Het spoorwegongeluk nabij Dax. FEUILLETON DE VIERDE MAN (Een geval uit de practijk van Inspecteur Sanders, lid der Centrale Recherche), door UDO VAN EWOUD. (Nadruk verboden). 22) Vijf minuten later stond hij in het por tiek van een huis, dat schuin tegenover de woning van Je verpleegster was gelegen en nog geen kwartier had hij hier op post ge staan, of op den hoek van de ongeveer hon derd meter verder gelegen zijstraat stopte een taxi, waaruit iemand stapte in wien hij onmiddellijk een der rechercheurs van het hoofdbureau herkende. Hij beduidde den beambte bij den wa gen te blijven, stak daarna in het portiek een sigaret op, alsof hij tot dit doel even een schuilplaats gezocht had tegen den wind en wandelde daarna in de richting van den rechercheur, wien hij met een wenk verzocht hem te volgen In de zijstraat, ver borgen voor eventueele onbescheiden blik ken vanuit de woning van de verpleegster, bleef hij staan om den beambte in te lich ten met betrekking tot diens taak. Hoewel hij den man op het portaal slechts even gezien had, was hem toch niet ontgaan, dat deze een licht grijze regenjas met epaulet ten droeg en een slappen hoed van donkere kleur. Zijn lengte was ongeveer 1.70 M. Weliswaar liet dit signalement aan volle digheid iets te wenschtn over, maar waar zich zeer waarschijnlijk geen andere hee- ren in het huis bevonden, was verwisse ling met een ander vrijwel uitgesloten. Wils drukte den rechercheur vooral op het hart den man te schadi wen en op deze wijze uit te vinden, wie hij was en waar hij woonde. Hierna liet hij zich met de zelfde taxi naar het bureau van „De Mer- cuur" rijden, terwijl de rechercheur zich zoodanig opstelde, dat hij, zonder vanuit het bewaakte pand gezien te worden, de deur waaruit zijn slachtoffer moest komen, geen seconde uit het oog behoefte te verlie zen. Hoewel inspecteur Sanders hem om trent het doel van zijn opdracht in het on zekere had gelaten, concludeerde hij uit het naambord van de verpleegster al spoe dig, dat zijn taak in verband moest staan met den moord op bankier Levensteyn en deze ontdekking was slechts in staat zijn waakzaamheid te verdubbelen. Hij be schouwde het als een eer, dat de inspecteur hem voor dit werk had uitgekozen en hij nam zich dan ook ernstig voor alles in het werk te stellen om dit vertrouwen niet te beschamen. Voorloopig echter kon h.j niet meer doen dan rustig af te wachten tot de man, die hem door den reporter was beschreven, het huis zou verlaten. Doch daarbij werd z'n geduld wel op een zeer zware proef ge steld. Het eene kwartier na het andere ver streek, zonder dat zich iemand liet zien. De deur bleef gesloten en zelfs geen leve rancier vervoegde zich aan de woning, waarin wel niemand aanwezig scheen. Eindelijk, het liep reeds tegen 3 uur, werd de deur van het bewaakte perceel voorzich tig geopend en uit het portiek trad de ge stalte van een man, zooals die door den journalist was beschreven: licht grijze re genjas, slappe, donkergrijze hoed en leng te tusschen 1.60 en 1.70 M. Er was geen twijfel mogelijk, of dit was de gezochte. Diens houding alleen reeds was in staat argwaan op te wekken. Voorzichtig keek de man eerst links, daarna rechts de straal af en het duurde zeker een halve minuut alvorens hij tot het besluit scheen te zijn gekomen welke richting hij zou kiezen. Eenmaal op straat, zette hij er echter ook onmiddellijk de pas in en zoo snel liep hij thans in de richting van de Linnaeustraat. dat de rechercheur moeite had hem onop vallend te volgen. Zelfs op vrij grooten af stand echter, bleef de lichte regenjas zicht baar en eerst toen de drager daarvan om den hoek van de Linnaeusstraat verdween zag de rechercheur zich genoodzaakt zijn stap te verhaasten teneinde te voorkomen, dat de achtervolgde zich in een der hierop uitloopende zijstraten aan het oog zou ont trekken. Spoedig bleek echter, dat de man aan een dergelijk voornemen zelfs niet scheen te denken. Hij liep thans weer veel langzamer en gunde zich zelfs den tijd zoo nu en dan voor een etalage te blijven staan. Herhaaldelijk keek hij daarbij- de straal af, alsof hij iets verwachtte, totdat hij plot seling overstak naar een vluchtheuvel voor trampassagiers. De rechercheur lachte inwendig. In de verte naderde een wagen van lijn 9, waar mee zijn slachtoffer ongetwijfp' zijn tocht wenschte te vervolgen. Daardoor echter zou zijn taak als achtervolger niet onbelangrijk worden verlicht, want ten slotte was de man nergens gemakkelijker in het oog te houden dan vanaf het achterbolcon van een tram. Spoedig bleek echter, dat de rechercheur te vroeg had gejuicht, want juist toen de wagen remde, zag hij den onbekende een beweging maken, alsof hij iets in zijn zak ken zocht, waarna hij zich plotseling om draaide en haastig de straat weer terugliep in de richting, vanwaar hij zooeven geko men was. Het kleine intermezzo, de geheele hou ding van den man, sprak voor zichzelf. Hij scheen iets vergeten te hebben en spoedde zich thans terug om dat te halen. De re chercheur verwonderde zich dan ook aller minst, toen hij zich genoodzaakt zag den zelfden weg te gaan, welke hij slechts eeni- ge minuten geleden eveneens had afgelegd tot de woning van de verpleegster, waarin de man, na een oogenblik in het portiek getoefd te hebben, verdween. De rechercheur troostte zich met de ge dachte, dat het opnieuw betrekken van zijn wachtpost vermoedelijk slechts een kwes tie van eenige minuten zou zijn. Doch hier in werd hij telurgesteld. minuten wer den een kwartier, het kwartier een half uur en toen de avond begon te vallen, was de man nog steeds niet uit het huis te ruggekeerd. Met het verstrijken der minuten, daalde de stemming van den wachter aan den overkant, wiens positie inderdaad verre van benijdenswaardig was. Met Inspecteur Sanders had hij afgesproken, dat deze, wan neer hij om 6 uur nog niet op het hoofd bureau was teruggekeerd, een mannetje naar 't perceel in de 2e Oosterparktsraat zou zenden, die hem dan zoo noodig zou kunnen aflossen Het liep nu reeds beden kelijk naar dat uur en nog steeds had de verdachte bezoeker zich niet ten tweeden male laten zien. Zou nu ten slotte blijken, dat hij hier den geheelen middag voor niets had gestaan; was dat het eind van de eervolle opdracht, waarvan hij zich zoo veel had voorgesteld? Zou ten slotte dan nog een ander met de eer gaan strijken? Deze en dergelijke vragen speelden den rechercheur door het hoofd, terwijl hij zich afvroeg, of de man wellicht kans zou heb ben gezien langs een anderen weg het huis te verlaten. Doch die veronderstelling kon hi) gerust laten varen Amsterdamsche bo venhuizen als deze boden geen anderen uitgang dan door de voordeur, tenzij men zich aan de achterzijde met een touw uit het raam zou laten zakken. Bij een der gelijke hoogte beteekende dat echter een halsbrekend werk, hetwelk bovendien wei nig resultaat beloofde, omdat men het in het uiterste geval slechts tot den tuin van den benedenbuurman zou kunnen brengen, die dan voor een dergelijke klauterpartij zeker zou worden gealarmeerd. Een ach teruitgang telden deze huizen, die met tui nen aan elkaar grensden, evenmin, zoo dat hij toch zou moeten zoeken. Neen, men zou hem bezwaarlijk" kunnen verwijten, dat hij zijn plicht had verzaakt, maar dat nam intusschen niet weg, dat de palm der over winning waarschijnlijk door een ander zou worden weggedragen. Slechts de stille hoop bleef hem. dat ook de man, die hem moest aflossen, geen succes zou hebben, maar die mogelijkheid was al zeer gering, omdat de gezochte toch eens uit het huis te voorschijn zou moeten komen. In ieder geval zou hij verzoeken do bewaking van het perceel opnieuw aan hem toe te ver trouwen. wanneer het posten zou worden voortgezet. (Wordt vervolgd). Z. Exc. minister prof. dr. Ir. H C. J. H Gelissen bracht Donderdag een bezoek aan zijn geboorteplaats Venlo, waar hem door burgemeester Berger een boekwerk, .De geschiedenis van Venlo", werd aangeboden Het déraillement van den sneltrein Parijs Hendaye had enkele kilo meters voor Dax plaats De nieuw benoemde Japansche gezant, Z. Exc. Kuwashima (2e van rechts zittend), tijdens een bijeenkomst ten huize van den Consul-Generaal van Japan te Batavia, waar hij op door reis naar Nederland een bezoek bracht Ter gelegenheid van het een-jarig bestaan van het eskadron pantserwagens werd Donderdag te den Bosch een défilé gehouden voor den burgemeester, mr. F. van Lanschot druk gewerkt. De kronen voor de masten op de Mali zijn gereed Minister De Wilde bracht Donderdag een bezoek aan den Bosch ter be zichtiging van de veemarkthallen en de nieuwe viaducten Een der deelnemers aan de steeplechase voor manschappen der Engelsche artillerie in Sandown Park kwam met zijn viervoeter te vallen. Hierboven het onfortuinlijke moment

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1937 | | pagina 9