vox
Ordening in land- en tuinbouw.
RITKSPENSIOEH!
DINSDAG 23 MAART 1937
DE LEIDSCHE COURANT
EERSTE BLAD - PAG. 2
Een voor-ontwerp van wet is gereed.
Landbouwraden met verordenende be
voegdheid - De regeering houdt toezicht
Het
oordeel van boeren
tuinders gevraagd.
VOORONTWERP
LANDBOUW-ORDENINGSWET 1937.
Naar van bevoegde zijde wordt medege
deeld, heeft de minister van landbouw en
visscherij een voorontwerp landbouw-orde-
ningswet 1937 ter fire van advies aanhan
gig gemaakt bij de centrale commissie, be
doeld in artikel 27 der landbouw-crisiswet
1933 en bij den economischen raad.
De indiening van dit voorontwerp bij
deze colleges heeft de minister vergezeld
doen gaan van den volgenden brief:
„Hierbij doe ik uwe commissie (resp.
uwen raad) toekomen een voor-ontwerp
landbouw-ordeningswet 1937 met daarbij
behoorende memorie van toelichting. Gaar
ne zal ik hieromtrent uw advies ontvangen.
Ik merk hierbij op ,dat dit voorontwerp een
materie behandelt, waaraan eeer groote
moeilijkheden zijn verbonden. Teneinde
mij een juist oordeel omtrent dit vooront
werp te vergemakkelijken, zal ik gaarne
van uw advies gebruik maken. Eveneens
wacht ik het advies van den economischen
raad (resp. de centrale commissie bedoeld
in artikel 27 der landbouw-crisiswet 1933).
Teneinde bovendien alle organisaties in
het bedrijfsleven, die in deze materie be
lang stellen, de gelegenheid te geven van
haar zienswijze te doen blijken, heb ik het
voorontwerp tevens gepubliceerd".
Aan dit voorontwerp met memorie van
toelichting, dat bij de algemeene lands
drukkerij te 's-Gravenhage verkrijgbaar is
gesteld, is het volgende ontleend:
Algemeene opzet
Het ontwerp bevat de nadere uitwerking
van de reeds in het rapport der commissie
van Loon aangegeven en nader door den
minister in zijn memorie van antwoord aan
de Tweede Kamer op de landbouw-crisis-
fondsbegrooting voor 1937 overgenomen ge
dachte om tot een meer gedecentraliseerd
systeem van uitvoering der landbouwcrisis
maatregelen geraken. Deze nadere uit
werking bestaat hierin, dat aan organen,
te vormen uit vertegenwoordigers van het
bedrijfsleven op het gebied van den land
en tuinbouw, de uitvoering en voor een
deel ook de vaststelling van de maat
regelen ter bevordering van de economi
sche beteekenis van den land- en tuinbouw
wordt opgedragen. Een zoodanig gedecen
traliseerd systeem sluit aan bij het streven,
dat zich den laatsten tijd in ons geheele
nationale bedrijfsleven heeft geopenbaard,
om een deel van de thans aan de overheid
met betrekking tot het sociaal en econo
misch leven opgedragen regelende en uit
voerende taak over te dragen aan organi
saties, welke uit en door een groep of groe
pen van ondernemingen worden gevormd,
een streven, dat ook in de bij de thans in
behandeling zijnde grondwetsherziening
voorgestelde toevoeging van een nieuw
hoofdstuk „van openbare lichamen voor
beroep en bedrijf" tot uiting is gekomen.
Het wetsontwerp, waarin de uitwerking
van deze gedachte is vervat, is bestemd
in de plaats te treden van de landbouw-
crisiswet 1933. Deze wet had slechts een
beperkten en tjjdelijken opzet; zij was im
mers bedoeld om in de in 1933 heerschen-
de buitengewone omstandigheden bijzon
dere maatregelen te treffen in het belang
van den landbouw. Hoewel van een terug
keer tot den normalen toestand nog moei
lijk kan gesproken worden, komt het den
minister blijkens de memorie van toelich
ting voor, dat het tot een klaarder struc
tuur van de nog immer noodzakelijke re
gelingen zal leiden, indien men zich los
maakt van het crisiskarakter daarvan en
zich instelt op de noodzaak van de handha
ving daarvan voor een langeren tijdsduur
dan aanvankelijk is voorzien.
In het wetsontwerp is dan ook de moge
lijkheid geopend tot intrekking van de
landbouw-crisiswet 1933, terwijl voorts
daarin bepalingen zijn gesteld, krachtens
welke maatregelen ten behoeve van den
landbouw kunnen worden genomen.
Aan het wetsontwerp ligt, zooals reeds
vermeld, als hoofdgedachte ten grondslag,
dat de tot dusverre door de overheid ten
aanzien van de regeling van de land- en
tuinbouwondernemingen uitgeoefende taak,
overgenomen wordt door organen, gevormd
uit die ondernemingen.
Het is nu de bedoeling, voor den op
bouw van die organen gebruik te maken
van de reeds in den land- en tuinbouw ge
vormde organisaties. Deze opbouw zal
slechts geleidelijk geschieden. Slechts daar,
waar geschikte aanknoopingspunten aanwe
zig zijn en het bedrijf voldoende is ontwik
keld, zal tot instelling van zoodanige orga
nen worden overgegaan.
De leden der organen moeten
hun taak begrijpen.
Zooals uit den geheelen opzet van het
wetsontwerp blijkt, treedt deze gedachte
van een geleidelijken groei in het bijzonder
op den voorgrond. Welke organen zullen
worden gevormd en tot welke ontwikke
ling deze zullen komen, zal afhangen van
de ontwikkeling der toekomstige economi
sche structuur en van de wijze waarop de
organen van hun bevoegdheden gebruik
maken. Hierbij Tal in het bijzonder van be
lang zijn of zij zich een mentaliteit kunnen
eigen maken, welke een waarborg biedt,
dat de afweging der hun toevertrouwde be
langen op juiste wijze geschiedt. Gelijk van
zelve spreekt, zal steeds, doch in het bij
zonder gedurende den tijd, dat de organen
nog niet in hun taak zijn volgroeid, een
krachtig toezicht van de overheid noodig
zijn. In het ontwerp zijn dan ook ten aan
zien van dit onderdeel verschillende voor
zieningen getroffen.
Structuur der wet
In de landbouw-crisiswet 1933 is de be
voegdheid tot het uitvaardigen van maatre
gelen ten behoeve van den landbouw uit
sluitend verleend aan de kroon en aan den
minister. Slechts de uitvoering dier maat
regelen kan aan crisisorganisaties worden
opgedragen. In het voorontwerp landbouw-
ordeningswet 1937 is deze bevoegdheid van
Kroon en minister gehandhaafd. Daarnaast
echter kunnen op grond van die wet be
drijfsorganen worden ingesteld, welke een
deel der thans door de overheid uitgeoefen
de verordenende en uitvoerende taak kun
nen overnemen.
Zooals medegedeeld, kunnen de bedrijfs
organen een deel van de taak van de Kroon
en Minister overnemen. De onderwerpen,
welke eenerzijds aan de Kroon of Minister
en anderzijds aan de bedrijfsoiganen ter
regeling zijn opgedragen, vallen nJ. niet
geheel samen.
Tot ingrijpende fegelingen, zooals
het instellen van in- en uitvoermo-
nopolies, binnenlandsche heffin
gen en prijsregelingen is alleen de
Kroon bevoegd, zij het dan ook,
dat hierbij delegatie aan de be
drijfsorganen van uitvoering
waaronder mede van regelende be
voegdheid mogelijk is.
Instelling van „raden".
Bij het aan het voorontwerp ten grond
slag liggende schema van opbouw der be
drijfsorganen is in het bijzonder naar een
eenvoudige practische organisatie ge
streefd. Voor een of meer takken van land
bouw of voor een of meer onderdeelen
daarvan kunnen door de Kroon bedrijfs
organen worden ingesteld, die onder den
naam van landbouwraden zijn samenge
vat. Zoo zullen dus b.v. kunnen worden
ingesteld, een akkerbouwraad, pluimvee-
raad, veehouderijraad, zuivelraad, tuin-
bouwraad, visscherijraad. Tevens kunnen,
indien ontwikkeling en beteekenis van een
onderdeel van een tak van landbouw daar
toe aanleiding geven, bedrijfsorganen voor
eenige onderdeelen worden ingesteld, b.v.
een aardappalmeelraad, bloembollenraad.
Voorts kan door de kroon in iedere pro-
I tracht U onnoodïg^
veel onkosten te betalen
voor een ouden wagen
wanneer (J een OPEL
kunt koopen
DOSTER-GARAGE
HOOGI RIJNDIJK 90
Tc.L. 2610
vincie een provinciale raad worden inge
steld, welke tot taak zal hebben een of
meer landbouwraden in de uitoefening van
hun werkzaamheden bij te staan. Door
deze provinciale rade nkunnen ter verlich
ting van hun taak provinciale districtscom
missies worden ingesteld.
Wie er in de „raden" zitting
hebben.
De landbouwraden en provinciale
raden, welke uit ten hoogste 15 le
den zullen bestaan, worden uit en
door de in hst bedrijfsleven ge
vormde organisaties opgebouwd.
Zoo zullen een deel der leden van
de raden benoemd worde ndoor
organisaties op het gebied van den
land- en tuinbouw, door den mi
nister aan te wijzen.
Voorts zullen organisaties op het
gebied van den handel en op het
gebied der nijverheid ieder een lid
kunnen aanwijzen, terwijl ook de
landarbeidersorganisaties een lid
benoemen.
De voorzitters van de raden worden door
den minister benoemd, die zoo hem dit ge-
wenscht voorkomt, nog andere leden daar
in zelf kan benoemen.
De taak der landbouwraden en provin
ciale raden is drieledig: n.l. adviseerend,
uitvoerend en verordenend.
De raden hebben verordenende
bevoegdheid.
Bij het toekenne van de verordenende
bevoegdheid der bedrijfsorganen is niet de
weg gekozen van de verbindendverklaring
van de besluiten der organen, dcch is aan
de bedrijfsorganen bevoegdheid toegekend
tot het vaststellen van verordeningen, wel
ke voor de „bedrijfsgenooten" bindend zijn.
De voornaamste onderwerpen, waarover
de verordenende bevoegdheid zich kan uit
strekken, zijn: HET STELLEN VAN RE-
GEDEN INZAKE DE PRODUCTIE.
Hiertoe behooren in hoofdzaak teeltrege
lingen en maatregelen tot verbetering der
productie. Zoo zal dus de verdere uitbouw
van de maatregelen, die op dit gebied reeds
tot stand zijn gekomen, zooals dé kwali
teitsverbetering van bacon, melk, tuin
bouwproducten, het bevorderen van de
fokkerij en de tuberculosebestrijding bij het
vee, door de bedrijfsorganen ter hand ge
nomen kunnen worden.
HET REGELEN VAN DEN UITVOER.
Zooals uit de memorie van toelichting
blijkt, zullen de bemoeiingen van de raden
bij den uitvoer voornamelijk gelegen zijn
op het terrein van kwaliteitsverbeteringen
en doeltreffends prijsregeling; met nadruk
wordt in de memorie verklaard, dat het
geenszins in de bedoeling ligt, dat de be
drijfsorganen zich op het gebied van den
handel zullen gaan bewegen.
HET VERLEENEN VAN GELDELIJKE
BIJDRAGEN aan producenten van land
en tuinbouwproducten.
Hierbij is een belangrijke beperking ge
steld: het bepalen van den richtprijs is n.l.
uitsluitend voorbehouden aan den minister.
De organen kunnen dus slechts m het ka
der van de gestelde richtprijzen geldelijke
bijdragen verleenen.
Zooals reeds is opgemerkt, zal toezicht
van de overheid op de gesties der bedrijfs
organen niet gemist kunnen worden. De
Minister heeft het vernietigingsrecht van
alle besluiten en verordeningen van de
raden.
Wat de regeling der financiën betreft,
deze is zoodanig, dat den bedrijfsorganen
een zekere mate van financieele zelfstan
digheid is gegeven, teneinde de autonome
gedachte, die bij de instelling der organen
voorzit, zooveel mogelijk te versterken. Zoo
zullen de raden elk een eigen begrooting
van inkomsten en uitgaven hebben, welke
echter de goedkeuring van den minister zal
behoeven. Voorts wordt een landbouwfonds
ingesteld, waarin een gedeelte der inkom
sten aer raden zal vloeien, teneinde dit
naar gelang van de behoeften over de ver
schillende raden te verdeelen. Het Land
bouwfonds wordt bij de wet vastgesteld.
Hierdoor wordt aan de Staten-Generaal de
gelegenheid geboden zich over het beleid
van den minister met betrekking tot de ge
heele uitvoering van de landbouw-orde
ningswet uit te spreken.
Na een hoofdstuk omtrent de bijzondere
verplichtingen van de bedrijfsgenooten en
een regeling voor administratieve geschil
len, bevat het ontwerp eenige belangrijke
bepalingen ter zake van de regeling van
het tuchtrechc. Aan het tuchtrecht is in
het ontwerp een wettelijke basis gegeven.
Verzorg Uw toskomst
Op de veiligst© manier.
Verzeker U esn
RAAD VAN ARBEID
NED. 0QST-IND1E
GEWELDIGE BANDJIR NABU
AMBOINA.
Aneta seint uit Amboina: Te Namleaboe-
roe is in den nacht van 13 op 14 Maart
een geweldige bandjir opgetreden, waar
door drie bruggen benevens een gedeelte
van den asweg zijn vernield.
In de kampong Waeplau zijn groote ver
woestingen aangericht. Twee personen zyn
verdronken.
DE UITVAART VAN WIJLEN MGR. BOS.
Aneta seint uit Pontianak: Gisterenmid
dag te vijf uur heeft de uitvaartdienst
plaats gehad voor wijlen mgr. Bos, oud-
dpcstoilsch vicaris van Borneo. Er bestond
^eer groot belangstelling; de resident, di
verse ambtenaren van het binnenlandsch
bestuur, de sultan, vele militairen en voor
aanstaande personen uit Missie-kringen
waren aanwezig. Mgr. van Valenberg, die
in de kerk de rouwpredikatie hield, herin
nerde er aan, hoeveel de overledene voor
Borneo had gedaan. Hierna verrichtte mgr.
van Valenberg de absoute.
GEMEENTEL AANKONDIGINGEN,
UITLOTING GELDLEENINGEN.
Burgemeester en Wethouders van Lei-
den brengen ter algemeene kennis, dat bij
de op 17 Maart 1937 gehouden uitloting van
geldleeningen der gemeente Leiden, zijn
uitgeloot:
a. 16 obligatiën van 1000.van de
3 geldleening van 1893, groot 1.039.000;
b. 10 obligatiën van 1000.van de
31/2 geldleening van 1904, groot
500.000.—;
c. 22 obligatiën van 1000.en 2 van
500.van de 3 1/2 geldleening van
1903, groot 890.000.
Deze obligatiën worden 1 Juli 1937 met
de tot dien datum verloopen rente, i
lost en houden met dien dag op rente te
dragen.
De lijst van de uitgelote nummers ligt
ter inzage op de financieele afdeeling van
de Gemeente-Secretarie.
A. VAN DE SANDE BAKHUYZEN,
Burgemeester.
VAN STRIJEN, Secretaris.
Leiden, 23 Maart 1937.
1811
RECHTZAKEN
BELEEDIGTNG VAN DEN
DUITSCHEN RIJKSKANSELIER.
Wegens beleediging van het hoofd van
een bevrienden staat in casu het Duit-
sche Rijk stond voor de Haagsche Recht
bank terecht de 47-jarige Amsterdamsche
bootwerker L. Th. B.
Verdachte had in een heeren-modezaak
aan de Boekhorststraat te Den Haag tegen
den winkelier een uitgeweken Duitscher
gezegd: „Het zijn alle drie boeven". Dit
sloeg op de drie voornaamste bestuurders
van de Duitsche republiek, die bovendien
door verdachte nog met andere qualifica-
ties betiteld waren, welke zich evenwel
minder voor publicatie leenen.
Het was een ongelukkig toeval geweest,
dat deze particuliere ontboezemingen door
een passeerenden agent in burger gehoord
werden en een proces-ver baal was het on
vermijdelijk gevolg.
Voor de rechtbank verklaarde verdachte,
dien avond dronken te zijn geweest, anders
had hij dat niet gezegd, want hij deed hee-
lemaal niet aan politiek. Als hij nuchter
was geweest, had hij ook den agent wel
herkend.
Het gebeurde had hem ontzettend gespe
ten. De officier van justitie mr. P. R. Blok,
vond de dronkenschap, zoo die er was ge
weest, geen excuus.
Verdachte had al een heele lijst veroor
deelingen achter den rug. Spr. eischt een
maand gevangenisstraf.
Uitspraak 6 April.
Mr. KNIBBE CRITISEERT
LANDBOUWMAATREGELEN.
Een „open brief'.
De secretaris van de Kamer van Koop
handel en Fabrieken voor Rijnland
Mr. P. G. Knibbe heeft een open brief
gericht aan alle belanghebbenden in land
en tuinbouw over de gevolgen van een
eventueelen uitwerking van het rapport
van de commissie Van Loon. Aanleiding tot
het schrijven van dezen brief was de cri-
tiek, die van de zijde van den landbouw
op het streven van den handel in en de
nijverheid van agrarische producten om
erkenning van zijn rechten te verkrijgen,
wordt uitgeoefend.
Spr. beschouwt in de eerste plaats het
rapport van de commissie Van Loon en de
ordeningsgedachte.
Wat langs den weg der coöperatie niet
mogelijk was, wordt thans op verschillend
terrein door middel der landbouwcrisiswet
geving nagsslresfd en zal, langs den weg
eer door de commissie Van Loon voorge
stelde productencamrales, opkosten der
gemsenschap, nog beter verwezenlijkt moe
ten worden.
Wie hier van ordening durft spreken,
maakt daarmede de or-deningsgedachte tot
een aanfluiting. Langs den weg van rege
ringsmaatregelen zal thans de bevoegd
heid mosten worden verkregen om den par
ticulieren handeiarerf en fa'oriKanten syste
matisch hun bestaan te ontnemen. Met be
hulp van het budget van het landbouw
crisisfonds zullen de nieuw® bedrijven op
gezet en de nieuwe risico's opgevangen kun
nen worden. Controle en toezicht van de
zijde van den particu'ieren handel en nij
verheid, zal er practisch niet zijn, dat heeft
de practijk voldoende geleerd. Reeds wor
den tallooz-e handslaren zondsr vorm van
procss ontrecht, zonder schadeloosstelling
beroofd van hun bsstaan, enkel en alleen
omdat de Landbouwcrisiswet aan bepaalde
centrales en commissies daartoe de macht
geeft.
Niet echter alleen de belangen van den
handel en het algemeen belang worden ge
schaad, maar ook die aer boeren. Men kan
hier doelen op de materieele schade, erger
is evenwel de schade welke meer en meer
toegebracht wordt aan de zielen der boeren.
Het is zeer betreurenswaardig dat, ter
wijl de regsering zich ten aanzien van den
landbouw als doel stelt „het instandhouden
van land- en -tuinbouw", daarentegen en
door de commissie Van Loon en van de
zijde van den landbuuw zelf, verwachtin
gen wordsn gewekt, alsof de land- en tu.n-
bouw recht hebben te eischen, dat ons volk
vele millioenen zal opbrengen voor een ge
heel ander doel, n.l. om de prijzen van de
landbouwproducten in overeenstemming te
brengen met de loonen in de beschutte be
drijven.
Dank zij den tegenstand van den R. K.
Boeren- en Turn dershond is er niets ge
komen van het plan van den regeerings-
commissaris Louwes om de baconbedrijven
J te doen overnemen door de landbouworga
nisaties a raison van 13 millioen. Ook diens
poging om den export van bacon in han
den van de centrale landbouworganisaties
te leggen, stuitte op gelijk verzet af.
In de Tweede 'Kamer is ook van iand-
bouwzijde, krachtig geprotesteerd tegen het
door den regeeringscornmissaris Louwes te
Londen afgesloten condenscontract.
De landbouwcrisiswet, als tijdelijke nood
maatregel opgezet om de boeren te helpen,
dient ook het recht var. handel en industrie
te waarborgen en overwoekering van de
eene groep van ons volk over de andere
groep tegen te gaan.
In plaats van vaak onmachtige
adviescommissies, dienen er te
komen, zcoals door de Leidsche
Kamer van Koophandel is voorge
steld, van de regeering onafhanke
lijke goed geoutilleerde bureaux
van de verschillende belanghebben
de groepen, welke bureaux door de
Landbouwcrisiswet met groote be
voegdheden van controle en toe
zicht bekleed moeten worden.
Wil men echter van officieels landbouw-
zijde de in het rapport Van Loon voorge
stelde maatregelen doorvoeren, dan zal er
groote materieele en geestelijke schede voor
onzen landbouwersstand uit voortvloeien
zal er in plaats van ordening, komen een
verbitterdende klassenstrijd.
In dezen strijd zullen de landbouwers
onvermijdelijk op den duur het onderspit
moeten delven. De ontiechte handel zal den
strijd voeren op leven en dood, terwijl de
strijd van landbouwerszode gevoerd moet
worden in het besef, dat men met behulp
van de regeeringsmaatregelen anderen
onrecht aandoet, en dat terwille van de
zeer twijfelachtige hoop, zelf daaruit mate
rieel voordeel te putter..
De vele moeilijkheden, die er zijn ont
staan, mogen niet worden gebruikt oi
den particulieren handel en nijverheid
broodroof te plegen. Gezamenlijk, èn door
de landbouworganisaties èn door de orga
nisaties van den particulieren handel en
nijverheid, als gelijkberechtigden, moeten s
de goede oplossingen onder verantwoorde-H
lijkheid van de Overheid worden nage-B
streefd, aldus schrijver.
EEN INTERESSANTE EN MOOIE
AVOND
Op Dinsdag 6 April.
Dan komt in de groote Stadsgehoorzaal
spreken een priester, die vele jaren in
Spanje heeft gearbeid, over „Spanje en
de droeve gebeurtenissen aldaar".
Dan eeeft het „Alma-Mater"-koor, on
der leiding van den heer W. Mizée, weder
om een uitvoering van een keur van zang
nummers.
Als wij nu ook neg vermelden, dat de
baten van dezen avond zijn voor de St.
Elisabeth-Vereeniging, danblijft ei
niemand meer thuis en zal de groote Stads
gehoorzaal te klein zijn.
Iedereen wil een deskundige, een oogge
tuige hooren spreken over Spanje, welk
land midden in aller levendige belangstel-1
ling en diep meegevoel staat. Ieder wil
graag mooie zang hcoren. Iedereen steunt
graag een vereeniging als de St.
Vereeniging.
Dus de kaartenverkoop zal uitste
kend gaan.
HAD IK HET MAAR GEWETEN.
Ja, had ik het maar geweten....
Dat zullen straks alle Katholieke Leide-
naars zeggen, die niet naar de uitvoerin
gen van het Studiefonds zijn gegaan.
Had ik het maar geweten dat
Studiefonds zulke echter, gezellige, intie
me avonden organiseerde.
Had ik het maar geweten, dat die klucht
zoo komisch was....
Dat het optreden van
zoo iets buitengewoons was.
Ja, had ik het maar geweten
En zij. die zullen gaan? Zij zullen zeg
gen, ik heb dubbel genoten voor m'n geld.
Ik heb iets fijns gezien, plezier gehad, veel
gelachen en.... een pracht werk ge'
steund.
Voorziet U dan bijtijds van kaarten. Gl)
zult er geen spijt van hebben.
Zoolang de voorraad strekt, kaarten ver
krijgbaar bij mevr Huibers, Haarlemmer
straat 123.
Prijzen: 15, 25 en 50 cent.
Studiefonds „Hartebrug