DAGBLAD VOOR LEIDEN EN OMSTREKEN Bureaux: PAPENGRACHT 32, LEIDEN Hebt vertrouwen! 28ste Jaargang WOENSDAG 17 MAART 1937 No. 8675 DE ABONNEMENTSPRIJS bedraagt bij vooruitbetaling: Voor Leiden 19 cent per week2.50 per kwartaal Bij onze Agenten 20 cent per week 2.60 per kwartaal Franco per post 2.95 per kwartaal Het Geïllustreerd Zondagsblad is voor de Abonné's ver krijgbaar tegen betaling van 50 cent per kwartaal, bij vooruitbetaling. Afzonderlijke nummers 5 cent, met Geïllustreerd Zondagsblad 9 cent. TEL. INT. ADMINISTRATIE 935, REDACTIE 15 II GIRONUMMER 103003, POSTBUS No. 11 DE ADVERTENTIEPRIJS BEDRAAGT: Gewone Advertentiën 30 cent per regel Voor Ingezonden Mededeelingen wordt het dubbele van het tarief berekend. TELEFOONTJES van ten hoogste 30 woorden, waarin be- betrekkingen worden aangeboden of gevraagd, huur en verhuur, koop en verkoon: 0.50 Dit nummer bestaat uit vier bladen. Want zie Ik heb de wereld overwonnen DOOR FR. MUCKERMANN S.J. Over heel de wereld is thans een felle strijd ontbrand tegen de godlooze mach ten, vooral tegen het verderfelijke Com munisme. Het leger der geloovige Chris tenen, die begrijpen dat er iets bijzonders dient te gebeuren, wanneer we in Europa 't Christendom even gaaf en machtig aan het komende geslacht willen overgeven, als wij het zelf ontvingen, wordt gelukkig steeds grooter. Doch bij dezen geweldigen strijd moeten wij er toch vooral zorg voor dragen dat we niet kleinmoedig worden en Gode niet onwaardig, want de inzet van heel onze strijd moet zijn „Voor God". Wanneer we voor een aardsch doel strijden; zij het dan ook het hoogste, kun nen we wellicht tijdelijk den mensch be geesteren. Doch dan komt de ontgooche ling, want het hart van den mensch blijft nu eenmaal onrustig, totdat het rust vindt in God. Wanneer we thans nog eens de geschrif ten naslaan van hen die in vroeger eeuwen in de voorste gelederen voor de revolutie streden, dan verwonderen we er ons niet zelden over, dat ze slechts tijdelijk heb ben kunnen boeien. Trouwens, we kun nen het ook thans nog iederen dag bele ven, dat diegene, die voortdurend voor een en dezelfde zaak moeten spreken ons met hun redevoeringen vermoeien. Nu en dan heeft het den schijn, dat de wijze waarop we den strijd tegen het Communisme voeren, verveling wekt. Thans echter moeten alle krachten ge mobiliseerd worden. De Kerk, ook de strijdende Kerk is meer dan een gevechtsfront. De Kerk ver dedigt zich tegen de vijandelijke legers, niet zoozeer door een handig en strategisch positie kiezen van haar legertroepen, doch ze verweert zich veel meer zooals het het leven zelf, zooals de natuur zich tegen haar vijanden te weer stelt. Indien de houthakker met zijn bijl een slag toebrengt aan den boom om hem neer te vellen en men de plaats beziet waar de bijl doel trof, dan schijnt die plek te bloe den als een wonde. Indien we een derge lijke gebeurtenis als een natuurvorscher, wetenschappelijk zouden kunnen volgen, dan zouden we spoedig kunnen constatee- ren, hoe het heele organisme zijn beste krachten concentreert op de zieke plek en hoe het zijn beste krachten aanwendt om de wonde te heelen. Het kan echter gebeuren dat de kruin van dezen boom op een bloem gelijkt, dat de eekhoorntjes van den eenen tak op den anderen springen en dat op de hoog ste tak een vogel zijn avondlied zingt. Zoo gaat het ook met de Kerk, die ook door Christus zelf met een boom verge! - ken wordt. Ook in tijden van strijd leeft Zij haar Goddelijk leven en door niets ter wereld laat zij dezen regelmaat verstoren. Op Goeden Vrijdag zal ook de vijand de klaagliederen van Jeremias hooren weerklinken en op Paaschzaterdag zal hij het „Alleluja" hooren uitjubelen en ge tuige zijn van den triumf van den Ver losser. Evenmin als de natuur het begin van de lente verschuift, omdat er in een of ander land revolutie is uitgebroken, evenmin denkt de Kerk er aan zich te tooien in rouwgewaad of zich met feest- kleedij te omhangen wijl de menschen het verlangen, daar haar bruidsgewaad enkel en alleen voor den hemelschen bruidegom bestemd is. Ook de leden van de strijdende Kerk moeten begrijpen, dat hetgeen zij bestrij den toch niet door hen alleen overwon nen kan worden. De geneesheeren, die hier een behulpzame hand willen bieden, moeten begrijpen, dat zij uit eigen macht niet over de geneesmiddelen beschikken, die de wonden van dezen tijd juist noo- dig hebben. Daarom moet men niet wanhopig zijn, wanneer het in kritieke tijden den schijn heeft, dat de Kerk de leiding niet meer in handen heeft. Dat is goed voor hen die al hun hoop alleen op de menschen stellen. Er is nog steeds een Christus in het kleine schip, ook wanneer Hij schijnt te slapen, en wanneer de tijd gekomen is zal Hij wind en stormen gebieden, zoodat er een groote kalmte zal intreden. Maakt u niet bezorgd over hetgeen er toch terecht moet komen van het Chris tendom in sommige landen. Dat ligt in Gods hand en Hij zal ongetwijfeld op het juiste moment de juiste perfeonen uitkie zen. Een uitgelezen keurcorps is voldoende en dit staat gereed zoodra Gedeon ver schijnt. Men moet ook niet zenuwachtig, angstig worden indien een vijand van de Kerk op deze wereld te machtig wordt. God be hoeft hem nog niet met blindheid te slaan, slechts een muggesteek kan op het beslis sende moment voldoende zijn om zijn pose als redder der menschheid prijs te geven. De tegenstanders van de Kerk zijn altijd kleiner dan zij, daar zij de voortlevende Christus is. Eenmaal zal dat duidelijk, ook naar buiten blijken. Daarom strijdt men in de Kerk op de meest doeltreffende wijze, wanneer men haar levenskrachten in zich opneemt en een degelijk en sterk lid wordt der Chris telijke gemeenschap. Strijders voor God, die bij de actie „Voor God" zelf iederen godsdienstzin verloren hebben, zijn geen strijders meer, maar fanatiekelingen, die van het eene uiterste in het andere vallen. Christus was niet fanatiek omdat Hij God was, doch omdat de oneindigheid niet in over eenstemming is te brengen met de beper king van den gezichtskring, zooals het bij fanatiekelingen gewoonlijk het geval is. Slechts door een diep-godsdienstige hou ding zullen wij onze tegenstanders over winnen. Juist in het Communisme ontdekt men telkens weer opnieuw het verlangen naar verlossing, en de Communist zal niet lan ger onze tegenstander zijn, wanneer dat verlangen in hem volledig bevredigd wordt. De vlam, die in onzen strijd tegen de vijanden van Gods Kerk opflakkert, moet in haar diepste wezen de vlam van Gods liefde zijn. Liefde is het geheim van het leven zelf, en daarom gebeurt soms het wonder, dat zij, die evenals Sint Paulus voor hun Heer en Meester arbeiden, lije den en strijden, te midden van de verwar ring en ontgoocheling des levens een lof lied kunnen aanheffen over de liefde. Niemand in de geheele geschiedenis van Gods Kerk heeft wellicht in den strijd te gen de godloosheid van zijn tijd, door zijn treffend voorbeeld, zooveel wonderen ge wrocht als Sint Franciscus en hij.... hij zong het zonnelied der vreugde.... Wederom Nederlandsch schip opgebracht DOOR EEN SPAANSCHE KRUISER Hedenmorgen in de vroegte werd aan boord Hr. Ms. ,Hertog Hendrik" draad loos bericht ontvangen van het s.s. „Jonge Johanna", van de Middellandsche Zee Compagnie, dat het naar Ceuta werd op gebracht door een nationalistisch oorlogs schip. Hr. Ms. „Hertog Hendrik" is met uiterst vermogen naar de plaats van aan houding gestoomd, doch toen het pantser schip om acht uur voor Ceuta aankwam, was de „Jonge Johanna" reeds binnen en niet meer bereikbaar. De „Jonge Johanna" heeft geen gebruik gemaakt van de op 17 Maart voor het eerst geboden ge legenheid om onder convooi van Hr. Ms. „Hertog Hendrik" straat Gibraltar te passeeren. De convooi-dienst wordt voort gezet. In aansluiting op bovenstaand bericht vernemen wij, dat de „Jonge Johanna" zich met een lading kolen van Nederland naar de Fransche kustplaats Sète op weg bevond. Na deze lading daar te hebben gelost, zou het schip in ballast varen naar Palestina en daar een lading voor Neder land meenemen. VIER DOODEN BIJ VLIEGTUIG ONGELUK. MILAAN, 17 Maart. (A. N. P.). Gis- teravond is een militair vliegtuig tijdens een oeefnvlucht door onbekende oorzaak boven het vliegveld van Bresso omlaag ge stort. De vier inzittenden kwamen om het leven. Niet geheel en al juist! In het pas verschenen nummer van het „Leids Arbeidersblad" wordt geschreven: Men heeft voorspeld in burgerlijke kring, dat, als de sociaaldemokraten mederegeerden, dit öf tot een f i- nancieel gemeentel ij k bankroet zou leiden öf de sociaal demokraten in hooge mate hun aan hang zouden teleurstel len. Wij willen ons veroorloven, den schrij ver van dat artikel te verzoeken, deze be wering in een volgend nummer van het „Leids Arbeidersblad" te rectificeeren of aan te vullen. De bedoelde vooi-spelling is in de aan gehaalde terminologie het eerst gedaan miet „in burgerlijke kring", maar door den sociaal-democratischen leider Albarda. Deze schreef in het „Volk" van 20 April 1920: „En als die n.L de sociaal-democi ati- sehe wethouders daar (in in het College van B. en W. te Leiden) hun intrede ge daan hebben, van Eek, dan zullen zij moe ten beantwoorden aan de eischen, die gij, met miskenning van de werkelijkheid en van de mogelijkheid, aan het burgerlijk Burgemeester en Wethouders-college hebt gesteld. Uw sociaal-democratische wethou ders zullen aan dien eiseh niet kunnen vol doen. Hun arbeid zal een teleurstelling zijn, erger dan dat, tot een debacle voeren". De schrijver in het „Leids Arbeidersblad" zal deze rectificatie of aanvulling wèi wil len geven! V Oproep aan Leidsche jonge mannen Vanavond naar het St. Antonius- clubhuis aan de Mare. Alle katholieke jonge mannen worden opgeroepen, om te gaan luisteren, naar mr. March ant. Wie wil zich dit voorrecht ontzeggen? Je moet al heel saai- en futloos zijn, als je voor zulk een avond geen-interesse hebt! Als je geen kwartje, kunt missen. Ja, dat is een excuus. Maar wie nog wel een kwartje kan uitgeven,.gaat vanavond! Bovendien voeren de Vereen igde Haghe- spelers een tooneelstuk op. Jonge mannen allen welkom! Blijkens een mededeeling onder Stads nieuws is de avond ook toegankelijk voor ouderen. Nieuwe commandant veldleger Generaal J. J. G. baron Van Voorst tot Voorst Naar wij vernemen is generaal-majoor J. J. G. baron van Voorst tot Voorst, com mandant van de vierde divisie, met ingang van 31 Maart a.s. benoemd tot comman dant van het veldleger, als opvolger van luitenant-generaal jhr. W. Röll. Jan Joseph Godfried baron van Voorst tot Voorst werd 29 December 1881 te Kam pen geboren. Hij was een zoon van den la- teren voorzitter der Eerste Kamer, luite nant-generaal, baron van Voorst tot Voorst. Na de cadettenschool te Alkmaar te heb ben bezocht, werd hij als cadet voor het wapen der infanterie overgeplaatst naar de Koninklijke Militaire Academie te Bre da Bij Konniklijk Besluit van 1 Augustus 1901 werd baron van Voorst tot Voorst be noemd tot tweeden luitenant en geplaatst bij het vierde regiment infanterie, later bij het tiende regiment van dat wapen. Bij K. B. van 13 Februari 1905 volgde zijn benoeming tot eerste-luitenant. Na een tweetal detachementen, resp. bij den staf der infanterie en bij de Hoogere Krijgs school, werd hij met ingang van 31 Decem ber 1907 bij den grooten staf benoemd tot ordonnans-officier van H. M. de Konin gin, uit welke betrekking hij op 1 Januari 1913 eervol werd ontheven, ten einde te worden teruggeplaatst bij de infanterie. Bij K. B. van 21 Januari 1915 werd hij be noemd tot kapitein. Na de overige hooge rangen doorloopen te hebben werd hij be noemd tot adjudant in buitengewonen dienst van H. M. de Koningin en met in gang van 2 Mei 1934 tot generaal-majoor en commandant der 4e divisie. Aan den arbeid van den Volkenbond heeft de nieuw-benoemde commandant her haaldelijk actief deelgenomen; in 1926 benoemde de regeering baron van Voorst tot Voorst tot deskundige voor de voorbe reidende commissie van de ontwapenings conferentie. Ook van andere volkensbondscommissies maakte hij deel uit en in 1932 was hij Ne derlandsch gedelegeerde bij de ontwape ningsconferentie. De Nederlandsche regeering erkende zijn verdiensten door hem de onderscheidin gen van ridder in de orde van Oranje Nas sau (met de zwaarden) en van ridder in de orde van den Nederlandschen Leeuw te verleenen. Generaal-majoor baron van Voorst tot Voorst is ook door verschilende buiten- landsche mogendheden onderscheiden. De overval op een postauto Hoe nummer drie gepakt werd. Inspecteur Pool vertelt. Ruim een maand geleden op 9 Fe bruari 's avonds omstreeks half zes pleegden drie mannen een overval op een postauto in de Jan Pieterzoon Coenstraat te 's-Gravenhage. Hoe de zaak afliep is vol doende bekend: de buit was nihil en de daders ontkwamen in een gehumde auto. Twee hunner zaten al spoedig achter slot en grendel. De 30-jarige Nederlander J. A. E., die de Amerikaansche gangsiters-methode grondig bestudeerd had, werd in het huis van bewaring te 's-Gravenhage opgesloten en aan zijn boezemvriend en medeplichtige H. M., alias Henri de Amerikaan, van Bel gische nationaliteit, werd in het Antwerp- sche huis van bewaring onderdak verleend. Beiden blijven ontkennen en hoewel de politie over „mooie aanwijzingen" beschik te, stond de zaak voor de justitie toch niet heel sterk. Daar is echter sinds Zondag middag verandering in gekomen, toen de dritte im bunde in Wiesbaden werd gear resteerd, dank zij het optreden van inspec teur Pool en de Duitsche politie. Om over de laatste arrestatie enkele bij zonderheden te vernemen hebben wij den Haagschen inspecteur vanochtend opge zocht. Op zijn gewone plaats (het comi sariaat van den justiitieelen dienst b, twee trappen hoog, kamer 48), zat achter een met papieren en dossiers beladen schrijf tafel als van ouds de heer Pool, die in korte trekken de geschiedenis van de derde ar restatie vertelde. Een uitstapje naar Wiesbaden. Zaterdag j.l. stapte de heer Pool op den trein naar Wiesbaden. Hij wist, dat nummer drie, zekere R. H., daar kennissen en fami lie had wonen. Voorts was hem bekend, dat H. een kamer in Keulen had en hij moedde dat het juiste adres hem in Wies- baden gegeven zou worden. Bij kennissen van H., die in de omstre ken van Wiesbaden wonen, hoorde inspec teur Pool Zondagochtend, dat Z. H. hen juist gisteravond had bezocht. In samen werking met de politie ter plaatse kwam vervolgens uit, dat H. in een hotelletje in Wiesbaden logeerde, vanwaar hij echter Zondagochtend om 9 uur vertrokken was. De Duitsche politie zette toen haar net ten uit en arresteerde dienzelfden 's middags om half vier, den mededader aan de postoverval ten huize van een met hem bevriende familie. H. legde op het politiebureau een vol ledige bekentenis af, zoodat de zaak thans volkomen duidelijk is geworden. De verdeeling van de rollen. Door H.'s bekentenis bleek, dat de over val zorgvuldig was voorbereid. M. zou den postbeambte met een ploertendooder be werken, E. zou chauffeeren en H. de post zakken buit maken. Alle drie waren werk loos en zij wisten, dat de auto op dat uur aan het einde gekomen van een langen rondrit, veel post van waarde bergde. Den avond van den overval werd voor een waarde van 35.000 vervoerd. Eigenlijk wilden de heeren op den 8en h>un slag slaan, maar de omstandigheden bleken hen toen niet gunstig, zoodat de overval een dag later plaats vond. H. heeft, volgens inspecteur Pool, een blanco strafregister en is door de beide an deren verleid. Of hij in Duitschland terecht zal staan of in ons land staat nog niet vast. Voor de medewerking van de Duitsche politie had inspecteur Pool niets dan lof. VOORNAAMSTE NIEUWS BUITENLAND. Sir Austen Chamberlain gisteravond plotseling overleden. (2de blad). Ernstige ongeregeldheden te Clichy in Frankrijk. (2de blad). De „Osservatore Romano" over de schen ding van het Concordaat in Duitschland. (2de blad). De stakingsterreur in de Ver. Staten van Amerika. (2de blad). BINNENLAND. Benoeming van generaal-majoor J. J. G. baron van Voorst tot Voorst tot comman dant van het veldleger. (1ste blad). Een beslissing van het R.-K. Werklieden verbond inzake het lidmaatschap der K. D. P. (4de blad). Alle drie de daders van den overval op postauto te 's-Gravenhage gearresteerd. (lste blad). Arrestaties in verband met roofmoord te Leek. (lste blad). De wereld in vogelvlucht In Engeland is ontroering gewekt dooA het plotselinge overlijden van den oud-mi nister van buitenlandsche zaken, sir Austen Chamberlain. Hij bereikte den leeftijd van 73 jaar. Sinds eenige jaren maakte sir Austen Chamberlain geen deel meer uit van het Britsche ministerie; hij wenschte de leiding aan jongere krachten over.te laten. Doch nog altijd had de oude staats man achter de schermen een grooten invloed Hij was n.L nog lid van het Lagerhuis en als hij wat zeide, was het steeds een groote dag in het Lagerhuis. De tegenwoordige minister van buitenlandsche zaken Eden is zijn vroegere secretaris geweest en de goede verstandhouding, welke er tusschen den oudere en den jongere is blijven be staan, maakte, dat Chamberlains woord steeds grooten invloed had. De plotselinge dood heeft thans een ein de gemaakt aan dit staatsmansleven. Van daag zullen diverse sprekers hem in her denkingsredevoeringen prijzen. Te Clichy, een voorstad van Parijs, heb ben zich gisteren ernstige ongeregeldheden voorgedaan, waarbij 4 dooden zijn gevallen. Er was daar een vergadering van de rechts georiënteerde Parti Social Francais en leden van het linksche Volksfront, voor namelijk communisten, trachtten deze ver gadering te verstoren. Zij kwamen daarbij in botsing met de politie en er ontstonden heftige gevechten. Er werden zélfs barri cades opgeworpen in de straten, welke door de politiemannen moesten worden genomen. Van je politieke vrienden moet je het hebben, zal Blum gedacht hebben, wiens secretaris zich ook al onder de ge wonden bevindt. Uit Spanje wordt nog altijd weinig nieuws vernomen. Een nieuw offensief wordt wel in het uitzicht gesteld, maar tot nu toe is er nog niets gebeurd. De besprekingen in de niet-inmengings- commissie zijn inmiddels vastgeloopen. Wij hebben reeds eerder gemeld, dat Duitsch land en Italië bereid waren om hun vrij willigers uit Spanje terug te trekken mits beslag werd gelegd op het goud, dat de Spaansche regeering in het buitenland had belegd. Thans heeft de -Sovjetregeering dat van de hand gewezen, waarop de vertegen woordigers van Duitschland en Italië ziich niet bereid verklaarden om te spreken over een eventueele terugtrekking der vrijwilli gers. Het was van te voren duidelijk, dat van een terugroepen der buitenlandsche strijdkrachten tooh niets terecht zou komen. Italië en Duitschland hebben nu de eer aan zich weten te houden; zij kunnen de schuld; geven aan Rusland.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1937 | | pagina 1