STADS
NIEUWS
DAGBLAD VOOR LEIDEN EN OMSTREKEN
Bureaux: PAPENGRACHT 32, LEIDEN
28ste Jaargang
WOENSDAG 24 MAART 1937
No. 8681
S)e GeidóefieSoti/fco/itt
DE ABONNEMENTSPRIJS bedraagt bij vooruitbetaling:
Voor Leiden 19 cent per weekj 2.50 per kwartaal
Bü onze Agenten 20 cent per week 2.60 per kwartaal
Franco per post f 2.95 kwartaal
Het Geïllustreerd Zondagsblad is voor de Abonné's ver
krijgbaar tegen betaling van 50 cent per kwartaal, bij
vooruitbetaling. Afzonderlijke nummers 5 cent, met
Geïllustreerd Zondagsblad 9 cent.
TEL. INT. ADMINISTRATIE 935, REDACTIE 15 II
GIRONUMMER 103003, POSTBUS No. 11
DE ADVERTENTIEPRIJS BEDRAAGT:
Gewone Advertentiën 30 cent per regel
Voor Ingezonden Mededeelingen wordt
het dubbele van het tarief berekend.
TELEFOONTJES van ten hoogste 30 woorden, waarin be-
betrekkingen worden aangeboden of gevraagd, huur en
verbuur, koop en verkoon: 0.50
Dertig Zilverlingen
Witte Donderdag, zeggen de menschen:
(het moet beteekenen „blijde" Donderdag en
er hamgt inderdaad een blinkend waas van
feestelijkheid over deze schitterwitte scha
kel in den ring van het kerkelijk jaar. Het
kerkelijk jaar is geheimenis en vreugde,
een schoot van licht, waaruit ons zonder
ophouden goddelijke seinen geworden, ge-
dachtenisteekens aan wat was en niet ver
ging en wat zijn zal, eens, in volkomen
heid. Soms wordt het licht dieper en over-
stelpender: het zijn de dagen, waarin de
hoogtepunten naar buiten treden en het
leven meer dan ooit gedrenkt wordt in god
delijke glansen. Zoo'n hoogtepunt is Witte
Donderdag, het is de dag van de onzegbare
teederheid, de niet te bevroeden liefelijk
heid, de dag van het allerinnigste, de Lief
dedag zelve. Wij stroomen in drommen
naar de Tafel, die niet meer van deze aarde
is. Daar staat de Meester, daar hooren wij
de goddelijke woorden.
„Dit is Mijn Lichaam".
„Dit is de Kelk van Mijn Bloed".
„Ziet het Lam van God, Dat wegneemt de
zonden der wereld".
„Het Lichaam van Onzen" Heer Jezus
Christus beware Uwe ziel tot eeuwig
Leven".
Dit is het hoogste uitstroomen van de
Liefde, de volkomen overgave, God, Die ons
zoekt, Die ons veroveren en bezitten wil.
En Hij geeft ons een nieuw gebod, Zijn
gebod: „dat we elkander zouden liefhebben,
zooals Hij ons heeft liefgehad". Wij keeren
terug naar onze huizen, één geworden in
Hem, Die tot ons kwam en Die in ons leeft,
wij de vélen één lichaam. Waar Liefde en
Minne heerscht, ja daar is God!
Maar over de diepe vreugde van dezen
goddelijken lentedag valt, toch een sluier
van weemoed, omdat de Liefde op haar
hoogtepunt, de Liefde „tot het uiterste"
voor dertig zilverlingen verkocht werd en
verraden. Dat is de spanning van dit ge
beuren, de tegenstelling, waarvoor ons nie
tig verstand tevergeefs naar een oplossing
zoekt, het Mysterie van Gods matelooze
Liefde, geheimenis van enkel Licht, tegen
over het mysterie der ongerechtigheid, ge
heimenis van de zwartste duisternis. Aan
de eene zijde staat Christus, de Liefde zel
ve, Die tastbaar en zichtbaar werd en zóó
ver ging. dat Hij in volle overgave het
zoenoffer wilde zijn voor de zonden der
wereld, aan de andere zijde doemt de meest
tragische figuur op uit de menschelijke ge
schiedenis, Judas, „mercator pessimus",
zooals de Liturgie hem noemt, die verach
telijke koopman, die voor een geldsom de
Liefde verkocht. „Het was voor dien mensch
heter, als hij niet geboren ware", dit ont
zettende woord van Jezus doet ons heel de
huiveringwekkende diepte van dit mysterie
vermoeden; tot driemaal toe wordt het in
de Liturgie van dezen dag herhaald; het
openbaart ons als in een plotselinge blik
semstraal, dat we ons hier bevinden voor
een strijd tusschen de hemelsche Macht der
Liefde en de helsche machten van onver
zadigbare haat. „De duivel voer in zijn
hart", zegt Sint Jan. Judas was het instru
ment van den vorst der duisternis.
Maar het is niet voldoende, dit Mysterie
van buitenaf zuiver bespiegelend te over
wegen, Wij moeten ons zeiven midden in het
Mysterie plaatsen. Want zelve zijn we ge
roepen, om Christus te zijn. We zijn im
mers Zijn ledematen en moeten het werk
van Zijn Liefde op deze aarde bestendigen.
Broeders, het is om te huiveren, maar zul
len wij niet dikwijls moeten erkennen, dat
wij veeleer Judas waren, omdat we den
Meester voor dertig zilverlingen verkoch
ten? Dertig zilverlingen, dat is onze hoog
moed, waardoor we ons meer lieten leiden
door de bedriegelijke dunk van de men
schen, dan door de waarheid, die uit God
geboren wordt. Dertig zilverlingen, dat is
onze hebzucht. We hebben alleen maar naar
onze winst gevraagd en Christus, onzen
Broeder (want Christus leeft in al onze
broeders) hebben we voor een Judasloon
verraden en verkocht. Dertig zilverlingen,
dat is onze zinnelijkheid. Want, Broeders,
beseffen wij het wel, wij zeiven zijn het
Lichaam van Christus, maar door de be
vrediging van onze vleeschelijke begeer
ten hebben we het lichaam van Christus
overgeleverd aan de machten der hel.
Hoort nu de stem van Jezus op deze aan
grijpende stonde: „Gij zult de vlucht nemen
en Ik ga heen om slachtoffer te worden
voor U". 1). Laffe menschen, die we zijn,
vluchten we weg voor het lijden. Broeders,
laat ons terugkeeren op onze schreden. Niet
de wanhoop van Judas, noch de verlooche
ning van Petrus moeten in deze dagen ons
voorbeeld zijn. Maar laat bns met Petrus
schreien, omdat we de Liefde niet wHden
kennen en volgen wij met Joannes, moe en
trouw en eenvoudig, tot aan den voet van
het Kruis.
Want Zijn Bloed zal vloeien in stroo
men: ook over onze zonden!
Zoeterwoude, 23 Maart '37.
Pater VAN ROOIJEN,
Kruisheer.
1) Vos fugam capietis et Ego vadam
immolari pro vobis. Metten van Witte Don
derdag.
Pauselijke Encyclieken
Onmiddellijk na Zijn encycliek tegen het
Communisme heeft de Paus uitgevaardigd
een Encycliek over den toestand, waarin de
Kerk in Duitschland verkeert. In deze en
cycliek worden veroordeeld theoriën en
practijken, die in het nationaal-socialistisch
Duitschland worden aangehangen en ge
volgd.
Wij zullen achtereenvolgens de voor
naamste passages uit deze encycliek in onze
courant opnemen op heden daarmee be
ginnend.
Maar door de aandacht, welke wij aan
deze encycliek wijden, mag niet in 't minst
worden vergeten de belangrijkheid van de
encycliek tegen het Communisme. Mo
gen beide encyclieken, in goede vertaling,
op ruimen schaal onder het volk worden
verspreid!
Uit beide encyclieken over zulke
hoogst actueele vraagstukken kan
zooveel worden geleerd! Wij moeten God
dankbaar zijn voor de ons geschonken
voorlichting en deze benutten....
Waarom wij deze opmerkingen hier wil
len maken.
Opdat de vluchtig lezende en vluch
tig. denkende en levende mensch aan
deze beide encyclieken toch niet dezelfde
aandacht schenken als aan andere mede
deelingen in de courant; opdat hij deze
encyclieken, zoo gauw hij daartoe in de
gelegenheid is, ernstig leze en overwege!
Wij willen hier even citeeren uit de en
cycliek „Divini Redemptoris" tegen het
Communisme:
Maar de liefde zal nooit ware liefde
zijn, als zij geen rekening houdt met
de rechtvaardigheid. De Apostel leert,
dat „wie den naaste bemint, heeft de
wet vervuld"; en hij zegt waarom;
want Gij zult geen ontucht plegen, niet
dood en, niet stelen, ....en welk ander
gebod dan ook, men kan het in deze
woorden samenvatten: „Gij zult uw
naaste beminnen als u zeiven" (Rom.
XIII 89). Indien dus, volgens den
Apostel alle plichten kunnen worden
teruggebracht tot het ééne gebod van
de ware naastenliefde, dan ook die
plichten, welke tot de strikte recht
vaardigheid behooren, dus niet doo-
den en niet stelen; dan is een naasten
liefde, welke den arbeider zijn loon ont
houdt, waarop hij strikt recht heeft,
geen naastenliefde, maar een ijdel
woord en een zinledige schijn van
naastenliefde. De arbeider behoeft niet
als aalmoes te ontvangen, wat hem
rechtens toekomt. Het is onmogelijk,
zich van de groote plichten der
rechtvaardigheid vrij te koopen door
kleine giften uit medelijden. Liefde en
rechtvaardigheid leggen verplichtingen
op, die dikwijls dezelfde zaak betref
fen, echter onder verschillend gezichts
punt; en de arbeiders zijn, wat de
plichten der anderen tegenover hen be
treft, terecht zeer fijngevoelig uit het
bewustzijn van hun eigen waardigheid.
Wij zouden verder kunnen citeeren
maar wij wilden nu alleen slechts in een
enkel citaat uit de zeer vele, die gegeven
zouden kunnen worden, de klaarheid en
kracht dezer encycliek doen zien.
VOOR IN NOOD VER-
KEERENDE MISSIE VAN MGR.
P. VERRIET OP CURACAO
WAARDE LANDGENOOTEN,
Nog 8 dagen en ik vertrek naar Curasao.
Daar wacht mijn werk, dat ik weer met
groote blijheid ter hand neem temeer daar
zoovelen in Nederland mij geholpen heb
ben.
Ik blijf vertrouwen dat u ons zult blijven
steunen en wanneer het mogelijk kon zijn
dat mijn landgenooten mij 25.000.mee
geven, dan ben ik er zeker van dat ons
werk heel wat gemakkelijker wordt.
Mijn Bisschop, Mgr. P. Verriet, wacht
met spanning op de resultaten, die tot heden
zoo'n goed verloop hebben gehad.
Nog eens de bede: Helpt ons!
Wij kunnen anders niet vooruit.
De goede God zal er U voor zegenen.
H. Joseph, bid voor onze weldoeners.
Naar de 25.000.—!
Giften worden gaarne aangenomen bij
Redactie van dit blad.
Uw dankbare bare Christus:
Pater A. DE BRUIJN O.P.
Pastorie Berg en Dalsche weg 40, Nij
megen. Giro 288575.
Totale ontvangst is 13.106,96.
Door ons is nog ontvangen:
Ter eere van H. Antonius en H. Jo
seph 2 50
N.N., Leiden 2.50
P. H. L., Voorhout 1.
N.N. 1.—
Ter eere van de H. Maagd Maria
en St. Joseph tot intentie voor
zielerust van overleden vrouw
en moeder 2.
Ter eere van de H. Joseph tot ver
krijging van een betrekking 3.
N.N. Bijzondere intëhfle tot den
H. Joseph 1.00
N.N., Oegstfeest 2.00
Wij sluiten Zaterdagmorgen de lijst van
ingekomen giften.
ITALIË EN DE NIET-INMENGING.
PARIJS, 24 Maart. (A. N. P.). De „Ma-
tin" verneemt uit Londen, dat een nieuwe
spanning is ingetreden in de Britsch-Ita-
liaansche betrekkingen tijdens de verga
dering van de niet-inmengings-commissie
bij de bespreking van het terugroepen van
de vrijwilligers uit Spanje.
Bij het begin van de vergadering zag de
voorzitter, lord Plymouth, zich verplicht
Eden mede te deelen, dat de regeering te
Rome vermoedelijk zou weigeren zijn vrij
willigers uit Spanje terug te roepen. Toen
men zich dan op voorste] van den voorzit
ter gereed maakte eeh bijzondere sub-com
missie te benoemen om het vraagstuk te
bespreken, stond Grandi op en zeide:
„Ik kan u verzekeren, dat wat mijn re
geering betreft, dit voorstel niet noodig
is. Geen enkele ïtaliaansche vrijwilliger
zal teruggeroepen worden, zoolang de
burgeroorlog niet beëindigd zal zijn."
Grandi voegde er aan toe, dat volgens
de opvatting van Mtissolini het niet juist
was te spreken over het terugtrekken van
vrijwilligers, omdat de Sovjets weigerden
te spreken over de kwestie van het goud,
dat door de regeering van Valencia naar
het buitenland is gezonden.
Deze houding van den Italiaanschen ver
tegenwoordiger wekte verbazing onder de
overige afgevaardigden. De Fransche am
bassadeur, Corbin, zeide, dat indien dit
werkelijk het standpunt is van de ïtaliaan
sche regeering, het zeer wel mogelijk is,
dat hiermede het lot van de niet-inmen-
gingspolitiek is beslist. Namens de Brit-
sche regeering sloot Lord Plymouth zich
geheel bij deze woorden van Corbin aan.
Hij voegde hieraan toe, dat hij zich ge
noodzaakt zag zijn regeering onmiddellijk
hiervan in kennis te stellen.
Vervolgens vroeg de voorzitter den
Duitschen vertegenwoordiger von Ribben-
trop, zijn meening. Deze zeide, dat hij de
ongerustheid van de afgevaardigden niet
goed begreep. Wat hem persoonlijk ver
baasde was, dat een zoo belangrijke kwes
tie als de vrijwilligers niet eerder was be
sproken en hij zag het nut van een bijzon
dere sub-commissie niet in.
Sprak Grandi namens zijn
regeering?
Uit Londen wordt verder vernomen, dat
Grandi zijn verklaring niet heeft afgelegd
namens zijn regeering, doch dat hij zuiver
zijn persoonlijke meening weergaf. Toch
wekten zijn woorden een hevige reactie.
Men besloot evenwel de woorden van
Grandi niet op te nemen in het communi
qué van de vergadering en in de omgeving
van de commissie uitte men den wensch,
dat deze uitlating niet in de pers zou wor
den besproken.
De wereld
in vogelvlucht
Het Pauselijk protest tegen de schendin
gen van het Concordaat door de Duitsche
regeering heeft geleid tot een protest van
Berlijn bij den H. Stoel. Verder wordt ge
meld, dat de Duitsche regeering opzegging
van het Concordaat overweegt. Verder is
er nog niets bekend over de houding van
Berlijn in deze kwestie. Wel eigenaardig
is, dat de ïtaliaansche pers zoo karig is
in haar vermelding van het Pauselijk pro
test en nog grooter plaats inneemt voor
het dwaze artikel van de „Völkische
Beobachter". Rome wil blijkbaar thans tot
eiken prijs goede maatjes blijven met Ber
lijn.
De houding van Italië is trouwens wel
eens meer eigenaardig. Zoo bijv. in de
kwestie der vrijwilligers, die in Spanje
strijden. Met Duitschland had Italië zelf
voorgesteld om alle vrijwilligers terug te
trekken.
De niet-inmengingscommissie heeft dat
denkbeeld direct in bespreking gebracht
maar dat was blijkbaar niet de bedoeling.
Nu wil Italië daarover niet spreken omdat
men geen beslag wil leggen op het goud,
dat de Spaansche regeering in het bui
tenland heeft ondergebracht. Zoo blijft men
aan den gang. Van verschillende zijden is
reeds geprotesteerd tegen deze gewijzigde
houding van de ïtaliaansche regeering,
maar het is duidelijk, dat Rome wel in
schijn wil medewerken, maar niet metter
daad.
In de Fransche Kamer zijn gisteren ear
vannacht de bloedige relletjes van Clichy
besproken. Het is er vrij rijmoerig toege
gaan en Blum heeft een allesbehalve krach
tige houding aangenomen. Hij heeft zich
nagenoeg met de onruststokers solidair
verklaard. Desalniettemin heeft de Kamer
meerderheid haar vertrouwen in de regee
ring uitgesproken.
Dit nummer bestaat uit
vier bladen.
VOORNAAMSTE NIEUWS
BUITENLAND.
Een nachtzitting van de Fransche Kamer
over de bloedige onlusten te Clichy. (2de
blad).
De Italianen weigeren hun vrijwilligers
uit Spanje terug te trekken. Twee Neder-
landsche onderzeeërs naar de Spaansche
wateren. (2de blad)
Gemeld wordt dat binnenkort een Pau
selijke encycliek over Mexico verschijnen
zal. (2de blad).
Berlijn protesteert bij den H. Stoel te
gen de jongste Pauselijke Encykliek.
(2de blad).
Het Belgische standpunt inzake een Wes
telijk pact. (2de blad).
BINNENLAND.
Een Nederlandsch Bisschop benoemd in
Brazilië. (Kerknieuws (éde blad).
Geen verkiezings-redevoeringen door de
radio. (2de blad).
OMGEVING.
De heer Lohman, oud-voorzitter van
de K. J. M. V. is benoemd tot notaris te
Oude-Wetering. (1ste blad).
OP POTVISSCHEN-BEZOEK.
De enorme skeletten zijn voor het publiek
te bezichtigen.
„Wilt u een sigaar opsteken?" vroeg prof.
dr. Boschma, directeur van het Museum
van Natuurlijke Historie, toen wij onze
potvisschen-opwachting maakten. Dat was
geen kwaad idee. Zelfs de meest verstok
te anti-rooker zou, in de gegeven omstan
digheden aan de perverse lucht van nico
tine de voorkeur hebben gegeven! Het ge-
heele museum was gedrenkt in de door
dringende geur van doode potvisschen, die
na hun verscheiden een parfum producee-
ren, dat met amber niets te maken heeft.
Het was om meelij te krijgen met de
Rotterdammers, want als de kale, afgeklo
ven botjes reeds zulk een merkwaardige
odeur verspreiden, behoeft er geen twij
fel te bestaan of de Rotterdammers heb
ben uiterst merkwaardige geuren op
gesnoven.
De potvisschen-botten liggen, grooten-
deels schoongemaakt en wel, op de bin
nenplaats van het Leidsche museum, als
schouwspel voor het kijklustig publiek. Wat
een geweldige knapen! Wat een reuzen-on
derzeeërs!
Opvallend is de enorme grootte van de
verschillende beenstukken en de bizarre
vormen vooral van de schedels. De sche
dels vormen wel de grootste bezienswaar
digheid, zij zijn reeds geheel ontdaan van
de vleeschresten en beginnen in den kor
ten tijd sinds hun aankomJ te Leiden reeds
aardig wit op te bleeken. De maten van
den grootsten schedel bedragen: lengte 530
c.M., breedte 235 c.M., hoogte 170 c.M. De
lengte wordt veroorzaakt door de in sterke
mate uitgegroeide bovenkaaksbeenderen,
die als een afgeplat snavelvormig uitsteek
sel naar voren wijzen. De grootste hoogte
bevindt zich aan den achterkant: hier
steekt den betrekkelijk dunne beenplaat
naar boven uit, deze dient als bescher
ming voor de ontzaglijke groote massa
waarin zich bij het levende dier de sper
maceti bevindt. Van de kleinste van de
schedels (de lengte hiervan bedraagt 470
c.M.) is een bovenkaaksbeen losgeraakt,
dit is apart opgesteld. Het losraken van
dit groote beenstuk is in de eerste plaats
te wijten aan de jeugd van de dieren, op
lateren leeftijd pas hechten zich de ver
schillende beenstukken van den schedel
vast aan elkaar.
De onderkaken zijn los van de schedels,
respectievelijk 470 en 420 c.M. lang. In el
ke onderkaakshelft bevinden zich 22 a 23
tanden, bij onze exemplaren zijn deze nog
door het tandvleesch omgeven. Eigenaar
dig is het, dat bij beide exemplaren de tan
den aan hun punten in hooge mate zijn
afgesleten.
Langs een der muren van het gebouw
zijn een aantal wervels van de twee die
ren opgesteld, reeds ontdaan van de
vleeschresten, zoodat deze geweldige been
stukken goed waar te nemen zijn. De wer
vellichamen zijn tot meer dan 40 c.M. breed,
met de dwarsuitsteeksels mee meten zij
tot meer dan 90 c.M. Op een andere plaats
weer zijn een aantal ribben opgesteld. Deze
sterk gekromde beenstukken zijn voor een
groot deel van opvallende grootte; er zijn
er bij, die in rechte lijn gemeten van punt
tot punt een lengte halen van 175 c.M.
De vinnen, die aan het volledige dier
slechts kleine uitsteeksels schenen te vor
men, hebben toch nog een lengte van 150
c.M., met het schoon praepareeren van de
ze stukken is nog niet een begin gemaakt.
Ook het borstbeen is zeer groot, in beide
afmetingen meer dan 1 meter. Zijn vorm
doet eenigszins denken aan een zeer la
gen clubfauteuil.
De wervels in het uiteinde van de staar
ten zijn nog niet vrij gemaakt van hun om
gevende spiermassa's, deze stukken liggen
nog in hun geheel op de binnenplaats.
Van Vrijdag tot en met Tweeden Paasch-
dag bestaat er van 95 uur gelegenheid
de potvisch-relieken te bezichtigen. Er zal
aan de weetgraven door deskundigen voor
lichting worden gegeven.
De toegangsprijs bedraagt 10 cents; het
is werkelijk de moeite waard om eens te
gaan kijken en zich een denkbeeld te vor
men van de kolossale, prae-historisch aan
doende, afmetingen onzer oceaan-bewo
ners.
WIENER SAENGERKNABEN,
Voor him tournée door Engeland zullen
de Wiener Saengerknaben een kort bezoek
aan ons land brengen, waarbij enkele con
certen zullen worden gegeven.
Donderdag 8 April a.s. zullen de Wiener
Saengerknaben in de Stadsgehoorzaal des
avonds kwart na acht eei. buitengewone
voorstelling geven, waarbij een geheel
nieuw programma en ook een nieuwe ope
ra zal worden gegeven.