DAGBLAD VOOR LEIDEN EN OMSTREKEN Bureaux: PAPENGRACHT 32, LEIDEN 28ste Jaargang DONDERDAG 11 MAART 1937 No. 8670 DE ABONNEMENTSPRIJS bedraagt bij Tooraitbetafing: Voor Leiden 19 cent per weeki 2.50 per kwartaal Bij onze Agenten 20 cent per week 2.60 per kwartaal Franco per post i 2.95 per kwartaal Het Geïllustreerd Zondagsblad is voor de Abonnè's ver krijgbaar tegen betaling van 50 cent per kwartaal, bij vooruitbetaling. Afzonderlijke nummers 5 cent, met Geïllustreerd Zondagsblad 9 cent. TEL. INT. ADMINISTRATIE 935, REDACTIE 15 II GIRONUMMER 103003, POSTBUS No. 11 DE ADVERTENTIEPRIJS BEDRAAGT: Gewone Advertentiën 30 cent per regel Voor Ingezonden Mededeelingen wordt het dubbele van het tarief berekend. TELEFOONTJES van ten hoogste 30 woorden, waarin be- betrekkingen worden aangeboden of gevraagd, huur en verhuur, koop en verkoon: 0.50 Het Leven van Jezus Zijn ware vreugde is het, zich te openbaren aan arme menschen, die onder het gewicht van hun ingeroeste gebreken verpletterd worden, en aan hun voeten een afgrond van vergeving en ontfer ming te openen. Het leven van onzen Heer, zooals het door de evangelisten werd beschreven, verbaast ons telkens weer door een men geling van zachtheid en hardheid. Ofschoon we allen geneigd zijn om vooral de nadruk te leggen op de vergevingsgezindheid en liefdevolle toewijding van den goeden Herder, mogen wij toch niet vergeten willen wij eerlijk en naar waarheid Chris tus vóór ons zien gelijk Hij zich op aarde manifesteerde dat door zijn mond woor den zijn gesproken, verschrikkelijk en huiveringwekkend. Wij stellen ons Chris tus gaarne voor als de kindervriend en als de zaligspreker, maar wij slaan haastig en onwillig de bladzijden om, waarin de evan gelisten verhalen van zijn vervloekingen. Om het populair te zeggen: we weten al len, dat O. L. Heer flink „te keer" kon gaan, maar wij elimineeren liefst maar deze felle uitingen uit het beeld, dat ieder vgn ons zich van den Messia. schept. Dat is niet eerlijk, en daarom niet juist. Het is de groote verdienste van het „Leven van Jezus", door Francois Mauriac ge schreven, dat hij gepoogd heeft die twee uitersten tot harmonie te brengen, niet in den persoon van den Christus want een psychologische studie van Christus grenst aan heiligschennis maar tot harmonie en verzoening in het verontruste en pijn lijk-verwordende menschenhart. Het beeld, dat de meesten onzer zich van Christus hebben gemaakt, is wat zoetig en week uitgevallen. Francois Mauriac, die moedig en zonder naar „verzachtende om standigheden" te zoeken de evangeliëen las, vormde zich een beeld van den Hei land, dat, juist omdat Mauriac de vervloe kingen niet scheidde van de zaligsprekin gen, ons Christus geeft, zooals Hij was: een God en een Mensch, een nederige held, een vredige krachtfiguur, een verschijning, die wij met onze menschelijke eenzijdigheid het niet wagen en nifet vermogen te doorgronden. Als Mauriac overgeschreven heeft het antwoord, dat Christus aan Joannes gaf: „De Menschenzoon is niet gekomen om zielen te verderven, maar om ze te redden. Hij is gekomen om te zoeken en te redden, wat verloren was", fantaseert hij een „ver volg" op dat En indien de zoon van Zebedeus bru taal genoeg geweest was om te protes- teeren: „Maar Heer, den vorigen dag nog had U het alleen maar over de hel en het helsche vuurzou de Mees ter ongetwijfeld hebben kunnen ant woorden: ,Ik ben geen God om er over te re detwisten. Niets staat Mij zoover, ais al uw wijsbegeerte. Mijn hart heeft zjjn beweegredenen, welke aan uw rede ontsnappen, daar Ik de Liefde ben. Gisteren was het uit liefde, dat Ik voor u dat onuitbluschbaar hellevuur deed oplaaien en vandaag verkondigt die zelfde liefde u, dat Ik gekomen ben om te redden, wat verloren ging. (p. 155). Op een andere plaats schrijft Mauriac: „Christus wil hen tegelijkertijd geruststel len en verschrikken". In de weergave van dr emoties, die Chris tus onderging, is de beroemde romancier ongetwijfeld te ver gegaan. De aanteeke- ningen van pater Nicodemus Sanders aan het einde zijn waarlijk niét overbodig. Maar afgezien van deze kleine feilen, voortvloeiend uit het verlangen van den schrijver den Zaligmaker levensecht en levens-getrouw uit te beelden, is dit boek een heerlijk boek, sterk en vol liefde voor Hem, die ook aan Mauriac zulke groote weldaden bewees. Het heldhaftige van Christus' strijd, wiens geheele leven zich afspeelde in de dreigende schaduw van het kruis en wiens werk oogenschijnlijk met zoo weinig suc ces werd bekroond, heeft Mauriac met kloppend hart beschreven: „Aldus vormde Christus zich onder het mom van ?en volslagen mislukking een aanhang order het uitschot. Met die harten van de uitgeworpenen, van de op de mestvaalt der wereld ge- worpenen, raapte Hij een hemelschen schat bijeen. Hij had geen wichelroede van noode om in de menschen, ondanks al hun zichtbare ellende die bron van smart en teederheid te ontdekken, waarop Hij vat had." (p. 166). En elders (p. 184): Men moet zich die verslagenheid voorstellen van dien Mensch, die God is, en Die zich ieder oogenblik in den geest rekenschap geeft van die millioe- nen zielen, die van de bron van levend water verwijderd worden gehouden. En waar het kruis tich reeds aan den horizon afteeicende, Hij er vlak voor stond, Hij den bloedsmaak reeds proef de zag Hij niets meer dan dat schand hout en om zich heen al die kruisen, al die brandstapels, heel dat bloeddor stig apparaat van menschelijke wreed heid. Aangrijpend ook zijn de bladzijden van Christus laatste gang naar Jeruzalem. „Zijn koningsstad, op de plek zelve, waar de aarde Zijn bloed zou drinken". „Hij is moe, Hij, de overwinnaar, die schuil gaat onder een schijnbare nederlaag." Alvorens de laatste periode uit het le ven van Christus te schilderen, heeft de schrijver de sleutel gevonden, die ons het raadsel van de tegenstrijdigheid tusschen Christus' liefde en Christus' verwenschin- gen ontsluit. Christus, wachtend op zijn lijdensdag, gaat hen gerust stellen, „die Hij schichtig maakte": „Thans, nu het uur, waarop Hij hen verlaten gaat, nabij is, stelt de levende Liefde hen gerust. Wat Hij begeert, is, dat Zijn getrouwen Hem vreezen, maar met een eindeloos vertrouwen, dat ze zich op Hem verlaten met een harts tochtelijk hart, maar niet zonder hui vering. „En ik huiver vol verlangen". Dat is het, wat de Zoon des menschen van ons verlangt: een mistrouwen van onze eigen krachten, een blindelings zich overgeven aan een oeverlooze barm hartigheid. Maar hoe? Had Hij dan zóóveel angst ingeboezemd? Dat zij dan weten, wat Hij hun reeds te verstaan gaf, dat de zondaar niet enkel bemind, maar uitverkoren is(p. 193). Dit zijn enkele citaten uit „Het leven van Jezus", door Frangois Mauriac be schreven. Wij konden het boek niet beter en warmer aanbevelen dan op deze wijze. Wie dit boek in zich opneemt, voelt zich inniger en sterker getrokker tot Christus. De lezing er van zal voor velen een groote ge nade zijn. 1) „Het Leven van Jezus", door Fran cois Mauriac Uitgave A. A. H. Stols' Uitgever s-M a a t s c ha p p ij, Maas tricht. Aftredende ministers Zooals is medegedeeld, heeft de Verkie- zingsraad van de R.K. Staatspartij, een advies uitgebracht voor de eerste candi- daten op de lijsten in de verschillende kieskringen. In de kieskringen zal dat ad vies nog kunnen worden uitgebreid. Wat het advies van den .Verkiezingsraad betreft is opvallend de houding, die deze Raad heeft aangenomen ten aanzien van de ministers Deckers en van Schaik, die beiden zijn blijven zitten, opnieuw hebben zitting genomen in een kabinet, waarin het beleid bij herhaling van de zijde der R.K. Staatspartij aan scherpe critiek heeft bloot gestaan. Nu heeft de Verkiezingsraad minister Deckers wèg-geadviseerd. Natuurlijk kan men in den kieskring den Bosch hem nog aanvullend adviseeren en verkiezen op een plaats, die hem in de Tweede Kamer brengt. Maar de Verkiezingsraad heeft, voorzoover het hem betreft, dr. Deckers niet een afvaardiging naar de Tweede Ka mer willen verzekeren. Dat heeft die Raad wèl willen doen voor minister v. Schaik, die geadviseerd is als no. 1 op de lijst van den kieskring ArnhemNijmegen, no. 2 op de lijst van gecombineerde kies kringen niet als lijst-aanvoerder dus, maar wèl op een eere-plaats. Dit verschil in beoordeeling van minis ter Deckers en minister v. Schaik is op vallend. Zoolang wij niet de motiveering ervan kennen, schijnt ons dat zeker niet sym pathiek. (Men weet, dat de derde katholieke mi nister in het kabinet-Colijn, ir. Gelissen, geen candidatuur voor de Tweede Kamer heeft willen aanvaarden). De uitmoording van het Carmelietenklooster te Toledo In het tijdschrift „El Monte Carmelo" vertelt Pater Evaristus, die thans in het klooster der Carmelieten te Burgos ver toeft, den lijdensweg van zijn mede broeders. Pater Evaristus was op 4 Juli uit To ledo vertrokken naar Alba de Tormes, waar hij een geestelijke oefening moest leiden ter eere van O. L. Vrouw van den Carmel. Aan deze omstandigheid heeft hij het te danken, dat hij aan de uitmoording van zijn klooster kon ontsnappen. Ons klooster van Toledo, zoo schrijft Pater Evaristus, is een theologische school, waar zich, toen de omwenteling uitbrak, acht studenten bevonden, die binnenkort tot subdiaken gewijd zouden worden. In het klooster woonden o.m. pater Eusebius, prior; pater Nazarius, sub-prior; pater Petrus, die reeds 75 jaar oud was, en de paters Ramon, Tirso, Luis, Raymond, Edward en David; deze laatste was van Portugeesche nationaliteit. Verder waren er in het klooster 3 leekenbroeders om het huiselijk werk te verrichten: broeder Jozef Marie, Daniël en Clemens. Deze laatste was nog in het eerste jaar van zijn Noviciaat. Toen de staatsgreep eenmaal een vol dongen feit was, bezette de Guardia CiviL die zich aan de zijde van Franco had ge schaard, ons klooster. Weldra kwamen echter de Rooden op dagen. De Guardia Givil werd verslagen en een bende Marxisten drong het kloos ter binnen, waar alles kort en klein ge slagen werd, terwijl alles wat waarde had beroofd en gestolen ward; de Heiligen beelden werden verminkt, de biblotheek, die 30.000 boekdeelen bevatte, werd in brand gestoken. De Sacristie en de kerk heh.ben merkwaardiger wijze betrekkelijk weinig geleden. Teen onze medebroeders zagen met wel ke satanische woed een jacht werd .inge steld op de priesters en kloosterlingen, zochten zij een toevluchtsoord bij de wel doeners en goede kennissen van onze Orde Op 22 Juli, ongeveer een uur, nadat de Roode Bandieten de stad hadden ingeno men, kwamen zij woedend en tierend naar het klooster der Carmelitessen, waar zij meenden, dat pater Prior verborgen was. Onder doodsbedreiging eischten zij, dat de religeusen hun wapens zouden af geven en dat zij de soldaten, die in het klooster verborgen waren, zouden uitleve ren. De zusters ontkenden dat er gevluchte soldaten in hun klooster een toevluchts oord hadden gevonden, terwijl zij even min wapens in het klooster hadden ver borgen. Op dat oogenblik kwam pater Prior te voorschijn, die niet wilde dat de goede zusters om zijnentwil mishandeld zouden worden. Uit eigener beweging bood hij zich aan de soldaten aan, terwijl hij hun plechtig verklaarde, dat vanuit het klooster niet op de troepen geschoten was, daar niemand in het klooster wapens in zijn bezit had. Onmiddellijk werd de prior gevangen ge nomen en naar buiten gesleurd, waar hij, zonder eenigerlei vorm van proces, vlak tegenover het klooster werd neergescho ten. Het was toen 4 uur in den namiddag. Pater Eliseus werd op straat gearresteerd. Deze wist heel goed wat hem te wachten stond en hij verklaarde openlijk, dat hij kloosterling was. Terwijl hij zich nog op den dood voorbereidde en een kruisteeken maakte, werd hij reeds getroffen door een kogel, die een einde aan zijn leven maakte. Broeder Clemens werd eveneens dien dag neergeschoten; zijn lijk bleef drie da gen liggen zonder begraven te worden, voor het huis van een geneesheer, een vriend onzer Orde. Den 23sten Juli werd pater Jozef Augustinus en daags daarna ook pater Da vid gemarteld; op 30 Juli was het de beurt aan de fraters Felix en Jozef Marie. Den 31sten Juli, den laatsten dag der maand, toegewijd aan O. L. Vrouw van den Carmel, ontvingen zeven Carmelieten den palm van het martelaarschap, n.l. pa ter Nazarius, Petrus en Ramon en de fra ters Constantius, Placidus, Melchior en broeder Daniël, die zich verborgen hadden in het huis van den dokter van ons kloos ter, dr. Emil Gonzalez Oria, een zwager van den kapitein van Alba, een der dap perste helden van het Alcazar. Hij wist aan welk een gevaar hij zich blootstelde door zoo'n groot aantal kloosterlingen in zijn huis op te nertien. Hij was echter vast besloten, evenals zij, den marteldood te ondergaan. De kloosterlingen hielden zich in de kelders van zijn huis verborgen; slechts des nachts verlieten zij voor eeni- ge oogenblikken hun schuilplaats, tot op den dag dat zij door een lafaard werden verraden, uit hun schuilplaats te voor schijn gehaald, tegen den muur van de kloosterkerk geplaatst en neergeschoten. Voor het executie-peleton haar bloedig werk verrichtte, had pater Nazarius allen nog de H. Absolutie gegeven. Dr. Oria wist op haast wonderdadige wijze te ontsnap pen. De eerw. fraters Hermil en Perfectus wer den vermoord gevonden langs den groo- ten weg van Cuerva. Pater Tirso werd voor een volksrechtbank gesleept en onder de belachelijke beschuldiging, „dat hij de wapens zou hebben opgenomen tegen de regeering" ter dood veroordeeld en terecht gesteld. „Hij stierf als een martelaar", zoo verhaalde een soldaat die ooggetuige was van dit bloedig tooneel. „Hij hield een kruisbeeld in zijn handen en schonk luid op vergiffenis aan zijn beulen". Omtrent het lot van pater Eduard en pater Raymond verkeert men nog in on zekerheid. Hopenlijk zijn zij er in ge slaagd om zich hier of daar schuil te houden. De wereld in vogelvlucht Er schijnt toch opeens schot gekomen te zijn in de krijgsoperaties bij Madrid. Ten Noorden van Guadalajara zijn de nationa listen een flink eind opgerukt in de rich ting van laatstgenoemde stad en als het hun gelukt Guadalajara te bezetten en bovendien in het Zuiden den weg naar Va lencia weer opnieuw af te snijden, zal Madrid geheel geisoleerd zijn. Dit succes, wat door Madrid niet wordt ontkend, wordt van regeeringszijde geschoven op rekening van versch aangekomen Ita- liaansche troepen. Valencia heeft dan ook direct een protestnota de wereld inge stuurd, waarin Italië en Duitschland be schuldigd worden de non-interventie overeenkomst te hebben geschonden. Het heeft er inderdaad allen schijn van, dat de Duitsche en Italiaansche deelne ming aan de non-interventie niet oprecht is en dat de overeenkomst herhaaldelijk geschonden is, misschien naar den letter maar zeker naar den geest Men kan daar tegenover echter stellen, dat de tegenpar tij ook niet bepaald uitsteekt of althans niet uitgestoken heeft; want uit den laatsten tijd zijn geen schendingen van de non-in terventie-overeenkomst van andere zijde bekend. Inmiddels begint ook Nederland de last te ondervinden van de activiteit der na tionalistische oorlogsschepen, die alle bui- tenlandsche handelsvaartuigen aanhouden en vaak ook opbrengen. Zoo is de „Triton" reeds aangehouden en nu weer de „Se- rooskerk", welke laatste schip later weer is vrijgelaten. Inzake de aanhouding van de „Triton" heeft de Nederlandsche re geering geprotesteerd bij de autoriteiten te Ceuta, maar het wordt tijd, dat er een gepantserd geleide komt in de Spaansche wateren, om dergelijke incidenten te voor komen. Er is nog steeds geen klaarheid geko men in de geheimzinnige agitatie te Boe dapest. De minister-president Daranyi heeft opnieuw ontkend, dat er iets aan de hand zou zijn geweest, maar er wordt aan deze dementi's weinig geloof gehecht „Der Oesterreicher", een legitimistisch blad, dat te Weenen verschijnt, doet thans de vol gende onthulling: Een groep politici is door Duitsch geld opgeruid de macht in Hongarije in handen te nemen. De beweging had niet alleen Hongarije ten doel. maar vooral ook Oos tenrijk. Wanneer de putsch geslaagd was te Boedapest, zou Berlijn Oostenrijk in een schroef hebben gekregen, en het hebben kunnen bedi-eigen, niet alleen uit het Noorden en Oosten, maar ook uit het Zui den, door Stiermarken heen. Aldus is de nieuwe vorm van den „Drang nach Osten" Ondanks de misluk king van den putsch, blijft het gevaar be staan en zal het weer te voorschijn komen." Volgens den „Oesterreicher" was het vooral de Hongaarsche minister van oor log, generaal Roeder, die het eerst de op standige pogingen zou hebben ontdekt en ze zou hebben doen mislukken door zijn maatregelen. OVEREENSTEMMING BIJ CHEVROLET EN FISHER, ST. LOUIS, 11 Maart. (A.N.P.) De staking in de fabrieken van Chevrolet en de ca- rosseriebedrijven van Fisher is geëindigd. Er is overeenstemming bereikt tusschen werkgevers en werknemers. Dit nummer bestaat uit vier bladen. VOORNAAMSTE NIEUWS BUITENLAND. De nationalisten zijn belangrijk opgerukt in de richting van Guadalajara. (2de blad). Opnieuw een Nederlandsch schip in de Spaansche wateren aangehouden. De Ne derlandsche regeering heeft geprotesteerd tegen de aanhouding van de „Triton". (2de blad). De Hongaarsche minister-president ont kent dat er Putschplannen geweest zijn. (2de blad). Mussolini op weg naar Lybïë. (2de blad.) BINNENLAND. De Eerste Kamer heeft aangenomen de begrooting van handel, nijverheid en scheepvaart en het ontwerp-vestigings- wet voor het kleinbedrijf. (1ste blad). Debat in de Tweede Kamer over het zwijgrecht van verdachten. (2de blad). LEIDEN. Begrafenis van prof. dr. Albert Verwey. (lste blad). DE OPMARSCH DER NATIONALISTEN. AVILA. 11 Maart. (A. N. P.) De vorde ringen der nationalisten ten Noord-Oos ten van Madrid overtreffe t alle verwach tingen. Indien de rechtschen nog vijf kilo meter oprukken, zal Guadalajara voor het vuur van het geschut bereikbaar zijn. Of de stad zal worden genomen dan wel af gesneden, in ieder geval is het verkeer naar de Oostelijke provinciën onmogelijk geworden. Dat de rechtschen gisteren groo te successen hebben behaald, blijkt hieruit, dat de dorpen aan den voet v?n de Sierra Guadarrama vrijwel zonder strijd gevallen zijn. De militie-troepjen, die vreesden van Madrid te worden afgesneden, trokken in wanorde terug. Deze achterwaartsche be weging zou zich vandaag tot Somosierra kunnen uitbreiden en de verbreking van de liniën in alle Madrileensche sectoren tot gevolg kunnen hebben. Aan het einde van den derden dag van het offensief wa ren de rechtschen 40 kilometer opgerukt over een breedte van 15 tot 20 kilometer. STEEDS NIEUWE ITALIAANSCHE KRIJGSGEVANGENEN. MADRID, 11 Maart. (A. N. P.). Een ma joor, drie officieren en twintig soldaten, allen van Italiaansche nationaliteit, zijn gisteren aan het front van Guadalajara gevangen genomen. Zij lagen verdekt in een boschje, waar zij hun mitrailleurs had den opgesteld. Zij maakten deel uit van een mitrailleur bataljon. De gevangenen zullen vanmid dag door den generalen staf worden on dervraagd. VERBOD OP DIENSTNEMING IN SPANJE. ROME, 11 Maart. (A.N.P.) In de Kamer is een wetsontwerp ingediend, dat de dienstneming van vrijwilligers in Spanje verbiedt. Het begeleidende rapport ver meldt, dat deze wet de loyale en snelle toe passing beteekent van de verplichtingen, welke de fascistische regeering op zich heeft genomen, ten opzichte van de inter nationale commissie voor niet-inmenging in Spanje. HEVIGE CYCLOON TE PORT DARWIN. PORT DARWIN. 11 Maart. (A.N.P.) In den afgeloopen nacht is Pórt Darwin ge teisterd door een cycloon, die de hevigste sedert 40 jaar was. Talrijke huizen zijn in gestort, van vele gebouwen werden de da ken afgerukt. Veertig menschen hebben verwondingen opgeloopen, terwijl ook iemand om het leven is gekomen. De elec- triciteitsdienst werd ontwricht. Er bestaat ongerustheid over het lot van een vijftig tal loggers, die zich ijdens den stormwind op zee bevonden.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1937 | | pagina 1