De reorganisatie van de spoorwegen
De dure veekoeken
ZATERDAG 13 MAART 1937
DE LEIDSCHE COURANT
TWEEDE BLAD - PAG. 7
KATHOLIEK KAMPWERK
VOOR JONGEREN"
in
Naast deze lange werkkampen, waarin
het verblijf der jongens zes weken duurt,
heeft de Nationale R. K. Commisisie voor
Jeugdwerkloozenzorg in stand gehouden
als voorbereidingskampen de korte Werk
kampen van 14 dagen in de jeugdhuizen,
zoodat gelijktijdig een 1000-tal jongens en
meisjes in deze kampen aanwezig zijn.
In deze z.g. lange kampen werden in 1936
het volgend^, aantal jonge werkloozen ont
vangen:
„Ons Werkkamp" Rumpen 742 deelne
mers met 20194 mankampdagen.
Werkkamp „Baast Oostelbeers 671 deel
nemers met 18186 mankampdagen.
Werkkamp „O. L. Vrouw ter Duinen" te
Ossendrecht 530 deelnemers met 12722 man-
kampdagen.
Werkkamp „Kemperberg" te Schaarsber-
gen 611 deelnemers met 19860 mankamp
dagen.
Dienstbodenopleiding „Bouvigne" te Gin-
neken 286 deelnemers met 23753 mankamp
dagen.
In totaal werden door de Nationale R. K.
Commiissie voor Jeugdwerkloozenzorg in
1936 in korte of lange kampen ontvangen:
5633 deelnemers met 128272 mankamp
dagen.
Ieder zal begrijpen, dat dit kampwerk èn
van de Overheid èn van de Katholieke
Commissie groote bedragen aan geld vraagt.
Terwijl de Overheid 75% der uitgaven tot
een bepaald maximum subsidieert, moet de
Katholieke Commissie het ontbrekende bij
passen, voor 1936 een som van 70154,22.
Daarvan subsidieerde het R. K. Werk
liedenverbond ongeveer 30.000.terwijl
de Nationale Inzameling onder Katholieken
voor de jeugd werkloozen in 1936 een be
drag van 42.734, 77 voor dit doel opbracht.
Toch is dit heerlijke werk voor ons werk-
Jooze jongeren, deze finantieele offers dub
bel waard.
Het werkkamp is voor vele jonge werk
loozen geworden een onvergetelijke pagina
in die roman van hun eigen leven, een blad
zijde, waarin de hoop op een betere tijd
[terugkeert en het vertrouwen op een betere
toekomst hertseLt en een ruggesteun ge
vonden wordt voor nieuwe plannen en her
wonnen idealen. Het werkkamp is voor vele
jongeren geworden een sociaal sanatorium.
Ze nemen werkelijk mee van een kamp,
de gedachte, om die nood der werkloosheid
te beschouwen in den geest van het H. Ge
loof en in vertrouwen op de Voorzienig
heid. Ze nemen mede, ook -de dringende
vermaning, om deze tijd van nood, die ze
gedwongen doormaken, nuttig te besteden.
En met eerlijke erkenning van weemoed
verlaten de jongens het kamp, dat voor hen
samenvatte èn een vaderlijke zorg èn een
door en door christelijk sociaal werkgevers
schap.
Heerlijk werk wordt in geestelijk en
lichamelijk opzicht, in deze werkkampen
verricht, met groote opoffering en begrij
pend aanvoelen door de leiding in deze
kampen. Daarbij komt gelukkig het groei
end besef onder de jongeren, dat het heil
zaam is, voor hen een tijd van hun werk
loos bestaan door te brengen in deze voor
hen zoo rijke gemeenschap.
Terecht schrijft Bernard. Verhoeven over
het nut dei- werkkampen: „De werkkampen
•maken, hoe normaal en triestig de aanlei
ding ook is, van de jonge werklooze, in
zekeren zin met betrekking tot hun lotge
noten, Zondagskinderen die niet moeten
maar mogen werken, en gezamenlijk de
genade van de arbeid ervaren".
En deze gemeenschappelijke arbeids
vreugde, dit in saamhoorigheid beleven van
de zin van den arbeid, 's ongetwijfeld een
vruchtbare voedingsbodem voor geestelijke
en cultureele vorming.
Indien er genoeg leiders beschikbaar
komen, kunnen de werkkampen meer dan
onvermijdelijk een vruchtbare voedings
bodem voor geestelijke en cultureele vor
ming worden.
Indien er genoeg leiders beschikbaar
komen, kunnen de werkkampen meer dan
onvermijdelijke noodasyls, doch waarlijk
lichtpunten worden in de grauwe crisis
nacht.
Nood leert bidden, misschien zou men
ook kunnen zeggen: Nood leert leven, or
ganisch leven.
Allerlei levenswaarden zijn in onze indi
vidualistische wereld verloren gegaan. Hoe
grooter de menschenpakhuize-n der fabrie
ken worden, hoe doelbewuster iedere men-
schelijke functie in het mechanisatie proces,
des te eenzamer worden de menschen in
het arbeidscomplex, des te leeger de levens
en doelloozer het bestaan.
Het organisch levensbesef ging ten gron
de: de opvatting van het leven als een
bloeiend organisme van God dienen, arbei
den, eten, verpozen en bij alles immer meer
God dienen.
In het werkkamp kan althans tijdelijk,
maar blijvend misschien als een nuttige les
voor het geheele leven, de verbondenheid
van alle levensrichtingen worden hersteld.
Waar hebben de jonge arbeiders ooit ge
leerd in onze liberale, verbrokkelde maat
schappij, de gemeenschap te beleven in de
arbeid, gezamenlijk te bidden vóór en na
het werk, om te danken voor het brood,
dat het werk verschafte, in blijde kameraad
schap de uren verpoozing na den arbeid
door te brengen met het zingen van goede
liederen, het eenvoudig genieten van
schoonheid, met verheffende lectuur en
spelen van vernuft?
En dat alles geordend in de bovennatuur,
doorbalsemend van Gods aanwezigheid. En
godsdienstige vorming, niet geforceerd,
bijna onwillekeurig en vanzelfsprekend,
volkomen ontbloeiend uit het dagelijks ge
meenschapsleven, maar daardoor des te die
per en doeltreffender.
Waarlijk het werkkamp kan, zonder dat
men het idealiseert, tot een paradijs voor
de zwaarst en minst weerbare crisisslacht
offers een leerschool in levensmoed en een
min of meer profaan retraitehuis worden.
En daarbij de mogelijkheid openen voor
een cultureele bloei, die de maatschappij
zonder de werkkampen niet eens bezit.
Daarom blijft de Nationale R. K. Com
missie voor jeugdwerkloozenzorg zich in
de belangstelling van Katholiek Nederland
warm aanbevelen; daarom rekent onze
Commissie opnieuw op den finantieelen
steun der Katholieken, wanneer in de Mei
maand voor het kampwerk 1937 opnieuw
een bijdrage zal gevraagd worden, om dit
werk te kunnen voortzetten.
Uit dit korte uverziekt moge blijken, dat
door de Nationale R. K. Commissie voor
Jeugdwerkloozenzorg onder Gods zegen met
groote liefde voor de jonge werkloozen is
gearbeid.
Aalmoezenier Bannenberg,
Secretaris Nationale R. K. Commissie
voor Jeugdwerkloozenzorg, Lange
Putstraat 44, 's-Hertogenbosch.
Giro: 185442.
TWEEDE KAMER
DE JAMBOREE EN DE BLOEMENSTAD.
De Jamboree-brochure aangeboden aan
den Bisschop en a an den Burgemeester
van Haarlem.
Is de belangstelling voor de komende
Jamboree overal groot, het kan al niet an
ders, of in de Bloemenstad, die in de on
middellijke nabijheid van het kampterrein
te Vogelenzang is gelegen en waar zich
een goed deel van de te verwachten ge
beurtenissen zal afspelen, is de interesse
al bijzonder algemeen. Dit bleek dan ook
overduidelijk, toen gisteravond de bekende
Jamboree-brochure, die in de hoofdstad al
dapper werd verkocht, op eenigszins plech
tige wijze aan Z.H.E. den Bisschop en aan
den Burgemeester van Haarlem werd aan
geboden.
In de binnenstad was het opmerkelijk
druk. Vele Haarlemmers waren op den
eersten voorjaarsavond uitgetogen om van
deze merkwaardige gebeurtenis getuige te
éijn.
Vanaf de Parklaan marcheerden om 8
uur vier troepen verkenners (twee troepen
van de N. P. V. en twee troepen katholie
ke verkenners) naar de Nieuwe Gracht,
waar de Brochure „U Komt" aan Z.H.Exc.
Mgr. J. P. Huibers werd aangeboden. De
Bisschop was naar buiten op het bordes
gekomen en onderhield zich eenigen tijd
met de verkennersleiders, die met de troe
pen waren meegekomen: de commissaris
sen M. C. de Jong Jr. en B. Nooy en den
propagandaleider voor het district Haar
lem, J. C. Smit. Een jeugdig verkenner
overhandigde Monseigneur de brochure.
De Bisschop sprak de jongens
toe en zei o.m. zeer verheugd te
zijn, dat de voorbereidingen voor
de komende Jamboree blijkbaar
met zooveel enthousiasme worden
getroffen. Monseigneur verklaarde
dat hij het werk van de verken
nersbeweging ten zeerste op prijs
stelt. Met een daverende yell na
men de verkenners van den Bis
schop afscheid.
Zij vertrokken vervolgens voorafgegaan
door het politiemuziekkorps naar de Groo
te Markt, waar een groote menigte ver
kenners. die vanuit alle hoeken van de
stad naar het centrum waren opgemar
cheerd, reeds stond opgesteld. Hetzelfde
gezelschap, dat zijn opwachting reeds bij
Officieele Crisisberichten
STEUNVERGOEDING ERWTEN EN
VELDBOONEN.
De Nederlandsche Akkerbouwcentrale
maakt bekend, dat de steunvergoeding voor
groene erwten van de kwaliteitsklasse C,
gedenatureerd in het tijdvak van 8 Maart
1937 tot en met 13 Maart 1937 1.50 per
100 K.G. zal bedragen.
Voor groene erwten van de laagste klas
se en voor andere erwten, in datzelfde tijd
vak gedenatureerd bedraagt de steunver
goeding 1 per 100 K.G.
De steunvergoeding voor veldboonen,
welke blijkens de dateering van het dorsch-
briefje in genoemd tijdvak zijn gedorscht,
is vastgesteld op 1.75 per 100 K.G.
:s-Gravenhage 12 Maart 1937.
1598
den Bisschop had gemaakt, vferd op het
stadhuis door dèn burgemeester ontvangen.
Bij de korte plechtigheid, die in de bur
gemeesterskamer plaats vond, was ook de
voorzitter van de plaatselijke afdeeling
der N. P. V., mr. Julius Hoog, tegenwoor
dig.
Nadat de burgemeester de brochure in
ontvangst had genomen, begaf hij zich
naar het bordes van het stadhuis om de
verdere feestelijkheden op de Groote Markt
bij te wonen.
Meer dan 400 verkenners zongen uit vol
le borst het Pad vinder lied, gevolgd door
het refrein van het Jamboreelied, dat
straks door duizenden padvinders in tien
tallen verschilende talen gezongen zal
worden.
Na een taptoe, waarop groej VII van de
Haarlemscbe padvinders de honderden luis
teraars onthaalden, marcheerden de ver
kenners achter het politiemuziekkorps naar
de Nassaulaan, waar de groepen werden
ontbonden.
Behalve 4e nieuwste verkeers-
voorschriften moet u óók nog de
oudste' ongevallenoorzaken (roe
keloosheid en drankmisbruik!)
kennen!
DE NIETIGVERKLARING VAN
GOUDCLAUSULES
Aan de orde is de stemming over het
amendement van de heeren Donker en
De Geer op art. 1 van het wetsontwerp,
houdende maatregelen tot nietigverklaring
van goudclausules in bepaalde overeen
komsten.
Het amendement dat de strekking heeft,
te laten vervallen den eisch, dat de nako
ming van de verplichting zou kunnen
plaats vinden voor zoover de verplichting
is uitgedrukt in vreemde valuta, wordt
verworpen met 27 tegen 53 stemmen. Er
voor stemmen de Soc.-Democraten, Chr.-
Historischen, Staatk. Gereformeerden en
Communisten.
Het wetsontwerp wordt zon
der hoofdei ij ke stemming aan
genomen met aanteekening dat de hee
ren Coops (Lib.) en Van Dijk (A.R.) er
tegen zijn.
CONTINGENTEERINGSONTWERPEN
Aan de orde zijn voorts de volgende
contingenteeringsontwerpen:
Wetsontwerp tot regeling van den invoer
van bovenkleeding; wetsontwerp tot rege
ling van den invoer van naaigaren; wets
ontwerp tot regeling van den invoer van
geëmailleerde gegoten badkuipen, geëmail
leerde geslagen ijzeren badkuipen, en ge-
emailleerde gegoten closet-reservoirs; wets
ontwerp tot regeling van den invoer van
veekoeken; wetsontwerpen tot regeling
van den invoer van toiletzeep; wetsontwerp
tot regeling van den invoer van triplex en
multiplex; wetsontwerp tot regeling van
den invoer van metalen schepwerk; wets
ontwerp tot regeling van den invoer van
naadlocze buizen; wetsontwerp tot rege
ling van den invoer van kachels, haard
kachels, haarden, fornuizen en veevoe-
derkooktoestellen.
Bij het wetsontwerp tot regeling van den
invoer van veekoeken merkt de heer
SCHILTHUIS (V.D.) op, dat contingentee-
ring van veekoeken op het oogenblik veel
minder noodzakelijk is dan voor de de
preciatie van den gulden. Spr. is zelfs van
meening, dat deze contingenteering gevoe
gelijk kan verdwijnen. Ook tegen de con
tingenteering van naadlooze buizen heeft
spreker bezwaar.
De heer VOS (Lib.) zegt, dat de contin-
genteeringen aanvankelijk gediend heb
ben tot bescherming van de Nederland
sche industrie. Thans dreigt het Nederland
sche bedrijfsleven erdoor geschaad te wor
den. De prijs van naadlooze buizen is in
enkele maanden gestegen met 200 procent
De heer BAKKER (C.H.) is van mee
ning, dat de contingenteering van veekoe
ken slechts in het belang is van de olie
industrie, maar' in het nadeel van de vee
houderij.
De heer BIEREMA (Lib.) is evenmin als
de vorige sprekers overtuigd van de nood
zakelijkheid van alle voorgestelde contin-
genteeringsmaatregelen. De oliefabrikanten
komen met hun hoofdproduct, olie, op de
wereldmarkt. Dan gaat het niet aan in 't
binnenland hun tweede product, veekoe
ken, te beschermen ten laste van de vee
houderij.
De heer KORTENHORST (R.K.) is van
meening, dat we in het algemeen onze
contingenteeringspolitiek nog niet moeten
wijzigen omdat we onze contingenteeringen
nog noodige kunnen hebben voor 't voeren
van een actieve handelspolitiek. We moe
ten ons kruit drooghouden.
Men heeft gesproken over de moeilijk
heid voor onze industrie ora naadlooze
buizen te krijgen, en op het feit, dat de
prijzen der in Nederland vervaardigde bui
zen zoo hoog zijn. Welnu, door de oprich
ting van deze Nederlandsche buizenfabriek
poogt ons land zich van het buitenland on
afhankelijk te maken. Het buitenland
tracht dit bedrijf en soortgelijke bedrij
ven kapot te maken, door producten tegen
zeer lagen prijs op onze markt te brengen.
Daartegenover is het onze taak deze Ne
derlandsche fabrieken van heel- en half
fabrikaten te beschermen.
De MINISTER VAN HANDEL NIJVER
HEID EN SCHEEPVAART, de heer GE-
LISSEN, verklaart, dat de invoer van vee
koeken in ons land sterk verminderd is,
waardoor de olie-industrie een grooter aan
deel kreeg in de binnenlandsche markt,
het is niet te veel gevergd, als de Neder
landsche landbouw door een klein offer
bijdraagt tot de instandhouding van de
Nederlandsche olie-industrie.
Men kan niet gescheiden spreken over
de beide producten van de olie-industrie:
olie en veekoeken. Juist door de bescher
mende rechten in andere landen stuit de
export van olie door de Nederlandsche in
dustrie oj groote moeilijkheden. Ook met
het oog op de oeconomische samenwerking
met Indië is de veekoeken-contingentee-
ring van groot belang. z
Spr. zegt toe, bjj de uitvoering van ver
dere contingenteeringsmaatregelen de noo
dige soepelheid te zullen betrachten.
Wat de naadlooze buizen betreft merkt
spr. op. dat hij het zou betreuren, indien
de eenige fabriek, die daarvoor hier te
lande bestaat, zou moeten verdwijnen. Het
staat bovendien heelemaal niet vast, dat
2onder contingenteering de prijzen van
naadlooze buizen niet eveneens omhoog
zouden gaan.
Alle contingenteeringswets-ontwerpen
worden z. h. s. aangenomen.
DE REORGANISATIE VAN HET
SPOORWEGBEDRIJF
Aan de orde is het wetsontwerp tot re
organisatie van het Spoorwegbedrijf.
De heer VAN BRAAMBEEK (S.D.) zegt
dat het wetsontwerp de Spoorwegen lang
niet op een gezonde basis brengt en de
afschrijvingen komen nog lang niet vol
doende tot hun recht.
Omtrent het pensioenfonds is spr aller
minst gerustgesteld. De positie daarvan is
en blijft precair. Het grootste gedeelte er
van is in het bedrijf opgenomen en van
het resteerende wordt per jaar 3.5 4
millioen ingeteerd. Geen wonder dat er
angst onder het personeel heerscht.
De heer DUYMAER VAN TWIST (A.R.)
heeft ernstig bezwaar tegen art. 2 van de
ontwerp-statuten der nieuwe N.V. betref
fende het uitoefenen door de N.V. van het
transportbedrijf, anders dan per spoor- of
tramweg alsmede het verrichten van an
dere daden van koophandel, die met het
transportbedrijf verband houden.
Hierdoor zou het particulier bedrijf ka
pot gemaakt worden, niet alleen het par
ticuliere autotransportbedrijf, maar o.a.
ook de beurtvaart, die daarvan den terug
slag zullen ondervinden.
De heer RUTGERS VAN ROZENBURG
(C.H.) dringt erop aan, dat in de toekomst
wijzigng zal komen in de eenzijdige sa
menstelling van de leiding van het be
drijf. Men heeft daar bijna steeds technici
in benoemd, doch te weinig commercieele
leiders. Een bekwaam ingenieur is echter
nog geen goed captain of industry.
De heer BONGAERTS (R.K.) zegt, dat
de regeering door dit wetsontwerp wel een
heel groote macht krijgt.
De Spoorwegen moeten zich bij het rail
verkeer houden en zich daarbuiten beper
ken tot besteldiensten. In dien zin zou spr.
gaarne door den minister gerustgesteld
worden.
De heer JOEKES (V.D.) staat op het
standpunt, dat art. 2 behouden moet blij
ven, opdat niet in de toekomst andere
transportmogelijkheden voor de Spoorwe
gen afgesloten zullen blijven.
Nog voeren de heeren JOEKES (V.D.)
en VAN DIJK (A.R.) het woord.
De MINISTER VAN WATERSTAAT, de
heer VAN LIDT DE JEUDE, constateert
dat de discussie over art. 2 der voorgestel
de statuten een vlucht hebben genomen
die spr. bij dit wetsontwerp niet verwacht
had.
De spoorwegen hebben gezorgd, dat zij
met het particuliere bedrijf konden mee
doen. Elk particulier bedrijf mag vrij con-
curreeren, maar van een overheidsbedrijf
verwacht men nu eenmaal een zoodanige
starheid, dat men het verwijt, als het zich
aan moderne tijdsomstandigheden weet
aan te passen en zich aanpast bij de tarie
ven in het vrije bedrijf.
Den heeren Duymaer van Twist en Rut
gers van Rozenburg antwoordt spr. dat art.
2 eenvoudig een verlenging beteekent van
een bestaande bepaling. Spr. is voorstan
der van de coördinatie, maar wil gaarne
verklaren, dat uitbreiding van de auto
busdiensten der spoorwegen niet in de be
doeling ligt.
Hiermede heeft spr. de opmerkingen be
antwoord, die buiten het eigenlijke wets
ontwerp vallen. Gaarne wil hij Dinsdag
zijn rede over het eigenlijk ontwerp voort
zetten,
De VOORZITTER, >prof. AALBERSE,
deelde mede, dat verschillende leden hem
gevraagd hebben, of de Kamer de vol
gende week met haar werkzaamheden ge
reed zou kunnen komen. Om dit mogelijk
te maken, dienen de leden rekening te
houden met de mogelijkheid van een
avondvergadering op Woensdag 17 dezer,
waarin het wetsontwerp inzake de con
centratie van het lager onder-
w ij s of inzake het bindend en onverbin
dend verklaren van collectieve ar
beidsovereenkomsten aan de orde
zal komen.
Te kwart voor 5 wordt de vergadering
verdaagd tot Dinsdag a.s. des middags 1
li ur.
PROF. DR. ALBERT VER WE Y f
In de „Tijd" worden eenige indrukken-
gegeven van de begrafenis van prof. dr.
Albert Verwey te Noordwijk:
„Men heeft de laatste eer bewezen aan
een man, die zich aan menig eerbewijs
onttrok, een waarlijk groote in den lande,
maar van hart en gemoed een diep-een-
voudige, vervuld van deemoed tegenover
het groote leven, dat hij verheerlijkte. Hij
beschouwde het dichterschap als een ver
heven staat van dienstbaarheid aan de
nooden en verlangens van de mensch-
heid. Nooit heeft een Nederlandsche dich
ter zich zoo diep en zoo volledig reken
schap gegeven van de idee van het dich
terschap. Voor deze idee heeft hij geleefd,
werkend met onverzettelijke volhardings
kracht, geleid door een hoog en edel in
zicht. Men heeft Verwey een priester der
aarde genoemd. De aarde ontving hem,
grimmig en hard, zooals de aarde is, te
midden van een Hollandsche sneeuw
vlaag, maar in de mildheid der herinne
ring is deze man vereeuwigd, ingekeerd
tot de onsterfelijkheid en tot den nieuwen
staat, dien hij na het aardsche afsterven
verwachtte. Rond de groeve draait de
geschiedenis van zijn tijd, de historie, die
geest geworden is in zijn begeesterend
werk...."
EERSTE KAMER
Buitenlandsche Zaken
Aan de orde is hoofdstuk III (Dep. van
Buitenlandsche Zaken) der Rijksbegroo-
ting voor 1937.
De heer DE SAVORNIN LOHMAN
(C.H.) bespreekt de verhouding van ons
land tot onze Óbstelijke buren. Het ver
heugt ook spr., dat die weer goed en nor
maal is.
Spr. kan rich vereenigen met de tegen
woordige Volkenbondspolitiek dezer regee
ring, samen te vatten in: recuier pour
mieux sauter. Gebleken is het nauwe ver
band tusschen economische en militaire
sancties. Men wil de eerste, doch deinst
voor de laatste terug, en daarom hapert
het met art. 16 van het pact. De Volken
bondspolitiek t. o. v. Abessinië was een
test-case, doch is jammerlijk mislukt. Spr.
brengt hulde aan de dappere mannen van
de Nederlandsche ambulance.
Spr. waardeert de zelfstandigheidspoli-
tiek onzer regeering.
Spr .is sceptisch gestemd, wat betreft
de universaliteit van den Volkenbond. Spr.
waarschuwt tegen het streven van de com
munisten, die Genève als een brug be
schouwen, ten einde de wereld met hun
leer ongelukkig te maken. En men doet te
Genève alles om Italië, den mokkenden
Achilles, weder met den Volkenbond te
verzoenen, een bewijs van de zwakheid
van dezen bond.
In verschillende gevallen kan de Vol
kenbond nog nuttig zijn, o.m. is dit ge
bleken in het gebeurde van Alexandrette.
Genève is ook te beschouwen als een soort
politieke beurs, ook al worden tegenwoor
dig de belangrijkste internationale gevallen
buiten den Volkenbond om gedaan, b.v. de
non-interventie in Spanje. Het verheugt
spr., dat vice-admiraal De Graaff voor een
hoogen post bedankt heeft. Nederland moet
geen vooraanstaande rol spelen. De hou
ding der regeering, ook t.a.v. Danzig, is
spr. echter niet duidelijk.
Er is ook een tijd geweest, dat in ons
Parlement critiek op den Volkenbond kwa
lijk werd genomen. Spr. herinnert aan de
toasten, gehouden bij de bezetting van het
Saargebied. Evenmin echter acht spr. het
juist, nu te gaan schelden op den Volken
bond. Naast successen, heeft de Volken
bond altijd teleurstellingen gekend. Him-
melhoch jauchzend, zum Tode betruebt. Te
gen deze mentaliteit t.a.v. den Volken
bond waarschuwt spr. Preventief heeft hij
stellig meermalen gewerkt.
De vergadering wordt te 1.40 uur een half
uur geschorst.
Na een half uur schorsing wordt de ver
gadering te 2.05 uur heropend.
De heer BRIëT (A.R.) schetst den ge
vaarlijken toestand van ons land, vooral in
de huidige omstandigheden. De regeering
keert, terecht, blijkbaar terug naar de oude
neutraliteits-politiek. Spr. waardeert de
verklaring betreffende de onaantastbaar
heid van ons grondgebied welke materie
zich niet leent voor eenigerlei verdrag.
Duitschland is zoo meent spr. thans
bereid, de onaantastbaarheid van ons land
te erkennen. Een neutrale zelfstandige hou
ding van Nederland en België is voor bei
de landen van groot belang.
De vraag of de juridische regeling van
den luchtoorlog, bestudeerd in een juris
tenconferentie in 1922, van belang is voor
ons land, moet bevestigend worden beant
woord. Een algemeen erkend volkenrech
telijk beginseli omtrent de onzijdigheid en
omtrent de vrijheid van het luchtgebied
ontbreekt. In tijd van oorlog kan deze
kwestie in nauw verband staan met onze
onzijdigheid. Overeenkomsten met nabuur -
staten over dit vraagstuk zouden het ont
staan van algemeen erkende volkenrechte
lijke normen kunnen bevorderen. Speciaal
Engeland heeft veel belangstelling voor de
vraag, welke houding ons land zal aanne
men, indine een luchtvloot van een
oorlogvoerende mogendheid over ons land
zou vliegen. Bij een komenden oorlog zal
de houding van Nederland toch moeten
worden vastgesteld. Vcor de Scandinavi
sche l^fcden bestaat eveneens dit vraagstuk.
Kan er nu geen initiatief der kleine staten
worden uitgelokt?
De heer POLAK (S.D.) betoogt, dat het
oorlogsgevaar door het fascisme is ver
groot.
De S.D.A.P. heeft haar standpunt tegen
over de defensie gewijzigd, omdat tien ja
ren geleden er geen reden was tot bewape
ning, een reden die er thans is gekomen.
De heer VAN LANSCHOT (R.K.) zegt.
dat door defensieve militaire verdragen de
situatie in Europa hachelijk geworden is
voor Nederland geen Locarno, ook geen
non-agressie-verdragen. In onze geografi
sche ligging ligt onze kracht. Wij hebben
er alle belang bij om buiten den ideologi-
schen strijd der andere volken te blijven.
Wij moeten echter evenmin klaploopen op
de weermacht van andere staten, die niet
gaarne lieden zullen helpen, die zichzelf
niet willen helpen.
Tegen half vijf werd de vergadering ver
daagd.
Dinsdag komt de Kamer in de afdeelin-
gen bijeen.
Begrafenisstoeten hebben nu officieel
voorrang, 't Getuigt van weinig i
bied bij sommige weggebruikers v
's menschen !4atsten gang, dat dit
voorschrift in de wet moest komen!
En omdat samenwerking en beleefd
heid langs den weg voor veilig ver
keer onmisbaar zijn, rekent de
A. N. W. B. op üw medewerking
en op üw goede voorbeeld!