De reorganisatie van de spoorwegen De dure veekoeken ZATERDAG 13 MAART 1937 DE LEIDSCHE COURANT TWEEDE BLAD - PAG. 7 KATHOLIEK KAMPWERK VOOR JONGEREN" in Naast deze lange werkkampen, waarin het verblijf der jongens zes weken duurt, heeft de Nationale R. K. Commisisie voor Jeugdwerkloozenzorg in stand gehouden als voorbereidingskampen de korte Werk kampen van 14 dagen in de jeugdhuizen, zoodat gelijktijdig een 1000-tal jongens en meisjes in deze kampen aanwezig zijn. In deze z.g. lange kampen werden in 1936 het volgend^, aantal jonge werkloozen ont vangen: „Ons Werkkamp" Rumpen 742 deelne mers met 20194 mankampdagen. Werkkamp „Baast Oostelbeers 671 deel nemers met 18186 mankampdagen. Werkkamp „O. L. Vrouw ter Duinen" te Ossendrecht 530 deelnemers met 12722 man- kampdagen. Werkkamp „Kemperberg" te Schaarsber- gen 611 deelnemers met 19860 mankamp dagen. Dienstbodenopleiding „Bouvigne" te Gin- neken 286 deelnemers met 23753 mankamp dagen. In totaal werden door de Nationale R. K. Commiissie voor Jeugdwerkloozenzorg in 1936 in korte of lange kampen ontvangen: 5633 deelnemers met 128272 mankamp dagen. Ieder zal begrijpen, dat dit kampwerk èn van de Overheid èn van de Katholieke Commissie groote bedragen aan geld vraagt. Terwijl de Overheid 75% der uitgaven tot een bepaald maximum subsidieert, moet de Katholieke Commissie het ontbrekende bij passen, voor 1936 een som van 70154,22. Daarvan subsidieerde het R. K. Werk liedenverbond ongeveer 30.000.terwijl de Nationale Inzameling onder Katholieken voor de jeugd werkloozen in 1936 een be drag van 42.734, 77 voor dit doel opbracht. Toch is dit heerlijke werk voor ons werk- Jooze jongeren, deze finantieele offers dub bel waard. Het werkkamp is voor vele jonge werk loozen geworden een onvergetelijke pagina in die roman van hun eigen leven, een blad zijde, waarin de hoop op een betere tijd [terugkeert en het vertrouwen op een betere toekomst hertseLt en een ruggesteun ge vonden wordt voor nieuwe plannen en her wonnen idealen. Het werkkamp is voor vele jongeren geworden een sociaal sanatorium. Ze nemen werkelijk mee van een kamp, de gedachte, om die nood der werkloosheid te beschouwen in den geest van het H. Ge loof en in vertrouwen op de Voorzienig heid. Ze nemen mede, ook -de dringende vermaning, om deze tijd van nood, die ze gedwongen doormaken, nuttig te besteden. En met eerlijke erkenning van weemoed verlaten de jongens het kamp, dat voor hen samenvatte èn een vaderlijke zorg èn een door en door christelijk sociaal werkgevers schap. Heerlijk werk wordt in geestelijk en lichamelijk opzicht, in deze werkkampen verricht, met groote opoffering en begrij pend aanvoelen door de leiding in deze kampen. Daarbij komt gelukkig het groei end besef onder de jongeren, dat het heil zaam is, voor hen een tijd van hun werk loos bestaan door te brengen in deze voor hen zoo rijke gemeenschap. Terecht schrijft Bernard. Verhoeven over het nut dei- werkkampen: „De werkkampen •maken, hoe normaal en triestig de aanlei ding ook is, van de jonge werklooze, in zekeren zin met betrekking tot hun lotge noten, Zondagskinderen die niet moeten maar mogen werken, en gezamenlijk de genade van de arbeid ervaren". En deze gemeenschappelijke arbeids vreugde, dit in saamhoorigheid beleven van de zin van den arbeid, 's ongetwijfeld een vruchtbare voedingsbodem voor geestelijke en cultureele vorming. Indien er genoeg leiders beschikbaar komen, kunnen de werkkampen meer dan onvermijdelijk een vruchtbare voedings bodem voor geestelijke en cultureele vor ming worden. Indien er genoeg leiders beschikbaar komen, kunnen de werkkampen meer dan onvermijdelijke noodasyls, doch waarlijk lichtpunten worden in de grauwe crisis nacht. Nood leert bidden, misschien zou men ook kunnen zeggen: Nood leert leven, or ganisch leven. Allerlei levenswaarden zijn in onze indi vidualistische wereld verloren gegaan. Hoe grooter de menschenpakhuize-n der fabrie ken worden, hoe doelbewuster iedere men- schelijke functie in het mechanisatie proces, des te eenzamer worden de menschen in het arbeidscomplex, des te leeger de levens en doelloozer het bestaan. Het organisch levensbesef ging ten gron de: de opvatting van het leven als een bloeiend organisme van God dienen, arbei den, eten, verpozen en bij alles immer meer God dienen. In het werkkamp kan althans tijdelijk, maar blijvend misschien als een nuttige les voor het geheele leven, de verbondenheid van alle levensrichtingen worden hersteld. Waar hebben de jonge arbeiders ooit ge leerd in onze liberale, verbrokkelde maat schappij, de gemeenschap te beleven in de arbeid, gezamenlijk te bidden vóór en na het werk, om te danken voor het brood, dat het werk verschafte, in blijde kameraad schap de uren verpoozing na den arbeid door te brengen met het zingen van goede liederen, het eenvoudig genieten van schoonheid, met verheffende lectuur en spelen van vernuft? En dat alles geordend in de bovennatuur, doorbalsemend van Gods aanwezigheid. En godsdienstige vorming, niet geforceerd, bijna onwillekeurig en vanzelfsprekend, volkomen ontbloeiend uit het dagelijks ge meenschapsleven, maar daardoor des te die per en doeltreffender. Waarlijk het werkkamp kan, zonder dat men het idealiseert, tot een paradijs voor de zwaarst en minst weerbare crisisslacht offers een leerschool in levensmoed en een min of meer profaan retraitehuis worden. En daarbij de mogelijkheid openen voor een cultureele bloei, die de maatschappij zonder de werkkampen niet eens bezit. Daarom blijft de Nationale R. K. Com missie voor jeugdwerkloozenzorg zich in de belangstelling van Katholiek Nederland warm aanbevelen; daarom rekent onze Commissie opnieuw op den finantieelen steun der Katholieken, wanneer in de Mei maand voor het kampwerk 1937 opnieuw een bijdrage zal gevraagd worden, om dit werk te kunnen voortzetten. Uit dit korte uverziekt moge blijken, dat door de Nationale R. K. Commissie voor Jeugdwerkloozenzorg onder Gods zegen met groote liefde voor de jonge werkloozen is gearbeid. Aalmoezenier Bannenberg, Secretaris Nationale R. K. Commissie voor Jeugdwerkloozenzorg, Lange Putstraat 44, 's-Hertogenbosch. Giro: 185442. TWEEDE KAMER DE JAMBOREE EN DE BLOEMENSTAD. De Jamboree-brochure aangeboden aan den Bisschop en a an den Burgemeester van Haarlem. Is de belangstelling voor de komende Jamboree overal groot, het kan al niet an ders, of in de Bloemenstad, die in de on middellijke nabijheid van het kampterrein te Vogelenzang is gelegen en waar zich een goed deel van de te verwachten ge beurtenissen zal afspelen, is de interesse al bijzonder algemeen. Dit bleek dan ook overduidelijk, toen gisteravond de bekende Jamboree-brochure, die in de hoofdstad al dapper werd verkocht, op eenigszins plech tige wijze aan Z.H.E. den Bisschop en aan den Burgemeester van Haarlem werd aan geboden. In de binnenstad was het opmerkelijk druk. Vele Haarlemmers waren op den eersten voorjaarsavond uitgetogen om van deze merkwaardige gebeurtenis getuige te éijn. Vanaf de Parklaan marcheerden om 8 uur vier troepen verkenners (twee troepen van de N. P. V. en twee troepen katholie ke verkenners) naar de Nieuwe Gracht, waar de Brochure „U Komt" aan Z.H.Exc. Mgr. J. P. Huibers werd aangeboden. De Bisschop was naar buiten op het bordes gekomen en onderhield zich eenigen tijd met de verkennersleiders, die met de troe pen waren meegekomen: de commissaris sen M. C. de Jong Jr. en B. Nooy en den propagandaleider voor het district Haar lem, J. C. Smit. Een jeugdig verkenner overhandigde Monseigneur de brochure. De Bisschop sprak de jongens toe en zei o.m. zeer verheugd te zijn, dat de voorbereidingen voor de komende Jamboree blijkbaar met zooveel enthousiasme worden getroffen. Monseigneur verklaarde dat hij het werk van de verken nersbeweging ten zeerste op prijs stelt. Met een daverende yell na men de verkenners van den Bis schop afscheid. Zij vertrokken vervolgens voorafgegaan door het politiemuziekkorps naar de Groo te Markt, waar een groote menigte ver kenners. die vanuit alle hoeken van de stad naar het centrum waren opgemar cheerd, reeds stond opgesteld. Hetzelfde gezelschap, dat zijn opwachting reeds bij Officieele Crisisberichten STEUNVERGOEDING ERWTEN EN VELDBOONEN. De Nederlandsche Akkerbouwcentrale maakt bekend, dat de steunvergoeding voor groene erwten van de kwaliteitsklasse C, gedenatureerd in het tijdvak van 8 Maart 1937 tot en met 13 Maart 1937 1.50 per 100 K.G. zal bedragen. Voor groene erwten van de laagste klas se en voor andere erwten, in datzelfde tijd vak gedenatureerd bedraagt de steunver goeding 1 per 100 K.G. De steunvergoeding voor veldboonen, welke blijkens de dateering van het dorsch- briefje in genoemd tijdvak zijn gedorscht, is vastgesteld op 1.75 per 100 K.G. :s-Gravenhage 12 Maart 1937. 1598 den Bisschop had gemaakt, vferd op het stadhuis door dèn burgemeester ontvangen. Bij de korte plechtigheid, die in de bur gemeesterskamer plaats vond, was ook de voorzitter van de plaatselijke afdeeling der N. P. V., mr. Julius Hoog, tegenwoor dig. Nadat de burgemeester de brochure in ontvangst had genomen, begaf hij zich naar het bordes van het stadhuis om de verdere feestelijkheden op de Groote Markt bij te wonen. Meer dan 400 verkenners zongen uit vol le borst het Pad vinder lied, gevolgd door het refrein van het Jamboreelied, dat straks door duizenden padvinders in tien tallen verschilende talen gezongen zal worden. Na een taptoe, waarop groej VII van de Haarlemscbe padvinders de honderden luis teraars onthaalden, marcheerden de ver kenners achter het politiemuziekkorps naar de Nassaulaan, waar de groepen werden ontbonden. Behalve 4e nieuwste verkeers- voorschriften moet u óók nog de oudste' ongevallenoorzaken (roe keloosheid en drankmisbruik!) kennen! DE NIETIGVERKLARING VAN GOUDCLAUSULES Aan de orde is de stemming over het amendement van de heeren Donker en De Geer op art. 1 van het wetsontwerp, houdende maatregelen tot nietigverklaring van goudclausules in bepaalde overeen komsten. Het amendement dat de strekking heeft, te laten vervallen den eisch, dat de nako ming van de verplichting zou kunnen plaats vinden voor zoover de verplichting is uitgedrukt in vreemde valuta, wordt verworpen met 27 tegen 53 stemmen. Er voor stemmen de Soc.-Democraten, Chr.- Historischen, Staatk. Gereformeerden en Communisten. Het wetsontwerp wordt zon der hoofdei ij ke stemming aan genomen met aanteekening dat de hee ren Coops (Lib.) en Van Dijk (A.R.) er tegen zijn. CONTINGENTEERINGSONTWERPEN Aan de orde zijn voorts de volgende contingenteeringsontwerpen: Wetsontwerp tot regeling van den invoer van bovenkleeding; wetsontwerp tot rege ling van den invoer van naaigaren; wets ontwerp tot regeling van den invoer van geëmailleerde gegoten badkuipen, geëmail leerde geslagen ijzeren badkuipen, en ge- emailleerde gegoten closet-reservoirs; wets ontwerp tot regeling van den invoer van veekoeken; wetsontwerpen tot regeling van den invoer van toiletzeep; wetsontwerp tot regeling van den invoer van triplex en multiplex; wetsontwerp tot regeling van den invoer van metalen schepwerk; wets ontwerp tot regeling van den invoer van naadlocze buizen; wetsontwerp tot rege ling van den invoer van kachels, haard kachels, haarden, fornuizen en veevoe- derkooktoestellen. Bij het wetsontwerp tot regeling van den invoer van veekoeken merkt de heer SCHILTHUIS (V.D.) op, dat contingentee- ring van veekoeken op het oogenblik veel minder noodzakelijk is dan voor de de preciatie van den gulden. Spr. is zelfs van meening, dat deze contingenteering gevoe gelijk kan verdwijnen. Ook tegen de con tingenteering van naadlooze buizen heeft spreker bezwaar. De heer VOS (Lib.) zegt, dat de contin- genteeringen aanvankelijk gediend heb ben tot bescherming van de Nederland sche industrie. Thans dreigt het Nederland sche bedrijfsleven erdoor geschaad te wor den. De prijs van naadlooze buizen is in enkele maanden gestegen met 200 procent De heer BAKKER (C.H.) is van mee ning, dat de contingenteering van veekoe ken slechts in het belang is van de olie industrie, maar' in het nadeel van de vee houderij. De heer BIEREMA (Lib.) is evenmin als de vorige sprekers overtuigd van de nood zakelijkheid van alle voorgestelde contin- genteeringsmaatregelen. De oliefabrikanten komen met hun hoofdproduct, olie, op de wereldmarkt. Dan gaat het niet aan in 't binnenland hun tweede product, veekoe ken, te beschermen ten laste van de vee houderij. De heer KORTENHORST (R.K.) is van meening, dat we in het algemeen onze contingenteeringspolitiek nog niet moeten wijzigen omdat we onze contingenteeringen nog noodige kunnen hebben voor 't voeren van een actieve handelspolitiek. We moe ten ons kruit drooghouden. Men heeft gesproken over de moeilijk heid voor onze industrie ora naadlooze buizen te krijgen, en op het feit, dat de prijzen der in Nederland vervaardigde bui zen zoo hoog zijn. Welnu, door de oprich ting van deze Nederlandsche buizenfabriek poogt ons land zich van het buitenland on afhankelijk te maken. Het buitenland tracht dit bedrijf en soortgelijke bedrij ven kapot te maken, door producten tegen zeer lagen prijs op onze markt te brengen. Daartegenover is het onze taak deze Ne derlandsche fabrieken van heel- en half fabrikaten te beschermen. De MINISTER VAN HANDEL NIJVER HEID EN SCHEEPVAART, de heer GE- LISSEN, verklaart, dat de invoer van vee koeken in ons land sterk verminderd is, waardoor de olie-industrie een grooter aan deel kreeg in de binnenlandsche markt, het is niet te veel gevergd, als de Neder landsche landbouw door een klein offer bijdraagt tot de instandhouding van de Nederlandsche olie-industrie. Men kan niet gescheiden spreken over de beide producten van de olie-industrie: olie en veekoeken. Juist door de bescher mende rechten in andere landen stuit de export van olie door de Nederlandsche in dustrie oj groote moeilijkheden. Ook met het oog op de oeconomische samenwerking met Indië is de veekoeken-contingentee- ring van groot belang. z Spr. zegt toe, bjj de uitvoering van ver dere contingenteeringsmaatregelen de noo dige soepelheid te zullen betrachten. Wat de naadlooze buizen betreft merkt spr. op. dat hij het zou betreuren, indien de eenige fabriek, die daarvoor hier te lande bestaat, zou moeten verdwijnen. Het staat bovendien heelemaal niet vast, dat 2onder contingenteering de prijzen van naadlooze buizen niet eveneens omhoog zouden gaan. Alle contingenteeringswets-ontwerpen worden z. h. s. aangenomen. DE REORGANISATIE VAN HET SPOORWEGBEDRIJF Aan de orde is het wetsontwerp tot re organisatie van het Spoorwegbedrijf. De heer VAN BRAAMBEEK (S.D.) zegt dat het wetsontwerp de Spoorwegen lang niet op een gezonde basis brengt en de afschrijvingen komen nog lang niet vol doende tot hun recht. Omtrent het pensioenfonds is spr aller minst gerustgesteld. De positie daarvan is en blijft precair. Het grootste gedeelte er van is in het bedrijf opgenomen en van het resteerende wordt per jaar 3.5 4 millioen ingeteerd. Geen wonder dat er angst onder het personeel heerscht. De heer DUYMAER VAN TWIST (A.R.) heeft ernstig bezwaar tegen art. 2 van de ontwerp-statuten der nieuwe N.V. betref fende het uitoefenen door de N.V. van het transportbedrijf, anders dan per spoor- of tramweg alsmede het verrichten van an dere daden van koophandel, die met het transportbedrijf verband houden. Hierdoor zou het particulier bedrijf ka pot gemaakt worden, niet alleen het par ticuliere autotransportbedrijf, maar o.a. ook de beurtvaart, die daarvan den terug slag zullen ondervinden. De heer RUTGERS VAN ROZENBURG (C.H.) dringt erop aan, dat in de toekomst wijzigng zal komen in de eenzijdige sa menstelling van de leiding van het be drijf. Men heeft daar bijna steeds technici in benoemd, doch te weinig commercieele leiders. Een bekwaam ingenieur is echter nog geen goed captain of industry. De heer BONGAERTS (R.K.) zegt, dat de regeering door dit wetsontwerp wel een heel groote macht krijgt. De Spoorwegen moeten zich bij het rail verkeer houden en zich daarbuiten beper ken tot besteldiensten. In dien zin zou spr. gaarne door den minister gerustgesteld worden. De heer JOEKES (V.D.) staat op het standpunt, dat art. 2 behouden moet blij ven, opdat niet in de toekomst andere transportmogelijkheden voor de Spoorwe gen afgesloten zullen blijven. Nog voeren de heeren JOEKES (V.D.) en VAN DIJK (A.R.) het woord. De MINISTER VAN WATERSTAAT, de heer VAN LIDT DE JEUDE, constateert dat de discussie over art. 2 der voorgestel de statuten een vlucht hebben genomen die spr. bij dit wetsontwerp niet verwacht had. De spoorwegen hebben gezorgd, dat zij met het particuliere bedrijf konden mee doen. Elk particulier bedrijf mag vrij con- curreeren, maar van een overheidsbedrijf verwacht men nu eenmaal een zoodanige starheid, dat men het verwijt, als het zich aan moderne tijdsomstandigheden weet aan te passen en zich aanpast bij de tarie ven in het vrije bedrijf. Den heeren Duymaer van Twist en Rut gers van Rozenburg antwoordt spr. dat art. 2 eenvoudig een verlenging beteekent van een bestaande bepaling. Spr. is voorstan der van de coördinatie, maar wil gaarne verklaren, dat uitbreiding van de auto busdiensten der spoorwegen niet in de be doeling ligt. Hiermede heeft spr. de opmerkingen be antwoord, die buiten het eigenlijke wets ontwerp vallen. Gaarne wil hij Dinsdag zijn rede over het eigenlijk ontwerp voort zetten, De VOORZITTER, >prof. AALBERSE, deelde mede, dat verschillende leden hem gevraagd hebben, of de Kamer de vol gende week met haar werkzaamheden ge reed zou kunnen komen. Om dit mogelijk te maken, dienen de leden rekening te houden met de mogelijkheid van een avondvergadering op Woensdag 17 dezer, waarin het wetsontwerp inzake de con centratie van het lager onder- w ij s of inzake het bindend en onverbin dend verklaren van collectieve ar beidsovereenkomsten aan de orde zal komen. Te kwart voor 5 wordt de vergadering verdaagd tot Dinsdag a.s. des middags 1 li ur. PROF. DR. ALBERT VER WE Y f In de „Tijd" worden eenige indrukken- gegeven van de begrafenis van prof. dr. Albert Verwey te Noordwijk: „Men heeft de laatste eer bewezen aan een man, die zich aan menig eerbewijs onttrok, een waarlijk groote in den lande, maar van hart en gemoed een diep-een- voudige, vervuld van deemoed tegenover het groote leven, dat hij verheerlijkte. Hij beschouwde het dichterschap als een ver heven staat van dienstbaarheid aan de nooden en verlangens van de mensch- heid. Nooit heeft een Nederlandsche dich ter zich zoo diep en zoo volledig reken schap gegeven van de idee van het dich terschap. Voor deze idee heeft hij geleefd, werkend met onverzettelijke volhardings kracht, geleid door een hoog en edel in zicht. Men heeft Verwey een priester der aarde genoemd. De aarde ontving hem, grimmig en hard, zooals de aarde is, te midden van een Hollandsche sneeuw vlaag, maar in de mildheid der herinne ring is deze man vereeuwigd, ingekeerd tot de onsterfelijkheid en tot den nieuwen staat, dien hij na het aardsche afsterven verwachtte. Rond de groeve draait de geschiedenis van zijn tijd, de historie, die geest geworden is in zijn begeesterend werk...." EERSTE KAMER Buitenlandsche Zaken Aan de orde is hoofdstuk III (Dep. van Buitenlandsche Zaken) der Rijksbegroo- ting voor 1937. De heer DE SAVORNIN LOHMAN (C.H.) bespreekt de verhouding van ons land tot onze Óbstelijke buren. Het ver heugt ook spr., dat die weer goed en nor maal is. Spr. kan rich vereenigen met de tegen woordige Volkenbondspolitiek dezer regee ring, samen te vatten in: recuier pour mieux sauter. Gebleken is het nauwe ver band tusschen economische en militaire sancties. Men wil de eerste, doch deinst voor de laatste terug, en daarom hapert het met art. 16 van het pact. De Volken bondspolitiek t. o. v. Abessinië was een test-case, doch is jammerlijk mislukt. Spr. brengt hulde aan de dappere mannen van de Nederlandsche ambulance. Spr. waardeert de zelfstandigheidspoli- tiek onzer regeering. Spr .is sceptisch gestemd, wat betreft de universaliteit van den Volkenbond. Spr. waarschuwt tegen het streven van de com munisten, die Genève als een brug be schouwen, ten einde de wereld met hun leer ongelukkig te maken. En men doet te Genève alles om Italië, den mokkenden Achilles, weder met den Volkenbond te verzoenen, een bewijs van de zwakheid van dezen bond. In verschillende gevallen kan de Vol kenbond nog nuttig zijn, o.m. is dit ge bleken in het gebeurde van Alexandrette. Genève is ook te beschouwen als een soort politieke beurs, ook al worden tegenwoor dig de belangrijkste internationale gevallen buiten den Volkenbond om gedaan, b.v. de non-interventie in Spanje. Het verheugt spr., dat vice-admiraal De Graaff voor een hoogen post bedankt heeft. Nederland moet geen vooraanstaande rol spelen. De hou ding der regeering, ook t.a.v. Danzig, is spr. echter niet duidelijk. Er is ook een tijd geweest, dat in ons Parlement critiek op den Volkenbond kwa lijk werd genomen. Spr. herinnert aan de toasten, gehouden bij de bezetting van het Saargebied. Evenmin echter acht spr. het juist, nu te gaan schelden op den Volken bond. Naast successen, heeft de Volken bond altijd teleurstellingen gekend. Him- melhoch jauchzend, zum Tode betruebt. Te gen deze mentaliteit t.a.v. den Volken bond waarschuwt spr. Preventief heeft hij stellig meermalen gewerkt. De vergadering wordt te 1.40 uur een half uur geschorst. Na een half uur schorsing wordt de ver gadering te 2.05 uur heropend. De heer BRIëT (A.R.) schetst den ge vaarlijken toestand van ons land, vooral in de huidige omstandigheden. De regeering keert, terecht, blijkbaar terug naar de oude neutraliteits-politiek. Spr. waardeert de verklaring betreffende de onaantastbaar heid van ons grondgebied welke materie zich niet leent voor eenigerlei verdrag. Duitschland is zoo meent spr. thans bereid, de onaantastbaarheid van ons land te erkennen. Een neutrale zelfstandige hou ding van Nederland en België is voor bei de landen van groot belang. De vraag of de juridische regeling van den luchtoorlog, bestudeerd in een juris tenconferentie in 1922, van belang is voor ons land, moet bevestigend worden beant woord. Een algemeen erkend volkenrech telijk beginseli omtrent de onzijdigheid en omtrent de vrijheid van het luchtgebied ontbreekt. In tijd van oorlog kan deze kwestie in nauw verband staan met onze onzijdigheid. Overeenkomsten met nabuur - staten over dit vraagstuk zouden het ont staan van algemeen erkende volkenrechte lijke normen kunnen bevorderen. Speciaal Engeland heeft veel belangstelling voor de vraag, welke houding ons land zal aanne men, indine een luchtvloot van een oorlogvoerende mogendheid over ons land zou vliegen. Bij een komenden oorlog zal de houding van Nederland toch moeten worden vastgesteld. Vcor de Scandinavi sche l^fcden bestaat eveneens dit vraagstuk. Kan er nu geen initiatief der kleine staten worden uitgelokt? De heer POLAK (S.D.) betoogt, dat het oorlogsgevaar door het fascisme is ver groot. De S.D.A.P. heeft haar standpunt tegen over de defensie gewijzigd, omdat tien ja ren geleden er geen reden was tot bewape ning, een reden die er thans is gekomen. De heer VAN LANSCHOT (R.K.) zegt. dat door defensieve militaire verdragen de situatie in Europa hachelijk geworden is voor Nederland geen Locarno, ook geen non-agressie-verdragen. In onze geografi sche ligging ligt onze kracht. Wij hebben er alle belang bij om buiten den ideologi- schen strijd der andere volken te blijven. Wij moeten echter evenmin klaploopen op de weermacht van andere staten, die niet gaarne lieden zullen helpen, die zichzelf niet willen helpen. Tegen half vijf werd de vergadering ver daagd. Dinsdag komt de Kamer in de afdeelin- gen bijeen. Begrafenisstoeten hebben nu officieel voorrang, 't Getuigt van weinig i bied bij sommige weggebruikers v 's menschen !4atsten gang, dat dit voorschrift in de wet moest komen! En omdat samenwerking en beleefd heid langs den weg voor veilig ver keer onmisbaar zijn, rekent de A. N. W. B. op üw medewerking en op üw goede voorbeeld!

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1937 | | pagina 7