STADS NIEUWS DINSDAG 16 MAART 1937 DE LEIDSCHE COURANT VIERDE BLAD - PAG. 11 GEMEENTERAAD. Vergadering van den Gemeenteraad van Leiden op Maandag 22 Maart 1937, des namiddags te twee uur, in het gebouw ,,Tot Nut van 't Algemeen", Steenschuur 21. De vergadering zal, zoo noodig, des avonds worden voortgezet. Te behandelen onderwerpen: 1. Beëediging en installatie van het nieuw benoemde raadslid, den heer Dr M. Keij. 2. Benoeming van een lid van de Com missie voor het Onderwijs (vacature: J. M. Vos). 3. Benoeming van vijf leden van de Plaatselijke Schoolcommissie, wegens pe riodieke aftreding. 4. Benoeming van drie leden van de Plaatselijke Schoolcommissie, ter* vervul ling van tusschentijds opengekomen plaat sen. 5. Benoeming van een lid van de Zui- der-Commissie tot wering van schoolver zuim. 6. Benoeming van twee onderwijzers aan de Jongensschool voor U. L. O. 7. Benoeming van eer. onderwijzeres aan de opleidingsschool voor U. L. O. aan de Drie Octoberstraat. 8. Voorstel tot het verlengen van de tij delijke opdracht aan Drs. G. B. A. Sixma tot het geven van onderwijs in d-? Engelsche taal aan het Gymnasium. 9. Prae-advies op het verzoek van C. Kok om ontslag als leeraar aan het Gym nasium. 10. Suppletoire begrooting', dienst 1935, van het College van Vrouwenkraammoe- ders. 11. Rekening, dienst 1935, van het Col lege van Vrouwenkraammoeders. 12. Begrooting, dienst 1937, van het Col lege van Vrouwenkraammoeders. 13. Begrooting, dienst 1937, van het Ge reformeerde Minne of Arme Oude Man nen- of Vrouwenhuis. 14. Begrooting, dienst 1937, van het Hei lige Geest- of Arme Wees- en Kinderhuis. 15. Supletoire begrooting, die.^st 1935, van den Armenraad. 16. Rekening, dienst 1935, van den Ar menraad. 17. Voorstel inzake het aangaan van kasgeldleeningen gedurende het tweede kwartaal 1937. 0 18. Voorstel tot het wijzigen van eenige raadsbesluiten inzake de verhuring van de perceelen Nieuwsteeg no. 10, Lange- brug no. 99 en Haarlemmerweg no. 49 (Gr oenoord). 19. Voorstel tot het verpachten van het recht tot heffing van den weg- en water- tol c.a. tegenover den Rijnsburgschen Vliet, bij het „Leidsche Hek", aan P. Cig- gaar te Oegstgeest. 20. Voorstel in zake het. ter beschikking stellen van een strook grond, gelegen na bij de van der Duynstraat, aan de Stede lijke Fabrieken van r* s- en Electriciteit, ten behoeve van den bouw van een trans formator-gebouwtje. 21. Voorstel: a. tot wijziging van le verordening., re gelende de verdeeling van de kieskringen voor de verkiezing van de leden van den Gemeenteraad in stemdistricten; b. tot wijziging van de verordening, hou dende aanwijzing van de stemlokalen voor de stemdistricten voor de verkiezing van de leden van de Tweede Kamer der Sta- ten-Generaal, van de Provinciale Staten en van den Gemeenteraad en van de stemlo kalen voor de voor 'iet publieV toeganke lijke zittingen van de hoofdstembureaux. 22. Herstemming over het amendement van Mevrouw de Clerde Bruijn op het voorstel om het in- en uitwendig schoon maken enz. van gemeentegebouwen on dershands op te dragen aan de N.V. Che mische en Mechanische Stofbestrijdings- Onderneming, te Amsterdam en voortzet ting van de behandeling van dat voorstel. 23. Voorstel in zake het verleenen van medewerking aan de regeling betreffende het Voorzieningsfonds voor Kunstenaars en tot het vaststellen van den desbetref- fenden begrootingsstaat. 24. Prae-advies op het voorstel van den heer Snel in zake het instellen van een onderzoek naar den toestand in de gezin nen der werkloozen. 25. Voorstel tot het beschikbaarstellen van gelden ten behoeve van het uitbreiden van de bureauruimte van en de stempelge- legenheid in het gebouw van den Ge meentelijken Dienst voor Sociale Zaken. 26. Prae-advies op de verzoeken van E. C. Bertels, Wed. Feld, B. E. Feld en I. Zandvoort GWzn., om de perceelen Visch- markt No. 6 en Maarsmanssteeg no. 12, voor rekening van de gemeente in den ouden toestand te doen herstellen. 27. Voortzetting van de behandeling van het voorstel in zake reorganisatie van de Stedelijke Werkinrichting. 28. Interpellatie van den heer Schüller in zake het tewerkstellen van opzichters bij het saneeringsplan Bouwelouwesteeg Paradijssteeg. 29. Voorstel tot wijziging van de veror dening tot voorkoming van brand. 30. Voorstel tot wijziging van de ver ordening op de Wateren in de gemeente Leiden. 31. Voorstel: a. tot intrekking van de verordening van 19 Februari 1934 tot wijziging van die op den Keuringsdienst van ee en Vleesch; b. tot wijziging van de verordening op den Keuringsdienst van Vee en Vleesch. 32. Voorstel tot wijziging van de veror dening op de Veunarkt. 33. Voorstel tot wijziging van de ver ordening op de Markten. 34. Voorstel tot wijziging van de veror dening op de Straatpolitie. De laatste vier voorstellen zijn van niet heel veel practische beteekenis. Adres van de eigenaren der door den Stadhuisbouw bouwvallig geworden perceelen. De eigenaren van de perceelen Visch- markt No. 6 en Maarsmanssteeg No. 12, welke perceelen tijdens het maken van de paalfundeering c.a. ten behoeve van den Stadhuisbouw, geheel of ten deele bouwvallig werden, verzoeken bij hun, om praeadvies in handen van B. en W. gestelde adressen, dat de gemeente hunne perceelen in den vroegeren toestand zal doen optrekken en daarmede niet zal wachten, totdat zal zijn beslist, door wie de schade zal moeten worden vergoed. B. en W. hebben omtrent die adressen het gevoelen ingewonnen van den rechts geleerden raadsman der gemeente. Uit dit advies blijkt, aldus B. en W., dat, met het oog op de belangen van de ge meente, op die verzoeken niet kan wor den ingegaan. Adressanten zijn blijkbaar van meening, dat de gemeente, indien zij er toe over mocht gaan aan hun verzoeken gevolg te geven, de kosten, welke daaruit voor haar zouden voortvloeien, eventueel op de aan- neemster kan verhalen. Deze meening is echter onjuist, aldus B. en W., omdat de gemeente door de be schadiging van de huizen zelf geen schade geleden heeft en derhalve nimmer in een rechtsvordering tegen de aanneemster tot vergoeding van kosten, welke de ge meente ten behoeve van de eigenaren we gens de beschadiging van hunne percee len zou hebben gemaakt, zou kunnen sla gen. Behalve dat de gemeente, indien zij overeenkomstig het verlangen van adres santen handelde, de daaruit voortvloeien de kosten niet op de aanneemster zou kunnen verhalen, zou de gemeente boven dien door de schade voor haar rekening te nemen, haar standpunt, dat zy niet aansprakelijk is voor die schade, ernstig verzwakken en daarmede haar positie in het geschil met de aanneemster in belang rijke mate benadeelen. En dat de schade door een spoedigen opbouw aanmerkelijk zou worden beperkt is, zooals men in de stukken kan lezen, evenmin juist. B. en W. betreuren het oprecht, dat door de gemeente aan het ongerief, het welk adressanten ondervinden, niet tege moet kan worden gekomen, doch het zal ook den Raad, aldus B. en W. na kennis neming van het advies van den rechtsge leerden raadsman der gemeente duidelijk zijn, dat de gemeente ten aanzien van adressanten alles gedaan heeft, wat rede lijkerwijze gedaan kon worden en dat de gemeente de verzoeken van adressanten niet kan inwilligen zonder hare belangen in zeer ernstige mate te schaden. Uitbreiding gebouw Sociale Dienst. Ter voorziening in de behoefte aan meerdere bureauruimte voor den Gemeen telijken Dienst voor Sociale Zaken heeft de Directeur van dien dienst verzocht de binnenkort vrijkomende bovenwoning Ga- renmarkt No. 4a bij zijn aangrenzend kantoorgebouw te trekken. Voorts heeft die Directeur verzocht om de buiten ge bruik zijnde voormalige brandweergarage aan de Garenmarkt als stempellokaal be schikbaar te stellen voor de werkloozen, welke in den loop van het vorige jaar van den Gemeentelijken Dienst voor Maat schappelijk Hulpbetoon naar eerstge- noemden dienst zijn overgegaan. Deze Werkloozen stempelen thans tijdelijk in eenige lokalen van de v.m. bewaarschool aan de Groenesteeg. Aanvankelijk bestond bij B. en W„ even als bij de Commissie van Fabricage, be zwaar om, hangende het door het College ingestelde onderzoek naar de mogelijkheid van een combinatie van de diensten voor Maatschappelijk Hulpbetoon en voor So ciale Zaken, de gelden, benoodigd voor de met de bij trekking van de genoemde bo venwoning en garage gepaard gaande kos ten van verbouwing en inrichting, welke kosten werden geraamd op 1900.bij den Raad aan te vragen. Uit een nader door B. en W. ingesteld onderzoek bleek evenwel, dat door de uit breiding van de bureauruimte van den Dienst voor Sociale Zaken met de boven woning Garenmarkt No. 4a, ook het bu reau van de Commissie voor den Extra Steun aan Ondersteunde Werkloozen, thans gevestigd in het perceel Stille Rijn No. 3, bij dien Dienst zou kunnen worden ondergebracht en dat daardoor een bezui niging op de bureau- en personeelkosten van die Commissie zou kunnen worden verkregen van pl.m. f 1000.per jaar. En aangezien verder op aandrang van den Minister van Sociale Zaken moest worden overgegaan tot uitbreiding van het aantal controleurs bij den Dienst van Sociale Zaken, in verband waarmede eveneens over meerdere bureauruimte moest worden beschikt, meenden B. en W., gelijk ook de Commissie van Fabricage, hen aanvankelijke bezwaren tegen de uit breiding van de bureauruimte van en de stempelgelegenheid bij dien Dienst te moeten laten varen. Zij droegen echter den betrokken Dienst op om de begroo ting van de kósten aan een nauwkeurige herziening, welke tot verlaging zou leiden, te onderwerpen. Als gevolg hiervan zijn de verbouwings- en inrichtingskosten nader geraamd op 1500.—. Dit bedrag kan uit den post „Onvoor ziene Uitgaven" van de loopende begroo ting worden bestreden. Kasgeldleeningen. In de Raadsvergadering van 9 Novem ber 1936 werd besloten, om gedurende de maanden November en December 1936 en het le kwartaal 1937, zoo noodig kasgeld leeningen aan te gaan tot een maximum van 1,500.000. In verband met het aangaan, ingevolge Raadsbesluit van 21 December 1936 van een 31/2 pet. obligatieleening, groot 1.500.000, behoefde tot dusver van deze bevoegdheid geen gebruik te worden ge maakt, zoodat op het oogenblik geen kas geld door de gemeente is opgenomen. Met het oog echter op de gedurende het 2e kwartaal aan de gemeentekas te stellen eischen voor de betaling van de ondersteu ning van werkloozen en armlastigen, de restitutie van pensioenen en andere groote betalingen, waaronder die voor rente en aflossing van geldleeningen (o.a. werden bij de conversie van eenige geldleeningen de aflossingen over 1937 ten bedrage van in totaal f 230.000 buiten het nieuwe lee- ningsbedrag gehouden, welk bedrag dus vervroegd uit den gewonen dienst moest worden voldaan), is het wel gewenscht, om voor dat kwartaal over een machtiging tot het opnemen van kasgeld te beschikken. Het maximaal bedrag, dat gedurende ge noemd kwartaal de kasschuld zal mogen beloopen, wenschen B. en W. te zien vast- op 1.000.000. Stemdistricten. Als gevolg van de toeneming van het aantal kiezers in deze gemeente en een verschuiving van kiezers naar nieuwe woonwijken, is het noodig, de grenzen van enkele stemdistricten te herzien en het aantal stemdistricten met één uit te brei den. Ten behoeve van het nieuwe stemdis- trict moet een stemlokaal worden aange wezen, waarvoor in aanmerking komt een der lokalen van het Centraal Israelietisch Wees- en Doorgangsnuis aan de Roden- burgerstraat. Het bestuur van die instel ling is bereid een der lokalen van dat ge bouw voor het beoogde doel beschikbaar te stellen. Tijdelijk leeraar gymnasium. In verband met de ziekte van den heer C Kok werd de heer drs. G. B. A. Sixma met ingang van 27 November 1936, tot we- deropzeegens doch uiterlijk voor den tijd van drie maanden, benoemd tot tijdelijk leeraar in de Engelsche taal aan het gym nasium. Aangezien de heer Kok nog ziek is en de werkzaamheden van den tijdelijken lee raar derhalve langer dan drie maanden duren, geven B. en W. in overweging de tijdelijke opdracht aan den heer drs. G. 'B A. Sixma tot het geven van onderwijs in de Engelsche taal aan het Gymnasium tot wederopzeggens te verlengen, doch doch uiterlijk tot het tijdstip waarop de heer Kok zijn functie als leeraar aan het Gymnasium zal hebben hervat, of, indien dit niet voor het einde van den loopenden cursus geschiedt, uiterlijk tot het einde van dien cursus. Benoeming onderwijzers. Tengevolge van het aan den heer S. Dalmeijer verleend eervol ontslag is met ingang van 1 Februari j.l. een vacature van onderwijzer ontstaan aan de Jongensschool voor U. L. O., terwyl voorts tengevolge van de toeneming van het aantal leerlingen aan die school een verplichte leerkracht meer verbonden moet zijn dan thans het geval is. B. en W. verzoeken over te gaan tot be noeming, met ingang van een nader door hun College te bepalen datum, van twee onderwijzers aan de Jongensschool voor U. L. O., waarvoor zij de volgende voor drachten aanbieden: A. lo. J. Dek, tijdelijk onderwijzer aan de Jongensschool voor U.L.O., alhier; 2o. J. M. Bakker, onderwijzer aan de open bare school voor U.L.O. te Neede; 3o. M. J. Oele, onderwijzer aan de openbare school voor U.L.O. te Den Burg (Texel). B. lo. J. M. Bakker, onderwijzer aan de openbare school voor U.L.O. te Neede; 2o. M. J Oele, onderwijzer aan de openbare school voor U.L.O. te Den Burg (Texel); 3o. J. H. van Neerbos, onderwijzer aan een neutrale school „De Leerschool" te Nijme gen. Als gevolg van het aan den heer G. Meulenberg als onderwijzer aan de oplei dingsschool voor U.L.O. aan de Drie Octo- tcberstraat verleend eervol ontslag, is aan die school een vacature ontstaan. In deze vacature zouden B. en W. wen schen te voorzien door benoeming van een leerkracht, die vóór hare op wachtgeldstel ling als onderwijzeres aan een der open bare scholen in onze gemeente werkzaam was. B. en W. doen daarom de volgende voordracht: lo. Mevr. de wed. J. B. PuissantBot, kweekelijk met akte aan de opleidings school voor U.L.O. aan de Vrouwenkerk- steeg .alhier; 2o. mej. S. Lafeber, onderwijzeres aan de leerschool der Rijks Kweekschool voor onderwijzers (essen) te Deventer; 3o. mej. L. G. Tuk, onderwijzeres aan een o. 1. school te Nieuwpoort. Zuider-Commissie tot wering van school verzuim. Tengevolge van het overlijden van den heer P. G. Hocks is in de Zuider-Commissie tot wering van schoolverzuim een vacature ontstaan. Ter vervulling van deze vacature bieden B .en W. aan een aanbeveling van twee benoembaren, opgemaakt in overeenstem ming met het gevoelen van voornoemde Commissie: lo. de heer P. J. M. Hoeks, al- hier; 2o. de heer A. H. Winkelmolen, al- hier. Onderzoek naar den toestand in de gezinnen der werkloozen. Bij de behandeling van de gemeentebe- grooting voor 1936 werd om praeadvies in handen van B. en W. gesteld een voor stel van den heer Snel, in zake het instel len van een onderzoek naar den toestand in de gezinnen der werkloozen. In verband met de omstandigheid, dat B. en W. korten tijd daarna bekend werd, dat van regeeringswege een Commissie zou worden belast met een onderzoek naar den gezondheids- en voedingstoe stand in gezinnen van werkloozen, en dat met een algemeen budget-onderzoek bij die gezinnen zou worden aangevangen, meenden B. en W. de behandeling van bedoeld voorstel voorloopig te moeten la ten rusten en te trachten de gemeente Leiden in het van regeeringswege in te stellen onderzoek te doen betrekken. Te meer bestond daartoe aanleiding, vermits de inzichten van deskundigen omtrent de te volgen methode van onder zoek naar den gezondheids- en voedings toestand in de gezinnen van werkloozen zeer uiteenloopen en ook aangaande de waarde van de uit een zoodanig onder zoek te trekken conclusies onder deskun digen geen eenstemmigheid bestaat. Zou deze gemeente in een van regee ringswege in te stellen onderzoek kunnen worden betrokken, dan zou in elk geval verkregen worden, dat de toestand in de gezinnen der werkloozen in deze gemeen te naar voor het geheele land aangenomen maatstaven wordt beoordeeld en zou der halve een vergelijking met andere ge meenten mogelijk worden. B. en W. wendden zich mitsdien om in lichtingen terzake tot den Minister van Sociale Zaken en vervolgens tot den Voor zitter van de betrokken Commissie ten einde te verkrijgen dat Leiden in het van regeeringswege in te stellen onderzoek zou worden ingeschakeld. Bij schrijven van 12 November 1936 ontvingen zij van genoemden Vooi-zitter de mededeeling, dat het onderzoek zich ook over Leiden zou uitstrekken. Het budget-onderzoek, omvattende het verzamelen van gegevens omtrent de in komsten en de uitgaven aan voeding, kleeding en andere huishoudelijke zaken is verdeeld over drie periodes, elk van vier weken en wel in dezen winter, de komende lente en den komenden zomer. Met het onderzoek over de eerste pe riode is bereids aangevangen. Dit onderzoek strekt zich uit over een 20-tal in ovei'leg met B. en W. uitgzochte gezinnen. Met het toezicht is belast een huishoud- leerares. Deze leerares ontvangt voor hare werk zaamheden een belooning van 50.per periode, welke door de gemeente moet worden betaald. Huishoudboekjes, formulieren en weeg schalen worden door de Commissie ver strekt. In totaal zal het budget-onderzoek der halve een uitgave van 150.van de ge meente vorderen, welk bedrag uit den post „Onvoorziene Uitgaven" van de loo pende begrooting dient te worden bestre den. Geldelijke uitkeeringen aan kunstenaars. Door den Minister van Sociale Zaken is een Stichting in het leven geroepen, welke ten doel heeft, kunstenaars, die werkend lid zijn van door dien Minister toegelaten vereenigingen van kunstenaars en die in behoeftige omstandigheden i keeren, geldelijke uitkeeringen te ver leenen. De middelen der Stichting worden voor namelijk gevormd door bijdragen van de kunstenaarsvereenigingen en subsidies van het Rijk en van de Gemeenten, welke zich bereid hebben verklaard aan de re geling mede te werken. De bijdragen der vereenigingen zijn be paald op een bedrag per lid, n.l. 1.25 per maand voor schilders, beeldhouwers, sier- en nijverheidskunsienaars en grafi sche kunstenaars en op 0.44 per maand voor toonkunstenaars. Het subsidie van het Rijk bedraagt 100 pet. van de bijdragen der vereenigingen. dat van een medewerkende gemeente 100 pet. van de bijdragen der vereenigingen, voor zooveel deze betrekking hebben op in die gemeente wonende aangesloten kunstenaars. Bij zijn schrijven van 3 Februari j.l., No. 592 W. V., verzoekt de Minister onze gemeente om tot de vorenbedoelde rege ling toe te treden. Met de Sub-Commissie voor de Steun- verleening, wier advies B. en W. ter zake inwonnen, zijn B. en W. van oordeel, dat er aanleiding bestaat, om aan het verzoek te voldoen, aangezien ook in deze ge meente kunstenaars wonen, die bij tot de regeling toegelaten vereenigingen zijn aangesloten en toetreding voor de ge meente geen groote kosten medebrengt. De jaarlijksche uitgaven voor de gemeen te worden, naar den huidigen stand van zaken, geraamd op 112.terwijl voor eenmaal een bedrag van pl.m. 120.bij de toetreding zal moeten worden betaald. Transf ormator h uis j e Het tijdelijk houten transformatorhuisje geplaatst achter de bebouwing van de verlengde Mauritsstraat, nabij de van der Duijnstraat, behoort te worden vervan gen door een definitief, gemetseld ge bouwtje. Hiervoor hebben de Stedelijke Fabrieken van Gas en Electriciteit de be schikking noodig over een strookje grond, groot 32 M2., waarvoor zij bereid zijn de gebruikelijke vei*goeding van 7.80 per M2. te betalen. B. en W. stellen voor. dit goed te keu ren. Huurverlagingen. Van P. A. Lefeber, huurder van de bene denwoning Nieuwsteeg No. 10, is een ver zoek om huyrvermindering ingekomen. Dit huis is aan hem verhuurd bij raadsbesluit van 27 Maart 1922, gewijzigd bij raadsbe sluit van 25 Maart 1935 voor den prijs van ƒ350 per jaar, straatbelasting inbegrepen. Bovendien "heeft W A, Blom om huur verlaging gevraagd. Aan hem werd bij raadsbesluit van 27 Mei 1935 de garage met bovenwoning Langebrug No. 99 verhuurd tegen een jaarlijksche huursom van 720, straatbelasting inbegrepen. Voorts verzoekt mr. W. C. Feitkamp de huur van het door hem bewoonde huis „Groenoord" aan den Haarlemmerweg No. 49 te verlagen, terwijl hij, blijkens de stuk ken ook een wijziging in de verhurings- voorwaarden vraagt. Het huis is aan hem verhuurd bij raads besluit van 28 Augustus 1933, gewijzigd bij raadsbesluit van 25 Maart 1935 tegen een huursom van 624 per jaar, met inbegrip van de straatbelasting. Met de Commissie van Fabricage zijn B. en W. van oordeel, dat er irr deze gevallen aanleiding bestaat den huurprijs met in gang van het nieuwe huurjaar op 1 Mei a.s. te verlagen, t.w. dien van de beneden woning Nieuwsteeg No. 10 tot ƒ300 per jaar, dien van de garage met bovenwoning Langebrug No. 99 tot 675 per jaar, en dien van het huis „Groenoord", tot 575 per jaar, straatbelasting inbegrepen. Recht van heffing weg- en watertol. Bij raadsbesluit van 6 April 1936 werd het recht tot heffing van den weg- en wa tertol tegenover den Rijnsburgschen Vliet, bij het z.g. „Leidsche Hek" voor den tijd van één jaar, ingaande i Mei 1936, ver pacht aan P. Ciggaar, te Oegstgeest, voor de som van 1050 per jaai\ De pacht ein digt derhalve op 30 April a.s. Op dien dag loopt ook de laatstelijk bij Koninklijk Be sluit van 8 Mei 1934 No. 46 verleende con cessie tot 't heffen van den tol af; bij de Kroon zijn reeds de noodige stappen ge daan voor de verlenging van deze machti ging. De heer Ciggaar heeft verzocht den tol wederom te mogen pachten tegen dezelf de pachtsom; hij zou echter gaarne den pachttermijn zien gesteld op 3 jaren. Tegen verlenging van de verpachting van den tol op dezen voet bestaat noch bij de Commissie van Fabricage, noch bij B. en W. bezwaar. De verordening tot voorkoming van brand. In de Raadsvergadering van 12 October 1936 werd het voorstel tot wijziging van art. 19 van de Verordening tot voorko ming van brand door B. en W. aangehou den. De Commissie voor de Strafverordenin gen heeft dit punt nader in beraad geno men en den Commissaris van Politie om een nader advies gevraagd, terwijl ter vol doening aan een verzoek uit de Raadsver gadering mondeling en schriftelijk over leg werd gepleegd met het bestuur van de Afdeeling Leiden en Omstreken der Hol- landsche Maatschappij van Landbouw. De Commissaris komt thans tot de con clusie, dat het aanbeveling verdient aan B en W. ten opzichte van bestaande stallen een ontheffingsbevoegdheid te geven. Bo vengenoemde organisatie gaat ook onder deze beperking met het voorstel accoord, wijst er echter op, dat, wanneer hooi en stroo dagelijksch gebruik telkens naar een zolder worden overgebracht, het brandge vaar door dat vervoer ten zeerst wordt verhoogd. Zij beveelt dan ook schrapping van de desbetreffende bepaling, voor zoo ver deze zolders betreft, aan. Met de voorgeslagen wijzigingen van het voorstel kan de Commissie voor de Strafver ordeningen zich vereenigen. Met de voorgeslagen wijzigingenenx De verordening op de wateren In de Raadsvergadering van 9 Novem- 1936 werd een voorstel aangehouden tot wijziging van art. 22bis van de Verorde ning op de Wateren. Door de Commissie van de Strafverordening werd waarop overleg gepleegd met een deskundige uit de kringen der belanghebbenden, terwijl de daarbij naar voren gekomen denkbeel den vervolgens werden onderworpen aan het oordeel van de^ Directeuren van den Gem. Reinigings- en Ontsmettingsdienst en van den Markt- en Havendienst. Een en ander gaf de Commissie aanlei ding de concept-wijziging op verschillende onderdeelen te herzien. Zoo bleek het bij nader inzien niet noodzakelijk het vervoer van bouwmaterialen en teelaarde aan ban den te leggen, aangezien de vervoerders uit eigen belang met deze waardevolle stof fen de noodige voorzichtigheid zullen be trachten. Verder moet het inderdaad gewenscht worden geacht de vrije doorvaart zoo min mogelijk te belemmeren. Aangezien ook naar de meening van genoemde Commissie direct doorvarende puinvaarders de te be strijden handelingen wel. niet zullen ver richten, komt het haar juist voor hen van- de meest bezwarende bepalingen, waar mede zij uiteraard ook niet op de hoogte kunnen zijn, vrij te stellen. Aan den eisoh, dat in verdiepte laad ruimten de lading 10 c.M. onder de rand van de wanden moet blijven, is, naar men de Commissie mededeelt, in de practijk niet steeds te voldoen. Ook een volstrekt verbod van het ge bruik van zolderschuiten met gesloten bo vendek blijkt te ver te gaan, terwijl de tijd van vervoer tusschen zonsopgang en zons ondergang in den winter te kort kan zijn. Eenige mitigatie van de ontworpen be palingen is dan ook gewenscht en wordt door de Commissie voorgesteld.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1937 | | pagina 11