vrijdag 5 maart 1937 de leidsche courant tweede blad - pag. 6 BORGSTELLINGSFONDS VOOR KLEINE MIDDENSTANDSBEDRIJVEN. Voor Rijswijk, Storapwijk, Veur, Voorburg en Wassenaar. In het gebouw van de kamer van koop handel en fabrieken voor 's-Gravenhage is gisteren ten overstaan van notaris mr. C. H. C. M. Martens de stichtingsacte verleden voor een borgstellingfonds voor kleine mid- denstandsbedrijven in de gemeenten Rijs wijk, Stompwijk, Veur, Voorburg en Wassenaar, welke gemeenten alle be- hooren tot het gebied van genoemde ka mer. Hiertoe waren met de leden van het bureau der Haagsche kamer de heeren mr. J. A. G. M. van Hellenberg Hubar, burge meester van Rijswijk, W. J. H. J. M. Key- zer, burgemeester van Stompwyk-Veur, L. C. de Koning, wethouder der gemeente Veur, jhr. C. W. Stern, burgemeester van Voorburg en J. J. <M. Wiegman, burgemees ter van Wassenaar tezamen gekomen, als mede de heer J. E. Foekens, vertegenwoor diger van den minister van handel, nijver heid en scheepvaart. Bij zijn inleidend woord wees de heer Verbeek, voorzitter der Kamer van Koop handel, nog eens nadrukkelijk op het doel der stichting, n.l. het verleenen van hulp aan kleine credietwaardige middenstands- bedrijven, welke, tengevolge van de tijds omstandigheden, in moeilijkheden zijn ge raakt. Spr. gaf als vertegenwoordiger van het bedrijfsleven uiting aan het gevoel van dankbaarheid, dat de middenstand der sa menwerkende gemeenten jegens haar ge meenteraden bezielt voor de wijze, waarop zij aan den oproep van de Kamer van Koophandel, om de handen irfeen te slaan om den nood van den middenstand weer stand te bieden, gehoor gaven. Spr. deelde mede, dat de stichtingsacte uitsluitend mogelijkheid tot hulpverleen en biedt in die gevallen, waarin redelijk uit zicht bestaat, dat het bedrijf door die hulp zijn moeilijkheden zal te boven komen en dus kan blijven voortbestaan. In vele ge vallen zal het bestuur dus aanvragers moe ten teleurstellen, maar daar zal tegenover staan, dat het bestuur er steeds naar zal streven in alle daarvoor in aanmerking komende gevallen zoowel door zakelijke voorlichting san eerend werkzaam te zijn als financieel te steunen. De borgstellingen zullen als regel een bedrag van ƒ500.niet te boven mogen gaan. Voor de eerste maal hebben in het be stuur zitting behalve de reeds genoemde vertegenwoordigers der deelnemende ge meenten en de heer Foekens, de heeren K. Dijk en G. A. van Swieten, beiden lid van de afdeeling kleinbedrijf der Kamer voor 's-Gravenhage, terwijl door de Kamer van Koophandel op voorstel van den heer Ver beek tot voorzitter van het borgstellings fonds is aangewezen de^heer M. Kropveld, directeur van de Nederlandsche midden- standsbank te 's-Gravenhage en voorzit ter van de afdeeling kleinbedrijf der Ka mer van Koophandel. Het ligt in de bedoeling, dat het bestuur zich in een weldra te houden vergadering nog een drie-tal. leden aan te wijzen uit voordrachten van de besturen van de in de betrokken gemeenten gevestigde midden- standsvereenigingen, zal assumeeren. Na verkregen goedkeuring van het fonds door den minister van handel, nijverheid en scheepvaart zal het aanstonds in werking kunnen treden. Verwacht mag worden, dat dit met 1 April as. het geval zal kunnen zy'n. Het ligt in de bedoeling, om het bureau van het genoemde borgstellingsfonds te vestigen ten kantore van de Nederlandsche middenstandsbank te 's-Gravenhage, Noord einde 35. VERSCH BROOD BIJ HET ONTBIJT? Arbeidersorganisaties er tegen. De samenwerkende organisaties te Am sterdam, gevormd door de algemeenë, Roomsch Katholieke en Christelijke bon den van arbeiders(sters) in het bakkers bedrijf, deelen mede, dat zij zich Dinsdag 2 Maart in een gecombineerde bestuurs vergadering bezig hebben gehouden met den stand van zaken in het Amsterdam- sche bakkersbedrijf. De besturen ontveins den zich niet, dat de bedrijfstoestand groo- te zorgen baart. De toepassing der Ar beidswet laat te wenschen over, volwas sen arbeiders worden vervangen door jongens. De besturen kwamen overeen verschillende personeelen op te roepen om hen te instrueeren voor de komende ac ties. Voorkomen moet worden, zoo zeggen zij, dat het bedrijf volkomen instort. In de maand Januari van dit jaar wa ren twaalf honderd-drie-en-veertig arbei ders in het bakkersbedrijf te Amsterdam als werkloos geregistreerd. De besturen hielden zich bezig met het voornemen van den Minister van Sociale Zaken om te po gen den verkoop van versch brood, zij het als tijdelijke maatregel, aan de wettelijke bepalingen te onttrekken. Dit pogen zal naar hun meening een nog grootere ont wrichting van het bedrijf tengevolge heb ben. Het ligt in het voornemen van de be sturen in overleg met de hoofdbesturen van de organisaties, het publiek te doen inlichten over de h.i. funeste uitwerking, niet het minst voor de bakkersgezellen, welke het opheffen van het verkoopver bod voor 10 uur, op het bedrijf zal heb ben. TAXEGEDEELTE CONSUMPTTEMELK. Nederlandsche Zuivelcentrale, 7 Maart t/m. 13 Maart 1937 consumptiemelk regee- rir.gscontract, taxegedeelte 6,25 cent, even tueel verhoogd met premie of verminderd met afdracht voor de kwaliteit; overmelk regeeringsminimumprijs 5,20 cent. Afdracht bij levering in consumptie van andere dan taxemelk 2.50 cent. REGELING VAN DE ZIEKEN VERZORGING. Overleg tusschen Minister en Kamercommissie. Nadat de Memorie van Antwoord betref fende het wetsontwerp tot regeling der zie kenverzorging aan de Tweede Kamer was ingezonden, heeft een mondeling overleg tusschen den Minister van Sociale Zaken en de bijzondere commissie plaats gehad. Van dat overleg is nu aan de Kamer mededeeling gedaan. Het gaf aanleiding tot verschillende wijzigingen, welke, in een na dere nota van wijziging vereenigd, aan de commissie werden toegezonden. Deze zesde nota van wijziging ging vergezeld van een nader gewijzigd ontwerp van wet. Van de zijde der commissie werd gewezen op het gestelde in het vijfde lid van artikel 10, dat o.a. bepaalt, dat van een weigering om een adspirant-deelnemer toe te laten of van een verbreking van een verbintenis met een deelnemer beroep openstaat bij de com missie van toezicht, die zich van behande ling van dat beroep onthoudt, indien deze behoort tot de bevoegdheid van den tucht rechter. Deze verwijzing naar den tucht rechter is niet juist, omdat de behandeling van een beroep als het bedoelde nimmer tot diens bevoegdheid kan behooren. De Minister erkende de juistheid van de opmerking met betrekking tot het vijfde lid van art. 10, van welk artikel hij een wij ziging toezegde. Uit het midden der commissie is aan vulling van het ontwerp bepleit met een bepaling, welke voor alle gevallen het- hooren van den Centralen raad vóór de vaststelling van een algemeenen maatregel van bestuur verplicht stelt. De Minister bleek tot een zoodanige aan vulling bereid ie zijn. De commissie meende, dat het aanbeve ling zou verdienen in verschillende artike len, waarin thans alleen van regeling door de Kroon wordt gewaagd, uitdrukkelijk te spreken van een algemeenen maatregel van bestuur. De Minister zegde toe, het ontwerp op dit punt aan een herziening te zullen onder werpen. Bij de commissie bestond ernstig be zwaar tegen de blanco volmacht, welke bij artikel 8 door de Regeering wordt gevraagd. Overigens gaf de commissie als haar meening te kennen, dat ook deze bepaling naar het artikel betreffende de rechten en verplichtingen der leden zou behooren te worden overgebracht. De Minister zegde overweging toe. De commissie stelde de vraag, of de wei- standsgrens in art. 9 niet zou kunnen ver vallen of althans op een vry hoog bedrag zou kunnen worden gesteld, indien een ge differentieerd tarief werd ingevoerd. De Minister verklaarde zich bereid, de mogelijkheid van een gedifferentieerd ta rief in overweging te nemen. Tegen het geheel doen vervallen van de weistandsgrens bleef bij den Minister ernstig bezwaar bestaan. Wel deelde de Minister mede, dat het zijn bedoeling is, te bevorderen, dat krachtens de overgangsbepalingen wordt afgezien van den eisch van een weistandsgrens ten aan zien van die fondsen, die zulk een grens op dit oogenblik niet hebben. GEEN „STAATSJEUGD" IN NEDERLAND De tuchtbevoegdheid van onderwijzers Aan de memorie van antwoord aan de, Eerste Kamer betreffende het zesdè hoofd stuk (Onderwijs, Kunsten en Wetenschap pen) der rijksbegrooting voor 1937, ont- leenen wij 'n aansluiting met hetgeen wij gisteren daaruit publiceerden n^g het volgende. De minister zegt, er niet toe te kunnen medewerken, dat het bestaande Neder landsche onderwijsstelsel worde vervangen door een stelsel, waardoor een „staats- jeugd" wordt gekweekt. Zulks ongeacht het antwoord op de vraag, of men daartoe gelijk enkele leden wenschen aan Oostenrijk een voorbeeld zou kunnen ne men. De minister hecht te zeer aan onze echte Nederlandsche oplossing dan dat hij er behoefte aan zou gevoelen, zijn voor beeld in het buitenland te gaan zoeken. Hij neemt overigens aan, dat met de om standigheid, dat „de onderwijzers te veel aan partij-politiek doen", bedoeld wordt, dat ons bijzonder onderwijs op de basis van meer dan één wereldbeschouwing is opgetrokken en dat het dit feit is, dat door de enkele hier aan het woord zijnde leden wordt afgekeurd. Er is naar de overtuiging van den mi nister, hoeveel onvervulde wenschen ook voor en na worden vernomen en hoezeer men ook toestanden aantreft, die men an ders zou wenschen, voor een algemeene klacht over de resultaten van het onder wijs geen grond aanwezig. Zeker niet, wanneer men deze klacht tot de overheid richt. De inderdaad groote bedragen, die aan het onderwijs worden ten koste ge legd, worden goedbesteed. Er wordt bij het onderwijs hard en met toewijding gewerkt- Het tuchtvraagstuk Zonder zich te willen uitspreken over de vraag, of inderdaad de tuchtloosheid over het algemeen thans grooter is dan vroeger, is ook de minister van oordeel, dat in een tyd, waarin zooveel ontbinden de en zooveel negatief werkende invloeden vallen aan te wijzen het tuchtprobleem ten volle aandacht en belangstelling verdient. Gemeente- en schoolbesturen kunnen overal, waar dat wenschelijk is, met in achtneming van alle omstandigheden, die door de plaatselijke verhoudingen, het karakter van de schoolbevolking en den aard der school worden bepaald, de tucht- bevoegheid van de onderwijzers bij veror- dienen echter ook in acht genomen te wor- ter is bereid met zijn ambtgenoot van jus titie te overleggen, of hier ruimte voor eenige wettelijke voorziening open is. Hij moet echter met nadruk waarschuwen te gen de voorstelling, alsof zonder zulk een voorziening de tuchtbevoegdheid van de onderwijzers niet vast zou staan. PENSIOEN KON. HOLL. LLOYD. Uitkeering van 75 procent der contante waarde te verwachten. De negen organisaties, die samenwerken tot behartiging der belangen van de pen sioengerechtigden van de Koninklijke Hol- landsche Lloyd, hebben gistermiddag te Amsterdam een vergadering belegd, ten einde de gepensionneerden voor te lichten omtrent de voorstellen- tot het afsluiten van een verzekering, als bedoeld in een door de Ben as toegezonden circulaire van 16 Februari j.l. De vergadering werd voorgezeten en met een kort woord geopend door mr. G. Seret. De secretaris van het comité der negen samenwerkende organisaties, de heer J. F. van Muijlwijk, gaf een uiteenzetting van de situatie. Op het tijdstip van de aan vrage der surséance (15 Mei 1935) waren er 213 pensioengerechtigden. Hiervan zijn er inmiddels 22 overleden. Zij hadden op 15 Mei 1935 gezamenlijk een vordering op de Kon. Holl. Lloyd van 1.637.063. Dit bedrag vertegenwoordigde de contante waarde van de pensioenen op 15 Mei 1935. Van de 213 rechthebbenden hebben er 207 de commissie uit de negen samenwerkende organisaties gemachtigd tot het indienen van hun vordering by de bewindvoerders en het uitbrengen van hun stem voor het aangeboden accoord. Van de zes overgebleven zijn er drie, waaromtrent een machtiging nog zal vol gen, zoodat er in het geheel drie rechtheb benden overblijven, die in het geheel niets van zich hebben laten hooren. Het totaal bedrag van de vorderingen van hen, die machtiging hebben verleend, beloopt 1.570.000. De heer C. J. P. Zaalberg, directeur van de Benas, zeide, dat na jarenlange moeilijk heden het einde van de débacle in zicht komt. De gepensionneerden zullen ineens recht krygen op een zeker geldsbedrag. De Benas nu stelt voor, dat de gepensionneer den voor deze som een lijfrente zullen koopen. Het zou verkeerd zijn, als de ge pensionneerden het geld zouden beieggen in riskante ondernemingen, door zelf te trachten een zaakje te beginnen of hun klein vermogen aan slechte adviseurs toe te vertrouwen. De Benas heeft tien groote levensverze keringsbanken uitgezocht, die zich onder ling twee a twee garant willen verklaren, zoodat menschelijkerwijze het geld der ge pensionneerden geen gevaar kan loopen, wanneer zij bij deze banken een lijfrente sluiten. De regeering heeft zich bereid ver klaard, een bedrag voor te schieten, opdat niet gewacht behoeft te worden op de op eenvolgende gedeeltelijke uitkeeringen. Terstond na het onherroepelijk worden van het accoord kan op deze wijze door de pen sioengerechtigden een lijfrente worden ge sloten. Het is zoo goed als zeker, dat de gepensionneerden krachtens het accoord 75 procent of iets meer van de contante waar de van him vorderingen zullen onvangen. De heer Zaalebrg kon niets zeggen, om trent de houding van Maatschappelijk Hulpbetoon tegenover elk afzonderlijk ge val. Het is byv. nog niet te voorspellen, of, indien 14.— steun werd gegeven, en de lijfrente ƒ9.zal bedragen, Maatschappe lijk Hulpbetoon 5.— steun z<J blijven ver strekken. Het is ook mogelijk, dat Maat schappelijk Hulpbetoon, wanneer de lijf rente hoog is, de ontvangen steun geheel of gedeeltelijk zal terugvorderen. De ter vergadering aanwezige gepension neerden hebben daarop den heer Zaalberg vragen gesteld omtrent hun particuliere gevallen. DE JAMBOREE. Haarlemse he middenstanders gegriefd. De mededeeling van het hoofdcomité der wereldjamboree, dat de voor de voeding van de 25000 deelnemers benoodigde levens middelen worden betrokken van ir Neder land te goeder naam en faam bekend staan de groothandelaren heeft bij de Haarlem- sche winkeliers groote ontstemming ge wekt. Het comité heeft zich blijkbaar van het dringend telegram van de Haarlemsche Middenstandscentrale niets aangetrokken, daar o.a. de inschrijving voor kruideniers waren en aardappelen reeds heeft plaats gehad en voor andere inschrijvingen ook alleen groothandelaars zullen worden uit- genoodigd. Men meent, dat door deie geste het Jam boree-comité geen gelukkigen zet heeft ge daan. „Tijd". ENGELSCHEN NAAR DE BLOEMBOLLEN. Naar wij vernemen worden door de A. T. O. in Engeland couponboekjes verkrijg baar gesteld, die gelegenheid geven op 4 Zondagen in April de bloembollen in ons land te bezichtigen. De bezoekers komen in den nacht van Zaterdag op Zondag met de boot te Hoek van Holand aan en worden per reiswagen van de A. T. O. langs de bollenvelden ge reden via Den Haag, Lisse, (waar door in nationaal costuum gekleede meisjes bloemen worden aangeboden), Haarlem, waar ge luncht wordt, naar Amsterdam, waar in Carlton wordt gedineerd. De terugreis naar Hoek van Holland geschiedt des avonds per trein. PROF. DR. DEBIJE OPVOLGER VAN PROF. DR ZEEMAN? Naar de „Tel." verneemt komt als opvol ger van prof. dr. P. Zeeman, die in Juni 1935 als hoogleeraar aan de Amsterdam- sche Universiteit aftrad, ernstig in aanmer king prof. dr. P. J. W. Debije, hoogleer aar in de scheikunde aan het Kaiser Wilhelm Instituut te Berlijn. In 1936 werd prof. De bije de Nobelprijs voor scheikunde toege kend, welken naar bekend is, prof. Zee man ook bezit. OPRICHTING VAN EEN NIEUWE CHEMISCHE FABRIEK. De N.V. Nederlandsche Patent en Kristal Sodafabr. Dury en Hammes te Schiedam heeft besloten tot oprichting va.i een chemische fabriek op een errein onder de gemeente Herpen bij Roermond. Rpeds Zt n door genoemde N" V. onder de gemeente Herpen ruim 30 H A. grond gekocht. Bij het gemeentebestuur werden inge volge de bepalingen van de Hinderwet bereids de vereischte verzoeken inge diend. Met den bouw der fabriek zal zoo spoe dig mogelijk begonnen worden. De in werkingstelling zal geschieden in 1938. Er zal in de toekomst plaats zijn voor een paar honderd arbeidskrachten. Naar wij vernemen, is bij de tot stand koming dezer industrie ook het econo misch technologisch instituut van Lim burg gekend, dat zijn bemiddeling voor tal van zaken betreffende deze industrie verleende. MISTBESTRIJDING. De heer Aug. Veraart schrijft ons: Nu er drie jaar verloopen zijn, sinds in de tweede helft van Februari 1934 de eer ste proefnemingen voor mistbestrijding werden gehouden, kan aan de hand van de officieele gegevens van het Meteorolo gisch Station in den Hortus Botanicus te Amsterdam worden geconstateerd, dat het aantal mistdagen gemiddeld met circa 40 pet. is teruggeloopen sinds de experi menten zijn begonnen. Het aantal mistdagen bedroeg: in 1923 37 mistdagen 1924 38 1925 32 1926 35 gem. 35 mistdagen i937 36 max. 43 mistdagen 1928 27 min. 27 mistdagen 1929 37 1930 43 1931 28 1932 31 1933 36 Sedert het begin der proefnemingen: 1 Maart 19341 Maart 1935 19 mistda gen gemiddeld 22. 1 Maart 19351 Maart 1936 14 mistda gen maximum 32. 1 Maart 19361 Maart 1937 32 mistda gen minimum 14. Ook in de overige stations in Noord- en Zuid-Holland is een belangrijke vermin dering van het aantal mistdagèn gedu rende de laatste drie jaar te constateeren. UIT DE OMGEVING ALKEMADE. Geboren: Adriana Alida-d. van J. J. Bontje en A. J. Zwetsloot. Jozef Jacobus Maria zoon van Th. W. Schrama en C. A. Borst. Cornells Hermanus Gerard us z. van J. H. van 't Hart en M. Bax. Ondertrouwd: Martinus Horsman jm. 23 j. en Cornelia Zuurdeeg jd. 22 j. Overleden: Wed. J. van Hameren geb. Hoogenboom 83 j. J. E. C. van Haastregt 10 dagen. Gevestigd: C. H. van den Broek, van Leimuiden. A. E. G. de Jong, van Was senaar. E. J. van der Hoorn, van Leiden. M. C. Bakker, van Woubrugge. J. A. van der Star, van Woubrugge. W. N. Snijder, van VI. Ambacht. J. J. Bontje en echtgenoote, van Pijnacker. M. C. Boerlage, van Pijnacker. J. H. Krijger van Alphen aan den Rijn. L. A. Vermeu len, van Haarlemmermeer. C de Prie, van Leiden. P. Keijzer, van Rotterdam. C. J. Hoogenboom, van Woubrugge. M. P. Wesselman, van Leiden. Vertrokken: H. L. Verhaar, naar Noordwijkerhout. C. Smit, naar Haar lem. C. Hogendorp, naar Ter Aar. M. J. Th. Bakker, naar Heemstede. C. H. van den Broek, naar Warmond. P. W. M. Jagers, naar Rotterdam. Th. J. van der Zwet, naar Bloemendaal. M. Th. van der Zwet, naar Den Haag. G. Willems, naar Wassenaar. A. M. van Berkel, naar Wassenaar. M. C. Zwet sloot naar Leiden. OUDEWETERING. „Stille Omgang". Gisteravond verga derde de afd. Oudewetering en Omst. van het Genootschap van den Stillen Omgang. Uit het verslag van den penningmeester bleek, dat er een kas-saldo was van 67.66. Het jaarverslag, dat hierop volgde, werd onder dank goedgekeurd. De heer J. C. de Jong, die periodiek moest aftreden, werd wederom bij acclamatie herkozen en nam de benoeming onder dank aan. Nu volgde mededeeling omtrjent het 6e Eeuw-Feest- Fonds. Besloten werd jaarlijks een gift aan het Hoofdbestuur te zenden. Hierna volgden mededeelingen omtrent de Bedevaart. Aangevangen zal worden met een kort Lof, waarna om 12 uur ver trek per autobus. Buskosten 0.95. Het be stuur zal als naar gewoonte de kaartjes aan de huizen te koop aanbieden. Pater Vlasveld uit Leiden, alsmede Kap. Hof stede uit Roelofarendsveen zullen de Be devaart vergezellen. Intenties voor zieken en anderen kunnen opgegeven worden bij den secretaris. Na rondvraag sluiting. ZOETERMEER BOTSING TUSSCHEN TWEE AUTO'S Een der inzittenden gewond Op den viersprong van den Hoorn al hier, had gistermorgen een botsing plaats tusschen twee auto's, met nogal ernstigen afloop. De eene auto, een personenwagen, komende van den Bleiswijkscheweg, kwam tegelijkertijd met een melkvrachtauto, ko mende van den Zegwaartschenweg, op het HEELIG-SCHENNIS ALLE PERKEN TE BUITEN! Er is ergernis gewekt bij ons en bij an deren in onzen kring, door een publicatie van een vooraanstaand „katholiek lid" der N.S.B. Niet zelden is zwijgen de beste hou ding, ten einde de ergernis niet te ver breiden. Thans is spreken plicht, vooreerst omdat de publicatie is geschied in een on zer eigen organen en vervolgens, omdat men omtrent heilige zaken een verwron gen geesteshouding niet mag laten voort woekeren. In „De Opmarsch" van 18 Fe bruari 1937 (pag. 164) is opgenomen een open antwoord-brief van Boddé aan Pe trus Catholicus. Op den inhoud zelf gaan wij niet in. De strekking van de corres pondentie is noch nieuw, noch onrustba rend! Maar Boddé, die op den, aan van Geelkerken gerichten brief antwoordt, ge bruikt deze gelegenheid om in den aanhef van zijn antwoord iets mede te deelen om trent zijn eigen godsdienstige levn. Hij plaatst het volgende citaat boven zijn brief: Na enkele dagen in inkeer en verdie pen van den geest in Christus, gaat ge U thans weer in de wereld begeven en daarmede ook in den politieken strijd, een strijd, dien gij weet voor God en Uw geweten te kunnen verantwoorden, maar waarin gij van geloofsgenooten een bestrijding ondervindt, die maar al te dikwijls grievend is. Laat U dan niet verbitteren, want iedereen die verbitterd is, schrijft of zegt dingen, die hij niet geheel ver antwoorden kan. Bid veel om kracht en voorlichting. Christus zal die niet weigeren. Bid dan voor Uw zalige penitentie.... Dan begint hij zy'n eigenlijken brief als volgt: Waarde geloofsgenoot, Bovenstaande woorden, die ik en kele weken geleden van myn re- tra i t e-b iechtvader meekreeg en die mij schier woordelijk zijn bij gebleven, roep ik altijd in mijn herin nering terug, als ik „,De Opmarsch" ga lezen. En nu ik in mijn schrijfmachine klim om een antwoord op Uw brief te schrijven, denk ik daarbij nog aan twee andere zinnetjes, n.l.: „Thans weet ik wat en hoe gij werkt. Blijf dien weg volgen". Deze woorden thans ruim een week geleden gesproken van een Kerkelijke Hoogwaardigheidsbekleeder, woorden, die mij werden toegesproken zonder dat ik uit iederen broekzak zichtbaar een rozenkrans liet bengelen, en zonder dat een groot kruis aan mijn horloge-ketting hing, maar mét een ro zenkrans in étui in mijn zak en mét mijn N.S.B.-insigne op mijn jas, kwa men mij onwillekeurig in gedachten. Men moet wel ieder gevoel verloren heb ben omtrent de houding, die tegenover het irnerlijke geestelijke leven past, om niet aanstonds het onsmakelijke „aan te voe len", dat in dergelijk geschrijf gelegen ls. Dit gemis kan hoogstens worden verklaard als gevolg van het al te eenzijdig „staat kundig-aanvoelen". Ook het beroep op den anoniemen en a- nationalen Kerkelijken Hoogwaardigheids bekleeder kennelijk tegenover de eigen bisschoppen, die in hun geestelijk ambt openlijk en duidelijk hebben gesproken behoort nog thuis op het terrein van de be kende verwrongen geestesgesteldheid. Maar het citaat en de ondubbelzinnige woorden in den aanhef gaan alle pex'ken te buiten. Daar wordt inderdaad een heilige en teere zaak geschonden. De schrijver verwijst naar woorden, die zijn retraite- biechtvader tot hem zou hebben gespro ken. Dat hij werkelijk doelt op een mede deeling in het kader van de biecht, is voor iederen katholiek aanstonds duidelijk uit den slotzin: „Bid dan voor Uw zalige peni tentie. In den politieken strijd moet zoo noodig open en eerlijk onderzoek mogelijk zijn. Hier is ieder onderzoek uitgesloten, omdat men altijd komt te stuiten op het absolute geheim. Juist daarom moet niet alleen de biechtvader zwijgen, maar moet ook de biechteling zich van elk aanwijzing ont houden. Wat de schrijver van den open antwoordbrief gedaan heeft, moet ieder redelijk mensch tegen de borst stuiten. Den katholiek is het een walging en gruwel. Geen mogelijkheid van subjectieve goe de trouw of van een dwalend geweten mocht ons weerhouden van het uitspreken van dit harde oordeel en van een veront waardigd protest. Het bewijs van Gods liefde en barmhartigheid, zooals wij dat erkennen in het door Christus ingestelde Sacrament van boetvaardigheid, mag, zelfs niet uit de verte, worden aangeraakt in pu bliek twistgeschrijf. Deze grievende erger nis mogen wij elkaar zeker niet aandoen! (Overgenomen uit het Maandblad „De R.K. Staatsparty", no. 2, 6e jrg.). kruispunt. De sterkste won het. De luxe auto werd tegen het hek van de smederij van den heer v. D. gedrukt en zoodanig vernield, dat het voertuig weggesleept moest worden. Het voorste gedeelte van de vrachtauto geraakte ontzet. Een inzittende dame van de luxe auto, komende uit Zeist, werd aan het hoofd verwond en binnen gedragen bij den heer v. D., alwaar dokter Palte de eerste hulp verleende en een lich te hersenschudding constateerde, alsmede een wond op het hoofd De politie was onmiddellijk ter plaatse en nam de situatie op en stelde een onder zoek in.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1937 | | pagina 6