ue moeilijkheden in land-en tuinbouw VRIJDAG 2 APRIL 1937 DE LEIDSCHE COURANT TWEEDE BLAD - PAG. 7 EERSTE KAMER Vergadering van gisteren. Voortgezet wordt de behandeling van de begrooting van Landbouw en Visscherij en van de begrooting van het Landbouwcrisis fonds '37. De heer DE MARCHANT ET D'ANSEM- BOURG (Nat. Soc.) oefent critiek op het slechte landbouwbeleid der regeering, dat precies past in het zoo zeer aangebeden systeem van de helft plus een. De nood onder de kleine boeren is zeer groot. De pluimveehouders hebben veel te veel bij te dragen in de verschillende cri sisheffingen. De controle-ambtenaren zijn niet vol doende deskundig. De boeren worden on derworpen aan allerlei dwangmaatregelen, volkomen in strijd met de vrije mentaliteit van de boerenbevolking en van de tuinders, die gedwongen worden, zich in allerlei op zicht te onderwerpen aan de bepalingen der veilingbes turen Onze agrarische uitvoer naar Duitschland is vastgeloopen tengevolge van het geld verkeer, dat men op den voorgrond heeft gesteld in de plaats van het ruilverkeer. Het vastloopen van ons geldverkeer heeft ons land aan den rand van den afgrond ge bracht. Onze handel met Duitschland, die door het internationale geldverkeer is vast geloopen, moet weer worden uitgebreid. Duitschland gebruikt per hoofd, zooals de heer Van Rappard heeft aangetoond, niet alleen meer boter dan Nederland, maar heeft bovendien de kanonnen die hier ont breken. Dit is typeerend voor onze regee- ringspolitiek. Spr. zal tegen deze begrooting stemmen, zooals tegen de meeste andere begrootin gen dezer regeering. De heer RUIJTER (RJC.) is niet zoo pes- eimistisch als vorige jaren bij het beschou wen van de landbouwtoestanden. De regee ring is voornemens, met de landbouwcrisis- maatregelen van de centralisatie tot de centralisatie over te gaan en spr. juicht dit toe. Handhaven de graanprijzen zich, dad' zijn we op dit punt uit moeilijkheden en dan hebben we een hecht plechtanker, dat zoo veel mogelijk door de regeering verstrekt moet worden. De teeltregelingen blijven echter nog be staan en dit bevriezend systeem kan niet bestendigd worden. Vele boeren leeren steunen op de overheid en dat mag niet worden aangewakkerd. Inzake de margarine-conventie bewon dert spr. het optimisme van de regeering. Spr. dringt erop aan, dat de minister de bestaande conventies blijft bekijken met 'de grootste zorg, opdat het Nederlandsche volk niet den indruk krijgt, dat het voor bepaalde doeleinden geld opbrengt, dat in strijd met de bedoeling ten goede komt aan de groot-industrie. Komt er niet meer geld op de clearing beschikbaar voor tuinbouwexport naar Duitschland? Kan de reserve aan rente niet beschikbaar worden gesteld of kan men niet desnoods op crediet leveren? Men zal zeg gen, dat men het dan kwijt is, maar als de producten hier vernietigd worden is men ze ook kwijt. MINISTER DECKERS ANTWOORDT. De MINISTER VAN LANDBOUW EN VISSCHERIJ, de heer DECKERS, geeft toe, dat er een massa crisismaatregelen zijn. De communis opinio is, dat ze afgeschaft moe ten worden, doch wie belang stelt in het lot van den landbouw weet, dat ze nog niet gemist kunnen worden. Tegenover crisis-ambtenaren, die hun plicht niet doen, worden maatregelen ge nomen. Het werk der overgroote meerder heid dezer ambtenaren stemt.echter tot volle tevredenheid. Het is duidelijk, dat de boer de beperking zijner vrijheid niet aan genaam vindt. Meer en meer dringt echter het besef door, dat de cri sismaatregelen in het belang zijn van zijn bedrijf. Het is als met een verkeersagent. Men vindt het niet aangenaam als men door hem wordt opgehouden, maar zijn in grijpen ia in het algemeen belang. Zoo is het ook met de crisismaatregelen ih, Nederland. In geen land ter wereld wordt zooveel op dit gebied gedaan als hier .te lande. Desondanks heeft de landbouw het nog moeilijk, maar de boer heeft hier heel wat meer vrijheid dan in een land, op welks gunstige om standigheden de heer De Marchant et d'Ansembourg heeft gewezen. Deze afgevaardigde wil bovendien onze grenzen voor landbouwinvoer sluiten en tegelijkertijd onzen ex port bevorderen, maar geen onder handelaar zal op deze eenzijdige basis succes hebben. (Vroolijkheid). Spr. gelooft, dat de maatregelen voor de varkensteelt bevredigend hebben gewerkt. De minister gelooft niet, dat voorshands een teeltregeling voor varkens kan worden gemist. Voordat de regeering in greep was de situatie zelfs zoodanig, dat een boerenjongen een boerenmeisje twee van de mooiste biggen gaf voor een zoen. (Gelach). De heer BLOMJOUS (R.K.): Dat is een ideaalstaat. (Vroolijkheid). T.a.v. de kleine boeren wordt er niet wei nig demagogie bedreven. Hun nooden heb ben voortdurend de aandacht van de re geering. De Minister wyst op het verschil tus- schen het gezin en het bedrijf. Het laatste levert gelukkig voldoende voedsel voor het gezin op, zoodat men met de waarheid ge lukkig in botsing komt als men van zwar te armoede spreekt. Met het bedrijf staat het anders. Daar heerscht inderdaad een noodtoestand en spr. hoopt, dat de speciale dienst voor klei ne boeren hier hulp zal brengen. Wat de tewerkstelling op eigen bedrijf betreft zegt de minister, dat hij het zou betreuren als kleine boeren in de werkver schaffing zouden komen, waar ze eigen lijk niet thuis hoeren. Er zijn er echter ve len onder, die ook voor de crisis gedeelte lijk als arbeiders werkzaam waren, maar nu in den optocht der kleine boeren mee- loopen. Spr. heeft alles gedaan om de kleine boe ren te helpen, maar er zijn bedrijfjes, die zoo diep in de schulden zitten, dat ze niet meer te helpen zyn. Men kan in dezen tijd van de regeering niet verlangen, dat ze al deze bedrijfjes in stand zal helpen houden. Tegenwoordig is nooit meer iets het gevolg van gebrek aan vakkennis, van verkwisting, van slordigheid van de huisvrouw, maar alles van de crisis. De heer Van Rappard heeft er op gewe zen, dat de uitvoer van zuivel naar Duitsch land is afgenomen, terwijl die van Dene marken naar Duitschland bijna is verdub beld. Nu kan men onze verhouding tot Duitschland niet vergelijken met die van Denemarken, dat uitsluitend agrarisch land is, terwijl wij ook rekening moeten houden met onze industrie. De regeering heeft al het mogelijke gedaan om den uitvoer van landbouwproducten te bevorderen, maar bij export-onderhandelingen zijn er altijd twee partijen. Spr. is verheugd over de belangstelling voor het voorontwerp Landbouwordenings- wet. Hij was eenigszins teleurgesteld, dat de heer Kolff over luchtkastselen heeft ge sproken. Hij dacht, dat het juist een kolfje naar diens hand zou zijn. Eigenlijk is het een decentralisatiewet, maar de naam or- deningswet werkt op sommige afgevaardig den als een roode lap op een bepaald agra risch wezen. (Vroolijkheid). Immers blykt het streven naar decentralisatie van de uit voering der landbouwcrisismaatregelen vrij algemeene instemming te hebben. Ten opzichte van den tuinbouw heeft spr. het mogelijke gedaan, ook wat betreft den export. In persoonlijke gesprekken heeft spr. wel degelijk waardeering uit tuinders kringen gehoord, voor wat de regeering deed. Men moet niet alleen afgaan op mo ties en massa-requesten. Wat de verhouding tussohen boter en margarine betreft, zal spr. nauwkeurig na gaan, hoe de omstandigheden zijn en daar van zal hij het laten afhangen, of en zoo ja, welke maatregelen er genomen moeten worden. Het begrotingshoofdstuk IX (Landbouw en Visscherij) wordt in stemming gebracht en aangenomen met 30 tegen 2 stemmen. Tegen stemmen de beide nationaal-socialis- ten de Marchant et d'Ansembourg en Van Vessem. De begrooting van het Landbouwcrisis- fonds 1937 wordt z. h. s. goedgekeurd. De vergadering wordt verdaagd vermoe delijk tot Dinsdagavond a.s., om half negen. Inkomens en vermogens 1935-1936 In de zoo juist verschenen „Statistiek der inkomens en vermogens in Nederland 1935/1936" wordt voor elke gemeente het aantal aangeslagenen in de inkomsten- en de vermogensbelasting, het bedrag hunner inkomens en vermogens en het gemiddeld inkomen en vermogen per aangeslagene vermeld. Voor gemeenten boven 20.000 inwoners, voor de provinciën en het rijk worden in de inleiding van genoemde statistiek de aangeslagenen in de inkomsten- en vermo gensbelasting reeds in enkele groepen ver deeld in verband met de hoegrootheid hun ner inkomens en vermogens. Uit deze cij fers blijkt onder meer, dat 4,84 pet. van de aangeslagenen in alle gemeenten teza men een inkomen heeft van ƒ5.000 of meer. In Kerkrade is dit cijfer slechts I.17 pet., terwijl dit voor Bussum 14,09 pet. bedraagt. Op dezelfde wijze blijkt, dat II,82 pet van de aangeslagenen in alle gemeenten tezamen een vermogen heeft van ƒ100.000 of meer, terwijl dit voor Vlissingen het geval is met 4,90 pet. en voor Rh eden met 23,89 pet. De groote verschillen in de draagkracht van verschillende bevolkingsgroepen blij ken ook hieruit.,' dat in de 6 ge meenten met meer dan 100.000 inwoners, waarin 26,75 pet. der totale bevolking is gevestigd, respectievelijk 38,95 pet. van het totaal-inkomen en 32,67 pet. van het totaal-vermogen is geconcentreerd, terwijl in de 389 gemeenten van minder dan 2.001 inwoners, waarin 5,60 pet. der totale be volking is gevestigd, dit het geval is met 3,08 pet. van het totaal-inkoipen en 4,49 pet. van het totaalvermogen. Aan het slot der inleiding zijn eenige grafieken opgenomen, waarin voor elk der jaren 1920/1921 tot en met 1933/1936 tot uitdrukking is gebracht het aantal aange slagenen voor inkomens van minstens 100.000 en voor vermogens van minstens 1 millioen, alsmede het gemiddelde in komen en vermogen per aangeslagene. De aandacht moge er op gevestigd wor den, dat in de hierboven besproken sta tistiek alleen gegeven, voorkomen betref fende natuurlijke personen, die na vermin dering met den kinderaftrek primitief aan geslagen zijn voor een inkomen van min stens 800 of een vermogen van minstens 16.000. Alle kleinere inkomens en ver mogens, de door navordering van belasting getroffen inkomens en vermogens, alsme de die, welke door de belastingplichtigen verzwegen zijn, zijn dus voor deze statis tiek buiten beschouwing gebleven, zoodat 't niet juist is aan de gepubliceerde belas tinggegevens beschouwingen te verbinden omtrent het nationale inkomen en vermo gen. zonder dat meer of minder globale schattingen zijn gemaakt van die gedeel ten ervan, die buiten de belasting zijn gebleven. Door enkele deskundigen zijn voor en na daaromtrent ramingen gemaakt. Zoo werd door dr. O. Bakker in de pu blicatie „Onderzoek van het centraal bu reau voor de statistiek naar den invloed van het arbeidsloon op den kostprijs der producten" het nationaal inkomen over het kalenderjaar 1929 geschat op 5.750 mil- iioen en het nationaal vermogen op 25 milliard. Voor enkele volgende jaren zijn door dr. O. Bakker overeenkomstige schat tingen gemaakt, die hieronder met die over 1929 zijn vermeld. Daarnaast is telkens van de over deze jaren in de belasting vallende inkomens melding gemaakt, belaste inkomens volgens de inkom- kalender- stenbelasting in geraamd jaren millioenen guldens nat. inkomen 1929 4.367 5.750 1930 4.206 5.400 1931 3.657 4.880 1932 3.157 4.350 1933 3.042 4.270 1934 2.828 4.050 KERXNiEUWS NIEUWE ABT VAN TONGERLOO GEKOZEN. Prof. dr. E. Stalnians, opvolger van Mgr. Lamy. TONGERLOO, 31 Maart 1937. Midden in het stille Kempische land ligt zon-overgoten de groo.e Abdij van Ton- gerloo, eeuwenlang een brandpunt van cul tuur en beschaving, a waaruit een stroom van weldaden over België en Nederland is uitgegolfd. De serene stilte, die den be- zoexer hier steeds weldadig overvalt, is thans door een ongewone drukte verstoord. Vandaag heeft immers de verkiezing plaats van den nieuwen Abt van Tongerloo, de opvolger van den Hoogeerw. Heer Dr. H. Lamy, die onlangs na een lang en zegenrijk bestuur om gezondheidsredenen ontslag had gevraagd uit zijn zwaar en verant woordelijk ambt. Berijpelijker wijze bestond er in en buiten de Abdij veel belangstelling voor deze gewichtige gebeurtenis. We bemerk ten o.m. binnen de oude muren Mgr. Crets, Abt van Averbode en Generaal Abt der Orde, die bij de verkiezing voor den nieu wen abt als voorzitter zou fungeeren. Ver der de Hoogeerw. H -er Hoppenbrouwers, Abt van Grimbergen en de HoogEerw. Heer Bauwens, Abt van LeffeDinant, de HoogEerw. Heer dr. Hub. Noots, Procura tor Generalis der Orde te Rome, de Hoog Eerw. Heer G. Toner, Tithlair Abt en Prior der Missie in Engeland, uit Manchester. Uit Nederland waren aanwezig de Hoog Eerw. E. Derikx, Deken van Roosendaal, en de HoogEerw. Heer H. van Proost van het Smt Catharinadal te Oosterhout en vele andere vrienden der Orde. Ook de afgetreden Abt Mgr. dr. Hugo Lamy in wiens gezondheidstoestand een aanmerkelijke verbetering is ingetreden was voor de verkiezing van zyn opvolger aanwezig. Onder de Plechtige H. Mis, die met al den luister der Norbertynsche Liturgie werd opgedragen, werd het Licht van den H. Geest afgesmeekt, teneinden den beste en meest waardige als Abt van het klooster aan te wijzen. Na de viering der H. Geheimen trokken de kloosterlingen zich terug in de prachti ge gerestaureerde kapittelzaal, waar in vol komen afzondering van de overige leden der kloostergemeenschap en buitenwereld de keuze plaats vond. Onder de vele nieuwsgierigen en onder de jongere fraters die nog niet aan de keu ze konden deelnemen heersohte begrijpe lijkerwijze een groote spanning. Er werden zelfs verschillende namen ge noemd, zooals van Mgr. Vanuytven Apos tolisch Vicaris van de Missie in Congo en van Mgr. Dr. Hub. Noots, Procurator der Orde in Rome, doch van welingelichte zij de gaf men ons aanstonds de verzekering, dat deze beide, overigens zeer serieuse can didates door Rome niet zouden worden af gestaan, daar hun plaatsen thans zeer moei lijk door anderen te vervangen zouden zijn. Even na het middaguur werd officieel bekend gemaakt dat tot Abt der Abdij van Tongerloo was gekozen de HoogEerw. Heer Prof. Dr. Emilius Stalmans, thans Assis tent van den Procurator der Orde te Rome. De nieuwe Abt van Tongerloo werd ge boren in Neerpelt op 20 Maart 1898. Hij werd gekleed 15 October 1916 en geprofest op 16 October 1913. Op 8 September 1922 ontving hij de H. Priesterwijding. Hij doc toreerde in de H. Godgeleerdheid aan de Gregoriaansche Universiteit te Rome. Na het voltooien van zijn studiën werd hij be noemd tot Professor in de Abdij van Ton gerloo, waar hij een werkzaam aandeel had, eerst in de wetenschappelijke oplei- ding en later als Novicenmeester, ook in de geestelijke vorming van de jeugdige fra- tesr der Abdij. Sedert October 1933 was hy belast met de geestelijke leiding van het Convict in GEMEENTERAAD VAN ZEVENHOVEN De Raad dezer gemeente kwam gisteren in openbare vergadering bijeen; afwezig de heer Blom. Voorz. burgemeester W. J. Bocxe. De minister van Sociale Zaken beschikte afwijzend op het verzoek om voor het ge- heele jaar de loonnorm voor werkloozen- steun op 16 te stellen; dit blijft onveran derd 14 en 15 voor de winter- en zo mermaanden. Dit is voor den heer v. Veen aanleiding te vragen wanneer de zomermaanden be ginnen; hij stelt voor dit vanaf nu te be schouwen, omdat de kolentoeslag deze week ook vervalt. De voorz. kan zich daar mede vereenigen en vult het aan in dien zin, dat ze eindigen zoodra de kolentoe slag weer mag worden uitgekeerd, tenzij men aan Sociale Zaken een andere rege ling heeft; alle leden vereenigen zich hier mede. Een verzoek om ƒ60 voorschot op zijn werkloozensteun om een handel te begin nen van P. H. wordt afgewezen, omdat dit niet op den weg ligt en bovendien niet geoorloofd. Een verzoek van D. de Gr. om meerdere onderstand of verplegingskosten in een sa natorium wordt ter afdoening in handen van B. en W. gesteld; hulp zal zoo mogelijk worden verleend. Het rapport van den keurings-waren- dienst en het jaarverslag van de Cie. tot wering van schoolverzuim worden voor kennisgeving aangenomen. De begrooting 1936 wordt gewijzigd in verband met een schrijven van G. St. in verband met de rekening 1935. Nieuwbouw toren gegund aan den laags ten inschrijver. De voorz. deelt mede, dat nieuwbouw van den toren moest worden aanbesteed, zoo als gisteren dan ook is gebeurd; de gun ning is zooals bepaald aan den Raad voorbehouden. Nu doet zich door de enorme prijsstij ging van verschillende materialen het feit voor, dat de laagste inschrijver C. van Dijk en Zn. te Nieuwveen voor 13980 nog ƒ1130 uitgaat boven de verwachte uitgaaf, die bestaat uit een geldleening onzerzijds en een bijdrage van de N. H. Kerkvoogdij anderzijds. In een bespreking met dit college, is eenstemmig de meening uitgesproken, dat de uitvoering toch moet doorgaan, gezien vooral ook het toenemende gevaar van instorting, en aannemende, dat de prijzen binnen afzienbaren tijd weer niet naar het vroegere peil teruggaan; over de meerdere kosten hebben B. en W. overeenstemming bereikt, en wel de Kerk en Gemeente resp. 225 en 875. Blijkens telefonische informatie kan het geldleeningsbesluit worden gewijzigd, en is de geldgeefster bereid het meerdere op dezelfde voorwaarden te leenen. Daarom stellen B. en W. voor: a. de geld leening met ten hoogste ƒ875 te verhoo- gen; b. maximaal ƒ225 méér van de Kerk voogdij te aanvaarden; c. na toezegging daarvan door de Kerk, den bouw te gun nen aan den laagsten inschrijver C. v. Dijk te Nieuwveen. Alle leden besluiten hiertoe. Het kohier voor de hondenbelasting 1937 wordt vastgesteld; evenals de pensioens grondslag voor den ambtenaar van den Burg. Stand, belast met de voltrekking van huwelijken en van den klokluider bij be grafenissen. Wijzigingen in de begrooting. De gemeente-begrooting 1937 is terug ontvangen van Ged. Staten nadat daar over overleg met de regeering is gepleegd: in verband hiermede moeten allereerst enkele ontvangstposten gewijzigd worden (verhoogd), terwijl het nadeelig slot 1935 wordt verlaagd in verband met intussc'nen gewijzigde rekening over dat jaar. Voor de vergoeding ingevolge art. 101 L.O. wet is naar gelijksoortige gemeenten aangehouden ƒ11 per leerling; geëischt wordt 10; aan de hand van de wijze, waarop dit hier is vastgesteld, wordt er nog niet voor gevoeld tot 10 te verla gen; blyft dan ook onveranderd. Aan de administratieve aanmerkingen wordt verder tegemoet gekomen; dit is van weinig invloed op de eindcijfers. Enkele nieuwe uitgaven dienen verder te worden toegevoegd; deze betreffen o.a. lidmaatschap vereen, luchtbescherming, bevolking met het oog op de aanwijzing onzer gemeente voor het persoonsregister; steun B naar een gemiddelde van 16 werk- loozen a 5.30 wordt toegevoegd; rente en aflossing voor den torenbouw eveneens, alsmede voor de distributie van onver mengde margarine, gehakt in blik enz. een vaste jaarl. belooning, terwijl voor den volontair, belast met steunverleening en werkverschaffing 50 wordt uitgetrokken, en de wedde van den agent der arbeids bemiddeling met 20 wordt verhoogd. Bij de rondvraag informeert de heer v. Veen naar de ondersteuning aan tuinders, die z.i. behooren te worden gesteund; de voorz. zet uiteen hoe B. en W. dit deze week geregeld hebben. De heer de Groot vraagt verbetering van het z.g. Balkjespad; de voorz. antwoordt, dat een en ander juist besproken is. De heer J. Slingerland informeert naar de reden van weigering van onderstand aan Jan Vork; de voorz. zegt, dat dit zaak van B. en W. is; hy is echter wel bereid mede te deelen, waarom tot tweemaal toe onderstand is geweigerd, omdat dit een geval is, dat gerust eens aan de openbaar heid prijs gegeven mag worden; de zoon van V. heeft den voorz. meegedeeld „geen zin meer te hebben om bij dien boer te blijven werken", een andere zoon heeft aan geboden werk geweigerd, zoodat men daar door per week ƒ26 loon mist; hier is steun dus geheel misplaatst; alle leden blijken het door B. en W. ingenomen standpunt op prijs te stellen; weth. v. d. Weijden zegt, 't aangenaam te vinden, dat uit den Raad deze vraag is gesteld en hij dankt den voorz. voor zijn beriedwilligheid de inlich tingen te hebben gegeven. De voorz. deelt ten aanzien van de be noeming van een controleur voor de steun verleening mede, dat dezer dagen een op roep wordt geplaatst; de gemeentebestu ren van Ter Aar, Nieuwkoop en hier zul len later beslissen. Ten aanzien van het kroozen der Ring vaart deelt de voorz. mede, dat B. en W. zich weer tot Ged. Staten hebben gewend, omdat polder Nieuwkoop de in 1935 ge dane keurwijziging heeft ingetrokken, en er op het oogenblik dus geen enkele be paling omtrent het kroozen enz. is, Er kwam nog geen antwoord in. Rome, waar hij tevens den Procurator der Orde terzijde stond. De nieuw gekozen abt is een zeer sympa thiek figuur die zoowel in als buiten de Abdij in hoog aanzien stond en van wien een sterke invloed zal uitgaan in het ryke en gevarieerde leven dezer Abdij, die in de schoonheid van haar Kempische een voud de zware verantwoordelijkheid van haar eeuwenoude traditie zal voortdragen in de angstige dagen der nieuwe tijden. NIEUW SEMINARIE TE ENSCHEDE. Van de Paters Kapucijnen. De Paters Kapucijnen zijn voornemens een tweede Seminarie te openen. De toene mende werkzaamheden in het vaderland en de vraag om Missionarissen voor de bloeiende missiën op Borneo en Sumatra maken dit wenschelijk. Zoo noodig zal nog in dit jaar, juist nu het Seminarie te Lan- geweg zijn gouden feest hoopt te vieren, met de uitvoering van het plan begonnen worden. Voorloopig -ral dan een gedeelte van het nieuwe klooster te Enschede voor dat doel worden benut, en zullen daar de twee eerste klassen als parallelklassen wor den ondergebracht. Reeds werd de toe stemming van Z. H. Exc. den Aartsbisschop verkregen. VEERTIGJARIG PRIESTERFEEST. Paters Franciscanen. Zaterdag 3 April zullen hun 40-jarig Priesterschap herdenken de paters Min- dersbroeders: P. Benjamin Hoefnagels in het klooster te Maastricht, P. Urbanus v, d. Akker in het klooster te Megen, P. Gon- dulphus Bruekers, Vicarius van het kloos ter te Ophoven-Sittard, P. Werenfridus Neefjes, Missieschool St. Willibord te Kat wijk, P. Martinus Tiesselinck, Pastoor Miss. te Cordisburgs (Braz.), P. Leopold v. Winkel, Past. Miss. te Cascadura (Braz.), P. Gervasius Notmeijer in het klooster te Bleijerheide, P. Wilhadus v. d. Boezem kap. te Woerden en P. Marcellus v. d. Kooy in het klooster aldaar, P. Gummarus Corne- lisse in het klooster te Alverna-Wychen. VLOOTAALMOEZENIER SCHIMMEL. Bij K. B. is met ingang van 1 April 1937 benoemd tot vlootaalmoezenier in vasten dienst de weleerw. pater G. Schimmel, thans kapelaan te Rotterdam. KLOOSTER DER FRANCISCANEN TE DRACHTEN. Het klokje van het Minderbroederskloos ter, van het eerste Katholieke kerkje, dat hier midden in een louter-protestantsch gebied, zoo groot als een provincie, ver rees, het klokje boven het eerste tabernakel luidde gistermorgen vroeg over de roode pannendaken van Drachten. En er togen menschen naar het warm- roodbaksteenen gebouw, waar de hoog eerw. Pater Honoratus Caminada O.F.M., provinciaal der Minderbroeders, geassis teerd door zyn secretaris, Pater Praes. van Leusden, den Pater Overste van Drachten, Pater de Hart reeds om half acht de in wij- dings-plechtigheden der kapel had aange vangen. Daar kwamen de zangers van Hee renveen, de pastoors van Bolsward, Frane- ker, Veenhuizen de naaste buren van de Paters de plaatselijke notabelen, de ge deputeerde van Drachten, de weled. gestr. heer G. Boelens, vergezeld van zijn katho lieken collega uit Lemmer, den heer S. W. de Jong. En het heele gemeentebestuur trad ten slotte de prachtige met bloemen ver sierde kerk binnen, nam plaats tusschen de heldere muren tegenover het stille gulden tabernakel, opzij waarvan 'in breede bron zen schalen het Godslicht brandde en woon de de H. Mis bij, in groot ornaat opgedra gen door Pater Provinciaal, met assistentie van de Paters Regalatus Hazebroek, als praesb.-assistens, Paulus Stein en Baldui- nus de Goede als diaken en subdiaken. Praes. van Leusden als ceremoniaris en Angelus Stokman en Rudolphus Pan als cantors. Tijdens de H. Mis hield Pater Honoratus Caminada een korte predicatie. Na de H. Mis begaven allen zich naar de groote spreekkamer in het gasten-kwar- tier, waar een zwart-marmeren gedenk steen, het feit dezer inzegening vermel dend, door pater Overste werd onthuld. Hierbij sprak de burgemeester, de Edel achtbare heer J. Kuite, met groote waar deering over het werk der Paters. Nu met de stichting van dit klooster het katholi cisme in dit gewest een officieele plaats heeft gekregen, wenscht hij het gaarne toe, dat het meerdere kerken en meerdere wer ken als deze moge stichten. Pater Honoratus Caminada dankte namens de Franciscaner provincie allen, die tot de stichting van dit klooster medewerkten ook de pers en ging vervolgens, nadat de aanwezige dames waren vertrokken over tot de inzegening van het klooster zelf. dat sindsdien onder het slot staat.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1937 | | pagina 7