De finish van den 24-uursrit
3)e £cidócHe0oii^ant
De groote voor jaarsmarkt te Sittard, welke reeds sedert 1802 wordt ge
houden. kenmerkte zich dikmaal door buitengewone drukte Een overzicht
van deze interessan»e ms'l"
Ajax won Zondag te Eindhoven den tweeden wedstrijd in
de kampioenscompetitie, door P.S V op eigen terrein te
verslaan. Spelmoment uit deze ontmoeting
Jeugdige autogrammen verzamelaars bij den voetbalwedstrijd welke Zaterdag
te Amsterdam werd gespeeld tusschen oud-mteinationals en oud-eerste klassers.
krijgen aen handteekemng van dr Göbe' en dr Jan fhomee
Leo Halle, de .Leeuw van Deventer", vierde Zondag bij den kampioenschapswedstrijd tegen
Feyenoord zijn 12'' -jarig jubileum als voetballer, en werd deswege door het clubbestuur en spelers
gehuldigd
Aan de Gem Universiteit te Amster
dam Diomoveeide voor de eerste maal
een Delhsch civiel ingenieur tot doctor
in de wis en natuurkunde De pro
movendus. ir. J. Kuipers, verdedigt zijn
proetschritt en stellingen
De hmsh van den 24 uurs-oeienrit, uitgeschreven door de Amsterdamsche
Vrijwillige Burgerwacht. Eemge deelnemers bij aankomst voor het gebouw
der Burgerwacht aan den Singel
Go-Ahead bracht Zondag Feyenoord
een nederlaag toe. m den te Deventer
gespee'den wedstrijd om het nationaal
voetbalkampioenschap Een snapshot
tijdens deze match
FEUILLETON
DE VIERDE MAN
(Een geval uit de practijk van Inspecteur
Sanders, lid der Centrale Recherche),
ooor
UDO VAN F WOUD.
(Nadruk verboden).
13)
Overigens had hjj zich tijdens de reis
volkomen correct gedragen. Zij zelf was
verdiept geweest in haar lectuur en had
daardoor weinig van hem bemerkt. Slechts
bij aankomst in Den Haag had hij nog even
van zijn aanwezigheid blijk gegeven, daar
hij tegelijk met haar "ras opgestaan en
haar behulpzaam was geweest bij het ope
nen van het portier. Een oogenblik was zij
nog bang geweest, dat hij haar zou volgen,
omdat ook hij zich gereed maakte om uit
te stappen, maar toen zij later op het Sta
tionsplein voorzichtgheidshalve nog eens
had omgekeken, had ze hem niet meer ge
zien.
Van een korte pauze in den woorden
stroom van de verpleegster maakte Wils
gebruik haar een vraag te stellen:
„Zijn naar uw meening die griezelige
derde persoon en Hellinger één en dezelf
de persoon?"
„Absoluut klonk het gedecideerd uit
den mond van zuster Robert.
De forens uit Haarlem, die de verklarin
gen van de verpleegster met belangstelling
scheen te hebben gevolgd, liet een scham
per lachje hooren, hetgeen de dame in
kwestie aanleiding gaf hem een verbaas
den blik toe te werpen.
Toen het antwoord uitbleef, vroeg ze min
of meer snibbilg:
„Waarom lacht u?"
„Om de beslistheid, waarmee u op de
vraag van dien meneer een bevestigend
antwoord geeft. U houdt mij ten goede,
zuster, maar hoewel ik toch ook eenigen
tijd bij dien geheimzinnigen vierden man
ir den coupé heb gezeten, zou ik voor geen
gulden zoo positief durven beweren, dat
deze en de, thans naar het schijnt, ver
dachte Hellinger één en dezelfde persoon
zijn. Zeker, de mogelijkheid bestaat op
het gebied van vermomming schijnt te
genwoordig alles mogelijk mar zóó op
het oog zie ik geen andere punten van
overeenkomst tusschen beide heeren dan
de uilenbril. En dat lijkt me in zijn alge-
menheid nu juist niet bepaald een artikel
om iemand te herkennen. De vierde man,
die gezocht wordt, droeg een zwart snor
retje, dat zal ook u geconstateerd hebben:
Hellinger is clean shaven Bovendien lijkt
me de laatste grooter en forscher dan de
man, die gezocht wordt. Nee zuster, vóór
dat u een dergelijke verklaring voor den
commisaris aflegt, zou ik u willen advi-
seeren eerst nog eens goed met uw geheu
gen te rade te gaan.
Zuster Robert bloosde na deze terecht
wijzing en scheen zich te willen ver edi-
gen, maar van Hagen liet haar niet aan
het woord komen.
„De menschen vergeten wel eens", aldus
vervolgde hij, „dat het buitengewoon las
tig is iemand, met wien men slechts kor
ten tijd samen is geweest en die door seen
enkel gebaar of handelwijze speciaal de
aandacht heeft getrok'.en, later positief
te herkennen. Ik reis zelf dagelijks met
den trein tusschen Amsterdam en Haar
lem, bevind me dus ook geregeld tusschen
medereizigers, maar denkt u, dat ik in
staat zou zijn één uur nadat ik uit den
trein ben gestapt posiiief iemand aan te
wijzen die naast of tegenover me heeft
gezeten? Als het ei op aan komi, zou ik
niet eens graag willen verklaren, dat u de
zelfde bent als de verpleegster, die Maan
dagavond bij mij in den coupé zat. 't Mag
dan niet bijzonder galant zijn. zuster, maar
ook u is niet in staat geweest dusdanig
m'n aandacht te trekken, dat ik een blij
vend beeld van u in m'n herinnering be
houden heb. En juis dat blijvende beeld
is, dunkt me, in de eerste plaats noodza
kelijk om later desnoods onder eede te
kunnen verklaren, dat men werkelijk
iemand herkent."
„Nou maar ik herken u anders heel
goed", interrumpeerde zuster Robert haar
medereiziger op een toon, die bewees, dal
zij niet bereid was haar verklaring tegen
over Wils terug te nemen.
„Dat is best mogelijk", antwoordde van
Hagen met een gevleid lachje, „maar op
mijn zinswijze voortbouwende, zou ik hier
dan uit mogen concJudeeren, dat u aan
mij wel de noodige aandacht geschonken
hebt. Ik ben inderdaad zeer vereerd...."
Waarschijnlijk zou de verpleegster op
deze. niet geheel Vc.n pretentie ontbloote
opmerking wederom een vinnig antwoord
hebben gegeven, wanneer op dit oogenblik
niet een agent was binnengetreden, die
haar verzocht had hem naar den commis
saris te volgen.
„Als je tijd hebt Han, loop dan even mee
dan drinken we samen een aperitief bij
Coomans. Ik zou het werkelijk op prijs
stellen mijn meening eens aan de jouwe
te toetsen. Je zult door het verhoor wel
weer wat wijzen geworden zijn", zei Wils.
toen ze het gebouw, waar het verhoor was
afgenomen, verlieten.
„Tijd heb ik in overvloed", antwoordde
de procuratiehouder, „maar wat dat laat
ste betreft, spijt het me j- te moeten te
leurstellen. Zooals het gewoonlijk bij een
dergelijk vooronderzoek gaat. is mij van
alles gevraagd, maar heeft men zich wel
gewacht mij wat mede te deelen".
Een kwartier later traden beide heeren
het café binnen. Hoewel het vrij druk was
op dit uur, wisten zij met eenige moeite
nog een leege box te veroveren en onmid-
delijk nadat de kellner het bestelde had
gebracht, kwam Wils terug op de zaak, die
hen beiden zoozeer bezig hield.
.Vertel me nu eens wat jij van het geval
denkt".
„Ik zei je al, beste jongen", antwoordde
Adams na met een kort Prosit aan zijn glas
te hebben genipt, „dat ik in werkelijkheid
niet veel wijzer ben geworden. In de eerste
plaats stellen wij ons natuurlijk beiden weer
de vraag: Is Hellinger de dader of niet?
Welnu, bij het verhoor schijnt thans aan
het Licht te zijn gekomen, dat hij geen alibi
kan opgeven. Hij heeft verklaard om half
zes zijn woning aan de Leuvenhaven te
hebben verlaten om een zakenrelatie aan
den Honingerdijk ip te zoeken, die hij niet
thuis getroffen heeft en vandaar naar het
Maasstation te zijn gewandeld, vanwaar hij
met den gewonen seltrein van 7 45 naar
Hannover zou zijn vertrokken. Denk eens
aan: met den gewonen sneltrein, terwijl
om 8.53 een D-trein gaat".
„En welke reden heeft hij daarvoor op
gegeven?"
„Dat hij een abonnemen' 3e klasse heeft
en daarom tot de grens 3e klasse wenschte
te reizen.
„Zeer aannemelijk" vond Wils.
„Is het ook", beaamde de ander, „maar
de justitie schijnt vooralsnog onze meening
niet te deelen. Bovendien schijnt het toe
val gewild te hebben, dat hij in OldenzaaJ
geen tijd meer had om een kaartje naar
Hannover te nemen, zoodat absoluut niet te
controleeren is. of hij inderdaad met den
gewonen trein heeft jereisd".
„En toch wil het er bij mij nog niet Ln,
dat Hellinger deze misdaad op zijn geweten
zou hebben. Eerlijk gezegd. Han, er zijn
een paar dingen, die mij op het oogenblik
meer bezig houden en die ik. hoe onbetee-
kenend ze ook mogen schijnen, van meer
belang acht dan de vraag of Hellinger met
den gewonen dan wel met den D-trein
naar Hannover is vertokken."
„Laat hooren!"
„Nee. ik geloof, dat het beter is, dat ik
daarover voorloopig zwijg. In een dergelijk
geval staat spreken gelijk met een ver
dachtmaking en daarvoor zijn de dingen,
welke me bezig houden, vooralsnog van al
te geringe beteekenis. Vertel jij me liever
eens. wat je van de beide andere passa
giers denkt, als je je tenminste in het kor
te onderhoud, dat we in de wachtkamer
hadden, een meening over hen hebt kunnen
vormen".
iworat vervuigu/.