Begrootingen van landbouw en visscherij en van het landbouw-crisisfonds. Het spoorwegbedrijf - Landbouw- proeven in den Wieringermeer. G. H. KLEINHANS WOENSDAG 17 MAART 1937 ut LE1DSCHE COURANT IWEEDE BLAD - PAG. 7 TWEEDE KAMER MEMORIE VAN ANTWOORD AAN DE EEDSTE KAMER. Ontleend is aan de memorie van ant woord in zake de begrootingen van land bouw en visscherij en het landbouwcri sisfonds 1937: De landbouwcrisispolitiek Dat de toestand op agrarisch gebied in het algemeen nog weinig bevredigend is, kan door den minister niet worden ont kend. Hij kan echter niet de meening dee- len van hen, die van oordeel zijn, dat sinds de depreciatie van den gulden en de stijging van de wereldmarktprijzen van verschillende landbouwproducten in het geheel geen verbetering zou zijn ingetre den. Reeds het feit, dat voor eenige ak kerbouwproducten de steun kon worden verlaagd of zelfs opgeheven, omdat de opbrengst daarvan de gestelde richtprijzen meer en meer naderde of wel cverschreed, moet als een gunstig verschijnsel worden aangemerkt, dat met recht de verwachting doet ontstaan, dat binnen niet fi te langen tijd wellicht de directe steunmaatregelen op het gebied van <'en akkerbouw kunnen worden verminderd of afgeschaft. Het moge waar zijn dat de bedrijfsuitkomsten in den landbouw in verband m^t de inmiddels gestegen productiekosten niet onmiddellijk de gunstige gevolgen ondervonden, niet moet worden voorbij gezien, dat op deze wijze de ten behoeve van de landbouw steunmaatregelen aan het geheele Neder- landsche volk opgelegde lasten gestadig kunnen worden verminderd, hetgeen onge twijfeld een gunstige terugslag op den landbouwenden stand zal oefenen. De minister i* zich van den toestand, waarin de veehouders- en gemengde be drijven thans wrkreren, zeer bewust en hij verklaart gaarne alles te zullen doen, wat in zijn vermogen ligt, om hun tege moet te kernen. De regeering heeft met waardeering kennis genomen van het door Sir Henri Deterding genomen initiatief tot aankoop van landbouworoducten voor een bedrag van 10.000.000. Al wordt door den minister niet betwist, dat de toestand in den tuinbouw nog on gunstig is, de meening va.f enkele leden, dat de tuinbouw geruïneerd is, kan hij geenszins deelen. Dank zij den getroffen steunmaatregelen heeft het grootste deel der bedrijven zich staande kunnen houden. Omtrent de voorgenomen reorganisatie in de uitvoering der landbouwcrisismaat regelen zal de minister, naar hij verwacht, binnenkort nadere mededeelingen kunnen doen, zoodra het thans in voorbereiding zijnde wetsontwerp een meer definitieven vorm heeft aangenomen. Ten opzichte van het plan van Sir Hen ry Deterding kan de minister mededeelen, dat de daai-uit gevolgde transacties buiten de clearing zijn omgegaan. Omtrent den invloed van dit plan ten aanzien van den toestand in den landbouw kan de minis ter op dit oogenblik nog geen mededeelin gen doen. De minister meent, dat opheffing van de teeltregeling van aardappelen en op heffing van den denaturatiobijslag een zeer gevaarlijk experiment zou blijken te zijn. Invloed van de devaluatie. Zoolang nog financieele bijdragen aan den land- en tuinbouw noodig zullen zijn, zal het niet mogelijk zijn de heffingen af te schaffen, omdat daaruit de noodige mid delen moeten worden geput. Om deze re den heeft de minister dan ook aan den op hem van velerlei zijden geoefenden drang de monopolieheffingen op graan te verla gen, geen gevolg kunnen geven. De landbouw-bedrijfsorganen. De minister is 'zeer erkentelijk voor de waardeering. waarmede vele leden kennis genomen hebben van rijn. opvatting, dat voor de uitvoering van de landbouwcrisis maatregelen organen zullen moeten wor den ingesteld. Reeds thans moge hij ech ter opmerken, dat het in zijn bedoeling ligt, dat vertegenwoordigers van het be drijfsleven, zitting zullen nemen in de nieuwe organen, bij welker vorming aan sluiting zal worden gezocht bij de organi saties op het gebied van den land- en tuinbouw. Reorganisatie landbouw- voorlichtingsdienst. Een nauwkeurig en zorgvuldige bestu deering heeft den ministei tot de overtui ging geleid, dat de huidige regeling van den landbouwvoorlichtingsdienst geen behoorlijke uitoefening van den dienst waarborgt, maar, aanleiding zal blijven geven tot verwarring. Hij heeft daarom besloten de behartiging van de technische en de oeconomische voorlichting voor elk ambtsgebied te vereenigen irv één persoon, wien de vererichte assistentie ter beschik king zal worden gesteld. In overeenstem ming met de meening van de leden, die aandrongen op het spoedig nemen van maatregelen ter wegneming van onnoodige wrijving, achtte de minister de regeling van deze aangelegenheid in hooge mate urgent, zoodat hij alleen reeds hierom meende niet te mogen besluiten ze te doen voorbereiden door een daartoe in te stellen commissie. Bestrijding- rundveetuberculose. Zoodra de toestand van 't rijks finan ciën zulks gedoogt, zal de minister bevor deren, dat een grooter bedrag van rijkswe ge voor de bestrijding beschikbaar worde gesteld. Regeling van de productie. Naar de meening van den minister is er geen enkel feit, dat er op zou wijzen, dat ae regeling van de productie bij varkens en bij pluimvee, binnenkort zou kunnen worden opgeheven. Varkens. Ten aanzien van den spekexport meent de minister, dat het niet gewenscht is, daarin wijziging te brengen. In het opkoopen van spek tegen vaste prijzen bezit de Nederlandsche veehoude rijcentrale een uitstekend middel om een al te grooten val in de prijzen der zware varkens te voorkomen. Van het door som mige leden voorgestelde systeem verwacht de minister niets anders dan een druk op de varkensprijzen. De minister is van meening, dat hij, vergeleken met den inschrijvingsprijs voor de particuliere bedrijven, aan de coöpera tieve baconfabrieken een bedrag heeft toe gekend, dat daarmede volkomen in over eenstemming is. Ten aanzien van den verkoop van var kens aan sir Henry Deterding wordt me degedeeld, dat de aankoop van 30.000 varkens de positie aan de varkensmarkt aanmerkelijk heeft verlicht. Met een scherpere toepassing van de teeltregeling voor het jaar 1937 hoopt de minister daar door, al kan van stabiele varkensprijzen in de toekomst natuurlijk niet worden ge sproken, toch daling van de varkensprij zen tot voor de varkenshouders niet loo- nend peil te kunnen voorkomen. Bij zijn ten aanzien van de varkensprij zen te volgen politiek zal de minister uiteraard rekening houden met den prijs van de voedermiddelen. Controle op volkstuinen. Ten einde aan de buitensporige teelt van groenten in bepaalde groepen van volks tuinen, die inderdaad de belangen van dei* tuinbouw en kleinhandel in groenten en fruit kan schaden, paal en perk te stellen, is aan den centralen crisis-controledienst opgedragen, in gevallen, waarin deze teelt kennelijk niet in overesnstemmong is met de behoeften van het eigen gezin, tot het opmaken van proces-verbaal wegens over treding van het crisis-tuinbouwbesluit 1937 I over- te gaan. De minister zal nagaan of met dezen maatregel de particuliere groenteteelt tot meer aanvaardbare pro porties kan worden teruggebracht. MELK EN ZUTVEL. Het doet den minister genoegen te kun nen mededeelen, dat op initiatief van de organisaties van handelaren en industrie ook een organisatie van den melkhandel in het z.g. wettelijk gebied is tot stand ge komen. Dit maakt, dat de geprojecteerde consumptiemelkregeling het volle effect zal kunnen hebben. Het leek den minister niet juist, zijnerzijds voor te schrijven, dat een dergelijke organisati. tot stand moest komen. Hij meent, dat zijn taak zich er toe beperkt, een regeling te scheppen, waarbij de landbouwers een behoor1 ij ken prijs voor de melk kunnen bedingen en ontduikingen van die regeling zooveel mogelijk worden voorkomen. Zoodra bleek, dat de betrokken groepen het initiatief wilden nemen tot een orga nisatie, heeft de minister gaarne dit ini tiatief gesteund. Hij hoopt nu, dat in sa menwerking tusschen de beide groepen een regeling zal kunnen ontstaan die even goed zal kunnen voldoen als dit met de tarweregeling het geval is geweest en nog is. Gaarne zal de minister het gebruik van melk voor schoolkinderen, hetwelk zijn volle sympathie heeft, zooveel mogelijk bevorderen en van de zijde van de Ne derlandsche Zuivelcentrale worden in deze richting dan ook reeds de noodige stappen gedaan. Uitvoer van gecondenseerde melk naar Engeland. Ten aanzien van den uitvoer van gecon denseerde melk naar Engeland wordt op gemerkt, dat nooit is medegedeeld, dat door de Engebche regeering de eisch zou zijn gesteld tot het aanwijzen van een zeer beperkt aantal agenten. Van Engel- sche zijde is als voorwaarde gesteld, dat de Nederlandsche regeering zich zou ver binden maatregelen te treffen, om te zorgen, dat een overeenkomst van de Ne derlandsche en Engelsche fabrikanten, die zou dienen te worden gesloten, ook zou worden gehandhaafd. Bij de discussies, die omtrent deze voorwaarden werden ge voerd, bleek reeds, dat er wijzigingen dien den te worden aangebracht in den vorm van de verkoopsorganisaties in Engeland. De Engelsche vertegenwoordigers vestig den er de aandacht op, dat zelfs bij de oude regeling (de pool) de groote moei lijkheden niet zouden zijn gekomen, in dien er een behoorlijke samenwerking on der de agenten had bestaan. Beide groepen van onderhandelaars wa ren het er uiteindelijk volkomen over eens, dat er de een of andere vorm van organisatie moest komen onder de agenten. De wijze, waarop deze er moest komen en de vorm van de organisatie bleven na tuurlijk volledig voor rekening van de Ne derlandsche regeering. Slechts moest zij voldoen aan den eisch, dat de te treffen overeenkomst ook inderdaad werd gehand haafd en door de Nederlandsche regeering gegarandeerd. Dit komt hiesrop neer, dat van Engelsche zijde de eiscl. tot een krach tige organisatie is gesteld. Of nu die eisch met zooveel woorden is gesteld, dan wel, dat hij direct voortvloeit uit een anderen Eerste Leidsehe Begrafenisonderneming voor Roomsch Katholieken GEVESTIGD 1882 Pieter de la Courtstraat 22 TRANSPORT TELEFOON 1455 is hetzelfde. Het is mogelijk, dat misver stand is ontstaan, doordat de indruk is gevestigd, alsof de Engelsche regeering een imperatieven eisch heeft gesteld, terwijl deze, zij het indirect, doch onvermijdelijk, uit den door haar wel gestelden eisch voort vloeit. Dat dit van Engelsche zijde ook on middellijk zoo is opgevat, volgt uit de op de onderhandelingen gevolgde correspon dentie en de conclusies, welke van Neder landsche zijde via den rijkslandbouwoon- sulent te Londen aan de Engelsche onder handelaars gezonden zijn. Van Nederlandsche zijde is nooit de ge dachte opgeworpen, dat de Engelsche re geering persé beperking van het aantal agenten heeft geëischt. Dat dit werkelijk niet het geval geweest kan zijn, blijkt reeds uit de mededeelingen van den regee- ringscommissaris voor den akkerbouw en de veehouderij, op de vèrgadering met alle belanghebbenden bij den export van ge condenseerde melk naar Engeland, op 25 September 1936. Op deze vergadering is in dit verband voor het eerst door één der Nederlandsche belanghebbenden de ge dachte van de aanstelling van „principal agents" gelanceerd, terwijl ook reeds van andere belanghebbende zijde de gedachte van één kantoor in Londen naar voren is gebracht. De regeeringscommissaris heeft er op gewezen, dat men, naar zijn meening, wilde men de zaak in handen houden, een beperkt aantal „principal agents" zou moe ten hebben. Hij heeft toen 8 als aantal ge noemd. Nadat de voorbereidende commis sie, bestaande uit 3 leden van de zijde van de particuliere industrie en 3 leden van de zijde der coöperatieve industrie, met voor- loopige plannen was gekomen, heeft op 21 October 1936 een nieuwe vergadering met belanghebbenden plaats" gehad. Op deze vergadering heeft de regeeringscommissa ris op een desbetreffende opmerking ge antwoord, dat de verantwoordelijkheid voor het aantal agenten bij de Nederland sche regeering lag. Hieruit blijkt dus wel, dat nooit bij de belanghebbenden de ge dachte heeft kunnen bestaan, dat Engeland de verantwoordelijkheid zou kunnen heb ben voor het aantal agenten en ook niet voor den vorm van de organisatie, die noo dig was om de regelingen, nl. de handha ving van de afspraak tusschen de Neder landsche en Engelsche belanghebbenden, door te voeren. De organisatievorm, die uiteindelijk is ontstaan, is een gevolg van de voorstellen der bovenbedoelde commis sie, waarbij ook de adviezen van de beide groote producentengroépen nl. de F. N. Z. en de V. V. Z. M. waren ingeroepen. De eenige weg die overbleef om tenmin ste een organisatie te vinder., die aan de bovenbedoelde eischen voldeed, was ac- coord te gaan met het compromis, waar toe de beide groepen als voorloopige oplos sing zijn gekomen. Het voldoen aan het verlangen, het aantal „principal agents" nog vrij sterk uit te breiden, bergt het groote gevaar in zich. gezien de ervarin gen in het verleden,, dat de Nederlandsche regeering haar toezegging, aan de Engel sche regeering gedaan, om de regeling te controleeren, niet zal kunnen gestand doen. Aan de Nederlandsche zuivelcentrale en de bovenbedoelde commissie" is direct de be studeering en het zoeken naar een regeling, die minder bezwaren zal hebben, opgedra gen. Het is evenwel uiterst moeilijk, hier een regeling te vinden, welke voldoet aan de verschillende eischen die er aan ge steld moeten worden. Het zal in hooge mate afhangen van de eischen, die de En gelsche regeering na 31 Juli zal stellen, of het nog noodig zal zijn een dergelijke orga nisatie in stand te houden. Zoolang van Engelsche ijde aan de voor waarde, dat een overeenkomst met de En gelsche fabrikanten wordt gesloten, wordt vastgehouden, zal de een of andere vorm van organisatie van den verkoop in Enge land dienen te blijven bestaan. Deze orga nisatie zal, zoolang de regeering daarvoor eenige verantwoordelijkheid draagt, de grootst mogelijk te verkrijgen zekerheid die de omstandigheden toelaten moeten geven, dat de overeenkomst werkelijk wordt gehandhaafd. De ministe zou het zeer toejuichen als de belanghebbenden zelf tot een regeling zouden kunnen ko men. Het verloop van deze geheele aange legenheid stemt hem ter zake echter niet hoopvol. WILT U IETS WETEN? Vraag: Welke is de kortste en beste weg per auto naar het plaatsje Makt, de bedevaartsplaats van den H. Jozef? Antwoord: U bedoelt zeker Smakt. Deze route is: Leiden, Alphen, Bodegraven, Woerden, Utrecht, Jutfaas, Vreeswijk, Via- 1 nen, Everdingen, Deil, Tuil, Zalt Bommel. Hedel, 's Hertogenbosch, Helmond, De urne, I Venraay, Smakt. Vraag: S. te N. inzake wijziging van achternaam. Antwoord: Dat moet geschieden bij Kon. Besluit. Wendt U met een ver zoek tot H. M. de Koningin der Nederlan den Den Haag. De kosten bedragen onge- i veer 260.—, Vergadering van gisteren. Bij de regeling van werkzaamheden stelt de voorzitter voor, de vergaderingen van Woensdag en Donderdag ook des avonds voort te zetten. Aan de orde zal Woens dagavond zijn het wetsontwerp tot het al gemeen verbindend en onverbindend ver klaren van bepalingen van collectieve ar beidsovereenkomsten. HET SPOORWEGBEDRIJF. De MINISTER VAN WATERSTAAT, de heer VAN LIDT DE JEUDE, zet zijn Vrij dag afgebroken rede ter beantwoording van de algemeene beschouwingen over het wetsontwerp tot reorganisatie van het spoorwegbedrijf voort. Spr. kan den heer Van Dijk toezeggen, dat de Spoorwegen geen onnoodige uit breiding zullen geven aan andere verkeers middelen dan die der spoorwegen zelf. Toch is het nuttig, de bepaling van art. 2 te be houden met het oog op het eventueel in stellen van autobusdiensten op trajecten, die thans door de Spoorwegen worden be diend. Spr. wil niet verder in de coördinatie kwestie treden, maar ziet met vertrouwen de verdere ontwikkelirfg tegemoet, dank zij de basis, die gelegd is door de organisa ties der belanghebbenden zelf, een resul taat, dat tot voor kort nog onmogelijk werd geacht. Spr. bestrijdt het denkbeeld, dat het auto verkeer eigenlijk het spoorwegverkeer zou betalen. Deze grief is het psychologisch ge volg van de meening, dat het autoverkeer te zwaar belast is. Hij wijst daartegenover op de groote bedragen, die ten behoeve van den wegenaanleg op rekening van het Werkfonds zijn gebracht. Het tijdstip is trouwens aange broken om ernstig aandacht te schenken aan de hooge lasten, die op het autoverkeer rusten, mede tengevolge van de hooge benzine- lasten. De positie van het pensioenfonds baart nog steeds zorg, maar er is geen gevaar vooi de liquiditeit, ook niet door dit wets ontwerp. Niettemin moet de dekking van het wiskundig tekort ernstig onder het oog worden gezien. Spr. betwist, dat de leiding van het spoor wegbedrijf te eenzijdig technisch en te wei nig commercieel georiënteerd zou zijn. On der veel moeilijker omstandigheden zijn onze tekorten niet grooter dan in het bui tenland, en spr. meent dat er alle reden is om de leiding van het spoorwegbedrijf te prijzen. De ervaring heeft geleerd, dat electrifi- catie van spoorlijnen toenemend verkeer tengevolge heeft. De ervaring met het Die sel-materiaal is na de eerste teleurstellin gen zeer gunstig. Er is thans echter in hoofdzaak electrisch materieel in aanbouw. Spr. is voorstander van een nauw contact tusschen directie en personeelraad maar acht het onjuist, dat de personeelraad een vertegenwoordiger zou hebben in den raad van commissarissen. Het is niet onmoge lijk, dat uit de kringen van den personeel raad een geschikte persoonlijkheid, die geen lid meer daarvan is, een geschikte candidaat voor den raad van commissaris sen wordt gesteld. Maar de personeelraad is onderhandelingslichaam en kan geen deel hebben aan de gezagsuitoefening. De di rectie zou daardoor in een onhoudbare po sitie komen. Een betrouwbare maatstaf voor de toe komst is er nog niet. Het wetsontwerp is slechts een onderdeel van de moeilijke spoorwegmaterie. Maar het is een stap in de goede richting om een einde te maken aan de onzekerheid omtrent de financieele verplichtingen der spoorwegen en ter sa neering van het spoorwegbedrijf. Na re- en dupliek wordt het wetsontwerp vervolgens z. h. st. aangenomen. STAATSLANDBOUWBEDRIJF IN DE WIERINGERMEER. Aan de orde is het wetsontwerp tot in stelling van een openbaar lichaam voor drooggelegde en droog te leggen deelen van het IJsselmeer. De heer EBELS (V.D.) wenscht nadere inlichtingen over he.t eigenaarsbeheer van de staatseigendommen. Wat voor bedrijf zal men hiervan maken? Een proefbedrijf of een demonstratiebedrijf? Zal het één groot bedrijf worden of zal het verdeeld worden in kleinere bedrijven? Spr. heeft zich af gevraagd, of in de Wieringermeer een voor den staat gereserveerde oppervlakte van 3000 H.A. niet te veel was, maar hij is tot de conclusie gekomen, dat dit niet het ge val was, temeer daar van de totale opper vlakte van 18.000 H.A 15.000 bestemd is voor andere doeleinden, n.l. 5000 voor uit gifte in erfpacht, 5000 voor verpachting en 5000 H.A. voor verkoop. Bij de beslissing, of men groot- of klein bedrijf de voorkeur geeft, zegt spr., dat oeconomische factoren den doorslag geven in de richting v^an het grootbedrijf, sociale factoren echter in de richting van het klein bedrijf. In het onderhavige geval gelooft spr. dat men verstandig doet, den nadruk vooral op het sociale element te leggen. De heer BONGAERTS (R.K.) brengt de regeering hulde voor de voorbereiding van deze moeilijke materie. De ervaring, die men met dit ontwerp za' opdoen, zal vooral aanstonds van nut blijken bij de voltooiing en in gebruikneming van de Noord-Ooste lijke inpoldering. Spr. verheugt zich erover, dat we nu een groot openbaar lichaam krijgen met veror denende bevoegdheid. Spr. bespreekt even eens de oeconomische en de sociale zijde van de gronduitgifte, maar waarschuwt tegen een teveel aan kleine bedrijven. Hij be treurt, dat de door de Tweede Kamer aan genomen Pachtwet thans reeds een bevrie zende werking schijnt te hebben. Uitgifte van kleine bedrijven is een sociale eisch des tijds, maar te veel kleine bedrijven lei den tot oeconomische verbrokkeling. De heer BIEREMA (Lib.) noemt het wetsontwerp mosterd na den maaltijd. Vijf a zes jaar geleden zou het zin hebben ge had. Nu is drievierde van het werk verricht én komt men met dit ingewikkeld voorstel, voor slechts enkele jaren De voorgestelde regeling is zeer gekunsteld. Spr. betoogt, dat het de bedoeling van de drooglegging van de Wieringermeer is ge weest, arbeidsgelegenheid te scheppen, en niet het creëeren van groot-bedrijven, die door het gebruik van landbouwmachines op groote schaal den menschelijken arbeid uit schakelen. Dat de Staat, zelf landbouwbedrijven ex ploiteerend, goede resultaten zou behalen, is wel bewezen. Daarom zou spr. gaarne zien, dat een oppervlakte van geringer af metingen in staatseigendom zal blijven, bijv. 1000 H.A. De heer KRIJGER (C.H.) is het er niet mee eens, dat dit wetsontwerp mosterd na den maaltijd zou zijn. Spr. is echter niet tevreden over de regeling voor de kerk genootschappen. De -kerken hadden over meer grond moeten beschikken opdat ze daar hun inkomsten uit hadden kunnen trekken. Het beschikbaar stellen van meer kerkegrond is de hand 'houden aan den heiligen kerkdienst. De lieer VAN DER WAERDEN (Soc. Dem.) acht de splitsing van gemeentelijke bestuurstaak en waterstaatstaak een fout. Spr. waarschuwt tegen een teveel van kleine bedrijven. De heer VAN KOEVORDEN (R.K.) wenscht geen staatsexploitatie waar het particuliere initiatief zich vrij kan bewe gen. Zelfs bij een geslaagde proef wijst spr. uit principe staatsexploitatie af. Spr. hoopt dat wat nu wordt gedaan ten goede zal komen aan de verdere inpolderin gen. Ook spr. wijst op de voordeelen van kleine bedrijven, die moeten vechten voor hun bestaan. Zooveel mogelijk menschen dienen in de nieuwe gebieden een bestaan té kunnen vinden. De oeconomische voor- deelen mogen de sociale belangen niet over- heerschen. Het beeld van den Nederland- schen landbouw moge zich ook hier in het geheel weerspiegelen. Er is nog een te klein gedeelte grond voor het kleinbedrijf be schikbaar. De minister aan het woord. De MINISTER VAN WATERSTAAT, de heer VAN LIDT DE JEUDE, geeft toe, dat het wetsontwerp beter eerder had kunnen verschijnen, maar daardoor is het geenszins overbodig geworden. Spr. acht het een voordeel, dat de voor gestelde regeling partieel is. Het betreft hier het eerste openbare lichaam van dien aard. Uit de werking ervan zal men veel kunnen leeren voor de andere polders en men zal er tal van nuttige lessen uit kun nen trekken. Men heeft voorkeur uitgesproken voor groote of kleine bedrijven. De laatste heeft men speciaal van socialen aard geacht. De regeering ziet de voordeelen van beide vor men en zoekt dus een evenwichtstoe stand. Bij de uitgifte in groote of kleine bedrijven moet rekening worden gehouden met den aard van den grond. Wanneer men uitsluitend kleine bedrij ven sticht kan de mooie systematische ver kaveling van den grond ook moeilijk ge handhaafd blijven, want de verkaveling in de Wieringermeer is gebaseerd op vrij groote bedrijven. Is 3000 H.A. de juiste oppervlakte van staatsexploitatie? Spr. heeft de voorge schiedenis van dichtbij meegemaakt, maar over die voorgeschiedenis schijnt geen een stemmigheid te bestaan. Er moet een vol doende hoeveelneid land zijn voor experi menten. Men achtte een oppervlakte van 3000 H.A. noodig om op behoorlijke schaal proeven te kunnen nemen. De Kamer en de regeering hebben zich daarmee ver- eenigd, zonder dat daarmee een principieele uitspraak voor staatsexploitatie wordt ge daan. De algemeene beschouwingen zijn hier mee gesloten. Een amendement. Bij art. 1 bepleit de heer BONGAERTS (R.K.) beperking van de Staatsexploitatie en dient hij een amendement in om in plaats van 3000 H.A. slechts 1000 H.A. voor staatsexploitatie beschikbaar te stellen. De MINISTER VAN WATERSTAAT ont raadt het amendement en laat de beslissing aan de Kamer over. De stemming over het amendement wordt aangehouden tot heden bij den aanvang der vergadering, evenals over de conside rans en het geheele wetsontwerp. De overige artikelen worden z. h. st. goedge keurd. Te half zes wordt de vergadering ver daagd tot vanmiddag 1 uur.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1937 | | pagina 7