ZATERDAG 13 FEBRUARI 1937 DE LEIDSCHE COURANT TWEEDE BLAD - PAG. 6 HET NATIONALE GESCHENK. Opbrengst ƒ640.000. Uit een mededeeling van het comité Gel derland voor de aanbieding van een na tionaal huwelijksgeschenk aan het Prinse lijk paar blijkt, dat de geheele opbrengst 640.000 heeft bedragen. Gelderlands aan deel daarin was 33.900. DE ARBEIDSTIJDEN VOOR KOFFIE HUIS- EN HOTEL-PERSONEEL Voor volwassenen onafgebroken rusttijd van 10 uur. Voor jeugdigen volledige werktijdregeling. De minister van Sociale Zaken heeft bij den Hoogen Raad van Arbeid aanhangig gemaakt twee voor-ontwerpen van wet aangaande rusttijden voor koffiehuis- en hotel-personeel, een ten aanzien van vol wassenen en een ten aanzien van jeugdige personen. Aan de toelichtingen is het vol gende ontleend: Invoering van de wettelijke bepalingen betreffende den arbeid in koffiehuizen en hotels werd tot nu toe om verschillende re denen nagelaten. De crisis, die sinds 1929 in ons land heerscht, heeft het tijdstip van inwerkingtreding van deze paragraaf ver der verschoven, Herhaaldelijk is dan ook in de laatste jaren door de organisaties van de werkne mers in het koffiehuis- en hotelbedrijf den wensch te kennen gegeven, dat thans een regeling van de werk- en rusttijden van het in die bedrijven werkzame personeel zou worden uitgevaardigd. Aan dezen aan drang meent de minister gevolg te moeten geven. De hierbij gaande regeling is te beschou wen als een eerste stap. Wat betreft het volwassen personeel be hoeft uit economisch oogpunt tegen invoe ring van de 10-urige nachtrust geen be zwaar te bestaan. Op het betrokken bedrijf zal een dergelijk voorschrift geen al te groote nieuwe lasten leggen. Anderzijds is voor het betrokken personeel een wette lijk verplichte dagelijksche rusttijd van het grootste belang, omdat aldus door inper king van het raam, waarbinnen de werk tijd gelegen moet zijn, althans de ergste misstanden op dit punt worden weggeno men. Voor het volwassen personeel zal dus .thans volstaan moeten worden met de in voering van een dagelijkschen rusttijd. Anders staat het met het jeugdig perso neel. Hun werkzaamheden vormen niet een dermate integreerend onderdeel van het bedrijf, dat invoering van een volledige regling van hun werk- en rusttijden op onoverkomenlijke bezwaren zou moeten afstuiten. Invoering van de wettelijke be palingen voor deze personen komt neer op een verplichte Zondagsrust, een arbeids- verbod tusschen 8 uur des namiddags en 8 uur des voormiddags en invoering van een 9-urigen werkdag met tusschentijdsche rusttijden. Wat betreft het voorontwerp van een rusttijdbesluit voor volwassen koffie huis- en hotelpersoneel, valt het volgende op te merken. Artikel 1 stelt den dagelijkschen onaf gebroken rusttijd op ten minste 10 uren vast. Waar men echter in bedrijven als de cnderhavige nog al eens bijzondere om standigheden of een opeenhooping van werk plegen voor te doen, is oj vrij rui me schaal ontheffing van dit verbod mo gelijk gemaakt. Artikel 2 bepaalt, dat door het districts hoofd der arbeidsinspectie of in beroep door den minister vergunning kan worden verleend om een rusttijd van minder dan 10 uren te geven. Lid 4 van artikel 2 maakt het mogelijk om bij algemeene ministerieele vergunning afwijking van artikel 1 toe te staan. Regeling van de nachtrust is niet noo- dig, omdat de Arbeidswët zelf deze reeds heeft vastgelegd tusschen 8 uur des namid dags en 8 uur des voormidags. In artikel 1 van het voorontwerp wordt de dagelijksche werktijd van de jeugdige personen be perkt tot 9 uren per dag. In verband met het feit, dat dit personeel ingevolge artikel 60 der arbeidswet op Zondag niet mag wer ken, is het weekmaximum op 54 uren ge steld. Artikel 2, eerste lid, schrijft voor, dat bij een werkdag van meer dan 6 uren een tusschentijdsche onaf gebroken rusttijd van ten minste 2 uren gegeven moet worden. Het tweede lid bepaalden dat door het districtshoofd eischen kunnen worden ge steld aangaande het geven van een of meer andere kleinere rusttijden van ten hoogste een half uur. NEDERLANDERS GEEN GRENZDEUTSCHEN. Uitgave van het Duitsche Jungvolk Jahrbuch stopgezet. De minister van Buitenlandsche Zaken heeft geantwoord op vragen van den heer Van der Waerden in zake eenige op de in woners van "Nederland betrekking hebben de uitdrukkingen, voorkomende in het Jung volk Jahrbuch" 1937, in welk boek alle Nederlanders met „Grenzdeutschen" worden betiteld. De Duitsche regeer in g heeft ter kennis van de regeering doen brengen, dat de ver koop van het „Jungvolk Jahrbuch" is stop gezet en dat de nieuwe uitgave dergelijks uiteenzettingen niet meer zal bevatten. VERNIEUWING HOOGSPANNINGS- SCHAKELAANLEG TE GOUDA. De gemeenteraad van Gouda heeft be sloten tot vernieuwing van den hoogspan- nings-schakelaanleg in de electrische cen trale. Een nieuw gebouw zal daarvoor wor den opgetrokken, waarin de geheele scha kelinrichting, 3000 en 10.000 volt, kan wor den ondergebracht. De bouw zal het ge heele jaar 1937 duren. De kosten van ge- Vijf maanden in de hel van Catalonië „Vannacht zullen we 52 Uwer medebroeders ombrengen". Pater Melchior van Benisa, Oud- Generaal-Overste der Paters Capu- cijnen, vertelt van z'n vlucht uit Spanje. In de kleine, bescheiden spreekkamer van het Generalaat der Paters Minderbroeders Capucijnen, te Rome, worden wij hartelijk ontvangen door Pater Melchior van Beni sa, die van 1926 tot 1932 Generaal Overste is geweest der Paters Capucijnen, en die na vijf maanden in de hel van het bolsje wistische Catalonië te hebben doorge bracht in Januari naar Rome kon vluchten. Toen Pater Melchior in 1932 zijn ambt als Generaal Overste had neergelegd, ging hij terug naar zijn vroegere provincie Va lencia. maar in 1934 werd hij benoemd tot Overste van het klooster der orde te Tota- na (Murcia) waaraan een middelbare school verbonden is. Het klooster in handen de» rooden. „Op het einde van de maand Juli 1936 zoo vertelt Pater Melchior kregen wij voor het eerst bezoek van afgevaardigden van de Communisten. Een dokter uit het stad je, die een goede bekende van mij was, stond aan het hoofd en verzocht ons be leefd, om voor den avond van den volgen den dag het klooster te verlaten, dat ter be schikking moest worden gesteld van de rooden. Wij zouden naar onze familie kun nen gaan, waar ons niets zou gebeuren, maar het was noodig om niet tegen de orders van de regeering in te gaan. Tegen den- volgenden avond waren allen gereed. Het hoofd van de communisten ging met. enkele soldaten door het klooster, om zich ervan te overtuigen, dat allen gehoor zaamd hadden. Wij gingen uiteen. Ik had een goed tehuis gevonden bij een vriend, en wachtte daar de gebeurtenissen af. Eenigen tijd later vernam ik, dat al mijn medebroeders gevangen genomen waren, en ook nu nog zuchten zij in de gevange nis van Totana. Tot mijn groote verwonde ring ontving ik bezoek van de moeder van den dokter, die mij om vergiffenis vroeg voor haar ongelukkige zoon. Hij zelf had bittere gewetenswroeging over zijn handel wijze ten opzichte der Paters. Na een kort verblijf bij mijn vriend ver trok ik naar Benisa, mijn geboortstad, waar ik mijn intrek nam bij mijn broer. Ondanks de gebeurtenissen omringden de bewoners mij met de grootste liefde. In de eerste dagen van September ech- bouw en inrichting zullen bedragen f 149.000. Ingevolge het advies van de directie der lichtfabrieken heeft de raad in meerder heid de voorkeur gegeven aan het olieloo- ze systeem volgens de Duitsche Siemens- aanbieding, zoowel om den prijs als om het brandvrije en explosievrije bluschme- dium. Gewijzigde politiek gevraagd met betrek king tot de bakkerij-grondstoffen. De Nederlandsche vereeniging van werk gevers in het bakkersbedrijf deelt mede, dat in de algemeene ledenvergadering, wel ke op Donderdag 11 Februari j.L te 's-Gra- venhage werd gehouden, met algemeene stemmen een motie, welke ter kennis van de bevoegde regeeringsinstanties zal wor den gebracht, is aangenomen en waarvan de inhoud hieronder volgt: De Nederlandsche vereeniging van werk gevers in het bakersbedrijf, in algemeene vergadering bijeen te 's-Gravenhage op Donderdag 11 Februari geconstateerd heb bende, dat de prijs van de binnenlandsche tarwe thans is gestegen tot ver boven den richtprijs, besluit met algemeene stemmen er bij de regeering op aan te dringen thans oogenblikkelijk over te gaan tot opheffing van het maalgebod, intrekking van de mo nopolie-heffing op tarwe en ter vervan ging van het huidige systeem van crisis maatregelen ten behoeve van den tarwe- steun in te stellen een divergeerend in voerrecht op tarwe en tarwe-producten, zulks ter bescherming van de belangen van den akkerbouw in geval de tarweprijs zou zakken tot beneden den huidigen richtprijs. Besluit voorts er by de regeering met den meesten klem op aan te dringen, de crisisheffingen op andere bakkerij-grond stoffen, in casu melkpoeder, vetten en oliën te verlagen, zulks aangezien zij vreest, dat een te hooge broodprijs nood zakelijkerwijze zal leiden tot vermindering der consumptie. De naam van station SoestdJjk blijft. In verband met een door den burgemees ter van Baarn ondernomen poging om den naam van het station Soestdijk veranderd te krijgen, vernemen wij thans, dat deze benaming onveranderd zal worden gehand haafd. Nederlandsche Katholiekendag. Op voordracht van den Centralen Raad van de R.K. Standsorganisatie voor den Werknemenden Middenstand heeft Z. H. E. den Aartsbisschop tot lid van het Hoofd bestuur der Nederlandsche Katholiekenda gen benoemd, de heer P. J. de Vos te Rot terdam, penningmeester van den Centralen Raad en voorzitter van het Diocees Haar lem van de W. M. ter gaf het gemeentebestuur, onder de indruk van de gruwelen, die in vele plaat sen tegen priesters en kloosterlingen ge pleegd werden, mij den raad om met een groep verdachte burgers naar Alicante te vertrekken. „Gij kimt nog beter gevangen zijn te Alicante zoo zeiden zij mij dan hier in vrijheid". „Vannacht zullen wij 52 van uw medebroeders fusilleeren". De meest schokkende oogenblikken van mijn verblijf in Spanje heb ik meegemaakt in Alicante, toen wij voor de rechtbank verhoord werden. Nooit zal ik de beestachtige wreedhe den, beleedigingen en bedreigingen van die dagen vergeten. Onder donderend lawaai werden wij verhoord. Ik trachtte mijn kalmte te bewaren en rustig op de vragen van het Comité te antwoorden. Het gehuil van de razende bolsjewisten overstemde onze woorden. Ik stond op en met luide stem riep ik uit, dat ik weigerde een derge lijke behandeling te ondergaan. Woedend stormde een van de ondervragers op mij af en schreeuwde mij in het gezicht: „Van nacht zullen wij 52 van uw medebroeders fusilleeren". „Waarom ondervraagt gij ons dan hernam ik als ons lot toch beslist is? Spaar ons deze infame comedie". Men vroeg mij, of ik Pineda was, en toen ik bevestigend antwoordde, dat dit inder tijd mijn naam in de wereld was geweest, werd ik weggeleid. Ik zou later onder vraagd worden. Een half uur later werd ik weer binnengelaten. Het tooneel was nu veranderd. Nederig maakte men veront schuldigingen; men deelde mij mede, dat mijn onschuld vaststond, en dat ik als vei ligheidsmaatregel naar het kasteel van Santa Barbara gebracht zou worden, tot dat men nieuwe orders van hooger hand zou gekregen hebben. Op het kasteel van Santa Barbara. In het kasteel, dat in een gevangenis her schapen was, vond ik honderden mannen en vrouwen, die gearresteerd waren, om dat zij niet sympathiseerden met de bolsje wisten. Velen waren alleen gevangen genomen, omdat zij Katholiek waren. In deze dagen schreef ik naar de Procu reur Generaal van de Orde te Rome, die door bijzondere relaties mijn invrijheids- stelling wist te bewerken. Na vijftien dagen gevangenschap kon ik weer naar een neef in Alicante gaan. Het Comité van Benisa bezorgde mij een vrij geleide met de handteekening en het zegel van den Minister van Buitenlandsche Za ken, die de volgende aanbeveling bevatte: „Alle overheden moeten de bezitter van dit vrijgeleide helpen de Fransche grens te be reiken om Spanje te verlaten voor een spe ciale opdracht van de regeering". Gered, op een medaille na Ik zag mij reeds in vrijheid en vertrok op den vooravond van het Kerstfeest. Ik arriveerde in Port Bou, het laatste station voor de grens. Met een gerust hart liet ik al mijn bagage visiteeren. Twee gewapen de soldaten vroegen mij de inhoud te laten zien van mijn portefeuille. Zeker van mij zelf nam ik haar uit mijn zak. Nu had ik mijn papieren in mijn portefeuille samen gebonden met een elastiekje, waaraan een medaille hing van het Heilig Hart. Onmid dellijk grepen de soldaten de medaille en vroegen: „Wat is dat voor een ding?" „Het is een heilige afbeelding!" antwoordde ik en kustte de medaille. Had ik dat maar iiiet gedaan! Ik werd uit de trein geslin gerd als een zak koopwaar en naar de eer ste de beste politiepost gebracht, vanwaar ik na verhoor naar Barcelona werd over gebracht. Ik toonde mijn vrijgeleide, maar de an archisten lachten erom. Het zegel van het Ministerie van Buitenlaandsche Zaken van Madrid had voor hen geen waarde. Intus- schen deed ik een beroep om verhoord te worden door het Comité van de F.A.I. (De Anarchistisch Iberische Federatie). Dit werd toegestaan. „Ik ben een kloosterling" Het hoofd van het Comité vroeg mij of ik vroeger Generaal Overste was geweest en ik loochende het niet. Ik zeide, dat ik een kloosterling was, Pater Melchior van Benisa. Als het een misdaad was, dat ik mij aan den Heer had gewijd, dan moest men mij maar fusilleeren. Mijn geweten was gerust. Toen gebeurde het wonderlijke De rechters trokken zich terug om over mij te beraadslagen, en bij hun terugkeer deelden zy mede, dat ik zoo spoedig moge lijk Spanje moest verlaten. Ik werd naar het station gebracht om de trein te nemen naar Frankrijk. In Marseille trof ik een van mijn mede broeders, die mij een pas bezorgde voor Italië, zoodat ik veilig ons klooster te Rome kon bereiken". NED. OOST-INDIE GAJO-ER PLEEGT AANSLAG OP KAPITEIN. Aneta seint uit Buitenzorg: Een gewa pende Gajo-er (inwoner van West-Atjeh) pleegde op 8 Februari j.l. een aanslag op den kapitein der infanterie G. H. Gortmans in de passanggrahan te Pendeng (Atjeh). De aanslag mislukte, doch de dader werd gevat. De Gajo-er sprong op 9 Februari tijdens zijn transport in een ravijn, waar bij hij werd gedood. RECHTZAKEN WEGENS ZAVARE MISHANDELING TOT VIER JAAR STRAF VEROORDEELD. De Rechtbank te Middelburg heeft uit spraak gedaan in de zaak tegen den 22- jarigen arbeider J. G. Maat uit Nieuwdorp onder 's-Heer-Arendskerke, die op 13 De cember te Goes tijdens een oneenigheid in een café den 27-jarigen N. Mieras zoodanig mishandeld heeft, dat de man vrijwel on middellijk overleden is. De rechtbank veroordeelde den man tot vier jaar gevangenisstraf met aftrek der preventieve hechtenis. De officier van Jus titie had een gevangenisstraf geëischt van zeven jaar. BRANDSTICHTING EN UITLOKKING VAN BRANDSTICHTING. Overeenkomstig den eisch heeft de recht bank te 's-Hertogenbosch een vrouw uit Eindhoven veroordeeld tot een voorwaar delijke gevangenisstraf van een jaar, met drie jaren proeftijd, wegens brandstichting in haar woning, gepoogd op 13 April van het vorige jaar. De woning was geheel uitgebrand. Een 32-jarige bakker, die haar had ge wezen, hoe zij den brand moest stichten, werd. tot twee jaar met aftrek van het voorarrest en ter beschikkingstelling ver oordeeld. Tegen hem was vier jaar ge- eischt. ONEENIGHEID GROEIDE TOT EEN.... WATERTOREN. Procureur-generaal bij Hooge Raad van oordeel, dat toren verwijderd moet worden. De procureur-generaal bij den Hoogen Raad, mr. Besier, heeft geconcludeerd tot verwerping van het cassatie-beroep van ir. J. van Stolk, te Berg en Dal, bij Nijmegen, in de procedure betreffende de watertoren, die ir. Van S. had laten bouwen op zooda nige plaats, dat deze toren het uitzicht uit de woning van jhr. mr. H. van der Goes belemmerde. De pleidooien in deze kwestie werden 29 Januari jl. gehouden. In herinnering zij gebracht, dat jhr. Van der G. een vorde ring tot verwijdering van de toren had in gesteld op basis van „onrechtmatige daad", doordat deze toren zou zijn opgericht zon der redelijk doel, alleen om eischer te pla gen, daar beide heeren ook oheenigheid hadden over een voetpad achter het huis van jhr. Van der G., dat deze voor ir. van S. had afgesloten, waarna de laatste uit wraak de toren zou hebben opgericht. De torenliefhebber beweerde echter, dat hij dit hooge gebouw noodig had ter vermeer dering van den druk op het water, waar mede hij zijn tuin besproeide. De rechtbank te Arnhem had de onrecht matige daad niet erkend en de vordering afgewezen, waarop jhr. Van der G. in hooger beroep ging bij het gerechtshof te Den Bosch, dat met vernietiging van het vonnis der rechtbank de oorspronkelijke eisch toewees, op grond, dat het er niet toe doet of de toren een redelijk belang vertegenwoordigt en dat alleen de bedoe ling van den bouw een rol speelt, welke bedoeling geen andere zou zijn dan den buurman te benadeelen. Dit bleek o.m. uit het feit, dat eerst de strijd was gevoerd met een paal met lappen er aan om zoo doende het uitzicht te belemmeren, welke paal echter op last van hoogerhand was verwijderd. Ir. Van S. ging daarop zooals gezegd in cassatie en nu komt de conclusie tot verwerping van het cassatie-beroep, heden genomen, hierop neer, dat de beslissing over de afwezigheid van een redelijk be lang voor ir. Van S. bij de later op de waterleiding aangesloten toren van feite lijke aard is en derhalve in cassatie niet aantastbaar. De Hooge Raad zal op 2 April arrest wijzen. VLOOG VLIEGER TE LAAG? Eerste-luitenant vrijgesproken. Het Hoog Militair Gerechtshof heeft uit spraak gedaan in de zaak tegen den eersce luitenant vlieger P. J. E. J., die door den Krijgsraad te 's-Hertogenbosch was ver oordeeld tot een geldboete van twintig gul den, subsidiair tien dagen hechtenis, we gens „het de luchtvaart uitoefenen op zoo danige wijze, dat de openbare orde of vei ligheid wordt verstoord of in gevaar ge bracht" (te laag vliegen) Het Hof verklaar de, het ten laste gelegde niet wettig en overtuigend bewezen en sprak beklaagde vrij. DRIE KWAKZALVERS STAAN TERECHT Slaolie in de ooren en massage met gekookte uien. Drie gevallen van het onbevoegd uitoefe nen der geneeskunde bij mensch en dier behandelde de Bossche Rechtbank. C. H. A. te Eindhoven heeft geruimen tijd aldaar ongevoegd de tandheelkunde uitgeoefend. Deswege was hij door den kan tonrechter veroordeeld tot een maand ge vangenisstraf subs, 100.boete en tot een voorwaardelijke straf van een maand, subs. 200.boete. Tegen dit vonnis heeft A. appèl aangeteekend. Getuigen kwamen verklaren, dat zij over de behandeling van A. tevreden waren. De officier van justitie was over ver- dachtes praktijken niet tevreden en eiscbte vernietiging van het vonnis van den kan tonrechter en een maand hechtenis subs. so.boete, alsmede voorwaardelijk een maand hechtenis subs, 200.boete, met dien verstande,' dat verdachte het beroep van tandarts zal staken. J. J. Z., eveneens uit Eindhoven, was spe cialiteit in het genezen van doofheid, knob- beljicht en rheumatische aandoeningen. Zijn eigenlijk vak was schilder. Als geneesmiddel voor doofheid gebruik te hij slaolie, die de patiënten in het oor werd gegoten. Voor rheumatieklijders pre fereerde hij massage met gekookte uien. De kantonrechter te Eindhoven heeft Z. veroordeeld tot drie geldboeten, ieder van 50.subs. 50 dagen hechtenis en drie geldboeten van 200.vporwaardelijk te vervangen door 3 x 30 dagen hechtenis. Ook deze verdachte heeft appèl aange teekend. De officier eischte tegen verdachte mede omdat deze zijn praktijken ge staakt heeft 3 maal 25.boete subs, 3 maal 25 dagen hechtenis en voorwaarde lijk 3 maal 100.boete subs. 3 maal 30 dagen hechtenis. Tenslotte eischte de officier van justitie tegen A. de V. wegens het onbevoegd uit oefenen der veeartsenijkunde, met vernie tiging van het vonnis van den kantonrech ter te Eindhoven, hetwelk inhield 100. boete subs. 1 maand hechtenis, 50.boete subs, een maand hechtenis. „Volk" DIEFSTAL VAN KONIJNEN. Voor de Haarlemsche Rechtbank stond terecht G. J. B. uit Haarlem terzake van diefstal. Verdachte had op 16 Dec. j.l. des avonds uit de schuur van den heer Th. v. d. V. in de Haarlemmermeer (een kennis van verd.) door middel van een schroevendraaier het slot van de schuur verwijderd door de houtschroeven er uit te draaien. Armoede was volgens verd. de drijfveer. Een rapport over verd. luidde zeer ongunstig en kon geen voorwaarde lijke straf te adviseer en. Een voorwaardelijke straf van 6 maan den wegens rijwieldiefstal met 3 jaar poreftijd is nog gaande. Aan het verzoek van verd. om een voorwaardelijke straf kon niet worden voldaan. De Officier van Justitie eischte tegen verd. 6 maanden ge vangenisstraf. Overeenkomstig den eisch werd verd. veroordeeld. VERBREKING VAN EEN HUWELIJKSBELOFTE Een Rotterdamsch koopman had aan een Dortmundsche jongedame en zij aan hem de belofte van trouw gedaan, wel ke beloften waren gevolgd door aangifte des huwelijks bij den ambtenaar van den burgerlijken stand, door wiens zorg het huwelijk werd afgekondigd. Doch voor den huwelijksdag verbrak de bruidegom zijn trouwbelofte, zoodat dit huwelijksbootje niet kon uitvaren. De bruid had inmiddels voor haar rekening allerlei meubelen, linnengoed, tafelzil ver, glas, aardewerk, keukengerei enz. en tevens de bruidskleeding e.d. aangeschaft en zij vorderde op grond van art. 113 lid 2 van het burgerlijk wetboek schadever goeding. Rechtbank en Gerechtshof te 'sGraven- hage verklaarden evenwel de eischeres in haar vordering niet-ontvankelijk. Het Hof overwoog daarbij, dat naar de geschiede nis van art. 113 aantoont, de wetgever heeft willen breken met iedere verbindende kracht, vroeger hier te lande aan trouwbe loften toegekend en dan ook ieder bedrag tot schadeloosstelling uit hoofde der niet- vervulling van de beloften heeft nietig verklaard, waarop slechts een uitzondering is gemaakt in het geval vermeld in lid 2 Van art. 113 „kennelijk omdat het dan niet bij beloften is gebleven doch aan die be lofte reeds uitvoering is gegeven". Laatstbedoeld geval achtte het Hof niet aanwezig, waar vaststond, dat de bedoelde goederen waren aangeschaft voor de aangifte des huwelijks, zoodat het in dezen geleden verlies, naar 'sHofs oordeel niet voor schadevergoeding in aanmerking kan komen, zelfs al stond vast hetgeen door den ex-bruidegom werd betwist dat de ex-bruid schade had geleden. De Dortmunsche ging daarop in cassa tie bij den Hoogen Raad, welk college van oordeel bleek, dat de strekking der wet duidelijk is, dat, slechts wanneer door aan gifte en afkondiging als voormeld de ernst van de partijen huwelijksplannen is ge bleken, de verbreking der trouwbelofte de verplichting tot vergoeding der volledige schade doet intreden, welke in het vroe gere recht aan verbreking van iedere trouwbelofte was verbonden. Bij de door het Hof toegepaste wetsuit- legging zou, aldus overwoog de Hooge Raad, het wetsvoorschrift welhaast nim mer toepassing kunnen vinden. Uit de aan gifte en de afkondiging des huwelijks was hier gebleken, dat een vertrouwen op de huwelijksbelofte ook vóór de aangifte al leszins gerechtvaardigd was, terwijl daar enboven bij de opvatting van het Hof art. 113 lid 2 zoo goed als alle beteekenis zou missen, daar in dergelijke gevallen het hu ren van een woning en het koopen van meubelen enz. niet plegen te gescheiden in het veelal korte tijdsverloop, gelegen tusschen aangifte en afkondiging des hu welijks en het sluiten daarvan. De Hooge Raad vernietigde op grond van een en ander het arrest en wees de zaak om formeele redenen terug naar het Haag- sche gerechtshof ter verdere berechting. WILT U IETS WETEN? Vraag: Hoe kan men een verregende hoedenveer opknappen? Antwoord: Houd de veer boven den stoom van een ketel kokend water. Vraag: Hoe kan men een slaolie-vlek verwijderen uit een cocosmat? Antwoord. Behandel de vlek met zeepsop en daarna met schoon water. Is de vlek zeer groot behandel de mat dan egaal met zeepsop. Vraag: Hoe kan men glaspapier van de ramen verwijderen? Antwoord. Verwijder het glaspapier met spiritus. Vraag: Hoe kan men een limonade- vlek verwijderen uit een licht blauwe zij den jurk? Antwoord: Behandel de vlek met een weinig zout water of alcohol.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1937 | | pagina 6