk gezet
door dit alles in de grondwetsherziening tot
uiting te laten komen.
Welke van de acht voorstellen tot grond
wetswijziging leeft werkelijk in de volks
ziel?
Er moet meer rekening worden gehouden
met de positie van het centrale gezag. De
centrale overheid moet zich niet met aller
lei regelingen van lagere orde ophouden.
Het hoogste staatsgezag moet zich niet met
de contingenteering van dweilen en vee
voeder bezighouden. Daardoor wordt het
prestige van de hoogste overheid in de
oogen van het volk aangetast.
Deze belangen moeten en kunnen beter
behartigd worden door organen van lage-
ren rang met verordenende bevoegdheid.
Ook de vrye positie der gemeenten wordt
steeds meer aangetast. Spr. is dan ook niet
zonder wantrouwen jegens" de bevoegd
heid tot het instellen van openbare licha
men van beroep en bedrijf.
Deze voorstellen blijven ver beneden de
geweldige beteekenis van onzen tijd. Hij
hoeft niet te wijzen op wat in het buiten
land geschiedt. In ons land beleven we daar
entegen een reveil van het Christelijk be
wustzijn. Ook daarvan komt niets tot uiting
in deze voorstellen, welker indiening spr.
dan ook betreurt.
De heer KNOTTENBELT (Lib.) be
treurt, dat er nog altijd geen meerderheid
is om uit de vertegenwoordigende licha
men uit te sluiten allen, die verbonden zijn
aan bepaalde groepsbelangen. Natuurlijk
moeten er ook arbeiders in de vertegen
woordigende lichamen zitting hebben, maar
zij moeten onafhankelijk zijn van elk
groepsbelang, dat hun een eenzijdige be
schouwingswijze opdringt.
Het mag bekend verondersteld worden,
dat spreker groote waarde hecht aan het
weren van revolutionaire volksvertegen
woordigers en aan het vervolgen van op
ruiing, ook als deze in het parlement ge
schiedt. Spreker zou het ten zeerste be
treuren als de desbetreffende voorstellen
niet zouden worden aanvaard en hij zou
dit een ernstigen slag voor het parlemen
taire stelsel achten.
De heer VAN VESSEM (Nat. Soc.) con
stateert dat deze grondwetsherziening van
alle grootheid gespeend is. Ze is slechts be
doeld als een poging van de demo-liberale
oligarchie om een barricade op te werpen
tegen de aanstormende nieuwe krachten,
die in ons volk zijn opgestaan. (Vroolijk-
heid).
De demo-liberale heerschers steunen niet
op een overtuiging, maar op hun machts
positie. Op den duur kan men echter niet op
bajonetten blijven steunen.
De burgemeester van Hillegom werd, om
dat hij een candidatuur voor de N.S.B. aan
nam in drie minuten ontslagen, maar de
chirstelijk-historische burgemeester van
Ambt-Hardenberg die zich aan allerlei
knoeierijen had schuldig gemaakt, werd nog
een jaar lang gehandhaafd.
De VOORZITTER merkt op, dat dit niets
met de Grondwetsherziening te maken
heeft.
De heer VAN VESSEM meent, dat het er
nauw verband mee houdt.
De heer MOLTMAKER (S.D.): En dat is
nu een jurist.
De heer VAN VESSEM (N.S.B.) betoogt,
dat de bepalingen inzake de revolutionaire
volksvertegenwoordigers uitsluitend ge
richt zijn tegen de N.S.B., tegen het natio
nale Nederland, teneinde de R.K. Staats
partij in de gelegenheid te stellen, een
Rompparlement te vormen.
Uit deferentie jegens de Kroon zal spr.
voor het eerste wetsontwerp stemmen, maar
verder tegen het „Bloedraadvoorstel" en
tegen de overige voorstellen.
Het woord is thans aan den MINISTER
VAN BINNENLANDSCHE ZAKEN, die de
beschouwing zal beantwoorden in de ver
gadering van heden te 11 uur.
REDE VAN MINISTER DE WILDE.
Voortgezet wordt de gisteren aangevan
gen behandeling der wetsontwerpen tot ver
andering in de grondwet.
De MINISTER VAN BINNENLANDSCHE
ZAKEN, de heer DE WILDE, beantwoordt
de sprekers.
Wie de debatten heeft bijgewoond, moet
tot de conclusie komen, dat onze grondwet
nog zoo slecht niet is. Doch over onze hoog
ste staatswet zal men het wel nooit vol
komen eens worden. Maar niemand kan in
ernst beweren dat thans de tyd rijp is voor
een fundamenteele herziening der grond
wet.
Daarom heeft spr. zichverbaasd over de
rede van den heer De Zeeuw: Indien er in
1933 een parlementair kabinet ware ge
komen met den heer De Zeeuw als lid, zou
den we nu een belangrijker grondwetsher
ziening gekregen hebben dan in 1848.
De heer De Zeeuw is echter volkomen in
gebreke gebleven, met constructieve denk
beelden te komen.
Spr. blijft er echter by dat de tijd van
ingrijpende grondwetsherziening niet rijp
is. Indien er aanleiding ware geweest, was
er ruimschoots gelegenheid geweest om
door amendeering in de Tweede Kamer
ingrijpende wijzigingen aan te brengen;
de voorstellen toch zijn reeds in den zomer
van 1936 ingediend. Spr. gelooft niet dat
de Tweede Kamer voorstellen van verdere
strekking zou hebben aanvaard.
Spr. bestrijdt den heer Kropman, als zou
de grondwet zoo iets zijn als de grondslag
van de samenleving.
Spr. wijst op het vele op sociaal gebied,
door de heeren Talma en Aalberse onder de
tegenwoordige grondwet tot stand ge
bracht.
In de grondwet mag ook niet teveel staan;
sociale regelen hangen dikwijls van tijds
omstandigheden af; de grondwet mag geen
sta-in-den-weg zijn voor den groei van het
maatschappelijk leven.
De heer Kropman sprak over teveel cen
tralisatie; spr. vindt ook dat b.v. de bedrij
ven op den duur zelf in staat moeten zijn,
de noodige wijzigingen te maken. De ver
houding van het Rijk en de gemeenten is
ook ter sprake gebracht; wat zou een be
paling dat de gemeenten autonoom zijn, in
de grondwet beteekenen? Het zou weldra
met de rechtsgeldigheid der gemeenten ge
daan zijn; art. 194 der gemeentewet is nog
onmisbaar. Als men nagaat, wat de ge
meenten kunnen doen, dan blijkt dat bui
tengewoon veel.
Het betoog van den heer Van Vessem
was eigenlijk een disqualificatie van de be
doelingen der regeering; hij zei dat alles
tegen de N.S.B. ging. Doch de regeering
steunt niet op bajonetten, doch op het volk,
ook op haar tegenstanders. Spr. begrijpt
ook het woord demo-liberaal eigenlijk niet.
De verkiezingen zullen hier in
volle vrijheid kunnen plaats heb
ben. Spr. waarschuwt den heer Van
Vessem, voorzichtig te zijn. Als hij
zijn zin kreeg, zou er wel eens vrees
voor bajonetten kunnen komen.
De Grondwet van den heer Van
Vessem die naliet te zeggen hoe
hy de grondwet zou maken zou
slechts één artikel bevatten: Mus-
sert is groot en Van Vessem is zijn
profeet. (Vroolijkheid).
Spr. zegt dat er tegenwoordig systema
tisch misbruik van de persvrijheid wordt
gemaakt. Spr. verwijst néar art. 7 der
grondwet.
Den heer Knottenbelt verklaart spr., dat
vele vrijgestelden voor de ontwikkeling van
het maatschappelijk leven veel hebben ge
daan. Echter behooren ze niet in gemeente
raden, naar spr.'s meening, om conflict van
plichten te voorkomen.
Men kan niet alles in de grondwet rege
len. Als een paar honderd menschen tegen
iemand met het hoofd schudden, en verder
lief doen, is dit niet strafbaar; doch men
moet een reus zijn om er tegen te kunnen.
PROPAGANDA-WEDSTRIJDEN E.H.B.O.
KRING LEIDEN.
In tegenstelling met vorige jaren, toen
de kring Leiden van den E.H.B.O. zijn wed
strijden in de groote Stadsgehoorzaal hield,
werden dit jaar de wedstrijden, welke zich
steeds in een groot aantal deelnemende af-
deelingen en een flink aantal toeschouwers
mogen verheugen, in het gebouw „De Pre
diker" gehouden. Ook nu was de belang
stelling buitengewoon groot en in verband
daarmee de zaal te klein voor zulke wed
strijden. Als wij dit euvel echter op zij
zetten, dan kan er niets anders geconsta
teerd worden dan dat ook ditmaal terug
gezien kan worden op een goed geslaagden
avond, welke buiten het gewone leerrijke,
dat zulke wedstrijden steeds bieden, ook
aan het aanwezig publiek den indruk gege
ven zal hebben, dat mocht hun een ongeluk
overkomen, de E.H.B.O. steeds paraat is.
Alvorens de wedstrijden een aanvang
namen, sprak de voorzitter, dr. M. v. d.
Stoel, een welkomstwoord, waarin spr. zich
speciaal richtte tot den voorzitter der Ned.
Ver. dr. B. W. L. Pernis.
Verder werd dank gebracht aan de dok
toren uit Leiden en omgeving, die zitting
hadden in de jury. Ook de schenkers van
de prijzen werden niet vergeten.
Daarna konden de wedstrijden een aan
vang nemen. De deelnemende groepen wa
ren in vier afdeelingen gesplitst n.l. een
eere-afdeeling met een deelneemnde groep
n.l. Voorschoten I, een afdeeling uitmun
tendheid met 2 deelnemende groepen, een
afdeeling seniores I en een dito seniores II
resp. met 9 en 8 deelnemende groepen.
Elke afdeeling kreeg een andere opgave
te verwerken, terwijl elke groep uit 5 per
sonen bestond en wel 2 patiënten en 3 hel
pers. De groepen, welke een zeker aantal
punten behaalden, gaan over naar de vol
gende klasse. Deze punten bedroegen voor
seniores II 125 pnt. of meer.; seniores I 145
pnt. of meer en afd. uitmuntendheid 165
pnt. of meer.
De groepen, welke minder punten be
haalden, dan vastgesteld, degradeeren een
klasse.
De punten bedroegen hier: seniores II
minder dan 105 pnt.; seniores I minder dan
125 pnt.; afd. uitmuntendheid minder dan
145 pnt. en de eere-afdeeling minder dan
165 pnt.
Als men dus de uitslagen nader bekijkt
LEIDEN.
Donderdag, Voorstelling Wiener S anger-
knaben, Stadsgehoorzaal, 8 uur.
Donderdag, ledenvergadering R. K. Vrou
wenbond, Foyer van de Burcht,
8 uur.
Zondag, Liefdadigheidsuitvoering St. Vin-
centiusver. door „Pulchri Studio",
Stadsgehoorzaal, 8 uur.
Zondag, Tooneel- en Dansavond der Ned.
Reisver. voor Katholieken, Burcht
zaal, 8.15 uur.
Dinsdag, „Geloof en Wetenschap". Lezing
dr. E. Sloots. Onderwerp: „Het
Concilie van Ephese. Dogma of
Troonstrijd?", „Turk" te 8.15 uur.
De avond-, nacht- en Zondagsdienst der
apotheken wordt van Maandag 5 tot
en met Zondag 11 April as. waarge
nomen door de apotheken: P. du Croix,
Rapenburg 9, telefoon 807, E. B. de Metz,
Kamerl. Onnesl. 28, telef. 3553 en J. Doe-
dens, Wilhelminapark 8, Oegstgeest, tele
foon 274.
Toch kan niet in de grondwet staan „men
mag niet schudden met zijn hoofd" (Vroo
lijkheid).
Een vast presentiegeld voor de Eerste
Kamerleden, nader te verdeelen, zooals voor
den Rotterdamschen gemeenteraad geldt,
ontmoet verschillende practische bezwaren.
Het is verre van spr., kleine partijen te
knauwen. Trouwens, als wat levensvatbaar
is, is niet te vernietigen door een artikeltje
in de grondwet.
Het weren van revolutionaire
vertegenwoordigers.
Ook verwacht spr. dat de bepaling be-
gers weinig of nooit gebruikt zal worden.
Men moet en mag het niet allemaal met
elkaar eens zijn De Stat en-Genera al moe
ten een afspiegeling zijn van ons volk, doch
op legale basis. Anders raakt men den
hartader van het parlementaire stelsel.
Voorkomen moet worden dat het parle
ment, waar het in gevaar verkeert, naar
beneden wordt gehaald; ook de sociaal
democraten behooren dit te begrijpen. Het
statuut der Staten-Generaal is de legali
teit; wie dat niet erkent, moest er niet wil
len toetreden. Niemand wordt in zijn wettig
streven belemmerd; wil men de monarchie
vervangen door de republiek, het streven
daarnaar langs wettigen weg, dat mag. Hier
wordt geen middel beproefd om de S.D.A.P.
dwars te zitten.
Het Is gericht tegen de commu
nisten. Als de heer Van Vessem er
tegen is, beteekent dit dan dat hij
ook langs on wettigen weg zijn doel-
wil bereiken?
DE GRONDWETSHERZIENING
AANGENOMEN.
De Eerste Kamer der Staten-Generaal
heeft de verschillende wetsontwerpen be
trekking hebbende op de grondwetsher
ziening, hedenmiddag aangenomen.
dan ziet men spoedig welke groepen pro-
moveeren of degradeeren.
Ten slotte de uitslagen:
Eere-afdeeling:
1. Voorschoten I 173 pnt. Leider B. L.
den Boef 59 pnt.
Afdeeling uitmuntendheid:
1. Voorschoten II 124 pnt. Leider W. L.
Deen 38 pnt.
2. Alphen 119 pnt. Leider J. Blom 37 pnt.
Afdeeling seniores I:
1. Voorschoten IV 152 pnt. Leider J.
Overduin 56 pnt.
2. Leiden II 146 pnt. Leider C. J. Piena
54 pnt.
3. Voorschoten III 131,5 pnt. Leidster
mevr. Si'kkerman-Nip 51 pnt.
4. Leiden I 129 pnt. Leider W. M. Kam
penhout 45 pnt.
5. Leiden III 126 pnt. Leider H. C. Holtz
42 pnt.
6. Lisse II 124 pnt. Leider A. Pater 43 pnt.
7. Noordwijk I 109 pnt. Leider Schenke-
veld 37 pnt.
8. Hillegom I 105 pnt. Leider J. M. War
merdam 32 pnt.
9. Sassenheim I 87 pnt. Leidster mevr.
J. v. Lierop 31 pnt.
Afdeeling seniores II:
1. Stompwyk en O. 139 pnt. Leider J.
Kroon 46 pnt.
2. Stompwyk en O. 139 pnt. Leidster
mevr. Kroon 43 pnt.
3. Noordwijk II 122 pnt. Leidster mevr.
v. d. Weyden-de Groot 39 pnt.
4. Leiden I (Brigade) 120 pnt. Leidster
mevr, H. A. v. Ingen-Schenau 38 pnt.
5. Sassenheim II119 pnt. Leider L. Ritze
30 pnt.
6. Leiden III (Brigade) 118 pnt. Leider
H. Treur 38 pnt.
7. Leiden II (Brigade) 114 pnt. Leider
N. H. v. Leeuwen 30 pnt.
Eere-afdeeling: 1 Voorschoten I, 144 pnt.,
leider 47 pnt., wisselbeker; 2. Stompwyk
126 pnt., leider 38 pnt.; 3. Voorschoten IV
107 pnt., leider 34 pnt.
AUTO TE WATER.
Gisteravond omstreeks half zeven is op
de Oude Rijn, nabij de Hooglandsche
Kerkgracht de handrem van een personen
auto, toebehoorende aan J. V. te Sassen
heim, losgeraakt, waardoor de auto te wa
ter reed. Met behulp van een kraanwagen
is de auto weer op het droge gebracht.