STADS NIEUWS Afscheid Commandant Veldleger, jhr. W. RoëlI VRIJDAG 5 MAART 1937 DE LEIDSCHE COURANT EERSTE BLAD - PAG. 2 WEINIG VERANDERING. DE BILT SEINT: Matige tot zwakke Oostelijke tot Noor delijke wind, zwaar bevolkt tot betrokken, mogelijk eenige regen. Weinig verandering in temperatuur. Hoogste barometerst.: 771.3 te Reval (Est land). Laagtse barometerst.: 741.9 te Tour (Frank rijk). Het hoogedrukgebied in het Noordoosten nam iets in beteekenis af, in het Noordwes ten nam de hoogedruk weer toe. Het de pressiecentrum, dat gisteren over de Golf van Biscaye lag trok noordoostwaarts en ligt thans in de omgeving van Tours. In het Westen op den Oceaan nadert een nieuwe depressie. In Frankrijk waait het krachtig om het centrum van de depres sie, de lucht is betrokken met regen. Op de Britsche eilanden waait het zwak tot matig uit het Oosten, ook hier is de lucht meest betrokken. Dezelfde weerstoestand heerscht ook in onze omgeving en in Duitschland, in dit laatste land valt hier en daar sneeuw. In de omgeving van de Oostzee waait het nog krachtig uit het Oosten, ook hier sneeuwt het nog. Langs de Westkust van Noorwegen is de wind Zuidelijk, de lucht is hier helder tot licht bewolkt. In Midden-Zweden nam de vorst aanmerkelijk toe; zij trok zich uit Zuid- west-Duitschland geheel terug. Het gebied van lichte vorst strekte zich vanmorgen nog tot over het Noordoosten van ons land uit. Voor ons land mag verwacht worden, dat de Oostelijke wind nog zal aanhouden, doch geleidelijk iets zwakker zal worden. De lucht zal daarbij zwaar bewolkt of be trokken zijn met eenige kans op neerslag. LUCHTTEMPERATUUR. 2.2 gr. C. LICHT OP VOOR FIETSERS e. a. Van -Vrijdagnamiddag 6.16 uur tot Zaterdagmorgen 6.06 uur. HOOG WATER. Te Katwijk aan Zee op Zaterdag 6 Maart voorm. 8.35 en nam. 8.59 uur. door Joden. Als het den Joden hier niet bevalt, kunnen ze gaan naar Rusland, Frankrijk, Palestina of andere door de Jo den beheerschte landen. De heer DE ZEEUW (S.DA..P.) is van oordeel, dat de vorige spreker eigenlijk in genomen moest zijn met de toestanden in Limburg, waar de bevolking zoozeer één zou zijn in voelen en denken. Door het autoritair optreden van den burgemeester zou de heer de Marchant zich in Limburg juicht goed thuis moeten gevoelen. Na de houding van de N.S.B. verder te hebben bestreden, wijst spr. op het nuttige werk van de Vereen, van Nederlandsche Gemeenten. Ook een minister is, evenzeer als een leider, niet zijn eigen beste criti cus. De N.S.B. moest blij zijn, dat we hier nog het z.g. demo-liberale bewind hebben. Spr. is het niet eens met den minister in de wijze, waarop deze zijn taak jegens de gemeenten heeft opgevat. Tal van ge meenten zijn noodlijdend geworden. De minister verklaart steeds naar een objec tief oordeel te hebben gestreefd, doch spr. acht noodzakelijk een nieuwe regeling van de verhouding der rijks- en gemeentefinan- ciën, nu tal van gemeenten niet tot een sluitende begrooting kunnen komen. Spr. wil thans niet discussieeren over de vraag of de werkloosheid eigenlijk een onder werp van rijks- of gemeentezorg is, maar een betere regeling is noodig. Spr. bepleit meer zelfstandigheid voor de gemeenten. De MINISTER VAN BINNENLAND- SCHE ZAKEN, de heer DE WILDE, sluit zich aan bij de woorden van hulde aan de Vereen, van Ned. Gemeenten. De regeering heeft dikwijls gebruik gemaakt van haar adviezen; ook bij haar critiek was ze al tijd een steun voor het centraal gezag. De wet op de financieele verhouding van rijk en gemeenten heeft voldoende ob jectieve vormen. Men bedenke voorts, dat deze en de wetten van 22 December 1934 en 4 Maart 1935 crisiswetten zijn. Voorts is er voldoende soepelheid om met de bij zondere zorgen van bepaalde gemeenten rekening te houden. Er moet echter ook v<K>r gezorgd worden, dat noodlijdende ge meenten niet maar geld uitgeven. Nooit heeft de regeering echter gezegd, dat de gemeentebesturen onbekwaam zijn. Nooit was er echter zoo nauw verband tusschen de financiën van rijk en gemeen ten, als in den crisistijd. Dus was er meer toezicht noodig. Doch dit geldt niet voor financieel onafhankelijke gemeenten, als b.v. Wassenaar. De Staten-Generaal zijn een wetgevend college en geen enkele daad van de re geering valt niet onder de controle der Staten-Generaal. Juist de samenwerking van Staten-Generaal en regeering in de laatste vier moeilijke jaren is een lof voor het bestaande susteem. Spr. wil geenszins in een eenzijdig-con- traliseeernde richting werken. Ook als een besluit wordt genomen tegen iemands zin, is het goed, hem eerst te raadplegen. Daar heeft spr. zich zooveel mogelijk aan gehou den. Verschillende onderwerpen echter moeten, anders dan vroeger, meer cen tral geregeld worden, b.v. bepalingen over maximum-snelheid enz. Het algemeen belang brengt mede, dat er dikwijls algemeene regelen worden ge steld. Er zijn grieven geuit tegen den burge meester van Velsen, door den heer Her mans. Deze is een voorstander van vrijheid in het algemeen. Mag een burgemeester, die tegen algemeen kiesrecht is, dit niet meer zeggen? Al is het dan de vraag, of hij gelijk heeft. De heer DE SAVORNIN LOHMAN (C. H.): Volkomen juist. MINISTER DE WILDE komt terug op andere, jegens genoemden burgemeester genoemde grieven. Mag een burgemees ter niet meer zijn meening zeggen, ook al zou spr. die anders gezegd hebben? Moe ten dan alleen burgemeesters worden be noemd, die het met den heer Hermans eens zijn? De burgemeester van Velsen verbetert de versiering van een gemeen telijk park aldaar mede uit eigen midde len en werkt wel eens eigenhandig mede aan het afschieten van schadelijk wild als konijnen, welker opbrengst in de ge meentekas wordt gestort, terwijl ze vroeger onder de gemeentenaren werden verdeeld. Onjuist is ook, dat de burge meester werkloozen zonder meer „luie lammelingen" zou hebben genoemd. Van de beschuldigingen tegen den burgemees ter van Velsen blijft niet heel veel over. VRIENDEN VAN EGMOND. Voorzoover de vereeniglng „Vrienden- van Egmond" nog niet bij de lezers be kend mocht zijn, moge dienen, dat zij dient voor de propaganda voor „Egmond" in het algemeen, maar meer in het bijzon der voor den geheelen heropbouw der regale abdij. Wie dit doel wil steunen, hij worde lid! Contributie 1.— per jaar. Aar de leden wordt bericht, dat door een abuis de contributie over 1936 nog niet geïnd is. Wij vertrouwen, dat bij de leden geene bezwaren hiertegen zullen bestaan, maar aangenaam zou het zijn, wanneer tegelijk de kwitantie over 1937 kon worden voldaan. Als blijk van waar- deering voor den financieelen steun, wordt, voorzoover de voorraad strekt, gra tis, aan de „Vrienden van Egmond", bij betaling van de minimum-contributie a 1.voor het jaar 1937, een fraai plaatje uitgereikt, hetwelk ontworpen en gedrukt werd door de Paters Benedictij nen te Oosterhout. Op de binnenzijden is dit plaatje bedrukt met de kalenders van 1937 en 1938; op de achterzijde komt een practisch identiteitsbewijs voor. Onder de „Vrienden van Egmond", die vóór 31 Maart a.s. de contributie over 1937 hebben voldaan, zullen twee gratis reizen, tweede klas, bedevaarttrein RoosendaalLourdes, met verblijfkosten aldaar worden verloot. Elke kwitantie van ƒ1.voor 1937 geeft één kans. Opgave bij mevrouw J. MandersVer meulen, Boerhaavelaan 12, telefoon 292. Aan hen. die in 1934 en 1935 onder een der nummers 5726 tot 5750 hun bewijs van lidmaatschap hebben ontvangen, wordt vriendelijk verzocht hun adres op te wil len geven. NEDERLANDSCHE BOND VAN GEMEENTEAMBTENAREN. „Het geldwezen en de politiek", In een gisterenavond gehouden vergade ring in de bovenzaal van het Café-Restau rant „de Harmonie" hield de heer dr. F. Breed velt uit 's-Gravenhage voor de afd. Leiden van bovengenoemden bond een le zing over „De theorie van het geldwezen en de monetaire politiek". De vergadering was druk bezocht. Spreker ving aan met de mededeeling, dat het onderwerp waarover hij een inlei ding zou houden buitengewoon omvang rijk was, zoodat hij slechts de hoofdzaken zou kunnen behandelen. Hij sprak echter de hoop uit dat, zoo bepaalde punten, wel ke een van zijn toehoorders belang inboe zemden, in zijn inleiding wat stiefmoeder lijk bedeeld zou worden, belangstellenden hem na afloop van zijn voordracht over deze punten zouden kunnen interpelleeren. Het onderwerp was, zooals "de titel reeds aangeeft, tweedeelig: een theoretisch-eco- nomisch gedeelte, waarin de theorie van het geldwezen bekeken wordt en een co- nomisch-politiek gedeelte, waarin de mo netaire politiek beschouwd wordt. Het theoretisch gedeelte moet klaarheid verschaffen over het ontstaan, het wezen en de functie van het geld. Uitvoerig zette spreker uiteen hoe de behoefte aan geld ontstond, en hoe het geld eerst als ruilmid del later als waardemeter noodzakelijk was. Na besproken te hebben welke goe deren in den loop der tijden als geld ge diend hadden, kwam de vraag aan de orde waarom men overal tot de edele metalen, later tot het goud alleen was gekomen als standaardmetaal. Hij besprak in dat verband de eischen, welke aan „goed geld" gesteld moeten worden en stond uitvoerig stil bij de waardevastheid van het geld. Hierna behandelde spreker het Neder landsche geldwezen; daarna beschouwde hij de soorten geld, welke in de huidige sa menleving van meer belang zijn dan het metalen geld n.l. het chartale en het girale geld. De verschillende andere geldsoorten als muntbiljetten, bankbiljetten en wissels passeerden daarbij de revue. Sprekende over de bankbiljetten vertelde hij een en ander over de circulatiebanken in het al gemeen en over de Nederlandsche Bank in het bijzonder, terwijl hij bij de wissels uiteraard stilstond bij begrippen als wis selkoersen, goudpunten, betalingsbalans. Na deze beschouwingen ging spreker over tot behandeling van de monetaire po litiek, die hij eenvoudigheidshalve aanduid de als de wijze van handelen met en ten opzichte van het historisch gegroeide geld wezen in den gegeven toestand van de we reld en de nationale huishouding. Hierna gaf spreker een schets van de ontwikkeling van het productieproces en schilderde hij de economische phases van hoog- en laag-conjunctuur en van het cri sisverschijnsel, Hij wees hierbij op enkele ouderwetsche conjunctuur-theoriën als on derconsumptie en overproductie-theorie, die zich ook thans weer aan ons voorstel len. Spreker wees op de dalende prijzen van goederen in de tijden van laagconjunctuur en op de afwijking van kosten van pro ductie- en goederenprijzen. Nadat spreker geschetst had den toe stand, waarin de volkshuishouding verkeert of liever voor eenige maanden verkeerde, en betoogd had, dat aanpassing in welken vorm ook geboden was, ging hij uitvoerig in op de aanpassings-methoden, die in ver band staan met het geld. Hiertoe behooren de deflatie en de devaluatie. In den breede zette spreker overeenkomst en verschil tusschen beide methoden uit een. Vervolgens ging dr. Breed velt na hoe de monetaire politiek over verschillende lan den in de afgeloopen jaren was geweest om vervolgens te komen bij September 1936, toen Nederland tot verzwakking van de waarde van zijn munt in het internationale betalingsverkeer overging. De sedertdien getroffen maatregelen op monetair gebied beschouwende besprak hij de gevolgen van de waardevermindering van den gulden. AGENDA LEIDEN. Vrijdag. R.-K. Reclasseeringsvereeniging zitting gebouw St. Vine. Ver. Hoog- landsche Kerkgracht 32, 89 uur. Zondag. Ned. Reisver. voor Katholieken. Bridge-drive, Den Burchit, 7 uur. Dinsdag, „Geloof en Wetenschap", lezing drs. J. Eyckeler „De beschavings wereld van het Oude Testament", „Turk", te 8.15 uur. De avond-, pacht en Zondagdienst der apotheken wordt van Maandag 1 tot - en met Zondag 7 Maar't as. waarge nomen door de apotheken P. du Croix, Rapenburg 9, tel. 807, E. B. de Metz, Ka- merlingh Onneslaan 28, tel. 3553 en J. Doedens, Wilhelminapark 8, Oegstgeest, teL 274. Deze gevolgen gaven z,i- aan, dat de voor standers van de devaluatie het bij het rech te eind hebben. Hierna weidde dr. Breed- velt eenige beschouwingen over het mone taire vraagstuk in verband met de positie der ambtenaren. Van de gelegenheid om vragen te stel len werd door verschillende leden gebruik gemaakt. Met een woord van bijzonderen dank aan den spreker werd hierna de vergade ring door den voorzitter gesloten TUINTJESVER. „ONS BELANG". „Wat er kan groeien en bloeien in onzen tuin". Gisteravond is voor de Tuintjesvereeni- ging „Ons Belang" een lezing met licht beelden gehouden in de Jacobazaal van den Burcht. Spreker was de heer A. Gal- jaard, opzichter by den Gem. Plantsoen dienst. De voorzitter van de Tuintjesvereeniging, de heer Bosch, sprak een woord van wel kom tot de talrijken aanwezigen leden, tot de afgevaardigden van anderetuintjesver- eenigingen in de stad, en in het bijzonder tot den spreker van den avond, den heer A. Galjaard, en den heer Mater, welke met een Epiddoscoop-toestel, een serie plaatjes zou vertoonen. De spreker heeft met zijn onderwerp „Wat er kan groeien en bloeien in onzen tuin", heel duidelijk aangetoond, hoe wij onzen tuin voor of achter ons huis moeten aanleggen, welke heesters wij moe ten gebruiken, en welk een keur van vaste planten en zaadplanten wij kunnen aan wenden om te maken, dat het geheele jaar onze tuin een genot is voor het oog. Aan de hand van de vertoonde plaatjes, toonde spreker aan het gebruik van klim planten, tegen de gevels van onze huizen, het maken van mooie bordes, muurtuin tjes, kleine vijvers, tegelpaden met beplan ting en hij noemde verschillende soorten rozen, geschikt voor onze tuinen. Bij het einde van de lezing, bewees een krachtig applaus dat deze in goede aarde was gevallen. De heer Gerritsen, voorzitter van de Woningbouwvereeniging „Ons Belang" sprak als tolk van de aanwezigen, een dankwoord aan het bestuur van de Tuin tjesvereeniging, voor dezen mooien avond. De voorzitter van de Tuintjesvereeniging, bracht dank aan de leden voor hun op komst, en in het bijzonder aan de heeren A. Galjaard en Mater, voor de verzorging van de zeer geslaagde lezing. R.-K. Houtbewerkers-, Meubelmakers- en Behangers-bond. Gisteravond hield bovengenoemde orga nisatie een goed bezochte ledenvergadering. Na opening en lezing der notulen werd een nieuw lid geinstalleerd. Het blad „Her stel" werd door den voorz. aan de leden ten zeerste aanbevolen. Spr. besprak de één-cents-contributié-verhooging, die hier aan vast zat. Alle leden waren bereid deze verhooging aan te nemen. Hierna besprak de voorz. het contract van de meubelma kers en behangers, dat weder voor een jaar was verlengd. Wegens de devaluatie is daarby opengelaten, dat, als het noo dig mocht wezen, de patroons bereid wa ren over het loon te confereeren.. De nieu we steunregeling werd, door den penningm. uiteengezet, ten genoegen van de werkloo zen. De geest. adv„ kap. G. Mudde, sprak hier na een opwekkend woord tot de leden. Spr. stelde het blad „Herstel" als voorbeeld. Wij allen moeten ook „herstellen" in het leven van de organisatie, op de eerste plaats door vergaderingbezoek en medeleven met het bestuur. Vooral in dezen tijd moet men vast aaneengeschaard staan in onze orga nisatie. Spr. spoorde de leden aan, vooral in dezen vastentijd het dagelijksch kerk bezoek niet na te laten om daardoor kracht te vinden voor ons zelf en het geheele ka tholieke organisatie-leven. De voorz. besprak het medeleven in de standsorganisatie om vooral de ontwikke lingsavonden van den Volksbond bij te wo nen, die zoo leerzaam zijn voor ons allen. Op de eerstvolgende ontwikkelingsavond zal pater v. d. Snoek komen spreken over de „Vrijmetselarij" Het a.s. triduum der werkloozen werd eveneens onder aller aan dacht gebracht. Voor de bedevaart naar Heilo is er gelegenheid tot sparen voor de werkloozen om allen in de gelegenheid te stellen mede te gaan. Hierna volgt slui ting met den chr. groet, onder dankzegging voor de goede opkomst. Afscheid van de politie. De brigadier B. van der Veen zal op 7 Maart a.s. den politiedienst met pensioen verlaten. Zaterdag, 6 Maart, zal hij te 2.45 uur n.m ir de Theoriezaal van het politie-bureau a scheid van het corps nemen. sluit? Spr. betreurt dit Kon. besluit, omdat hij in het streven naar oranje, wit en blauw een grootere belangstelling ziet voor de nationale idee. Zoo als het Wilhelmus door het Wien Neerlands Bloed is verdrongen, ging het Oranje, wit blauw domineeren. Er bestond geen tegenstelling tusschen de twee vlaggen zooals in Duitschland, doch een verschil in historische waardeering. Som migen beschouwden het rood als een ver wording van het oranje, zonder politieke overwegingen. Een eigenlijke vlaggen- kwestie was er niet, doch nu voelen de oranje-wit-blauwen zich achtergesteld. Een anti-Roomsch-Katholieke strekking heeft deze vlag niet. Uit sympathie voor Frankrijk en anti pathie tegen Oranje is het oranje veranderd in rood. Was het noodig voor de Regeering een keus te doen? Spr. ontkent dit Men zal toch niet den burgers willen verbieden oranje, wit en blauw te nemen? Intusschen worden zij die deze vlag voeren voor het hoofd ge- stooten. Spr. zou liever hebben gezien dat de Re geering gewacht had tot het volk zich in overweldigende meerderheid zou hebben uitgesproken. De kwestie was voor oplos sing nog lang niet rijp. De vergadering wordt verdaagd tot Vrij dagmorgen 11 uur. Vergadering van heden. Voortgezet wordt de behandeling' van hoofdstuk V (binnenlandsche zaken) der rijksbegrooting voor 1937. De heer DE MARCHANT ET D'ANSEM- BOURG (N.S.B.) geeft het denkbeeld in overweging, onderwerpen, verschillende departementen rakende, door een minister te doen behandelen met de Staten-Gene raal. Spr. komt op tegen vrijheidsbeperking voor werkloozen, met name in de grens streken,' evengoed kan men armlastigen bieden, zich in de nabijheid van bankge bouwen te bevinden. De controle op de burgerwachten is on voldoende gebleken. De heer Duymaer van Twist had moeten zijn heengezonden, als hij niet zoo fatsoen lijk is, uit zichzelf te gaan. De VOORZITTER geeft in overweging afwezigen buiten beschouwing te laten; dat getuigt van meer smaak. De heer DE MARCHANT ET 'ANSEM- BOURG critiseert vervolgens de houding van den burgemeester van den Haag in zake N.S.B. In navolging van Brüning, Blum, Dolfuss, Gil Robles e.a. leiden de heeren Colijn en de Wilde met hun politiek naar den burgeroorlog. Spr. protesteert te gen het colporteeren met het R.K. propa gandablad „de Opmarsch" op Zondag voor de kerken in Limburg. Spr. komt op tegen de overtreding der winkelsluitingswet op Zondag, inzonderheid Op het terrein aan de Maaldrift Hedenmorgen was net militair oefenter- rem aan de Maaldrift een militair kamp gelijk, want de lichte brigade, de regimen ten Grenadiers en Jagers uit Den Haag en het 4e Reg. Infanterie uit Leiden met het 2e Reg. Veld-Artillerie uit Den Haag en het 6e Reg. Veld-Artillerie uit Leiden had den zich aldaar verzameld ter gelegenheid van het afscheid van den commandant van net veldleger, jhr. W. Roëll, die het ingang van 31 Maart als zoodanig aftreedt. De Kon. Militaire Kapel onder leiding van Walt her Boer en de muziek van het 2e Reg. Veld-Artillerie uit Den Haag ver leenden hierbij hun medewerking. De troepen stonden onder leiding van generaal-majoor jhr. Alting von Geusau, commandant der 1ste divisie, terwijl als parade-commandant fungeerde de kolonel A. R. v. d. Bent, adjudant in bijzonderen dienst van H. M. de Koningin. Toen de hoornblazer de reprise van het Wien Neerlands Bloed over het terrein had doen schetteren, verscheen de Garnizoens commandant j'hr. W. Roëll begeleid door zijn adjudant, den kolonel van den Gene- ralen Staf J. J. van Santen, tevens chef van den staf van den Commandant, op liet terrein. Na een rondrit langs de in carré op de uiterste zijden van het terrein opgestelde manschappen, riep de commandant by zich gen.-majoor jhr. Alting von Geusau, com mandant der 1ste divisie, gen.-majoor Hackstroh, ïnspecteui der infanterie en kolonel H. F. M. baron van Voorst tot Voorst, inspecteur der cavalerie, waarna de troepen werden geïnspecteerd. Na de inspectie werden de troepen in carré opgesteld voor den commandan Veld leger, waarna nog in zyn staf werden op genomen kolonel baron Creutz, comman dant van het 2e Reg. huzaren en kolonel H. D. Hasselman, commandant der Artil lerie Brigade, waarna jhr. Roëll de troe pen toesprak. Spr. zeide, dat hij de troepen uit Den Haag en Leiden nog eenmaal onder zijn be vel vereenigd wilde zien, teneinde haar te kunnen inspecteeren. Daarover mocht hij allen zijn groote te vredenheid betuigen. Spr. had hiermede een bijzonder doel. Ten eerste wei vanwege het feit, dat deze troepen de onvergetelijke eer hebben gehad eerediensten te vervullen bij het huwelijk van H.K.H. Prinses Juliana en Z.K.H. Prins Bernhard. Spr. vertrouwt, dat niemand deze plechtigheid zal vergeten. Verder mogen alle troepen bogen op een zeer oude en roemryke traditie. Niet alleen, dat zy afstammen van de oude Spaansche legers en deel uitmaken van de regimen ten welke hebben meegeholpen aan de vrijmaking van het Fransche juk in 1814 1815 of hebben deelgenomen aan den strijd tijdens den Belgischen opstand. Wanneer in de vaandels der lichte bri gade geschreven staan de namen Quatre Bras en Waterloo, wanneer aan het vaandel der grenadiers en jagers de medaille van den Tiendaagschen Veldtocht en aan dat der jagers die van Kon. Willem II hangt en op de vuurmonden der Artillerie het „Je Maintiendrai" is gegrift, dan vertrouwt spr., dat de troepen van thans, wanneer zij wat God verhoede ook eens geroepen zouden worden ons land te verdedigen, dat zij de traditie hunner voorvaderen zullen hooghouden en dat de£e in him hart ge grift zal blyven. Dank brengt spr. tenslotte aan H. M. de Koningin, de wettige opperbevelhebster van land. en zeemacht, dat zij hem vijf jaar commandant van het Veldleger heeft willen doen zyn. Hierna sprak generaal-majoor jhr. Alting von Geusau den scheidenden commandant toe, mede namens den Commandant der Lichte Brigade. Spr. wees erop, dat jhr. Roëll steeds veel varr zijn ondergeschikten gevergd heeft, doch nog meer deed hij dit van zich zelf. De oefeningen waren steeds zeer zwaar, doch met liefde hebben allen htm taak ver vuld. Dat de Commandant Veldleger intusschen niet alleen militaire belangen goed ver zorgde bewees zijn rede op 23 Dec. j.l. bij de beëediging van Z.K.H. Prins Bernhard, welke ook buiten de kringen der militairen is gehoord en daar instemming heeft ge vonden. Spr. eindigt tenslotte met de belofte, dat de troepen zullen voortgaan langs den weg door jhr. Roëll gewezen. Hierna eindigde de milt aire plechtigheid, welke ondanks de felle koude een warm karakter droeg, met het défilé. Onder de aanwezigen merkten we be halve de reeds genoemde opper-officieren nog op ds. Nauta, leger-predikant en een vertegenwoordiging van het Collegium van het Leidsch Studentencorps, bestaande uit de heeren E. W. de Jonge en J. A. de Ranitz, praeses en ab-actis van het Collgegium. De algemeene regeling op het terrein was in handen van icapt. Aratheunissen en kapt. Baron v. Heecke^en v. Brandsenburg.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1937 | | pagina 2