Het vorstelijk echtpaar te Zeil am See. £ctd^cli£0ou4arif Het Nederlandsche dames hockeyteam vertrok Vrijdag uit den Haag naar Parijs, om daar Zaterdag têgén het Fransche team te spelen. Een groepfoto even voor het vertrek E.n picknick in d» sneeuw op 2000 meier hoogte bij Zeil em See. Zittend ».l.n.r. echter de tafel: Miss Pamela Mattey H. K. H. P,inses Juliana, Prins Aschwin en achter dezen staande Z. K. H. Prins Bernhard Jack Hylton arriveerde Vrijdagmiddag op Schiphol om in ons land te con- eerteeren. Bij zijn aankomst ontmoette hij den Poolsehen zanger Jan Kiepura, die juist op het vliegveld vertoefde President Lebrun tijdens zijn radio-rede ter aanbeveling van de inschrijving op de leening voor de landsverdediging De Amsterdamsche Vereeniglng voor Schoolwerktuinen houdt in verschillende scholen in de hoofdstad haar jaar- lijksche tulpententoonstelling, waarop tezamen met minder dan 31.000 tulpen te bewonderen zijn De Nederlandsche Handelsmissie in Brazilië. Jhr. Van Karnebeek in gesprek met den Braziliaansehen minister van Buitenlandsche Zaken, Mario Pimentel Brandao Een ontploffing In een geheime bommenfabriek der opstandige Arabieren in het oude Arabische gedeelte van Haifa verwoestte een viertal huizen. Als bijzonderheid zij vermeld, dat de bommenfabriek op vijf minuten afstand van het hoofdbureau van politie was gelegen FEUILLETON DE VIERDE MAN (Een geval uit de practijk van Inspecteur Sanders, lid der Centrale Recherche), ooor UDO VAN EWOUD. (Nadruk verboden). 6) En dan Goldschmidt. Wie kent dien man eigenlijk? Hellinger's hospita heeft nooit van hem gehoord, al wist ze dan wel te ver tellen, dat haar kostganger nogal veel brie ven uit Duitschland ontving. Dat laatste zeg echter ook al weer bitter weinig, om dat hij vertegenwoordiger blijkt te zijn van eenige Duitsche firma's. In ieder geval, me neer Wils, ben ik er van overtuigd, dat we een heel eind op weg zullen zijn den dader in handen te krijgen, wanneer we de ver blijfplaats van Hellinger weten. Dat mag tt gerust in het avondblad zetten!!" Wils glimlachte. „We zullen wel eens zien •wat we er van maken", zei hij. „Is er nog iets bijzonders gevonden?" „Nee, niet meer dan gisteravond. Wat zouden er trouwens in een coupé voor din gen van beteeken is te vinden zijn? 't Is nu eenmaal een stofnest, waarin da gelij ksch tientallen menschen komen en als zoodanig misschien wel het moeilijkste ter rein voor de politie. Ook al in verband daarmee, zullen de, natuurlijk zoo goed en zoo kwaad als het ging, genomen vingeraf drukken wel geen resultaten opleveren. Veel wijzer heeft dit onderzoek ons dan ook niet gemaakt. We hebben een paar din gen, die misschien later nog een aanwijzing kunnen geven, meegenomen, maar ze kun nen evengoed aan honderden andere men schen hebben toebehoord. Nee, meneer Wils, erg geheimzinnig lijkt me deze zaak niet. De dader schijnt me eenvoudig een leek, die door het zenden van een telegram metje getracht heeft buiten verdenking te komen. Intussohen begaat de ezel mis schien, dat zijn zenuwen hem parten speel den de stommiteit om te rooken, waar dat verboden is, zoodat de aandacht nog wat meer op hem valt en alsof dat nog niet genoeg is knoopt hij later met den conduc teur nog eens een gesprek aan! Dat laatste dan misschien om ons te doen gelooven, dat hij naar België gevlucht is, terwijl hij de wijk nam naar Duitschland, waar hij dank zij z'n relaties met Goldschmidt, natuurlijk gemakkelijk een schuilplaats kan vinden." „Denkt u nog nadere aanwijzingen te kunnen krijgen, dat Hellinger inderdaad de dader moet zijn", vroeg Wils, die nog niet zoo vast overtuigd scheen als de po litieman. „Ik voor mij geloof, dat we de boste aan wijzingen met Hellinger's arrestatie zul len krijgen", antwoordde deze. „Overigens hebben we natuurlijk vanmorgen aan alle bladen een oproep aan de twee mederei zigers en de verpleegster gericht, -oodat ik vermoed, dat de laatste en die andere me neer zich wel spoedig zullen aanmelden. Willen we eens wedden, meneer Wils, dat Hellinger zich niet bij ons meld?" „Dat haal je de koekoek!" antwoordde de reporter. „Joost weet waar de man op het oogen blik zit! Vertel me liever eens, of het al bekend is, wie dat telegram heeft aan geboden". „Dat staat nog niet heelemaa! vast. We hebben natuurlijk geïnformeerd^ maar daar niet alle ambtenaren, die gisteravond dienst hadden, vannacht aanwezig waren, kon men ons niet volledig inlichten; waar schijnlijk echter was het een jongen van een jaar of 15, die het telegram, dat op een gewoon stukje papier was geschreven, heeft overhandigd. Als afzender had hij vermoe delijk zijn naam er -ónder geschreven. Er wordt op het oogenblik natuurlijk ook moeite gedaan om dien jongen te vinden. Wellicht dat de pers óns daarbij weer be hulpzaam kan zijn", besloot de rechecheur lachend. „Nu, ik garandeer, je, dat er vanavond geen mensch meer in 't land is, of hij heeft van den moord gehoord", antwoordde Wils. „In dit geval zooveel te beter", meende de rechecheur. „Dan behoeven we er ook niet aan te twijfelen, "of de getuigen, die wij noodig hebben, zullen zich, vóór we 24 uur verder zijn, bij-ons hebben aange meld." Het lijk van den vermoorden bankdirec teur werd nu op een draagbaar gelegd en naar een ambulance-aiito gebracht, welke eenige tientallen metërs - erder stond. Op hetzelfde ogenblik begaf het parket zich naar de wachtende auto's. De rechercheur stak Wils de hand tóe. „We zien u dezer dagen zeker nog wel eens?" vroeg hij. „Allicht!" antwoordde de reporter. „Ik kom morgen wel eens even hooren, wat het getuigenverhoor aan het licht heeft ge bracht. Afgaande op uw optimisme, meen ik te mogen gelooven, dat de dader binnen enkele dagen 'gearresteerd is!" „Ho, ho", suste de rechercheur. „Vergeet vooral niet, dat het uiterst lastig is iemand te vinden, die gelegenheid gehad heeft over de grenzen te komen!" „Daar zal ik natuurlijk naderhand wel rekening mee houden", antwoordde Wils met een veelbeteekenend knipoogje. „Een pluim blijft er nog altijd wel voor jullie over, hoor!" Met een korten groet verwijderde hij zich. Langzaam slenterde hij het emplacement af, om toen justitie en politie hem gepas seerd waren, weer op zijn schreden terug te keeren. In ieder geval wilde hij den wagon, vóór deze gerangeerd zou worden, nog eens aan een nauwkeurig onderzoek onderwer pen. Met behulp van een kleine, maar uiterst sterke loupe, welke hij steeds bij zich droeg, onderzocht hij allereerst de pla?ts waar de vermoorde gezeten had. Zóó op het oog verried niets meer het drama, dat zich hier den vorigen avond had afgespeeld. Wils keek rond. De justitie had eenige dingen, welke 's nachts nog aanwezig wa ren geweest, meegenomen. In de eerste plaats natuurlijk de handschoen en voorts de actetasch van het slachtoffer. Tot zijn vreugde constateerde de reporter, dat men aan de overige voorwerpen blijkbaar geen waarde had gehecht; zij waren althans onaangeroerd gelaten. Terwijl hij zich in een hoek van den coupé zette, bekeek hij een en ander onder de loupe wat nauwkeu riger. De bananenschil boezemde hem wei nig belang in, maar daarentegen wijdde hij wat meer aandacht aan de beide leege zakjes, waarvan er *-en afkomstig bleek te zijn van een banketbakker in de residen tie, terwijl 't andere oorspronkelijk in het bezit bleek te zijn geweest van een beken den comistibleshandel in -Amsterdam. Hij borg beide zorgvuldig in z'n porte feuille ofschoon hij betwijfelde, dat ze hem van nut zouden kunnen zijn. Over het algemeen hechtte hij trouwens weinig waarde aan al deze kleinigheden, die aan honderden anderen hadden kunnen toebe- hooren. Bovendien mocht men van iemand, die tot zulk een miscdaad in staat was, toch wel verwachten, dat hij niet zoo onvoor zichtig zou zijn zulk kostbaar bewijsmate riaal achter te laten. Maar ondanks deze overwegingen zette de reporter zijn onder zoek voort. Het eindje touw bleek bij nadere be schouwing een gedeelte van dat verpak kingsmateriaal, waarop de naam van de be treffende firma kan worden gedrukt. Het had slechts een lengte van enkele centi meters, maar Wils kon toch duidelijk den volgenden opdruk ontcijferen: aven, Dames en Heer Veel was het niet, maar ook dit volgde den weg van de beide zakjes, evenals het lucifersdoosje van een zeer bekend merk en de papiersnippers. De reporter maakte reeds aanstalten den coupé te verlaten, +oen zijn aandacht ge trokken werd door iets wits op de verwar mingsplaat. Het bleek een uiterst klein stukje emaille te zijn, dat over een opper vlakte van enkele millimeters rood was gekleurd. Bijna op hetzelfde moment, dat hij het onder de loupe nam, nam, richtte hij zijn blik op de aan de deur bevestigde platen met de bekende waarschuwing: „Niet openen voor de trein stilstaat" en „Verboden te rooken". Zij waren, zooals zoovelen van deze borden, deerlijk geha vend, zoodat het zeer wel mogelijk was, dat het stukje emaille hiervan afkomstig was. Nochtans pakte hij het zorgvuldig in een blaadje van z'n bloknote om het daar na bij de andere voorwerpen te bergen. (Wordt vervolgd.)

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1937 | | pagina 9