ZATERDAG 13 FEBRUARI 1937
DE LEIDSCHE COURANT
TWEEDE BLAD - PAG. 6
HET NATIONALE GESCHENK.
Opbrengst ƒ640.000.
Uit een mededeeling van het comité Gel
derland voor de aanbieding van een na
tionaal huwelijksgeschenk aan het Prinse
lijk paar blijkt, dat de geheele opbrengst
640.000 heeft bedragen. Gelderlands aan
deel daarin was 33.900.
DE ARBEIDSTIJDEN VOOR KOFFIE
HUIS- EN HOTEL-PERSONEEL
Voor volwassenen onafgebroken rusttijd
van 10 uur. Voor jeugdigen
volledige werktijdregeling.
De minister van Sociale Zaken heeft bij
den Hoogen Raad van Arbeid aanhangig
gemaakt twee voor-ontwerpen van wet
aangaande rusttijden voor koffiehuis- en
hotel-personeel, een ten aanzien van vol
wassenen en een ten aanzien van jeugdige
personen. Aan de toelichtingen is het vol
gende ontleend:
Invoering van de wettelijke bepalingen
betreffende den arbeid in koffiehuizen en
hotels werd tot nu toe om verschillende re
denen nagelaten. De crisis, die sinds 1929
in ons land heerscht, heeft het tijdstip van
inwerkingtreding van deze paragraaf ver
der verschoven,
Herhaaldelijk is dan ook in de laatste
jaren door de organisaties van de werkne
mers in het koffiehuis- en hotelbedrijf den
wensch te kennen gegeven, dat thans een
regeling van de werk- en rusttijden van
het in die bedrijven werkzame personeel
zou worden uitgevaardigd. Aan dezen aan
drang meent de minister gevolg te moeten
geven.
De hierbij gaande regeling is te beschou
wen als een eerste stap.
Wat betreft het volwassen personeel be
hoeft uit economisch oogpunt tegen invoe
ring van de 10-urige nachtrust geen be
zwaar te bestaan. Op het betrokken bedrijf
zal een dergelijk voorschrift geen al te
groote nieuwe lasten leggen. Anderzijds
is voor het betrokken personeel een wette
lijk verplichte dagelijksche rusttijd van het
grootste belang, omdat aldus door inper
king van het raam, waarbinnen de werk
tijd gelegen moet zijn, althans de ergste
misstanden op dit punt worden weggeno
men. Voor het volwassen personeel zal dus
.thans volstaan moeten worden met de in
voering van een dagelijkschen rusttijd.
Anders staat het met het jeugdig perso
neel.
Hun werkzaamheden vormen niet een
dermate integreerend onderdeel van het
bedrijf, dat invoering van een volledige
regling van hun werk- en rusttijden op
onoverkomenlijke bezwaren zou moeten
afstuiten. Invoering van de wettelijke be
palingen voor deze personen komt neer op
een verplichte Zondagsrust, een arbeids-
verbod tusschen 8 uur des namiddags en
8 uur des voormiddags en invoering van
een 9-urigen werkdag met tusschentijdsche
rusttijden.
Wat betreft het voorontwerp van een
rusttijdbesluit voor volwassen koffie
huis- en hotelpersoneel, valt het volgende
op te merken.
Artikel 1 stelt den dagelijkschen onaf
gebroken rusttijd op ten minste 10 uren
vast. Waar men echter in bedrijven als de
cnderhavige nog al eens bijzondere om
standigheden of een opeenhooping van
werk plegen voor te doen, is oj vrij rui
me schaal ontheffing van dit verbod mo
gelijk gemaakt.
Artikel 2 bepaalt, dat door het districts
hoofd der arbeidsinspectie of in beroep
door den minister vergunning kan worden
verleend om een rusttijd van minder dan
10 uren te geven.
Lid 4 van artikel 2 maakt het mogelijk
om bij algemeene ministerieele vergunning
afwijking van artikel 1 toe te staan.
Regeling van de nachtrust is niet noo-
dig, omdat de Arbeidswët zelf deze reeds
heeft vastgelegd tusschen 8 uur des namid
dags en 8 uur des voormidags. In artikel 1
van het voorontwerp wordt de dagelijksche
werktijd van de jeugdige personen be
perkt tot 9 uren per dag. In verband met
het feit, dat dit personeel ingevolge artikel
60 der arbeidswet op Zondag niet mag wer
ken, is het weekmaximum op 54 uren ge
steld.
Artikel 2, eerste lid, schrijft voor, dat
bij een werkdag van meer dan 6 uren een
tusschentijdsche onaf gebroken rusttijd van
ten minste 2 uren gegeven moet worden.
Het tweede lid bepaalden dat door het
districtshoofd eischen kunnen worden ge
steld aangaande het geven van een of meer
andere kleinere rusttijden van ten hoogste
een half uur.
NEDERLANDERS GEEN
GRENZDEUTSCHEN.
Uitgave van het Duitsche Jungvolk
Jahrbuch stopgezet.
De minister van Buitenlandsche Zaken
heeft geantwoord op vragen van den heer
Van der Waerden in zake eenige op de in
woners van "Nederland betrekking hebben
de uitdrukkingen, voorkomende in het
Jung volk Jahrbuch" 1937, in welk boek
alle Nederlanders met „Grenzdeutschen"
worden betiteld.
De Duitsche regeer in g heeft ter kennis
van de regeering doen brengen, dat de ver
koop van het „Jungvolk Jahrbuch" is stop
gezet en dat de nieuwe uitgave dergelijks
uiteenzettingen niet meer zal bevatten.
VERNIEUWING HOOGSPANNINGS-
SCHAKELAANLEG TE GOUDA.
De gemeenteraad van Gouda heeft be
sloten tot vernieuwing van den hoogspan-
nings-schakelaanleg in de electrische cen
trale. Een nieuw gebouw zal daarvoor wor
den opgetrokken, waarin de geheele scha
kelinrichting, 3000 en 10.000 volt, kan wor
den ondergebracht. De bouw zal het ge
heele jaar 1937 duren. De kosten van ge-
Vijf maanden in de hel
van Catalonië
„Vannacht zullen we 52 Uwer
medebroeders ombrengen".
Pater Melchior van Benisa, Oud-
Generaal-Overste der Paters Capu-
cijnen, vertelt van z'n vlucht uit
Spanje.
In de kleine, bescheiden spreekkamer van
het Generalaat der Paters Minderbroeders
Capucijnen, te Rome, worden wij hartelijk
ontvangen door Pater Melchior van Beni
sa, die van 1926 tot 1932 Generaal Overste
is geweest der Paters Capucijnen, en die
na vijf maanden in de hel van het bolsje
wistische Catalonië te hebben doorge
bracht in Januari naar Rome kon vluchten.
Toen Pater Melchior in 1932 zijn ambt
als Generaal Overste had neergelegd, ging
hij terug naar zijn vroegere provincie Va
lencia. maar in 1934 werd hij benoemd tot
Overste van het klooster der orde te Tota-
na (Murcia) waaraan een middelbare
school verbonden is.
Het klooster in handen de»
rooden.
„Op het einde van de maand Juli 1936
zoo vertelt Pater Melchior kregen wij voor
het eerst bezoek van afgevaardigden van
de Communisten. Een dokter uit het stad
je, die een goede bekende van mij was,
stond aan het hoofd en verzocht ons be
leefd, om voor den avond van den volgen
den dag het klooster te verlaten, dat ter be
schikking moest worden gesteld van de
rooden. Wij zouden naar onze familie kun
nen gaan, waar ons niets zou gebeuren,
maar het was noodig om niet tegen de
orders van de regeering in te gaan.
Tegen den- volgenden avond waren allen
gereed. Het hoofd van de communisten ging
met. enkele soldaten door het klooster, om
zich ervan te overtuigen, dat allen gehoor
zaamd hadden. Wij gingen uiteen. Ik had
een goed tehuis gevonden bij een vriend,
en wachtte daar de gebeurtenissen af.
Eenigen tijd later vernam ik, dat al mijn
medebroeders gevangen genomen waren,
en ook nu nog zuchten zij in de gevange
nis van Totana. Tot mijn groote verwonde
ring ontving ik bezoek van de moeder van
den dokter, die mij om vergiffenis vroeg
voor haar ongelukkige zoon. Hij zelf had
bittere gewetenswroeging over zijn handel
wijze ten opzichte der Paters.
Na een kort verblijf bij mijn vriend ver
trok ik naar Benisa, mijn geboortstad,
waar ik mijn intrek nam bij mijn broer.
Ondanks de gebeurtenissen omringden de
bewoners mij met de grootste liefde.
In de eerste dagen van September ech-
bouw en inrichting zullen bedragen
f 149.000.
Ingevolge het advies van de directie der
lichtfabrieken heeft de raad in meerder
heid de voorkeur gegeven aan het olieloo-
ze systeem volgens de Duitsche Siemens-
aanbieding, zoowel om den prijs als om
het brandvrije en explosievrije bluschme-
dium.
Gewijzigde politiek gevraagd met betrek
king tot de bakkerij-grondstoffen.
De Nederlandsche vereeniging van werk
gevers in het bakkersbedrijf deelt mede,
dat in de algemeene ledenvergadering, wel
ke op Donderdag 11 Februari j.L te 's-Gra-
venhage werd gehouden, met algemeene
stemmen een motie, welke ter kennis van
de bevoegde regeeringsinstanties zal wor
den gebracht, is aangenomen en waarvan
de inhoud hieronder volgt:
De Nederlandsche vereeniging van werk
gevers in het bakersbedrijf, in algemeene
vergadering bijeen te 's-Gravenhage op
Donderdag 11 Februari geconstateerd heb
bende, dat de prijs van de binnenlandsche
tarwe thans is gestegen tot ver boven den
richtprijs, besluit met algemeene stemmen
er bij de regeering op aan te dringen thans
oogenblikkelijk over te gaan tot opheffing
van het maalgebod, intrekking van de mo
nopolie-heffing op tarwe en ter vervan
ging van het huidige systeem van crisis
maatregelen ten behoeve van den tarwe-
steun in te stellen een divergeerend in
voerrecht op tarwe en tarwe-producten,
zulks ter bescherming van de belangen
van den akkerbouw in geval de tarweprijs
zou zakken tot beneden den huidigen
richtprijs.
Besluit voorts er by de regeering met
den meesten klem op aan te dringen, de
crisisheffingen op andere bakkerij-grond
stoffen, in casu melkpoeder, vetten en
oliën te verlagen, zulks aangezien zij
vreest, dat een te hooge broodprijs nood
zakelijkerwijze zal leiden tot vermindering
der consumptie.
De naam van station SoestdJjk blijft.
In verband met een door den burgemees
ter van Baarn ondernomen poging om den
naam van het station Soestdijk veranderd
te krijgen, vernemen wij thans, dat deze
benaming onveranderd zal worden gehand
haafd.
Nederlandsche Katholiekendag.
Op voordracht van den Centralen Raad
van de R.K. Standsorganisatie voor den
Werknemenden Middenstand heeft Z. H. E.
den Aartsbisschop tot lid van het Hoofd
bestuur der Nederlandsche Katholiekenda
gen benoemd, de heer P. J. de Vos te Rot
terdam, penningmeester van den Centralen
Raad en voorzitter van het Diocees Haar
lem van de W. M.
ter gaf het gemeentebestuur, onder de
indruk van de gruwelen, die in vele plaat
sen tegen priesters en kloosterlingen ge
pleegd werden, mij den raad om met een
groep verdachte burgers naar Alicante te
vertrekken. „Gij kimt nog beter gevangen
zijn te Alicante zoo zeiden zij mij
dan hier in vrijheid".
„Vannacht zullen wij 52 van
uw medebroeders fusilleeren".
De meest schokkende oogenblikken van
mijn verblijf in Spanje heb ik meegemaakt
in Alicante, toen wij voor de rechtbank
verhoord werden.
Nooit zal ik de beestachtige wreedhe
den, beleedigingen en bedreigingen van die
dagen vergeten. Onder donderend lawaai
werden wij verhoord. Ik trachtte mijn
kalmte te bewaren en rustig op de vragen
van het Comité te antwoorden. Het gehuil
van de razende bolsjewisten overstemde
onze woorden. Ik stond op en met luide
stem riep ik uit, dat ik weigerde een derge
lijke behandeling te ondergaan. Woedend
stormde een van de ondervragers op mij
af en schreeuwde mij in het gezicht: „Van
nacht zullen wij 52 van uw medebroeders
fusilleeren". „Waarom ondervraagt gij ons
dan hernam ik als ons lot toch beslist
is? Spaar ons deze infame comedie".
Men vroeg mij, of ik Pineda was, en toen
ik bevestigend antwoordde, dat dit inder
tijd mijn naam in de wereld was geweest,
werd ik weggeleid. Ik zou later onder
vraagd worden. Een half uur later werd
ik weer binnengelaten. Het tooneel was
nu veranderd. Nederig maakte men veront
schuldigingen; men deelde mij mede, dat
mijn onschuld vaststond, en dat ik als vei
ligheidsmaatregel naar het kasteel van
Santa Barbara gebracht zou worden, tot
dat men nieuwe orders van hooger hand
zou gekregen hebben.
Op het kasteel van Santa
Barbara.
In het kasteel, dat in een gevangenis her
schapen was, vond ik honderden mannen
en vrouwen, die gearresteerd waren, om
dat zij niet sympathiseerden met de bolsje
wisten.
Velen waren alleen gevangen
genomen, omdat zij Katholiek
waren.
In deze dagen schreef ik naar de Procu
reur Generaal van de Orde te Rome, die
door bijzondere relaties mijn invrijheids-
stelling wist te bewerken.
Na vijftien dagen gevangenschap kon ik
weer naar een neef in Alicante gaan. Het
Comité van Benisa bezorgde mij een vrij
geleide met de handteekening en het zegel
van den Minister van Buitenlandsche Za
ken, die de volgende aanbeveling bevatte:
„Alle overheden moeten de bezitter van dit
vrijgeleide helpen de Fransche grens te be
reiken om Spanje te verlaten voor een spe
ciale opdracht van de regeering".
Gered, op een medaille na
Ik zag mij reeds in vrijheid en vertrok
op den vooravond van het Kerstfeest. Ik
arriveerde in Port Bou, het laatste station
voor de grens. Met een gerust hart liet ik
al mijn bagage visiteeren. Twee gewapen
de soldaten vroegen mij de inhoud te laten
zien van mijn portefeuille. Zeker van mij
zelf nam ik haar uit mijn zak. Nu had ik
mijn papieren in mijn portefeuille samen
gebonden met een elastiekje, waaraan een
medaille hing van het Heilig Hart. Onmid
dellijk grepen de soldaten de medaille en
vroegen: „Wat is dat voor een ding?" „Het
is een heilige afbeelding!" antwoordde ik
en kustte de medaille. Had ik dat maar
iiiet gedaan! Ik werd uit de trein geslin
gerd als een zak koopwaar en naar de eer
ste de beste politiepost gebracht, vanwaar
ik na verhoor naar Barcelona werd over
gebracht.
Ik toonde mijn vrijgeleide, maar de an
archisten lachten erom. Het zegel van het
Ministerie van Buitenlaandsche Zaken van
Madrid had voor hen geen waarde. Intus-
schen deed ik een beroep om verhoord te
worden door het Comité van de F.A.I. (De
Anarchistisch Iberische Federatie). Dit
werd toegestaan.
„Ik ben een kloosterling"
Het hoofd van het Comité vroeg mij of
ik vroeger Generaal Overste was geweest
en ik loochende het niet. Ik zeide, dat ik
een kloosterling was, Pater Melchior van
Benisa. Als het een misdaad was, dat ik
mij aan den Heer had gewijd, dan moest
men mij maar fusilleeren. Mijn geweten
was gerust. Toen gebeurde het wonderlijke
De rechters trokken zich terug om over
mij te beraadslagen, en bij hun terugkeer
deelden zy mede, dat ik zoo spoedig moge
lijk Spanje moest verlaten. Ik werd naar
het station gebracht om de trein te nemen
naar Frankrijk.
In Marseille trof ik een van mijn mede
broeders, die mij een pas bezorgde voor
Italië, zoodat ik veilig ons klooster te Rome
kon bereiken".
NED. OOST-INDIE
GAJO-ER PLEEGT AANSLAG OP
KAPITEIN.
Aneta seint uit Buitenzorg: Een gewa
pende Gajo-er (inwoner van West-Atjeh)
pleegde op 8 Februari j.l. een aanslag op
den kapitein der infanterie G. H. Gortmans
in de passanggrahan te Pendeng (Atjeh).
De aanslag mislukte, doch de dader werd
gevat. De Gajo-er sprong op 9 Februari
tijdens zijn transport in een ravijn, waar
bij hij werd gedood.
RECHTZAKEN
WEGENS ZAVARE MISHANDELING TOT
VIER JAAR STRAF VEROORDEELD.
De Rechtbank te Middelburg heeft uit
spraak gedaan in de zaak tegen den 22-
jarigen arbeider J. G. Maat uit Nieuwdorp
onder 's-Heer-Arendskerke, die op 13 De
cember te Goes tijdens een oneenigheid in
een café den 27-jarigen N. Mieras zoodanig
mishandeld heeft, dat de man vrijwel on
middellijk overleden is.
De rechtbank veroordeelde den man tot
vier jaar gevangenisstraf met aftrek der
preventieve hechtenis. De officier van Jus
titie had een gevangenisstraf geëischt van
zeven jaar.
BRANDSTICHTING EN UITLOKKING
VAN BRANDSTICHTING.
Overeenkomstig den eisch heeft de recht
bank te 's-Hertogenbosch een vrouw uit
Eindhoven veroordeeld tot een voorwaar
delijke gevangenisstraf van een jaar, met
drie jaren proeftijd, wegens brandstichting
in haar woning, gepoogd op 13 April van
het vorige jaar. De woning was geheel
uitgebrand.
Een 32-jarige bakker, die haar had ge
wezen, hoe zij den brand moest stichten,
werd. tot twee jaar met aftrek van het
voorarrest en ter beschikkingstelling ver
oordeeld. Tegen hem was vier jaar ge-
eischt.
ONEENIGHEID GROEIDE TOT EEN....
WATERTOREN.
Procureur-generaal bij Hooge Raad van
oordeel, dat toren verwijderd moet worden.
De procureur-generaal bij den Hoogen
Raad, mr. Besier, heeft geconcludeerd tot
verwerping van het cassatie-beroep van ir.
J. van Stolk, te Berg en Dal, bij Nijmegen,
in de procedure betreffende de watertoren,
die ir. Van S. had laten bouwen op zooda
nige plaats, dat deze toren het uitzicht
uit de woning van jhr. mr. H. van der
Goes belemmerde.
De pleidooien in deze kwestie werden 29
Januari jl. gehouden. In herinnering zij
gebracht, dat jhr. Van der G. een vorde
ring tot verwijdering van de toren had in
gesteld op basis van „onrechtmatige daad",
doordat deze toren zou zijn opgericht zon
der redelijk doel, alleen om eischer te pla
gen, daar beide heeren ook oheenigheid
hadden over een voetpad achter het huis
van jhr. Van der G., dat deze voor ir. van
S. had afgesloten, waarna de laatste uit
wraak de toren zou hebben opgericht. De
torenliefhebber beweerde echter, dat hij
dit hooge gebouw noodig had ter vermeer
dering van den druk op het water, waar
mede hij zijn tuin besproeide.
De rechtbank te Arnhem had de onrecht
matige daad niet erkend en de vordering
afgewezen, waarop jhr. Van der G. in
hooger beroep ging bij het gerechtshof te
Den Bosch, dat met vernietiging van het
vonnis der rechtbank de oorspronkelijke
eisch toewees, op grond, dat het er niet
toe doet of de toren een redelijk belang
vertegenwoordigt en dat alleen de bedoe
ling van den bouw een rol speelt, welke
bedoeling geen andere zou zijn dan den
buurman te benadeelen. Dit bleek o.m. uit
het feit, dat eerst de strijd was gevoerd
met een paal met lappen er aan om zoo
doende het uitzicht te belemmeren, welke
paal echter op last van hoogerhand was
verwijderd.
Ir. Van S. ging daarop zooals gezegd
in cassatie en nu komt de conclusie tot
verwerping van het cassatie-beroep, heden
genomen, hierop neer, dat de beslissing
over de afwezigheid van een redelijk be
lang voor ir. Van S. bij de later op de
waterleiding aangesloten toren van feite
lijke aard is en derhalve in cassatie niet
aantastbaar.
De Hooge Raad zal op 2 April arrest
wijzen.
VLOOG VLIEGER TE LAAG?
Eerste-luitenant vrijgesproken.
Het Hoog Militair Gerechtshof heeft uit
spraak gedaan in de zaak tegen den eersce
luitenant vlieger P. J. E. J., die door den
Krijgsraad te 's-Hertogenbosch was ver
oordeeld tot een geldboete van twintig gul
den, subsidiair tien dagen hechtenis, we
gens „het de luchtvaart uitoefenen op zoo
danige wijze, dat de openbare orde of vei
ligheid wordt verstoord of in gevaar ge
bracht" (te laag vliegen) Het Hof verklaar
de, het ten laste gelegde niet wettig en
overtuigend bewezen en sprak beklaagde
vrij.
DRIE KWAKZALVERS STAAN TERECHT
Slaolie in de ooren en massage met
gekookte uien.
Drie gevallen van het onbevoegd uitoefe
nen der geneeskunde bij mensch en dier
behandelde de Bossche Rechtbank.
C. H. A. te Eindhoven heeft geruimen
tijd aldaar ongevoegd de tandheelkunde
uitgeoefend. Deswege was hij door den kan
tonrechter veroordeeld tot een maand ge
vangenisstraf subs, 100.boete en tot een
voorwaardelijke straf van een maand, subs.
200.boete. Tegen dit vonnis heeft A.
appèl aangeteekend.
Getuigen kwamen verklaren, dat zij over
de behandeling van A. tevreden waren.
De officier van justitie was over ver-
dachtes praktijken niet tevreden en eiscbte
vernietiging van het vonnis van den kan
tonrechter en een maand hechtenis subs.
so.boete, alsmede voorwaardelijk een
maand hechtenis subs, 200.boete, met
dien verstande,' dat verdachte het beroep
van tandarts zal staken.
J. J. Z., eveneens uit Eindhoven, was spe
cialiteit in het genezen van doofheid, knob-
beljicht en rheumatische aandoeningen.
Zijn eigenlijk vak was schilder.
Als geneesmiddel voor doofheid gebruik
te hij slaolie, die de patiënten in het oor
werd gegoten. Voor rheumatieklijders pre
fereerde hij massage met gekookte uien.
De kantonrechter te Eindhoven heeft Z.
veroordeeld tot drie geldboeten, ieder van
50.subs. 50 dagen hechtenis en drie
geldboeten van 200.vporwaardelijk te
vervangen door 3 x 30 dagen hechtenis.
Ook deze verdachte heeft appèl aange
teekend. De officier eischte tegen verdachte
mede omdat deze zijn praktijken ge
staakt heeft 3 maal 25.boete subs,
3 maal 25 dagen hechtenis en voorwaarde
lijk 3 maal 100.boete subs. 3 maal 30
dagen hechtenis.
Tenslotte eischte de officier van justitie
tegen A. de V. wegens het onbevoegd uit
oefenen der veeartsenijkunde, met vernie
tiging van het vonnis van den kantonrech
ter te Eindhoven, hetwelk inhield 100.
boete subs. 1 maand hechtenis, 50.boete
subs, een maand hechtenis. „Volk"
DIEFSTAL VAN KONIJNEN.
Voor de Haarlemsche Rechtbank stond
terecht G. J. B. uit Haarlem terzake van
diefstal. Verdachte had op 16 Dec. j.l. des
avonds uit de schuur van den heer Th. v.
d. V. in de Haarlemmermeer (een
kennis van verd.) door middel van een
schroevendraaier het slot van de schuur
verwijderd door de houtschroeven er uit
te draaien. Armoede was volgens verd. de
drijfveer. Een rapport over verd. luidde
zeer ongunstig en kon geen voorwaarde
lijke straf te adviseer en.
Een voorwaardelijke straf van 6 maan
den wegens rijwieldiefstal met 3 jaar
poreftijd is nog gaande. Aan het verzoek
van verd. om een voorwaardelijke straf
kon niet worden voldaan. De Officier van
Justitie eischte tegen verd. 6 maanden ge
vangenisstraf.
Overeenkomstig den eisch werd verd.
veroordeeld.
VERBREKING VAN EEN
HUWELIJKSBELOFTE
Een Rotterdamsch koopman had aan een
Dortmundsche jongedame en zij aan
hem de belofte van trouw gedaan, wel
ke beloften waren gevolgd door aangifte
des huwelijks bij den ambtenaar van den
burgerlijken stand, door wiens zorg het
huwelijk werd afgekondigd.
Doch voor den huwelijksdag verbrak de
bruidegom zijn trouwbelofte, zoodat dit
huwelijksbootje niet kon uitvaren. De
bruid had inmiddels voor haar rekening
allerlei meubelen, linnengoed, tafelzil
ver, glas, aardewerk, keukengerei enz. en
tevens de bruidskleeding e.d. aangeschaft
en zij vorderde op grond van art. 113 lid
2 van het burgerlijk wetboek schadever
goeding.
Rechtbank en Gerechtshof te 'sGraven-
hage verklaarden evenwel de eischeres in
haar vordering niet-ontvankelijk. Het Hof
overwoog daarbij, dat naar de geschiede
nis van art. 113 aantoont, de wetgever heeft
willen breken met iedere verbindende
kracht, vroeger hier te lande aan trouwbe
loften toegekend en dan ook ieder bedrag
tot schadeloosstelling uit hoofde der niet-
vervulling van de beloften heeft nietig
verklaard, waarop slechts een uitzondering
is gemaakt in het geval vermeld in lid 2
Van art. 113 „kennelijk omdat het dan niet
bij beloften is gebleven doch aan die be
lofte reeds uitvoering is gegeven".
Laatstbedoeld geval achtte het Hof niet
aanwezig, waar vaststond, dat de bedoelde
goederen waren aangeschaft voor de
aangifte des huwelijks, zoodat het in
dezen geleden verlies, naar 'sHofs oordeel
niet voor schadevergoeding in aanmerking
kan komen, zelfs al stond vast hetgeen
door den ex-bruidegom werd betwist
dat de ex-bruid schade had geleden.
De Dortmunsche ging daarop in cassa
tie bij den Hoogen Raad, welk college van
oordeel bleek, dat de strekking der wet
duidelijk is, dat, slechts wanneer door aan
gifte en afkondiging als voormeld de ernst
van de partijen huwelijksplannen is ge
bleken, de verbreking der trouwbelofte de
verplichting tot vergoeding der volledige
schade doet intreden, welke in het vroe
gere recht aan verbreking van iedere
trouwbelofte was verbonden.
Bij de door het Hof toegepaste wetsuit-
legging zou, aldus overwoog de Hooge
Raad, het wetsvoorschrift welhaast nim
mer toepassing kunnen vinden. Uit de aan
gifte en de afkondiging des huwelijks was
hier gebleken, dat een vertrouwen op de
huwelijksbelofte ook vóór de aangifte al
leszins gerechtvaardigd was, terwijl daar
enboven bij de opvatting van het Hof art.
113 lid 2 zoo goed als alle beteekenis zou
missen, daar in dergelijke gevallen het hu
ren van een woning en het koopen van
meubelen enz. niet plegen te gescheiden
in het veelal korte tijdsverloop, gelegen
tusschen aangifte en afkondiging des hu
welijks en het sluiten daarvan.
De Hooge Raad vernietigde op grond van
een en ander het arrest en wees de zaak
om formeele redenen terug naar het Haag-
sche gerechtshof ter verdere berechting.
WILT U IETS WETEN?
Vraag: Hoe kan men een verregende
hoedenveer opknappen?
Antwoord: Houd de veer boven den
stoom van een ketel kokend water.
Vraag: Hoe kan men een slaolie-vlek
verwijderen uit een cocosmat?
Antwoord. Behandel de vlek met
zeepsop en daarna met schoon water. Is de
vlek zeer groot behandel de mat dan egaal
met zeepsop.
Vraag: Hoe kan men glaspapier van
de ramen verwijderen?
Antwoord. Verwijder het glaspapier
met spiritus.
Vraag: Hoe kan men een limonade-
vlek verwijderen uit een licht blauwe zij
den jurk?
Antwoord: Behandel de vlek met een
weinig zout water of alcohol.