STADS
NIEUWS
Afscheid Commandant Veldleger,
jhr. W. RoëlI
VRIJDAG 5 MAART 1937
DE LEIDSCHE COURANT
EERSTE BLAD - PAG. 2
WEINIG VERANDERING.
DE BILT SEINT:
Matige tot zwakke Oostelijke tot Noor
delijke wind, zwaar bevolkt tot betrokken,
mogelijk eenige regen. Weinig verandering
in temperatuur.
Hoogste barometerst.: 771.3 te Reval (Est
land).
Laagtse barometerst.: 741.9 te Tour (Frank
rijk).
Het hoogedrukgebied in het Noordoosten
nam iets in beteekenis af, in het Noordwes
ten nam de hoogedruk weer toe. Het de
pressiecentrum, dat gisteren over de Golf
van Biscaye lag trok noordoostwaarts en
ligt thans in de omgeving van Tours. In
het Westen op den Oceaan nadert een
nieuwe depressie. In Frankrijk waait het
krachtig om het centrum van de depres
sie, de lucht is betrokken met regen. Op
de Britsche eilanden waait het zwak tot
matig uit het Oosten, ook hier is de lucht
meest betrokken. Dezelfde weerstoestand
heerscht ook in onze omgeving en in
Duitschland, in dit laatste land valt hier
en daar sneeuw. In de omgeving van de
Oostzee waait het nog krachtig uit het
Oosten, ook hier sneeuwt het nog. Langs
de Westkust van Noorwegen is de wind
Zuidelijk, de lucht is hier helder tot licht
bewolkt. In Midden-Zweden nam de vorst
aanmerkelijk toe; zij trok zich uit Zuid-
west-Duitschland geheel terug. Het gebied
van lichte vorst strekte zich vanmorgen
nog tot over het Noordoosten van ons land
uit. Voor ons land mag verwacht worden,
dat de Oostelijke wind nog zal aanhouden,
doch geleidelijk iets zwakker zal worden.
De lucht zal daarbij zwaar bewolkt of be
trokken zijn met eenige kans op neerslag.
LUCHTTEMPERATUUR.
2.2 gr. C.
LICHT OP VOOR FIETSERS e. a.
Van -Vrijdagnamiddag 6.16 uur tot
Zaterdagmorgen 6.06 uur.
HOOG WATER.
Te Katwijk aan Zee op Zaterdag 6 Maart
voorm. 8.35 en nam. 8.59 uur.
door Joden. Als het den Joden hier niet
bevalt, kunnen ze gaan naar Rusland,
Frankrijk, Palestina of andere door de Jo
den beheerschte landen.
De heer DE ZEEUW (S.DA..P.) is van
oordeel, dat de vorige spreker eigenlijk in
genomen moest zijn met de toestanden in
Limburg, waar de bevolking zoozeer één
zou zijn in voelen en denken. Door het
autoritair optreden van den burgemeester
zou de heer de Marchant zich in Limburg
juicht goed thuis moeten gevoelen.
Na de houding van de N.S.B. verder te
hebben bestreden, wijst spr. op het nuttige
werk van de Vereen, van Nederlandsche
Gemeenten. Ook een minister is, evenzeer
als een leider, niet zijn eigen beste criti
cus. De N.S.B. moest blij zijn, dat we hier
nog het z.g. demo-liberale bewind hebben.
Spr. is het niet eens met den minister
in de wijze, waarop deze zijn taak jegens
de gemeenten heeft opgevat. Tal van ge
meenten zijn noodlijdend geworden. De
minister verklaart steeds naar een objec
tief oordeel te hebben gestreefd, doch spr.
acht noodzakelijk een nieuwe regeling van
de verhouding der rijks- en gemeentefinan-
ciën, nu tal van gemeenten niet tot een
sluitende begrooting kunnen komen. Spr.
wil thans niet discussieeren over de vraag
of de werkloosheid eigenlijk een onder
werp van rijks- of gemeentezorg is, maar
een betere regeling is noodig. Spr. bepleit
meer zelfstandigheid voor de gemeenten.
De MINISTER VAN BINNENLAND-
SCHE ZAKEN, de heer DE WILDE, sluit
zich aan bij de woorden van hulde aan de
Vereen, van Ned. Gemeenten. De regeering
heeft dikwijls gebruik gemaakt van haar
adviezen; ook bij haar critiek was ze al
tijd een steun voor het centraal gezag.
De wet op de financieele verhouding
van rijk en gemeenten heeft voldoende ob
jectieve vormen. Men bedenke voorts, dat
deze en de wetten van 22 December 1934
en 4 Maart 1935 crisiswetten zijn. Voorts
is er voldoende soepelheid om met de bij
zondere zorgen van bepaalde gemeenten
rekening te houden. Er moet echter ook
v<K>r gezorgd worden, dat noodlijdende ge
meenten niet maar geld uitgeven.
Nooit heeft de regeering echter gezegd,
dat de gemeentebesturen onbekwaam zijn.
Nooit was er echter zoo nauw verband
tusschen de financiën van rijk en gemeen
ten, als in den crisistijd. Dus was er meer
toezicht noodig. Doch dit geldt niet voor
financieel onafhankelijke gemeenten, als
b.v. Wassenaar.
De Staten-Generaal zijn een wetgevend
college en geen enkele daad van de re
geering valt niet onder de controle der
Staten-Generaal. Juist de samenwerking
van Staten-Generaal en regeering in de
laatste vier moeilijke jaren is een lof voor
het bestaande susteem.
Spr. wil geenszins in een eenzijdig-con-
traliseeernde richting werken. Ook als een
besluit wordt genomen tegen iemands zin,
is het goed, hem eerst te raadplegen. Daar
heeft spr. zich zooveel mogelijk aan gehou
den. Verschillende onderwerpen echter
moeten, anders dan vroeger, meer cen
tral geregeld worden, b.v. bepalingen over
maximum-snelheid enz.
Het algemeen belang brengt mede, dat er
dikwijls algemeene regelen worden ge
steld.
Er zijn grieven geuit tegen den burge
meester van Velsen, door den heer Her
mans. Deze is een voorstander van vrijheid
in het algemeen. Mag een burgemeester,
die tegen algemeen kiesrecht is, dit niet
meer zeggen? Al is het dan de vraag, of
hij gelijk heeft.
De heer DE SAVORNIN LOHMAN (C.
H.): Volkomen juist.
MINISTER DE WILDE komt terug op
andere, jegens genoemden burgemeester
genoemde grieven. Mag een burgemees
ter niet meer zijn meening zeggen, ook al
zou spr. die anders gezegd hebben? Moe
ten dan alleen burgemeesters worden be
noemd, die het met den heer Hermans
eens zijn? De burgemeester van Velsen
verbetert de versiering van een gemeen
telijk park aldaar mede uit eigen midde
len en werkt wel eens eigenhandig mede
aan het afschieten van schadelijk wild als
konijnen, welker opbrengst in de ge
meentekas wordt gestort, terwijl ze
vroeger onder de gemeentenaren werden
verdeeld. Onjuist is ook, dat de burge
meester werkloozen zonder meer „luie
lammelingen" zou hebben genoemd. Van
de beschuldigingen tegen den burgemees
ter van Velsen blijft niet heel veel over.
VRIENDEN VAN EGMOND.
Voorzoover de vereeniglng „Vrienden-
van Egmond" nog niet bij de lezers be
kend mocht zijn, moge dienen, dat zij
dient voor de propaganda voor „Egmond"
in het algemeen, maar meer in het bijzon
der voor den geheelen heropbouw der
regale abdij.
Wie dit doel wil steunen, hij worde lid!
Contributie 1.— per jaar.
Aar de leden wordt bericht, dat door
een abuis de contributie over 1936 nog
niet geïnd is. Wij vertrouwen, dat bij de
leden geene bezwaren hiertegen zullen
bestaan, maar aangenaam zou het zijn,
wanneer tegelijk de kwitantie over 1937
kon worden voldaan. Als blijk van waar-
deering voor den financieelen steun,
wordt, voorzoover de voorraad strekt, gra
tis, aan de „Vrienden van Egmond", bij
betaling van de minimum-contributie
a 1.voor het jaar 1937, een fraai
plaatje uitgereikt, hetwelk ontworpen en
gedrukt werd door de Paters Benedictij
nen te Oosterhout. Op de binnenzijden is
dit plaatje bedrukt met de kalenders van
1937 en 1938; op de achterzijde komt een
practisch identiteitsbewijs voor.
Onder de „Vrienden van Egmond", die
vóór 31 Maart a.s. de contributie over 1937
hebben voldaan, zullen twee gratis
reizen, tweede klas, bedevaarttrein
RoosendaalLourdes, met verblijfkosten
aldaar worden verloot. Elke kwitantie van
ƒ1.voor 1937 geeft één kans.
Opgave bij mevrouw J. MandersVer
meulen, Boerhaavelaan 12, telefoon 292.
Aan hen. die in 1934 en 1935 onder een
der nummers 5726 tot 5750 hun bewijs van
lidmaatschap hebben ontvangen, wordt
vriendelijk verzocht hun adres op te wil
len geven.
NEDERLANDSCHE BOND VAN
GEMEENTEAMBTENAREN.
„Het geldwezen en de politiek",
In een gisterenavond gehouden vergade
ring in de bovenzaal van het Café-Restau
rant „de Harmonie" hield de heer dr. F.
Breed velt uit 's-Gravenhage voor de afd.
Leiden van bovengenoemden bond een le
zing over „De theorie van het geldwezen
en de monetaire politiek". De vergadering
was druk bezocht.
Spreker ving aan met de mededeeling,
dat het onderwerp waarover hij een inlei
ding zou houden buitengewoon omvang
rijk was, zoodat hij slechts de hoofdzaken
zou kunnen behandelen. Hij sprak echter
de hoop uit dat, zoo bepaalde punten, wel
ke een van zijn toehoorders belang inboe
zemden, in zijn inleiding wat stiefmoeder
lijk bedeeld zou worden, belangstellenden
hem na afloop van zijn voordracht over
deze punten zouden kunnen interpelleeren.
Het onderwerp was, zooals "de titel reeds
aangeeft, tweedeelig: een theoretisch-eco-
nomisch gedeelte, waarin de theorie van
het geldwezen bekeken wordt en een co-
nomisch-politiek gedeelte, waarin de mo
netaire politiek beschouwd wordt.
Het theoretisch gedeelte moet klaarheid
verschaffen over het ontstaan, het wezen
en de functie van het geld. Uitvoerig zette
spreker uiteen hoe de behoefte aan geld
ontstond, en hoe het geld eerst als ruilmid
del later als waardemeter noodzakelijk
was. Na besproken te hebben welke goe
deren in den loop der tijden als geld ge
diend hadden, kwam de vraag aan de orde
waarom men overal tot de edele metalen,
later tot het goud alleen was gekomen als
standaardmetaal. Hij besprak in dat verband
de eischen, welke aan „goed geld" gesteld
moeten worden en stond uitvoerig stil bij
de waardevastheid van het geld.
Hierna behandelde spreker het Neder
landsche geldwezen; daarna beschouwde hij
de soorten geld, welke in de huidige sa
menleving van meer belang zijn dan het
metalen geld n.l. het chartale en het girale
geld. De verschillende andere geldsoorten
als muntbiljetten, bankbiljetten en wissels
passeerden daarbij de revue. Sprekende
over de bankbiljetten vertelde hij een en
ander over de circulatiebanken in het al
gemeen en over de Nederlandsche Bank in
het bijzonder, terwijl hij bij de wissels
uiteraard stilstond bij begrippen als wis
selkoersen, goudpunten, betalingsbalans.
Na deze beschouwingen ging spreker
over tot behandeling van de monetaire po
litiek, die hij eenvoudigheidshalve aanduid
de als de wijze van handelen met en ten
opzichte van het historisch gegroeide geld
wezen in den gegeven toestand van de we
reld en de nationale huishouding.
Hierna gaf spreker een schets van de
ontwikkeling van het productieproces en
schilderde hij de economische phases van
hoog- en laag-conjunctuur en van het cri
sisverschijnsel, Hij wees hierbij op enkele
ouderwetsche conjunctuur-theoriën als on
derconsumptie en overproductie-theorie,
die zich ook thans weer aan ons voorstel
len. Spreker wees op de dalende prijzen van
goederen in de tijden van laagconjunctuur
en op de afwijking van kosten van pro
ductie- en goederenprijzen.
Nadat spreker geschetst had den toe
stand, waarin de volkshuishouding verkeert
of liever voor eenige maanden verkeerde,
en betoogd had, dat aanpassing in welken
vorm ook geboden was, ging hij uitvoerig
in op de aanpassings-methoden, die in ver
band staan met het geld. Hiertoe behooren
de deflatie en de devaluatie.
In den breede zette spreker overeenkomst
en verschil tusschen beide methoden uit
een.
Vervolgens ging dr. Breed velt na hoe de
monetaire politiek over verschillende lan
den in de afgeloopen jaren was geweest om
vervolgens te komen bij September 1936,
toen Nederland tot verzwakking van de
waarde van zijn munt in het internationale
betalingsverkeer overging. De sedertdien
getroffen maatregelen op monetair gebied
beschouwende besprak hij de gevolgen van
de waardevermindering van den gulden.
AGENDA
LEIDEN.
Vrijdag. R.-K. Reclasseeringsvereeniging
zitting gebouw St. Vine. Ver. Hoog-
landsche Kerkgracht 32, 89 uur.
Zondag. Ned. Reisver. voor Katholieken.
Bridge-drive, Den Burchit, 7 uur.
Dinsdag, „Geloof en Wetenschap", lezing
drs. J. Eyckeler „De beschavings
wereld van het Oude Testament",
„Turk", te 8.15 uur.
De avond-, pacht en Zondagdienst der
apotheken wordt van Maandag 1 tot
- en met Zondag 7 Maar't as. waarge
nomen door de apotheken P. du Croix,
Rapenburg 9, tel. 807, E. B. de Metz, Ka-
merlingh Onneslaan 28, tel. 3553 en J.
Doedens, Wilhelminapark 8, Oegstgeest,
teL 274.
Deze gevolgen gaven z,i- aan, dat de voor
standers van de devaluatie het bij het rech
te eind hebben. Hierna weidde dr. Breed-
velt eenige beschouwingen over het mone
taire vraagstuk in verband met de positie
der ambtenaren.
Van de gelegenheid om vragen te stel
len werd door verschillende leden gebruik
gemaakt.
Met een woord van bijzonderen dank
aan den spreker werd hierna de vergade
ring door den voorzitter gesloten
TUINTJESVER. „ONS BELANG".
„Wat er kan groeien en bloeien
in onzen tuin".
Gisteravond is voor de Tuintjesvereeni-
ging „Ons Belang" een lezing met licht
beelden gehouden in de Jacobazaal van
den Burcht. Spreker was de heer A. Gal-
jaard, opzichter by den Gem. Plantsoen
dienst.
De voorzitter van de Tuintjesvereeniging,
de heer Bosch, sprak een woord van wel
kom tot de talrijken aanwezigen leden, tot
de afgevaardigden van anderetuintjesver-
eenigingen in de stad, en in het bijzonder
tot den spreker van den avond, den heer
A. Galjaard, en den heer Mater, welke met
een Epiddoscoop-toestel, een serie plaatjes
zou vertoonen. De spreker heeft met zijn
onderwerp „Wat er kan groeien en bloeien
in onzen tuin", heel duidelijk aangetoond,
hoe wij onzen tuin voor of achter ons huis
moeten aanleggen, welke heesters wij moe
ten gebruiken, en welk een keur van vaste
planten en zaadplanten wij kunnen aan
wenden om te maken, dat het geheele jaar
onze tuin een genot is voor het oog.
Aan de hand van de vertoonde plaatjes,
toonde spreker aan het gebruik van klim
planten, tegen de gevels van onze huizen,
het maken van mooie bordes, muurtuin
tjes, kleine vijvers, tegelpaden met beplan
ting en hij noemde verschillende soorten
rozen, geschikt voor onze tuinen.
Bij het einde van de lezing, bewees een
krachtig applaus dat deze in goede aarde
was gevallen.
De heer Gerritsen, voorzitter van de
Woningbouwvereeniging „Ons Belang"
sprak als tolk van de aanwezigen, een
dankwoord aan het bestuur van de Tuin
tjesvereeniging, voor dezen mooien avond.
De voorzitter van de Tuintjesvereeniging,
bracht dank aan de leden voor hun op
komst, en in het bijzonder aan de heeren
A. Galjaard en Mater, voor de verzorging
van de zeer geslaagde lezing.
R.-K. Houtbewerkers-, Meubelmakers- en
Behangers-bond.
Gisteravond hield bovengenoemde orga
nisatie een goed bezochte ledenvergadering.
Na opening en lezing der notulen werd een
nieuw lid geinstalleerd. Het blad „Her
stel" werd door den voorz. aan de leden
ten zeerste aanbevolen. Spr. besprak de
één-cents-contributié-verhooging, die hier
aan vast zat. Alle leden waren bereid deze
verhooging aan te nemen. Hierna besprak
de voorz. het contract van de meubelma
kers en behangers, dat weder voor een
jaar was verlengd. Wegens de devaluatie
is daarby opengelaten, dat, als het noo
dig mocht wezen, de patroons bereid wa
ren over het loon te confereeren.. De nieu
we steunregeling werd, door den penningm.
uiteengezet, ten genoegen van de werkloo
zen.
De geest. adv„ kap. G. Mudde, sprak hier
na een opwekkend woord tot de leden. Spr.
stelde het blad „Herstel" als voorbeeld. Wij
allen moeten ook „herstellen" in het leven
van de organisatie, op de eerste plaats door
vergaderingbezoek en medeleven met het
bestuur. Vooral in dezen tijd moet men
vast aaneengeschaard staan in onze orga
nisatie. Spr. spoorde de leden aan, vooral
in dezen vastentijd het dagelijksch kerk
bezoek niet na te laten om daardoor kracht
te vinden voor ons zelf en het geheele ka
tholieke organisatie-leven.
De voorz. besprak het medeleven in de
standsorganisatie om vooral de ontwikke
lingsavonden van den Volksbond bij te wo
nen, die zoo leerzaam zijn voor ons allen.
Op de eerstvolgende ontwikkelingsavond
zal pater v. d. Snoek komen spreken over
de „Vrijmetselarij" Het a.s. triduum der
werkloozen werd eveneens onder aller aan
dacht gebracht. Voor de bedevaart naar
Heilo is er gelegenheid tot sparen voor de
werkloozen om allen in de gelegenheid te
stellen mede te gaan. Hierna volgt slui
ting met den chr. groet, onder dankzegging
voor de goede opkomst.
Afscheid van de politie.
De brigadier B. van der Veen zal op 7
Maart a.s. den politiedienst met pensioen
verlaten.
Zaterdag, 6 Maart, zal hij te 2.45 uur n.m
ir de Theoriezaal van het politie-bureau a
scheid van het corps nemen.
sluit? Spr. betreurt dit Kon. besluit, omdat
hij in het streven naar oranje, wit en blauw
een grootere belangstelling ziet voor de
nationale idee. Zoo als het Wilhelmus door
het Wien Neerlands Bloed is verdrongen,
ging het Oranje, wit blauw domineeren. Er
bestond geen tegenstelling tusschen de twee
vlaggen zooals in Duitschland, doch een
verschil in historische waardeering. Som
migen beschouwden het rood als een ver
wording van het oranje, zonder politieke
overwegingen. Een eigenlijke vlaggen-
kwestie was er niet, doch nu voelen de
oranje-wit-blauwen zich achtergesteld. Een
anti-Roomsch-Katholieke strekking heeft
deze vlag niet.
Uit sympathie voor Frankrijk en anti
pathie tegen Oranje is het oranje veranderd
in rood.
Was het noodig voor de Regeering een
keus te doen? Spr. ontkent dit Men zal toch
niet den burgers willen verbieden oranje,
wit en blauw te nemen? Intusschen worden
zij die deze vlag voeren voor het hoofd ge-
stooten.
Spr. zou liever hebben gezien dat de Re
geering gewacht had tot het volk zich in
overweldigende meerderheid zou hebben
uitgesproken. De kwestie was voor oplos
sing nog lang niet rijp.
De vergadering wordt verdaagd tot Vrij
dagmorgen 11 uur.
Vergadering van heden.
Voortgezet wordt de behandeling' van
hoofdstuk V (binnenlandsche zaken) der
rijksbegrooting voor 1937.
De heer DE MARCHANT ET D'ANSEM-
BOURG (N.S.B.) geeft het denkbeeld in
overweging, onderwerpen, verschillende
departementen rakende, door een minister
te doen behandelen met de Staten-Gene
raal.
Spr. komt op tegen vrijheidsbeperking
voor werkloozen, met name in de grens
streken,' evengoed kan men armlastigen
bieden, zich in de nabijheid van bankge
bouwen te bevinden.
De controle op de burgerwachten is on
voldoende gebleken.
De heer Duymaer van Twist had moeten
zijn heengezonden, als hij niet zoo fatsoen
lijk is, uit zichzelf te gaan.
De VOORZITTER geeft in overweging
afwezigen buiten beschouwing te laten;
dat getuigt van meer smaak.
De heer DE MARCHANT ET 'ANSEM-
BOURG critiseert vervolgens de houding
van den burgemeester van den Haag in
zake N.S.B. In navolging van Brüning,
Blum, Dolfuss, Gil Robles e.a. leiden de
heeren Colijn en de Wilde met hun politiek
naar den burgeroorlog. Spr. protesteert te
gen het colporteeren met het R.K. propa
gandablad „de Opmarsch" op Zondag voor
de kerken in Limburg.
Spr. komt op tegen de overtreding der
winkelsluitingswet op Zondag, inzonderheid
Op het terrein aan de Maaldrift
Hedenmorgen was net militair oefenter-
rem aan de Maaldrift een militair kamp
gelijk, want de lichte brigade, de regimen
ten Grenadiers en Jagers uit Den Haag en
het 4e Reg. Infanterie uit Leiden met het
2e Reg. Veld-Artillerie uit Den Haag en
het 6e Reg. Veld-Artillerie uit Leiden had
den zich aldaar verzameld ter gelegenheid
van het afscheid van den commandant van
net veldleger, jhr. W. Roëll, die het ingang
van 31 Maart als zoodanig aftreedt.
De Kon. Militaire Kapel onder leiding
van Walt her Boer en de muziek van het
2e Reg. Veld-Artillerie uit Den Haag ver
leenden hierbij hun medewerking.
De troepen stonden onder leiding van
generaal-majoor jhr. Alting von Geusau,
commandant der 1ste divisie, terwijl als
parade-commandant fungeerde de kolonel
A. R. v. d. Bent, adjudant in bijzonderen
dienst van H. M. de Koningin.
Toen de hoornblazer de reprise van het
Wien Neerlands Bloed over het terrein had
doen schetteren, verscheen de Garnizoens
commandant j'hr. W. Roëll begeleid door
zijn adjudant, den kolonel van den Gene-
ralen Staf J. J. van Santen, tevens chef
van den staf van den Commandant, op liet
terrein.
Na een rondrit langs de in carré op de
uiterste zijden van het terrein opgestelde
manschappen, riep de commandant by zich
gen.-majoor jhr. Alting von Geusau, com
mandant der 1ste divisie, gen.-majoor
Hackstroh, ïnspecteui der infanterie en
kolonel H. F. M. baron van Voorst tot
Voorst, inspecteur der cavalerie, waarna de
troepen werden geïnspecteerd.
Na de inspectie werden de troepen in
carré opgesteld voor den commandan Veld
leger, waarna nog in zyn staf werden op
genomen kolonel baron Creutz, comman
dant van het 2e Reg. huzaren en kolonel
H. D. Hasselman, commandant der Artil
lerie Brigade, waarna jhr. Roëll de troe
pen toesprak.
Spr. zeide, dat hij de troepen uit Den
Haag en Leiden nog eenmaal onder zijn be
vel vereenigd wilde zien, teneinde haar te
kunnen inspecteeren.
Daarover mocht hij allen zijn groote te
vredenheid betuigen.
Spr. had hiermede een bijzonder doel.
Ten eerste wei vanwege het feit, dat deze
troepen de onvergetelijke eer hebben gehad
eerediensten te vervullen bij het huwelijk
van H.K.H. Prinses Juliana en Z.K.H. Prins
Bernhard. Spr. vertrouwt, dat niemand
deze plechtigheid zal vergeten.
Verder mogen alle troepen bogen op een
zeer oude en roemryke traditie. Niet alleen,
dat zy afstammen van de oude Spaansche
legers en deel uitmaken van de regimen
ten welke hebben meegeholpen aan de
vrijmaking van het Fransche juk in 1814
1815 of hebben deelgenomen aan den strijd
tijdens den Belgischen opstand.
Wanneer in de vaandels der lichte bri
gade geschreven staan de namen Quatre
Bras en Waterloo, wanneer aan het vaandel
der grenadiers en jagers de medaille van
den Tiendaagschen Veldtocht en aan dat
der jagers die van Kon. Willem II hangt
en op de vuurmonden der Artillerie het „Je
Maintiendrai" is gegrift, dan vertrouwt spr.,
dat de troepen van thans, wanneer zij
wat God verhoede ook eens geroepen
zouden worden ons land te verdedigen, dat
zij de traditie hunner voorvaderen zullen
hooghouden en dat de£e in him hart ge
grift zal blyven.
Dank brengt spr. tenslotte aan H. M.
de Koningin, de wettige opperbevelhebster
van land. en zeemacht, dat zij hem vijf jaar
commandant van het Veldleger heeft willen
doen zyn.
Hierna sprak generaal-majoor jhr. Alting
von Geusau den scheidenden commandant
toe, mede namens den Commandant der
Lichte Brigade.
Spr. wees erop, dat jhr. Roëll steeds veel
varr zijn ondergeschikten gevergd heeft,
doch nog meer deed hij dit van zich zelf.
De oefeningen waren steeds zeer zwaar,
doch met liefde hebben allen htm taak ver
vuld.
Dat de Commandant Veldleger intusschen
niet alleen militaire belangen goed ver
zorgde bewees zijn rede op 23 Dec. j.l. bij
de beëediging van Z.K.H. Prins Bernhard,
welke ook buiten de kringen der militairen
is gehoord en daar instemming heeft ge
vonden.
Spr. eindigt tenslotte met de belofte, dat
de troepen zullen voortgaan langs den weg
door jhr. Roëll gewezen.
Hierna eindigde de milt aire plechtigheid,
welke ondanks de felle koude een warm
karakter droeg, met het défilé.
Onder de aanwezigen merkten we be
halve de reeds genoemde opper-officieren
nog op ds. Nauta, leger-predikant en een
vertegenwoordiging van het Collegium van
het Leidsch Studentencorps, bestaande uit
de heeren E. W. de Jonge en J. A. de Ranitz,
praeses en ab-actis van het Collgegium.
De algemeene regeling op het terrein was
in handen van icapt. Aratheunissen en kapt.
Baron v. Heecke^en v. Brandsenburg.