LICtIT 111 DUDTfDMI) Ons offensief Heeren Zak- of Armband Horloge of Dames Armband Horloge VRIJDAG 12 MAART 1937 DE LEIDSCHE COURANT DERDE BUD - PAG. 9 VQAGEM OVED OHJ GELOOF We beantwoorden vandaag eerst eenige vragen, die onderling min of meer verband houden met elkander. Hierom moeten wel de vragen, die eerder zijn ingezonden, op beantwoording wachten, maar we meenen, dat het nuttiger is, eerst andere vragen te behandelen, n.l. die verband houden met het Passie-verhaal der Evangelisten. Vraag 159. Is Judas van Iskarioth tegen woordig geweest bij de Instelling van het H. Sacrament des Altaars? Ik heb eens in een predikatie gehoord, dat dit wel het ge val was, maar nu heb ik gehoord in een meditatie, dat Judas vóór de Instelling der Eucharistie de zaal al verlaten had. Antwoord. Uit de Evangeliën is niet met zekerheid uit te maken, of Judas al dan niet bij de Instelling der Eucharistie tegenwoor- dig was. Ook uit andere geschiedbronnen is j daaromtrent niets met zekerheid vast te stellen. Beide meeningen hebben voorstanders, en zij trachten die meening af te leiden uit de volgorde der gebeurtenissen, zooals die bij de verschillende Evangelisten worden ver haald. Zoo verhalen Matthaeus en Marcus de aanduiding van den verrader vóór de -In stelling, en doen vermoeden (maar zeggen het niet uitdrukkelijk) dat Judas toen on middellijk de zaal verliet. Joannes verhaalt de aanduiding van den verrader terstond na de Voetwassching, en zegt erbij, dat Judas toen onmiddellijk uit de zaal wegging. De Voetwassching nu heeft plaats gehad vóór de Instelling der Eucha ristie. Maar Lucas verhaalt pas n a de Instelling, dat Christus den verrader aanwees. Met zekerheid is er dus hieromtrent niets vast te stellen, en dus kunnen beide mee ningen worden gehouden. Vraag 160. Kan men met zekerheid zeggen dat Judas verworpen is?.. Antwoord. Met absolute zeker heid kunnen we niet zeggen, dat Judas in de hel is. Afgezien van hetgeen verder wijst op Judas' verwerping, zou het moge lijk geweest zijn, dat Gods barmhartigheid ook dezen apostel nog in zijn allerlaatste oogenblikken heeft getroffen, en dat Judas, toen hij zich reeds had opgehangen, nog een bovennatuurlijk berouw kreeg over zijn daad. Zonder een openbaring kunnen wij, men- schen, over het eeuwig verderf van geen enkel mensch oordeelen, ook zelfs niet over dat van Judas. Toch kunnen we met zéér groote waarschijnlijkheid, die grenst aan de zekerheid, wel zeggen, dat Judas ver loren is gegaan, en wel om hetgeen in de H. Schrift over zijn gedrag en zijn uiteinde staat geschreven. Alles wat de Evangelis ten, en het eerste hoofdstuk van de Hande lingen der Apostelen over Judas schrijven wijst heen naar de verwerping van Judas. Op zijn afschuwelijke daad volgt een be rouw dat geen echt, geen bovennatuurlijk berouw is, maar het berouw der wanhoop. In die wanhoop hangt hij zich op en dan barst zijn lichaam middendoor en worden de ingewanden uitgestort, welke uiterlijke omstandigheid niet alleen wijst op de gru welijkheid van zijn verraad, maar ook heen- wijst naar „het rampzalig einde van den dood van den onboetvaardigen zondaar". Twee teksten vooral pleiten ten sterkste voor Judas' eeuwige verdoemenis. Vooreerste in de Hand der Apostelen, I, 24 en 25, waar Sint Petrus vóór de keuze van een nieuwen Apostel in plaats van Judas aldus bidt:'„Gij Heer, Die de harten van allen kent, wijs Gij aan, wien Gij hebt uitgekozen uit deze twee .(n.l. Joseph en Mathias), om de plaats van deze bediening en dit apostolaat in te nemen, waarvan Judas is afgeweken om te gaan naar zijn eigen plaats". Deze laatste woorden „naar zijn eigen plaats", dat is, naar „de plaats die hem toekomt", richten onze gedachten naar de hel. Vervolgens: Christus woorden in de zaal van het Laatste Avondmaal: „Wee den mensch, door wien de Zoon des Mensch en zal worden overgeleverd; het ware hem beter, indien hij niet geboren was, die mensch". (Matth. XXVI, 24). Alleen van den mensch, die zijn eeuwig geluk niet be reikt, kan men zeggen, dat hij beter niet geboren ware. Vraag 161. In het Evangelie van Mat thaeus staat, dat Jesus gestorven is „om trent het negende uur". Hoe laat was dat volgens onze tijdsberekening? Antwoord. Deze woorden staan niet al leen bij Matthaeus, maar ook bij Marcus en Lucas. De Joden deelden hun dag vanaf zonsop gang (bij ons: zes uur in den morgen) tot zonsondergang (bij ons dus: zes uur in den namiddag) in twaalf uren. Het negende uur is dus, goed uitgerekend, drie uur in den namiddag volgens onze tijdrekening; het uur, waarop we nog altijd den dood van Christus herdenken. Vraag 162. Hoeveel Onze Vaders en Weesgegroeten moet men bidden, om de aflaten van den Kruisweg te verdienen? Antwoord. Geen enkel mondgebed is voorgeschreven voor het verdienen van den Kruisweg-aflaten. Om die aflaten te verdie nen wordt alleen vereischt: 1. Een overweging, hoe kort ook, over het Lijden des Heeren, bij iedere kruiswegstatie. nét is dus zelfs niet noodzakelijk, dat men overweegt, wat pre cies door de statie wordt voorgesteld. 2. Dat men zi ch beweegt van de eene statie naar de andere. Dit is niet ver eischt, wanneer de Kruisweg publiek wordt gehouden, de geloovigen op hun plaatsen blijven, en de priester met eenige misdie naars langs de kruiswegstaties trekt. Het bidden van een Onze Vader en Wees gegroet bij ieder statie, en van de zes Onze Vader, Weesgegroet en Eere aan den Vader is dus slechts een vroom gebruik, vooral bij openbare oefeningen, waarbij natuurlijk mondgebeden noodzakelijk zijn. Indien men verhinderd is, om op een be paalden dag den kruisweg te bidden, dan kan men toch de vplle aflaat, daaraan ver bonden, verdienen, met een kruisbeeld, bi zonder daartoe gewijd, in de hand te hou den, en twintigmaal te bidden Onze Vader, Weesgegroet en Eere aan den Vader, ter wijl men daarbij het Lijden van Christus overweegt. Zieken, die moeilijk twintigmaal Onze Vader, Weesgegroet en Eerte aan den Va der, moeilijk kunnen bidden, volstaan voor den aflaat door het daartoe gewijde kruis beeld te aanschouwen of te kussen, en een klein schietgebed te zeggen. Den vollen aflaat van den Kruisweg kan men meerdere malen per dag verdienen. Vraag 162. Verschillende kruiswegstaties geven een voorstelling van een gebeurtenis, die niet in de Evangeliën wordt verhaald. Worden die gebeurtenissen elders in de H. Schrift vermeld? Of worden ze ons geleerd door de Goddelijke Overlevering? Antwoord. De door u bedoelde in den kruisweg voorgestelde gebeurtenissen, zoo als de drievoudige val van Jesus onder het kruis, het afwisschen van Christus' gelaat door Veronica, de ontmoeting tusschen Je sus en Maria worden niet in de Evangeliën, en ook niet op andere plaatsen van de H. Schrift vermeld. Zij worden cns geleerd niet door de „Goddelijke overle ver i n g", maar door de zoogenaamde Christel ij ke traditie; het zijn ge beurtenissen, die de vrome geschiedschrij vers ons verhalen, en die niet behooren tot de geloofswaarheden van de H. Kerk. We kunnen hier natuurlijk niet voor elk af zonderlijk feit aangeven, in welke ge schiedbronnen die verhalen te vmden zijn, en volstaan met aan te geven, dat ze be hooren tot de schat der vrome christelijke overlevering; van meerdere dier gebeurte nissen gaat de overlevering terug tot op zeer ouden datum. De H. Kerk heeft die gebeurtenissen in den Kruisweg ingevoegd naar het vrome gebruik der pelgrims, die den kruisweg in de stad Jerusalem volgen, en wel om ons meer en meer bij het overwegen van het heilig Lijden tot godvruchtige gevoelens op te wekken. Vraag 163. Welke is de reden, dat het Paaschfeest steeds op een verschillenden datum wordt gevierd. Antwoord. Dit gebeurt in navolging van de Joden, die hun Paaschfeest steeds vier den op den vijftienden van den maand Ni- san (of Abib). Daar echter de Joden ten tijde van Christus hun kalender vaststel den volgens de loop der maan, kwam die Paaschdatum dus in het zonnejaar telkens op een andere datum te vallen. In de eerste eeuwen werd het Christe lijke Paaschfeest niet overal op denzelfden datum gevierd. Allengs is daarin meer een heid gekomen. Het Concilie van Nicea (325) bepaalde, dat men overal het Paaschfeest op denzelfden Zondag zou vieren. Sinds het einde der achtste eeuw valt dit feest dan altijd' op den eersten Zondag na de eerste volle maan van de Lente, na 21 Maart (begin der Lente), op zijn vroegst den 22sten Maart, op zijn laatst den 25sten April. De Joden vieren nu nog hun Paaschfeest altijd op den eersten dag der volle maan in Maart, zoódat hun Paaschfeest nooit op denzelfden datum valt als ons Paaschfeest. Correspondentie-adres: Mr. A. Diep en- brock, Pr., Seminarie: Hageveld, Heem stede. 'fye&H. 3 cucóos Haast -eCkoMal Indien een auto bezig is een voor hem rijdende andere auto in te halen mag men dit voertuigen- paar. niet voorbijrijden, dus: nooit drie auto's naast elkaar. I A THOLIEK KAMPWERK VOOR JONGEREN" n. Wanneer werd dit kampwerk in Neder land begonnen? Nadat in 1932 door een enkele jeugdver- eeniging met kampwerk begonnen was, werd in 1933 dit soort werk door verschil lende jeugd- en sociale-organisaties, aan gepakt. Er waren vóór Mei 1935, toen de Regee ring de jeugdwerkloozenzorg op het Depar tement samentrok en het kampwerk op andere wijze ging organiseeren, in onk land 'n dertigtal verschillende vereenigingen, die kampwerk voor jongeren verzorgden. De huisvesting in deze kampen gescheid- meestal in bestaande jeugdhuizen, waarvan de terreinen en de gebouwen meestal ook het werkobject verschaften. De duur van het kamp was een of twee weken. Het doel van dit kortstondig verblijf was, om de jonge werkloozen, naast voeding en ligging, ontspanning en ontwikkeling, prac- tische en nuttige arbeid te verschaffen en hen tevens een aantal nieuwe, frissche, op wekkende indrukken en ervaringen te ver schaffen, waardoor de zedelijke kracht der jeugd werkloozen werd versterkt. De groote promotors, de stuwende krach ten voor dit kampwerk waren de Lande lijke Commissie tot bestrijding der gevol gen van de jeugdwerkloosheid, die voor de Administratie dezer kampen zorgde, en het Nationaal Crisis Comité, dat gedurende de eerste drie jaren, 19331935 door een aan zienlijke subsidie dit kampwerk voor de vereenigingen mogelijk maakte. Onder de katholieken werd dit kamp werk bevorderd en gesteund door de Na tionale R.K. Commissie voor Jeugdwerk loozenzorg, die in 1932 werd opgericht en door het R.K. Werkliedenverbond in Ne derland, dat jaarlijks het kampwerk steun de met ruim 30.000. In deze eerste drie jaren van 19331935 werden 7 internaten, jeugdhuizen, ter be schikking gesteld voor de jonge werkloozen en wel door de Jonge Werkman in het Aartsbisdom het jeugdhuis te De Steeg; door de Diocesane Jeugdraad in het Bis dom Den Bosch het jeugdhuis „Gerra" te Haaren; door de K.J.V.-Centrale in het Bisdom Breda het Jeugdhuis Ie Ginneken; door de St. Josephs-Gezellen-Vereeniging in het Bisdom Haarlem het jeugdhuis „De Liebaard" te Baarn; door de R.K. Dekenale Jeugdraad Rot terdam het jeugdhuis „De Bocht" te Goirle; door de K.J.V. in het Bisdom Breda voor meisjes „Bouvigne" te Ginneken; door de Jonge Werkman in het Bisdom Roermond het Jeugdhuis „In 't Groene- wold" te Venlo. In deze huizen, die voor dit werk nog steeds beschikbaar zijn, werden opgeno men: In 1933: 2305 deelnemers met 13850 man kampdagen; in 1934: 2053 deelnemers met 23912 man kampdagen; in 1935. 2400 deelnemers met 43360 man kampdagen; in 1936: 2793 deelnemers met 32900 man kampdagen; In 19341935 kwam een aanzienlijke wijziging in deze opzet der werkkampen eenerzijds door het plan-Westhoff, ander zijds, doordat de Minister van Sociale Za ken, de Landelijke Commissie omzette in de Rijkscommissie van Advies, inzake het vraagstuk van de jeugdwerkloosheid en zelf de administratie en subsidieering ter hand nam. In een op 21 en 22 Juni 1934 op Woud- schoten te Zeist gehouden conferentie van het bestuur der Stichting Centrale voor Werkloozen zorg, werd door den heer ir. J. Th. Westhoff, inspecteur der Rijkswerkver- schaffing te Zwolle, een voordracht over werkverschaffing aan jeugdige werkloozen gehouden, waarin de noodzakelijkheid werd betoogd van oprichting van werkverschaf fingskampen op grootere schaal. Hetgeen tot nu toe voor de geestelijke en zedelijke verheffing der jeugdige werkloo zen wordt gedaan, kan volgens hem, hoe veel waardevols daarin ook is, niet bevre digend worden geacht: cursussen voor ont wikkeling en ontspannings-gelegenheden beginnen opverschillende plaatsen te ver- loopen en de bestaande werkkampen be antwoorden veelal niet aan hun doel. Allereerst is, volgens hem, noodig den jongen werklooze arbeid te geven, opdat hun drang naar activiteit hoofdkenmerk der jeugd zich in geregeld, productief werk kan uiten. Het hoofdbezwaar van het bestaande werk ten behoeve van jeugdige werkloozen, ook van de bestaande werk kampen is, dat daarbij te weinig aandacht aan degelijken arbeid geschonken werd. De heer Westhoff stelde zich de moge lijkheid voor, in navolging van de Rijks werkverschaffing, groote werkkampen voor jeugdige werkloozen op te richten en gaf daartoe een minutieus plan, gebaseerd op huisvesting in barakken voor 96 jonge werkloozen, waarbij een kamp 8 weken zou duren. Dit plan, zij het ook eenigszins gewij zigd, werd aanvaard door de Regeering en daarop werd hare subsidie van 75 pet. der begroote kosten gebaseerd. De uitvoering van dit kampwerk werd door de Regeering niet zelf ter hand ge nomen, doch toevertrouwd aan 4 centrales, vertegenwoordigend de richting der ver- j eenigingen, die zich tot nu toe met dit j werkbezighieLden. Deze vier centrales zijn: de Katholieke (Nationale R.K. Commissie voor Jeugdwerkloozenzorg de Protestantsch Christelijke (Centrale voor Werkloozenzorg); de Socialistische ^Moderne Centrale voor In elk Katholiek gezin een Katholiek dagblad; een parool, hetwelk in den huidigen tijd wel een gebiedende eisch is. Wij stellen vanaf heden ter aanmoediging voor korten tijd, voor dengene, die ons een nieuwen abonné voor minstens drie maanden aanbrengt, een als premie beschikbaar. Houdt Uw katholieke pers gezond, Strijdt allen mee in dit front. RECHTZAKEN EEN STUDENT, DIE SCHULDEN MAAKT Een oom die met opsluiting dreigt Vijf maanden voorarrest voor het beleenen van een microscoop Joh. de Meester schreef eens een roman: „De zonde in het deftige dorp". Met een variant hierop kunnen wij de strafzaak, die gistermiddag het gerechtshof bezig hield, „de zonde in de deftige familie" noe men. Een zonde, die naar de meening van een deftigen oom des lastigen neefs gestraft moest wordenliefst met „levenslang", in een krankzinnigengesticht of, zachter gezegd, rustoord. In mijn studententijd, toen men nog in een gekleede jas examen moest doen, had den wij een aantal samen wonende stu denten collectief één gekleede jas, die cp gezette tijden werd te voorschijn ge haald, opdat een candidaat er eenige span nende, maar minder pleizierige, uren in zou doorbrengen. Aan den vooravond van het examen van één onzer bleek dit klee- dingstuk te zijn verdwenen; een student-in- geldverlegenheid had het naar de lommerd gebracht en er 1.50 op gekregen. En het ongelukkige slachtoffer kon dié dag geen examen doenToch heeft niemand er aan gedacht, een vervolging wegens dief stal of verduistering te doen instellen en do „beleener" van destijds is een nuttig lid van de maatschappij geworden". Met deze vergelijking bracht de verdediger van den lastigen neef, mr. Frangois Pauwels, deze gansche affaire tot haar juiste pro porties terug. Intusschen heeft die lastige neef voor deze studentikoze misstap vijf maanden en drie weken in het gevang doorgebracht! Wat had hij misdreven? Hij huurde een kamer en ontdekte in één der kasten een microscoop. En hij zat krap. Dies bracht hij het instrument naar Oome Jan mag niet, natuurlijk, beurde er ƒ26 voor en nam zich voor, het zoo spoedig mogelijk in te lossen. Vóórdien verscheen echter de rechtmatige eigenaar en er kwamen „po litiezaken" van; de rijke oom van den las- Werkloozenzorg) en de Neutrale (Federatie voor Werkloozen zorg). In 1935, ook begonnen met deze z.g. lan ge kampen, heeft de Katholieke Centrale op het oogenblik zes groote kampen te we ten: „Ons Werkkamp" te Rumpen, voor het Bisdom Roermond, egalisatie van terreinen der Staatsmijnen; het werkkamp „Baast" te Oostelbeers, voor het Bisdom 's-Hertogenbosch, onder houd van een landgoed; het werkkamp „Kemperberg" te Schaars- bergen bij Arnhem, voor het Aartsbisdom, onderhoud van het Nationale park de Hoo- ge Veluwe; het werkkamp „O. L. Vrouw ter Duinen" te Ossendrecht, voor het Bisdom Breda, bouwen van een huis en egaliseeren van terrein voor het jeugdwerk; het dienstbodenkamp voor werklooze meisjes te Ginneken, op „Bouvigne"; het werkkamp te Egmond voor het Bis dom Haarlem, waar de terreinen der voor malige abdij worden onderzocht, terwijl ook de provincie een werkobject aanbiedt. Daarenboven is nog een lang werk kamp in voorbereiding in Noord-Brabant. Aalmoezenier BANNENBERG, Secretaris Nationale R.K. Commissie voor Jeugdwerkloozenzorg, Lange Put straat 44, 's-Hertogenbosch. Giro :185442. tigen student paste de 26 bij om het in strument in te lossen. Aldus geschiedde en er zou, had de microscoop-eigenaar het voor het zeggen gehad, geen strafrechte lijke haan naar het heele geval hebben ge kraaid, als diezelfde oom niet op de straf vervolging had aangedrongen. Tenminste dat meent de verdachte zelf; zijn verde diger uitte deze meening eenige malen en de procureur-generaal kwam hiertegen niet in het geweer. Een „lustoord". De student werd preventief gezet op volkomen onvoldoende motieven, betoog de mr. Pauwels er kwamen psychia- tische onderzoekingen, mitsgaders plan nen, den jongen man „eenigen tijd" onder te brengen in een rustoord, dat als een lustoord werd afgeschilderdAlleen: ,je mag er niet vandaan; en als 't 't wel dcet, gaan de deuren van de gevangenis voor je open". Zóó beschikte de oom het, want des verdachte's levensloop in de laat ste jaren beviel den oom heelemaal niet, braspartijen, onbetaalde en kostbare vroolijkheden prijken op het studentikoze zondenregister. En wellicht zag de fami lie hier een geschikte kans, dit „zwarte schaap" voor de rest van zijn dagen te kans te benemen de deftige familie te compromitteeren. Zóó zag de jonge man de toestand ten minste in en deswege weigerde hij z'n me dewerking aan zijn opberging in het ge sticht, nadat hij van zijn oom had gehoord dat dit niet als overgangsmaatregel, maar als duurzame, levenslange verpleging was bedoeld. Twee psychiaters, dr. Janssens en dr. van der Does de Willebois, waren van oordeel, dat verdachte wel verminderd toereke ningsvatbaar is, wat niet wegneemt, dat de Utrechtsche rechtbank dezen jongen voor die ééne microscoop acht maanden gevangenisstraf heeft opgelegd! Door microscoop bekeken. „Wel erg door een microscoop bekeken'S was mr. Pauwels' oordeel over deze rech terlijke beschouwing van dit strafbare feit. De procureur-generaal, mr. Reillingh, achte het feit ernstig, te ernstiger in ver band met de „kringen, waaruit verdachte stamt", Nu verdachte niet naar een ge sticht wil, is er geen andere weg dan de gevangenisstraf. Eisch: zeven maanden, met aftrek van de geheele preventieve hechte nis. Mr. Pauwels zeide de stemming van den ontstemden oom, die een hooge positie in het zuiden des lands bekleedt, wel te kunnen begrijpen: „het is niets prettig als zoo'n lastige student niet wil loopen in het gareel, dat oom voor hem heeft klaar ge legd". Maar anderzijds is het zeer ver klaarbaar, dat de jonge man niets voelt voor zco'n sanatorium, waar je „voor je plezier" bent, maar dat toch dit onaange name heeft, dat je er niet weg mag. En wat het oordeel der psychiaters betreft: er is aldus pleiter r— geen machine zoo volmaakt, of er zit wel een schroef los. Als men de intelligentste, de 't verst-gebracht- hebbende menschen eens allemaal psychia trisch zou laten onderzoeken, wie weet bij hoevelen de dokter dan iets abnormaals zou ontdekkenPleiter vrceg 'daarom de uiterste clementiee aftrek der geheele hechtenis van de op te leggen straf en on middellijke invrijheidstelling! Het Hof ging in raadkamer en keerde spoedig terug: de president deelde mede, dat het college direct uitspraak kan doen. Verdachte werd veroordeeld tot vijf maanden en drie weken gevangenisstraf, met aftrek van de preventieve hechtenis, die precies zoo lang heeft geduurd. De jonge man werd meteen in vrijheid ge steld. „Vooruit".

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1937 | | pagina 9