Electrische stroomlijntreinen
in aanbouw,
De bekende vlieginstrueteurs Schmidt Crans en Asjes als juryleden bij de
wedstrijden op ski's, welke, voor het ee»st in ons land. Woensdag op het
vliegveld Ypenburg werden gehouden
Een vonkenregen spat rond bij het eleetnsch lasschen der
ondeideelen voor de nieuwe electrische streom'ijn»remen. die
voor de Ned. Spoorwegen bij de firma Beijnes te Haarlem in
aanbouw zijn.
Door sneeuw en regen zijn vele landwegen in Friesland in
modderpoelen herschapen Daar de boeren hun wagens, die
tot aan de as in den modder zakken, niet kunnen gebruiken,
nemen zij hun toevlucht tot de slede
De Kon. Ned. Mij. voor Tuinbouw en Plantkunde hield deze
week in de warande van Artis te Amsterdam een keuring van
bloemen en planten. De jury aan het werk
De vei meidespoor-
wagen van den snel*
tiem Marseille»
Port Bou, waarin
od het station Cer»
bère een bom ont
plofte tengevolge
van een geheim-
z-nnigen aanslag
In den onderaardsehen-vlueht.gang van het Kasteel van Valkenburg, die dezer
dagen ontdekt werd. worden thans opsporingen verncht onder leiding van
ir. Van Sehaïk naar de ingestorte verbindingsgangen met de Fluwee'en Grot
FEUILLETON
DE VIERDE MAN
(Een geval uit de practyk vaa Inspecteur
Sanders, lid der Centrale Recherche),
ooor
UDO VAN FWOUD.
(Nadruk verboden).
4)
Hij wenkte den kellner om af te rekenen.
„Heeft meneer al gehoord van den moord
op den Amsterdamsen en bankier?" infor
meerde deze belangstellend, zorgvuldig acht
gulden neertellende, in de hoop, dat de
overige 35 cent hem zouden worden ge
schonken.
„Ik lees het net in „De Mereuur", ant
woordde de reporter, de zilverstukken opne
mend en clen kellner met een kniikje be
duidend, dat hij zijn ijverig zoeken in een
hand vol klein geld wel kon staken.
„Dank u beleefd, meneer, Je zou zoo
zeggen, dat het op onze spoorwegen ook al
niet veilig meer is. Begrijpt u nou, dat zóó
iets op een druk traject kan gebeuren?"
„'t Schijnt zoo", onderbrak Wils den
praatlustigen kellner, die hem nu in zijn
regenjas hielp en na een korten groet ver
liet hij het restaurant.
Buiten regende het nog steeds. Een kille
motregen was het, welke staag neerviel uit
een grauwen FebruarihemeL, die weinig
hoop op een betere weersgesteldheid gaf.
De reporter scheen van dit alles niets te
bemerken. Haastig sloeg hij de Hoogstraat
in, af en toe uitwijkend voor een druipende
parapluie, wanneer derzelver bezitter daar
mee wat onhaudig manoeuvreerde en een
enkele maal een excuus mompelend, wan
neer hij in zijn haast tegen iemand aan
botste.
Twee uur nadat hij met Adams 't hoofd
bureau te Amsterdam had verlaten, was hy
op het stations-emplacement aan de Deut
sche Poort aangekomen, waar hij den wagon
waarin de moord had plaats gehad, nog in
denzelfden toestand vond als op het oogen-
blik, dat de conducteur het slachtoffer van
de misdaad vond. De justitie had reeds
een voorloopig onderzoek ingesteld, doch
wenschte dit den volgenden morgen, wan
neer het licht wat gunstiger zou zijn, voort
te zetten. Eerst na afloop daarvan zou het
lijk voorloopig naar het ziekenhuis worden
overgebracht, totdat de formaliteiten voor
het transport naar de hoofdstad vervuld
zouden zijn en het door de justitie kon
worden vrijgegeven.
Het had Wils niet veel moeite gekost den
bij den wagon geposteerden rechercheur te
bewegen hem toestemming te geven den
coupé wat nauwkeuriger te onderzoeken.
Het vertoonen van zijn perspennmg en van
een reeds vroeger voor, der politie bewe
zen diensten verworven aanbeveling van
den Amsterda mschen hoofdcommissaris,
waren voldoende om den weg voor hem vrij
te maken. Maar daarmee was hij nog niet
veel verder geweest, want het onderzoek
in den donkeren coupé, waarin, vóór den
moord gepleegd werd, reeds zooveel men
schen hadden plaats genomen, leverde tal
van moeilijkheden op Bovendien had hij
het nadeel zich niets- van de zoo op het oog
zeer onschuldige attributen, welke mis
schien later van waarde zouden kunnen
blijken te zijn, te mogen fcoeëigen-en. Alles
moest blijven liggen, tot de justitie haar
onderzoek zou hebben beëindigd. Het resul
taat van zijn inspectie was dan ook niet
bijster groot geweest. De bankier bleek, zoo
als de arts, die de lijkschouwing had ver
richt, trouwens ook reeds had vastgesteld,
te zijn gedood door een slag tegen den
rechterslaap, welke met een hard voorwerp
misschien een. hamei moest zijn toe
gebracht. De geneesheer had eveneens
reeds zijn verwondering te kennen gegeven
over de zekerheid, waarmee de dader dezen
slag, welke absoluut doodelijk was, moest
hebben toegebracht en Wils verwonderde
zich hier opnieuw over. Zeer waarschijnlijk
had het slachtoffer niets van de plannen
van zijn belager(s) bemerkt, want ook niets
in zijn houding duidde er op. dat hij ge
tracht had zich te verdedigen De overige
voorwerpen, welke zich in het comparti
ment bevonden, gaven al evenmin nadere
aanwijzingen omtrent de(n) diader(s).
Eenige bijzondere beteekenis scheen men
voorloopig te mogen hechten aan een bruin
glacé heerenhandschoen, welke vóór de
deur op het pad tusschen de beide rijen
zitplaatsen lag en vermoedelijk den dader
had toebehoord, daar die van het slacht
offer in een zijzak van de achter hem han
gende overjas waren gevonden. Voor het
overige vond Wils slechts die waardelooze
voorwerpen, welke men m vrijwel alle
spoorwegcoupé's aantreft: eenige leege zak
jes, een bananenschil, een stukje touw, een
leeg lucifersdoosje, eenige papiersnippers
en voorts natuurlijk de actentasch met
eenige stukken op de aangevraagde hypo
theek betrekking hebbende, een notitieblok
en een spoorboekje, alsmede de portefeuille,
waarin een aantal visitekaartjes en eenige
aan den vermoorde gerichte brieven. De
verordening, dat alles in den ouden toestand
moest worden gelalen, was oorzaak, dat de
reporter zich tevreden moest stellen de aan
wezigheid van de hierboven genoemde voor
werpen te noteeren. Maar al te graag zou hij
echter een en ander bij zich gestoken heb
ben om het bij daglicht aan een nauwkeu
riger onderzoek te onderwerpen. Zijn eenige
hoop was er nu nog op gevestigd, dat de
justitie deze voorwerpen over het hoofd
zou zien, zoodat hem gelegenheid zou wor
den gegeven ze straks mee te nemen.
De klok op het stadhuis wees kwart over
negen, toen hij, van den Coolsingel ko
mende, den Stationsweg opliep. Om half
tien zou de justitie weer ter plaatse zijn,
zoodat hij nog juist op tijd kon komen.
Niettegenstaande hij slechts een korte
nachtrust genoten had. hunkerde hij er naar
verdere bijzonderheden te weten te komen
met betrekking tot den geheimzinnigen
moord, waarover heel Nederland vol was.
Vanuit zijn hotel had hij college Hobbema
reeds getelefoneerd voorloopig geen pogin
gen aan te wenden nadere inlichtingen van
de politie te verkrijgen. Wanneer het on
derzoek was geëindigd, zou er nog tijd ge
noeg zijn aan de hand van de daarbij aan
het licht gekomen feiten nader te infor-
meeren en een verslag naar Amsterdam te
seinen. Hij zou dan meteen kunnen berich
ten. welke voorloopige maatregelen de po
litie had getroffen.
Op het stationsempiacement trof Wils.
behalve het parket uit Rotterdam, eenige
rechercheurs en velen zijner Rotterdam-
sche collega's. Het onderzoek was juist her
vat, zoodat hij gelegenheid kreeg met den
eveneens aanwezigen conducteur, die den
vorigen avond by het betrokken deel van
trein 216 had dienst gedaan, eenige woor
den te wisselen. Niet zoodra bemerkten d«
andere journalisten dit onderhoud, of zij
kwamen naderbij Het werd nu een kruis
vuur van vragen, waarop de conducteur
nauwelijks antwoord kon geven.
„Deed u gisteravond dienst op het trein-
deel, waarin zich ook de coupé van de*
vermoorde bevond?"
„Was u de eerste, die de misdaad out»
dekte?"
„Hoe zagen de menschen er uit, die u ia
Amsterdam in den coupé van den ver-
paoorde gezien hebt?"
„Hebt u onderweg absoluut niets van den
aanslag bemerkt?"
„U hebt natuurlijk direct de politie van
uw ontdekking in kennis gesteld?"
„Hebt u niets bijzonders gezienbijv.
tets. wat uw wantrouwen opwekte?"
Tenslotte maakte Wils een einde aan de
tallooze vragen.
„Mijne heer en", zei hij op kalmeerenden
toon. ik geloof, dat we alleen iets te we
ten kunnen komen, als we niet zooveel
vragen. Wellicht is de conducteur bereid hei
verhaal, dat hij zeker al wel eenige malen
zal hebben gedaan, ons nog eens in geu
ren en kleuren te vertellen. Op die manier-
hebben we tenminste kans iets wijzer te
worden".
De conducteur bléék bereid Met het air-
van den man. die zich bewust is de buiten
gewone nieuwsgierigheid van een aantal
menschen te kunnen bevredigen, begon
hij het overigens vrij sober relaas zijner
belevenissen.
(Wordt vervolgd).