Begrootingen van landbouw en visscherij
en van het landbouw-crisisfonds.
Het spoorwegbedrijf - Landbouw-
proeven in den Wieringermeer.
G. H. KLEINHANS
WOENSDAG 17 MAART 1937
ut LE1DSCHE COURANT
IWEEDE BLAD - PAG. 7
TWEEDE KAMER
MEMORIE VAN ANTWOORD AAN DE
EEDSTE KAMER.
Ontleend is aan de memorie van ant
woord in zake de begrootingen van land
bouw en visscherij en het landbouwcri
sisfonds 1937:
De landbouwcrisispolitiek
Dat de toestand op agrarisch gebied in
het algemeen nog weinig bevredigend is,
kan door den minister niet worden ont
kend. Hij kan echter niet de meening dee-
len van hen, die van oordeel zijn, dat
sinds de depreciatie van den gulden en
de stijging van de wereldmarktprijzen van
verschillende landbouwproducten in het
geheel geen verbetering zou zijn ingetre
den. Reeds het feit, dat voor eenige ak
kerbouwproducten de steun kon worden
verlaagd of zelfs opgeheven, omdat de
opbrengst daarvan de gestelde richtprijzen
meer en meer naderde of wel cverschreed,
moet als een gunstig verschijnsel worden
aangemerkt, dat met recht de verwachting
doet ontstaan, dat binnen niet fi te langen
tijd wellicht de directe steunmaatregelen
op het gebied van <'en akkerbouw kunnen
worden verminderd of afgeschaft. Het moge
waar zijn dat de bedrijfsuitkomsten in den
landbouw in verband m^t de inmiddels
gestegen productiekosten niet onmiddellijk
de gunstige gevolgen ondervonden, niet
moet worden voorbij gezien, dat op deze
wijze de ten behoeve van de landbouw
steunmaatregelen aan het geheele Neder-
landsche volk opgelegde lasten gestadig
kunnen worden verminderd, hetgeen onge
twijfeld een gunstige terugslag op den
landbouwenden stand zal oefenen.
De minister i* zich van den toestand,
waarin de veehouders- en gemengde be
drijven thans wrkreren, zeer bewust en
hij verklaart gaarne alles te zullen doen,
wat in zijn vermogen ligt, om hun tege
moet te kernen.
De regeering heeft met waardeering
kennis genomen van het door Sir Henri
Deterding genomen initiatief tot aankoop
van landbouworoducten voor een bedrag
van 10.000.000.
Al wordt door den minister niet betwist,
dat de toestand in den tuinbouw nog on
gunstig is, de meening va.f enkele leden,
dat de tuinbouw geruïneerd is, kan hij
geenszins deelen. Dank zij den getroffen
steunmaatregelen heeft het grootste deel
der bedrijven zich staande kunnen houden.
Omtrent de voorgenomen reorganisatie
in de uitvoering der landbouwcrisismaat
regelen zal de minister, naar hij verwacht,
binnenkort nadere mededeelingen kunnen
doen, zoodra het thans in voorbereiding
zijnde wetsontwerp een meer definitieven
vorm heeft aangenomen.
Ten opzichte van het plan van Sir Hen
ry Deterding kan de minister mededeelen,
dat de daai-uit gevolgde transacties buiten
de clearing zijn omgegaan. Omtrent den
invloed van dit plan ten aanzien van den
toestand in den landbouw kan de minis
ter op dit oogenblik nog geen mededeelin
gen doen.
De minister meent, dat opheffing van
de teeltregeling van aardappelen en op
heffing van den denaturatiobijslag een zeer
gevaarlijk experiment zou blijken te zijn.
Invloed van de devaluatie.
Zoolang nog financieele bijdragen aan
den land- en tuinbouw noodig zullen zijn,
zal het niet mogelijk zijn de heffingen af
te schaffen, omdat daaruit de noodige mid
delen moeten worden geput. Om deze re
den heeft de minister dan ook aan den op
hem van velerlei zijden geoefenden drang
de monopolieheffingen op graan te verla
gen, geen gevolg kunnen geven.
De landbouw-bedrijfsorganen.
De minister is 'zeer erkentelijk voor de
waardeering. waarmede vele leden kennis
genomen hebben van rijn. opvatting, dat
voor de uitvoering van de landbouwcrisis
maatregelen organen zullen moeten wor
den ingesteld. Reeds thans moge hij ech
ter opmerken, dat het in zijn bedoeling
ligt, dat vertegenwoordigers van het be
drijfsleven, zitting zullen nemen in de
nieuwe organen, bij welker vorming aan
sluiting zal worden gezocht bij de organi
saties op het gebied van den land- en
tuinbouw.
Reorganisatie landbouw-
voorlichtingsdienst.
Een nauwkeurig en zorgvuldige bestu
deering heeft den ministei tot de overtui
ging geleid, dat de huidige regeling van
den landbouwvoorlichtingsdienst geen
behoorlijke uitoefening van den dienst
waarborgt, maar, aanleiding zal blijven
geven tot verwarring. Hij heeft daarom
besloten de behartiging van de technische
en de oeconomische voorlichting voor elk
ambtsgebied te vereenigen irv één persoon,
wien de vererichte assistentie ter beschik
king zal worden gesteld. In overeenstem
ming met de meening van de leden, die
aandrongen op het spoedig nemen van
maatregelen ter wegneming van onnoodige
wrijving, achtte de minister de regeling
van deze aangelegenheid in hooge mate
urgent, zoodat hij alleen reeds hierom
meende niet te mogen besluiten ze te doen
voorbereiden door een daartoe in te stellen
commissie.
Bestrijding- rundveetuberculose.
Zoodra de toestand van 't rijks finan
ciën zulks gedoogt, zal de minister bevor
deren, dat een grooter bedrag van rijkswe
ge voor de bestrijding beschikbaar worde
gesteld.
Regeling van de productie.
Naar de meening van den minister is
er geen enkel feit, dat er op zou wijzen, dat
ae regeling van de productie bij varkens
en bij pluimvee, binnenkort zou kunnen
worden opgeheven.
Varkens.
Ten aanzien van den spekexport meent
de minister, dat het niet gewenscht is,
daarin wijziging te brengen.
In het opkoopen van spek tegen vaste
prijzen bezit de Nederlandsche veehoude
rijcentrale een uitstekend middel om een
al te grooten val in de prijzen der zware
varkens te voorkomen. Van het door som
mige leden voorgestelde systeem verwacht
de minister niets anders dan een druk op
de varkensprijzen.
De minister is van meening, dat hij,
vergeleken met den inschrijvingsprijs voor
de particuliere bedrijven, aan de coöpera
tieve baconfabrieken een bedrag heeft toe
gekend, dat daarmede volkomen in over
eenstemming is.
Ten aanzien van den verkoop van var
kens aan sir Henry Deterding wordt me
degedeeld, dat de aankoop van 30.000
varkens de positie aan de varkensmarkt
aanmerkelijk heeft verlicht. Met een
scherpere toepassing van de teeltregeling
voor het jaar 1937 hoopt de minister daar
door, al kan van stabiele varkensprijzen
in de toekomst natuurlijk niet worden ge
sproken, toch daling van de varkensprij
zen tot voor de varkenshouders niet loo-
nend peil te kunnen voorkomen.
Bij zijn ten aanzien van de varkensprij
zen te volgen politiek zal de minister
uiteraard rekening houden met den prijs
van de voedermiddelen.
Controle op volkstuinen.
Ten einde aan de buitensporige teelt van
groenten in bepaalde groepen van volks
tuinen, die inderdaad de belangen van dei*
tuinbouw en kleinhandel in groenten en
fruit kan schaden, paal en perk te stellen,
is aan den centralen crisis-controledienst
opgedragen, in gevallen, waarin deze teelt
kennelijk niet in overesnstemmong is met
de behoeften van het eigen gezin, tot het
opmaken van proces-verbaal wegens over
treding van het crisis-tuinbouwbesluit 1937
I over- te gaan. De minister zal nagaan of
met dezen maatregel de particuliere
groenteteelt tot meer aanvaardbare pro
porties kan worden teruggebracht.
MELK EN ZUTVEL.
Het doet den minister genoegen te kun
nen mededeelen, dat op initiatief van de
organisaties van handelaren en industrie
ook een organisatie van den melkhandel
in het z.g. wettelijk gebied is tot stand ge
komen. Dit maakt, dat de geprojecteerde
consumptiemelkregeling het volle effect
zal kunnen hebben. Het leek den minister
niet juist, zijnerzijds voor te schrijven, dat
een dergelijke organisati. tot stand moest
komen. Hij meent, dat zijn taak zich er toe
beperkt, een regeling te scheppen, waarbij
de landbouwers een behoor1 ij ken prijs voor
de melk kunnen bedingen en ontduikingen
van die regeling zooveel mogelijk worden
voorkomen.
Zoodra bleek, dat de betrokken groepen
het initiatief wilden nemen tot een orga
nisatie, heeft de minister gaarne dit ini
tiatief gesteund. Hij hoopt nu, dat in sa
menwerking tusschen de beide groepen
een regeling zal kunnen ontstaan die even
goed zal kunnen voldoen als dit met de
tarweregeling het geval is geweest en
nog is.
Gaarne zal de minister het gebruik van
melk voor schoolkinderen, hetwelk zijn
volle sympathie heeft, zooveel mogelijk
bevorderen en van de zijde van de Ne
derlandsche Zuivelcentrale worden in deze
richting dan ook reeds de noodige stappen
gedaan.
Uitvoer van gecondenseerde
melk naar Engeland.
Ten aanzien van den uitvoer van gecon
denseerde melk naar Engeland wordt op
gemerkt, dat nooit is medegedeeld, dat
door de Engebche regeering de eisch zou
zijn gesteld tot het aanwijzen van een
zeer beperkt aantal agenten. Van Engel-
sche zijde is als voorwaarde gesteld, dat
de Nederlandsche regeering zich zou ver
binden maatregelen te treffen, om te
zorgen, dat een overeenkomst van de Ne
derlandsche en Engelsche fabrikanten, die
zou dienen te worden gesloten, ook zou
worden gehandhaafd. Bij de discussies,
die omtrent deze voorwaarden werden ge
voerd, bleek reeds, dat er wijzigingen dien
den te worden aangebracht in den vorm
van de verkoopsorganisaties in Engeland.
De Engelsche vertegenwoordigers vestig
den er de aandacht op, dat zelfs bij de
oude regeling (de pool) de groote moei
lijkheden niet zouden zijn gekomen, in
dien er een behoorlijke samenwerking on
der de agenten had bestaan.
Beide groepen van onderhandelaars wa
ren het er uiteindelijk volkomen over
eens, dat er de een of andere vorm van
organisatie moest komen onder de agenten.
De wijze, waarop deze er moest komen
en de vorm van de organisatie bleven na
tuurlijk volledig voor rekening van de Ne
derlandsche regeering. Slechts moest zij
voldoen aan den eisch, dat de te treffen
overeenkomst ook inderdaad werd gehand
haafd en door de Nederlandsche regeering
gegarandeerd. Dit komt hiesrop neer, dat
van Engelsche zijde de eiscl. tot een krach
tige organisatie is gesteld. Of nu die eisch
met zooveel woorden is gesteld, dan wel,
dat hij direct voortvloeit uit een anderen
Eerste Leidsehe
Begrafenisonderneming
voor Roomsch Katholieken
GEVESTIGD 1882
Pieter de la Courtstraat 22
TRANSPORT TELEFOON 1455
is hetzelfde. Het is mogelijk, dat misver
stand is ontstaan, doordat de indruk is
gevestigd, alsof de Engelsche regeering een
imperatieven eisch heeft gesteld, terwijl
deze, zij het indirect, doch onvermijdelijk,
uit den door haar wel gestelden eisch voort
vloeit. Dat dit van Engelsche zijde ook on
middellijk zoo is opgevat, volgt uit de op
de onderhandelingen gevolgde correspon
dentie en de conclusies, welke van Neder
landsche zijde via den rijkslandbouwoon-
sulent te Londen aan de Engelsche onder
handelaars gezonden zijn.
Van Nederlandsche zijde is nooit de ge
dachte opgeworpen, dat de Engelsche re
geering persé beperking van het aantal
agenten heeft geëischt. Dat dit werkelijk
niet het geval geweest kan zijn, blijkt
reeds uit de mededeelingen van den regee-
ringscommissaris voor den akkerbouw en
de veehouderij, op de vèrgadering met alle
belanghebbenden bij den export van ge
condenseerde melk naar Engeland, op 25
September 1936. Op deze vergadering is
in dit verband voor het eerst door één
der Nederlandsche belanghebbenden de ge
dachte van de aanstelling van „principal
agents" gelanceerd, terwijl ook reeds van
andere belanghebbende zijde de gedachte
van één kantoor in Londen naar voren is
gebracht. De regeeringscommissaris heeft
er op gewezen, dat men, naar zijn meening,
wilde men de zaak in handen houden, een
beperkt aantal „principal agents" zou moe
ten hebben. Hij heeft toen 8 als aantal ge
noemd. Nadat de voorbereidende commis
sie, bestaande uit 3 leden van de zijde van
de particuliere industrie en 3 leden van de
zijde der coöperatieve industrie, met voor-
loopige plannen was gekomen, heeft op 21
October 1936 een nieuwe vergadering met
belanghebbenden plaats" gehad. Op deze
vergadering heeft de regeeringscommissa
ris op een desbetreffende opmerking ge
antwoord, dat de verantwoordelijkheid
voor het aantal agenten bij de Nederland
sche regeering lag. Hieruit blijkt dus wel,
dat nooit bij de belanghebbenden de ge
dachte heeft kunnen bestaan, dat Engeland
de verantwoordelijkheid zou kunnen heb
ben voor het aantal agenten en ook niet
voor den vorm van de organisatie, die noo
dig was om de regelingen, nl. de handha
ving van de afspraak tusschen de Neder
landsche en Engelsche belanghebbenden,
door te voeren. De organisatievorm, die
uiteindelijk is ontstaan, is een gevolg van
de voorstellen der bovenbedoelde commis
sie, waarbij ook de adviezen van de beide
groote producentengroépen nl. de F. N. Z.
en de V. V. Z. M. waren ingeroepen.
De eenige weg die overbleef om tenmin
ste een organisatie te vinder., die aan de
bovenbedoelde eischen voldeed, was ac-
coord te gaan met het compromis, waar
toe de beide groepen als voorloopige oplos
sing zijn gekomen. Het voldoen aan het
verlangen, het aantal „principal agents"
nog vrij sterk uit te breiden, bergt het
groote gevaar in zich. gezien de ervarin
gen in het verleden,, dat de Nederlandsche
regeering haar toezegging, aan de Engel
sche regeering gedaan, om de regeling te
controleeren, niet zal kunnen gestand doen.
Aan de Nederlandsche zuivelcentrale en de
bovenbedoelde commissie" is direct de be
studeering en het zoeken naar een regeling,
die minder bezwaren zal hebben, opgedra
gen. Het is evenwel uiterst moeilijk, hier
een regeling te vinden, welke voldoet aan
de verschillende eischen die er aan ge
steld moeten worden. Het zal in hooge
mate afhangen van de eischen, die de En
gelsche regeering na 31 Juli zal stellen, of
het nog noodig zal zijn een dergelijke orga
nisatie in stand te houden.
Zoolang van Engelsche ijde aan de voor
waarde, dat een overeenkomst met de En
gelsche fabrikanten wordt gesloten, wordt
vastgehouden, zal de een of andere vorm
van organisatie van den verkoop in Enge
land dienen te blijven bestaan. Deze orga
nisatie zal, zoolang de regeering daarvoor
eenige verantwoordelijkheid draagt, de
grootst mogelijk te verkrijgen zekerheid
die de omstandigheden toelaten moeten
geven, dat de overeenkomst werkelijk
wordt gehandhaafd. De ministe zou het
zeer toejuichen als de belanghebbenden
zelf tot een regeling zouden kunnen ko
men. Het verloop van deze geheele aange
legenheid stemt hem ter zake echter niet
hoopvol.
WILT U IETS WETEN?
Vraag: Welke is de kortste en beste
weg per auto naar het plaatsje Makt, de
bedevaartsplaats van den H. Jozef?
Antwoord: U bedoelt zeker Smakt.
Deze route is: Leiden, Alphen, Bodegraven,
Woerden, Utrecht, Jutfaas, Vreeswijk, Via-
1 nen, Everdingen, Deil, Tuil, Zalt Bommel.
Hedel, 's Hertogenbosch, Helmond, De urne,
I Venraay, Smakt.
Vraag: S. te N. inzake wijziging van
achternaam.
Antwoord: Dat moet geschieden
bij Kon. Besluit. Wendt U met een ver
zoek tot H. M. de Koningin der Nederlan
den Den Haag. De kosten bedragen onge-
i veer 260.—,
Vergadering van gisteren.
Bij de regeling van werkzaamheden stelt
de voorzitter voor, de vergaderingen van
Woensdag en Donderdag ook des avonds
voort te zetten. Aan de orde zal Woens
dagavond zijn het wetsontwerp tot het al
gemeen verbindend en onverbindend ver
klaren van bepalingen van collectieve ar
beidsovereenkomsten.
HET SPOORWEGBEDRIJF.
De MINISTER VAN WATERSTAAT, de
heer VAN LIDT DE JEUDE, zet zijn Vrij
dag afgebroken rede ter beantwoording
van de algemeene beschouwingen over het
wetsontwerp tot reorganisatie van het
spoorwegbedrijf voort.
Spr. kan den heer Van Dijk toezeggen,
dat de Spoorwegen geen onnoodige uit
breiding zullen geven aan andere verkeers
middelen dan die der spoorwegen zelf. Toch
is het nuttig, de bepaling van art. 2 te be
houden met het oog op het eventueel in
stellen van autobusdiensten op trajecten,
die thans door de Spoorwegen worden be
diend.
Spr. wil niet verder in de coördinatie
kwestie treden, maar ziet met vertrouwen
de verdere ontwikkelirfg tegemoet, dank
zij de basis, die gelegd is door de organisa
ties der belanghebbenden zelf, een resul
taat, dat tot voor kort nog onmogelijk werd
geacht.
Spr. bestrijdt het denkbeeld, dat het auto
verkeer eigenlijk het spoorwegverkeer zou
betalen. Deze grief is het psychologisch ge
volg van de meening, dat het autoverkeer
te zwaar belast is. Hij wijst daartegenover
op de groote bedragen, die ten behoeve van
den wegenaanleg op rekening van het
Werkfonds zijn gebracht.
Het tijdstip is trouwens aange
broken om ernstig aandacht te
schenken aan de hooge lasten, die
op het autoverkeer rusten, mede
tengevolge van de hooge benzine-
lasten.
De positie van het pensioenfonds baart
nog steeds zorg, maar er is geen gevaar
vooi de liquiditeit, ook niet door dit wets
ontwerp. Niettemin moet de dekking van
het wiskundig tekort ernstig onder het oog
worden gezien.
Spr. betwist, dat de leiding van het spoor
wegbedrijf te eenzijdig technisch en te wei
nig commercieel georiënteerd zou zijn. On
der veel moeilijker omstandigheden zijn
onze tekorten niet grooter dan in het bui
tenland, en spr. meent dat er alle reden
is om de leiding van het spoorwegbedrijf
te prijzen.
De ervaring heeft geleerd, dat electrifi-
catie van spoorlijnen toenemend verkeer
tengevolge heeft. De ervaring met het Die
sel-materiaal is na de eerste teleurstellin
gen zeer gunstig. Er is thans echter in
hoofdzaak electrisch materieel in aanbouw.
Spr. is voorstander van een nauw contact
tusschen directie en personeelraad maar
acht het onjuist, dat de personeelraad een
vertegenwoordiger zou hebben in den raad
van commissarissen. Het is niet onmoge
lijk, dat uit de kringen van den personeel
raad een geschikte persoonlijkheid, die
geen lid meer daarvan is, een geschikte
candidaat voor den raad van commissaris
sen wordt gesteld. Maar de personeelraad is
onderhandelingslichaam en kan geen deel
hebben aan de gezagsuitoefening. De di
rectie zou daardoor in een onhoudbare po
sitie komen.
Een betrouwbare maatstaf voor de toe
komst is er nog niet. Het wetsontwerp is
slechts een onderdeel van de moeilijke
spoorwegmaterie. Maar het is een stap in
de goede richting om een einde te maken
aan de onzekerheid omtrent de financieele
verplichtingen der spoorwegen en ter sa
neering van het spoorwegbedrijf.
Na re- en dupliek wordt het wetsontwerp
vervolgens z. h. st. aangenomen.
STAATSLANDBOUWBEDRIJF IN
DE WIERINGERMEER.
Aan de orde is het wetsontwerp tot in
stelling van een openbaar lichaam voor
drooggelegde en droog te leggen deelen van
het IJsselmeer.
De heer EBELS (V.D.) wenscht nadere
inlichtingen over he.t eigenaarsbeheer van
de staatseigendommen. Wat voor bedrijf zal
men hiervan maken? Een proefbedrijf of
een demonstratiebedrijf? Zal het één groot
bedrijf worden of zal het verdeeld worden
in kleinere bedrijven? Spr. heeft zich af
gevraagd, of in de Wieringermeer een voor
den staat gereserveerde oppervlakte van
3000 H.A. niet te veel was, maar hij is tot
de conclusie gekomen, dat dit niet het ge
val was, temeer daar van de totale opper
vlakte van 18.000 H.A 15.000 bestemd is
voor andere doeleinden, n.l. 5000 voor uit
gifte in erfpacht, 5000 voor verpachting en
5000 H.A. voor verkoop.
Bij de beslissing, of men groot- of klein
bedrijf de voorkeur geeft, zegt spr., dat
oeconomische factoren den doorslag geven
in de richting v^an het grootbedrijf, sociale
factoren echter in de richting van het klein
bedrijf.
In het onderhavige geval gelooft spr. dat
men verstandig doet, den nadruk vooral op
het sociale element te leggen.
De heer BONGAERTS (R.K.) brengt de
regeering hulde voor de voorbereiding van
deze moeilijke materie. De ervaring, die
men met dit ontwerp za' opdoen, zal vooral
aanstonds van nut blijken bij de voltooiing
en in gebruikneming van de Noord-Ooste
lijke inpoldering.
Spr. verheugt zich erover, dat we nu een
groot openbaar lichaam krijgen met veror
denende bevoegdheid. Spr. bespreekt even
eens de oeconomische en de sociale zijde van
de gronduitgifte, maar waarschuwt tegen
een teveel aan kleine bedrijven. Hij be
treurt, dat de door de Tweede Kamer aan
genomen Pachtwet thans reeds een bevrie
zende werking schijnt te hebben. Uitgifte
van kleine bedrijven is een sociale eisch
des tijds, maar te veel kleine bedrijven lei
den tot oeconomische verbrokkeling.
De heer BIEREMA (Lib.) noemt het
wetsontwerp mosterd na den maaltijd. Vijf
a zes jaar geleden zou het zin hebben ge
had. Nu is drievierde van het werk verricht
én komt men met dit ingewikkeld voorstel,
voor slechts enkele jaren De voorgestelde
regeling is zeer gekunsteld.
Spr. betoogt, dat het de bedoeling van de
drooglegging van de Wieringermeer is ge
weest, arbeidsgelegenheid te scheppen, en
niet het creëeren van groot-bedrijven, die
door het gebruik van landbouwmachines op
groote schaal den menschelijken arbeid uit
schakelen.
Dat de Staat, zelf landbouwbedrijven ex
ploiteerend, goede resultaten zou behalen,
is wel bewezen. Daarom zou spr. gaarne
zien, dat een oppervlakte van geringer af
metingen in staatseigendom zal blijven,
bijv. 1000 H.A.
De heer KRIJGER (C.H.) is het er niet
mee eens, dat dit wetsontwerp mosterd na
den maaltijd zou zijn. Spr. is echter niet
tevreden over de regeling voor de kerk
genootschappen. De -kerken hadden over
meer grond moeten beschikken opdat ze
daar hun inkomsten uit hadden kunnen
trekken. Het beschikbaar stellen van meer
kerkegrond is de hand 'houden aan den
heiligen kerkdienst.
De lieer VAN DER WAERDEN (Soc.
Dem.) acht de splitsing van gemeentelijke
bestuurstaak en waterstaatstaak een fout.
Spr. waarschuwt tegen een teveel van
kleine bedrijven.
De heer VAN KOEVORDEN (R.K.)
wenscht geen staatsexploitatie waar het
particuliere initiatief zich vrij kan bewe
gen. Zelfs bij een geslaagde proef wijst spr.
uit principe staatsexploitatie af.
Spr. hoopt dat wat nu wordt gedaan ten
goede zal komen aan de verdere inpolderin
gen.
Ook spr. wijst op de voordeelen van
kleine bedrijven, die moeten vechten voor
hun bestaan. Zooveel mogelijk menschen
dienen in de nieuwe gebieden een bestaan
té kunnen vinden. De oeconomische voor-
deelen mogen de sociale belangen niet over-
heerschen. Het beeld van den Nederland-
schen landbouw moge zich ook hier in het
geheel weerspiegelen. Er is nog een te klein
gedeelte grond voor het kleinbedrijf be
schikbaar.
De minister aan het woord.
De MINISTER VAN WATERSTAAT, de
heer VAN LIDT DE JEUDE, geeft toe, dat
het wetsontwerp beter eerder had kunnen
verschijnen, maar daardoor is het geenszins
overbodig geworden.
Spr. acht het een voordeel, dat de voor
gestelde regeling partieel is. Het betreft
hier het eerste openbare lichaam van dien
aard. Uit de werking ervan zal men veel
kunnen leeren voor de andere polders en
men zal er tal van nuttige lessen uit kun
nen trekken.
Men heeft voorkeur uitgesproken voor
groote of kleine bedrijven. De laatste heeft
men speciaal van socialen aard geacht. De
regeering ziet de voordeelen van beide vor
men en zoekt dus een evenwichtstoe
stand. Bij de uitgifte in groote of kleine
bedrijven moet rekening worden gehouden
met den aard van den grond.
Wanneer men uitsluitend kleine bedrij
ven sticht kan de mooie systematische ver
kaveling van den grond ook moeilijk ge
handhaafd blijven, want de verkaveling
in de Wieringermeer is gebaseerd op vrij
groote bedrijven.
Is 3000 H.A. de juiste oppervlakte van
staatsexploitatie? Spr. heeft de voorge
schiedenis van dichtbij meegemaakt, maar
over die voorgeschiedenis schijnt geen een
stemmigheid te bestaan. Er moet een vol
doende hoeveelneid land zijn voor experi
menten. Men achtte een oppervlakte van
3000 H.A. noodig om op behoorlijke schaal
proeven te kunnen nemen. De Kamer en
de regeering hebben zich daarmee ver-
eenigd, zonder dat daarmee een principieele
uitspraak voor staatsexploitatie wordt ge
daan.
De algemeene beschouwingen zijn hier
mee gesloten.
Een amendement.
Bij art. 1 bepleit de heer BONGAERTS
(R.K.) beperking van de Staatsexploitatie
en dient hij een amendement in om in
plaats van 3000 H.A. slechts 1000 H.A. voor
staatsexploitatie beschikbaar te stellen.
De MINISTER VAN WATERSTAAT ont
raadt het amendement en laat de beslissing
aan de Kamer over.
De stemming over het amendement wordt
aangehouden tot heden bij den aanvang
der vergadering, evenals over de conside
rans en het geheele wetsontwerp. De
overige artikelen worden z. h. st. goedge
keurd.
Te half zes wordt de vergadering ver
daagd tot vanmiddag 1 uur.