VRUDAG 12 FEBRUARI 1937 DE LEIUSt'HE COURANT CERDE BLAD - PAG. 9 VQAGEM OVED OriJ GELOOF Vraag 152. We lezen in de Evangeliën, dat Jesus aan drie menschen, aan het doch tertje van Jaïrus, aan den jongeling van Naïm en aan Lazarus den weldaad van de ten-leve n-o pwekking heeft bewe zen. Was dat eigenlijk wel een w e 1- d a a d? Ze waren toch zeker uitverkoren zielen, en na hun dooa eeuwig gelukkig; nu moesten zij na hun opwekking weer op nieuw ais menschen met vrijen wil hun best doen om de eeuwige zaligheid te be reiken. En bovendien: als de dood een straf is was het dan voor hen niet erger dat zij tweemaal die straf moesten ondergaan? Antwoord. We kunnen wel veilig aan nemen, dat Lazarus in Gods genade ge storven was, maar volkomen zekerheid hierover bezitten we niet. Wat we wei zeker weten is, dat hij na zijn dood niet het bizonder oordeel heeft ondergaan. Want na het bizonder oordeel is het voor den mensch onverbiddelijk beslist, of hij eeuwig gelukkig of eeuwig ongelukkig zal zijn. Dit leert het geloof Welnu, omdat van glip eeuwigheid vaststond, dat Lazarus na zijn verrijzenis nog een tijd zou doorbren gen op aarde om zijn eeuwige zaligheid te verdienen, is hij na zijn (eerste) dood niet door God geoordeeld Zijn ziel verbleef toen dus niet in den Hemel; in ^eder geval zijn ziel genoot niet de eeuwige gelukzaligheid; Waar zijn ziel dan wel verbleef kunnen we niet zeggen: dit is ons niet geopenbaard; zelfs weten we niet, of zijn ziel toen zich bewust was van haar toestand, of zich be vond in een soort van bewusteloosheid; in ieder geval hebben de evangelisten daar van niets geschreven. Inderdaad is de dood een straf voor den mensch. Maar we moeten hierbij niet ver geten, dat het heel natuurlijk is voor den mensch, dat hij sterft. God had aan de eerste menschen de onsterfelijkheid van het lichaam gegeven als een buitennatuurlijke gave. Door de zonde is die buiten natuur lijke gave hem ontnomen. Dat Lazarus tweemaal onderworpen is geweest aan die straf was het noodzakelijk gevolg van het feit dat Christus hem ten leven opwekte. En dit was inderdaad een weldaad, zoowel voor Lazarus zelf, die daardoor een lang duriger leven verkreeg als voor zijn zus ters en zijn vrienden. Hierbij mogen we nog opmerken, dat het eerste doel van Christus' wonderen niet is geweest: het bewijzen van' stoffelijke wel daden, maar het bevestigen van Zijne goddelijke zending, d.w.z. de waarheid daarvan bewijzen. Wat hierboven is gezegd van Lazarus geldt ook van den jongeling van Naïm, en het dochtertje van Jaïrus. Vraag 153. Voor het verdienen van een aflaat wordt soms vereischt, dat men „bidt tot intentie van Zijne Heilig heid den Paus". Hoelang moet men dan bidden, om de aflaat te verdienen? Welke gebeden moet men dan bidden? Of is men dan vrij in zijn keuze? Antwoord. Niet „s o m s", maar „g e- w o o n 1 ij k" wordt voor het verdienen van een volle aflaat een gebed tot intentie van Z.H. den Paus vereischt, een gebed dus vol gens de m e e n i n g van Z.H en die is dan: tot verheffing der Katholieke Kerk, tot uitroeiing der ketterijen, de bekeering der zondaren, den vrede en de eendracht onder de Christenvorsten, en de andere noodwendigheden der Christenheid. Dit gebed moet altijd een mondgê- bed zijn, dus een gebed met den geest al leen, een overweging, volstaat niet; wel mag het door meerderen afwisselend worden gebeden (b.v. een Litanie, psalm enz.), of door één worden voorgebeden, terwijl de anderen aandachtig volgen. Soms worden bepaalde gebeden voorgeschreven. Wanneer geen bepaalde gebeden zijn voorgeschreven, dan mogen deze naar eigen keuze worden genomen. Wat de h o e- veelheid en de duur der gebeden betreft, heeft Pius XI den 20sten Sept. 1933 bepaald, dat het voldoende is om één maal Onze Vader, Wees ge groet en Eere aan denVader te bidden, of een ander gebed van gelijke tijdsduur. Hiermee volstaat men b.v. voor het verdienen van den vollen aflaat ver bonden aan het Gebed voor het Kruisbeeld na de H. Communie. Voor één soort van aflaten echter moet een uitzondering worden gemaakt, n.l. voor de zoogenoemde totiesquotie s-a f- laten, d.w.z. die aflaten, (volle aflaten), die men verdient zoo dikwijls men een kerk bezoekt; dan zijn deze gebeden bepaald, n.L zesmaal Onze Vader, Wees gegroet en Eere aan den Vader die men niet door andere gebeden mag ver vangen. Dit is b.v. het geval met de Por- tiuncula-aflaat (op 1 en 2 Augustus of daar op volgende Zondag) en de aflaat voor de geloovige zielen op 1 en 2 November. Nog kan worden opgemerkt, dat meer malen wordt voorgeschreven, dat deze ge beden moeten worden verricht t ij d e n s het kerkbezoek; staat dit er niet uitdruk kelijk bij. dan kan men ze ook elders bid den, maar dan moet tijdens het kerkbezoek toch iets worden gebeden. Vraag 154. Wat is het verschil tusschen „v a s t e n" en „o n t h o u d i n g"? Welke katholieken zijn verplicht onder groote zonde te vasten? Kunt U mij een beknopte samenvatting geven van het be grip „v a s t e n"? Antwoord. U schrijft, dat het U geble ken is, dat de meeste katholieken geen onderscheid weten tusschen vasten en onthouding, of, in elk geval niet weten, dat men op sommige dagen ver plicht is te vasten. Dit is, geloof ik, wel te sterk uitgedrukt. Misschien dat er heel veel zijn, die dat verschil niet met zooveel woorden kunnen formuleeren, maar het practisch toch wel weten In elk geval weet ce goede katholiek wel, dat hij op de dagen van de groote Vasten maar één vollen maal tijd mag gebruiken. Als U echter schrijft, dat vele katholieken uit uw omgeving op dit puni onwetend zijn, dan is het wel van belang uw vragen hier te beantwoorden, en, omda' de groote Vas ten is begonnen, nog vóór andere ingezon den vragen, die nog op een antwoord wach ten. De Kerk legt aan alle katholieken, die hun 21ste jaar voleind hebben (dus vanaf den dag, waarop zij 21 jaar worden) en hun 60ste jaar oog met zijn ingetreden (dus tot aan den dag, waarop zij 59 jaar oud worden) de plicht op, sommige dagen te vasten, d.w.z., zij mogen op die dagen slechts eenmaal een vollen maaltijd gebruiken, 's avonds een zoogenaamde col latie (eenige boterhammen met wat kaas, een ei of een stukje visch) en 's morgens een stukje brood; de volle maaltijd mag ook worden/omgewisseld met de collatie. Zulke dagen heeten vastendagen, b.v. alle weekdagen van de groote Veertigdaag- sche Vasten. De Kerk gebiedt aan allen, die hun 7de jaar voleind hebben, op sommige dagen zich te onthouden van vleesch en jus uit vleesch. Zulke dagen zijn b.v. alle Vrijdagen van het jaar. Nu hoort men dikwijls zeggen: „Morgen is het vastendag", terwijl men bedoelt: ,,'t Is onthoudingsdag, magerdag". Een magerdag kan met een vastendag samenvallen, zooals b.v. alle Vrijdagen in de groote Vasten. Ook alle Quatertemper dagen zijn tegelijk vasten- en mager-dagen. Als een vastendag niet tegelijk mager dag is, mogen zij, die moeten vasten, slechts eenmaal per dag vleesch (jus uit vleesch) gebruiken," en wel alleen bij de hoofd maaltijd. Zoowel de vastenwet als de onthoudings- wet verplichten onder zware zonde. Men maakt zich echter alleen aan zware zonde schuldig, als men deze wetten wetens en willens aanmerkelij k overtreedt. De overtreding is slechts dagelij ksche zonde, wanneer men zonder reden slechts een klei ne hoeveelheid van de verboden spijs neemt. Ik zeg: zonder reden. Want wanneer men b.v. op een magerdag een spijs heeft, waarin eenige kleinere stukjes spek zijn achtergebleven, dan mag men die spijs toch nemen. Men moet het met de Kerkelijke Wet wel ernstig nemen, maar zich van den anderen kant wachten voor al te groote angstvalligheid. Natuurlijk kan men zoowel van de Vas ten als van de Onthoudingswet om wettige reden ontslagen zijr. Voor een volledige beschrijving van de Vasten- en Onthoudingswet verwijzen wij U naar het aanhangsel van de Katechismus. Vraag 155. In het Evangelie van het bruiloftsmaal wordt verhaald, dat, na de weigering van de eerstgenoodigden, de ar men en ongelukkigen van de wegen en kruispunten werden „gedwongen" om binnen te treden. Toen zag de heer er een zitten zonder bruilofskleed. Deze werd toen „in de uiterste duisternis" geworpen. Maar hij was toch niet schuldig, omdat hij toch ook was „gedwmgen" erin te gaan? En hij werd nog wei aangesproken met „vriend"! Antwoord. Het tweede deel van de pa rabel over het bruiloftsmaal is een duide lijk toespeling op het laatste oordeel, waar ook de goeden van de slechten zullen ge scheiden worden. In de brudoftszaal waren meerdere slechten (Mt. XXII 10) en slechts één wordt als voorbgeld gesteld. In zoo verre heeft de gelijkenis veel overeen komst met die van het vischnet, waarin goede en slechte visschen zijn, en pas na de vangst heeft de schifting plaats. Om eenmaal deel te mogen hebben aan het eeuwige bruilofsmaal in den Hemel moet men het Kleed der heiligmakende ge- 'nade dragen, hetgeen hiei wordt aangeduid met het dragen van het bruilofskleed, het feestkleed: en die gedachte geeft in de parabel den doorslag. Hóe en waar die gast ervoor had moeten zorgen, dat hij een feestkleed had, wordt hier niet verder ver haald: er wordt slechts verondersteld, dat hij tijd had om behoorlijke kleeding aan te trekken, zoodat de heer de slordigheid van dien gast opvatte als een blijk van verach ting vjor zijn feest. Dat hij werd aangesproken met „v r i e n d", verzacht wel schijnbaar het verwijt, maar daarom ju^st verraadt de vraag van den heer den ontzettenden ernst van het verwijt Ook Judas werd in den hof van Olijven door Christus aangespro ken met „vriend". Nog een groot aantal vragen moesten blijven liggen. Maar alle krijgen ze hun beurt. Correspondentie-adres: Mr. A. Diepen- brock, pr.. Seminarie „Hageveld" Heem stede. GEMENGDE BERICHTEN BOTSING TUSSCHEN TWEE AUTO'S. Een der inzittenden overleden. Gisteravond zijn op den Bredaschen weg, bij het kruispunt Gilze-Rijen, twee auto's met elkaar in botsing geweest, hetgeen een inwoner uit Teteringen het leven heeft ge kost. Bij genoemd kruispunt reed een auto, bestuurd door zekeren Theeuwes uit Tete ringen.. tegen een vrachtauto van de A.T.O. doordat laatstgenoemde wagen plotseling stopte De botsing was zoo hevig, dat de naast Theeuwes in de cabine zittende Chr. j Oomen, eveneens uit Teteringen, uit den wagen werd geslingerd. Zwaar gewond bleef de man op den weg liggen. Het slacht offer is naar hel St. Ignatiusziekenhuis te Breda overgebracht, waar hij kort na aan komst is overleden. Theeuwes werd ernstig aan de hand gewond. AUTOBUS EN VRACHAUTO IN BOTSING. Twee gewonden. Te Maartensdijk is gisteren op den Hoo- gen dijk een autobus van den dienst Hil versumUtrecht aangereden door een vrachtauto, welke met steenen was gela den. De bus, die in de richting Utrecht reed, stopte op dat moment om een passa gier bij den tol op te nemen. De bestuurder van de vrachtauto heeft dit waarschijn lijk te laat opgemerkt, met het gevolg, dat hij met zijn wagen in volle vaart op de bus inreed. De vrachtauto werd ernstig be schadigd, terwijl de bus er met een paar gebroken ruiten en een lichte beschadiging aan de achterzijde van de carosserie af kwam. Een passagier van de bus en een in zittende van den vrachtwagen werden licht gewond door glassplinters. WONING TE LEEMHORST INGESTORT. Vader en driejarig kind gewond. In het gehucht Leemhorst onder Tege- len is de achterbouw van de woning van den arbeider J. E. geheel onverwachts in gestort. De arbeider, die op het binnen plaatsje stond, werd door vallende brok stukken getroffen, terwijl zijn driejarig zoontje, dat hij op den arm had, onder de brokstukken werd bedolven. Toegeschoten omwonenden slaagden .er Spoedig in het kind te bevrijden. Nadat geneeskundige hulp was geboden, bleek dat beiden vrij ernstige kwetsuren hadden bekomen. Het gezin heeft thans een andere woning be trokken; aangezien verdere instortingen niet onmogelijk worden geacht, zijn ook dei andere woningen van het uit vier woningen bestaande blok ontruimd. BEWUSTELOOS LANGS DEN WEG GEVONDEN. Door een patrouille der Kon. Mareohaus- see werd in den nacht van Dinsdag op Woensdag op den rijksweg nabij Swalmen de 41-jarige loonslager L. v. L. uit Roer mond, die in Swalmen woont, bewusteloos tusschen rijweg en rijwielpad gevonden. De marechaussees, die dachten, dat de man onder drankinvloed verkeerde, brachten hem naar zijn woning, waar hij te bed werd gelegd. Toen hij echter bewusteloos bleef, werd een geneesheer ontboden, die een schedelbreuk constateerde. In den loop van den dag is v. L. overleden. Een onderzoek naar de doodsoorzaak is thans gaande. BRAND IN EEN LADDERFABRIEK EN BEZEMBINDERIJ Veel schade aangericht Vannacht te ruim twee uur is brand uit gebroken in de opslagplaats en werkplaats van de ladderfabriek en bezembinderij van N. L. van der Hoeff aan den Toerijstuin te Rotterdam. Deze Toerijstuin is slechts ongeveer twee en een hal ven meter breed terwijl de panden die zeer oud zijn, vrij grillig ge legen zijn en onderling door gangetjes en slopjes met elkander verbonden zijn. Spoe dig sloeg uit het geheele rijtje panden een dikke rook naar buiten en de brandweer, die aanvankelijk, met weinig materiaal was uitgerukt, doch later op het alarm „groote brand" spoedig met veel materiaal ter plaatse was. had dan ook geen gemakkelij ke taak. Men had groote moeite om den vuurhaard te ontdekken, zoodat de brand weer eerst na geruimen tijd het vuur in den vollen omvang kon bestrijden. Men had een zeer groot aantal slangen van de slangenwagens en van den motorspuit uit gelegd, terwijl, daar er een oogenblik ge vaar bestond voor uitbreiding naar de zijde van de Hoofdsteeg, een aantal slan gen in de reserve gehouden werd. Men is er evenwel in geslaagd het vuur tot de steenen werkplaatsen, die achter en tusschen de huizen ingebouwd staan, te beperken. In het gebouw bevond zich een groote hoeveelheid hout voor de ladders, o.a. 40 a 50.000 sporten, alsmede een hoe veelheid rijshout voor de bezemfabricage. In dit brandbare materiaal vond het vuur zooals vanzelf spreekt, gretig voedsel. Te kwart voor vijf. kon de brandweer zeggen, dat zij het vuur meester was, De schade is aanzienlijk. De eigenaar was slechts laag verzekerd. DE OVERVAL TE BUDEL. De toestand van het slachtoffer is nog zorgwekkend. In verband met den overval te Budel op 9 dezer op de 69-jarige; weduwe Looimans kan nog worden medegedeeld, dat giste ren door de rfiarechaussee te Budel naar Roermond is gebracht de 22-jarige J. T. v, d. S. Na te zijn verhoord is hij verdacht van poging tot doodslag in het huis van bewaring opgesloten. Verdachte bekende reeds spoedig na zijn arrestatie. Hij zegde uit wraak te hebben gehandeld, omdat een schoonzuster van het slachtoffer eenige ja ren geleden den verdachte eens zou heb ben verraden. De vrouw, die naar het ziekenhuis te Weert is overgebracht, verkeert nog steeds in levensgevaar, meldt de „N. R. Crt.". DE OVERVAL OP EEN POSTAUTO TE DEN HAAG. Vermoedelijk een der daders gearresteerd. Er schijnt eenig licht te komen in den misdadigen overval op een postauto, welke voor eenige dagen in de J. P. Coenstraat te Den Haag heeft plaats gehad. Zoodra de ee.ste berichten omtrent dezen overval in de pers verschenen, waarin sprake was van een auto, welke in de buurt was gezin en waarvan het nummer bekend was, heeft een garagehouder van het Bleij- enburg zich bij de politie gemeld en mede gedeeld, dat op den avond van den overval een man bij hem was gekomen en een auto had gehuurd, welke beantwoordde aan de beschrijving, waarover de politie beschik te. In het bij de politie opgegeven nummer was echter een kleine afwijking. De garagehouder kon ook den naam van den huurder opgeven. Hij kon zich daarbij zeer goed herinneren, dat de man den wa gen kort na zes uur in de garage had terug gebracht. De politie volgde dit spoor en het gelukte haar den man, die den wagen gehuurd had, op te sporen. Het is een zekere J. H. E., die nog niet lang in den Haag is gevestigd en eigenlijk geen vast domicilie heeft. Hij vertoeft nu eens hier en dan weer daar. Hij was in den Haag nog nooit met de politie in aanraking geweest, doch een voorloopig onderzoek wees uit, dat hij in andere gemeenten min der gunstig bekend staat. Toen de politie erin geslaagd was E. op te sporen, werd hij gearresteerd en op het hoofdbureau van politie verhoord. Hij ont kent echter hardnekkig iets met den over val uitstaande te hebben. Wel gaf hij toe iets, wat hij ook kwalijk ontkennen kon, daar bij confrontatie de garagehouder hem herkende dat hij op den bewusten avond op het Bleijenburg een auto had gehuurd en daarmede eenige boodschappen had ge daan. De man wordt voorloopig in bewaring gehouden, aangezien de politie het vermoe den heeft, dat hij wel degelijk bij den over val betrokken is en men gelooft, dat de thans gearresteerde de chauffeur is geweest van de auto, welke in de J. P Coenstraat ten tijde van het misdrijf is gesignaleerd. Het onderzoek wordt vanzelfsprekend naarstig voortgezet en de politie hoopt thans deze geschiedenis binnenkort tot vol ledige klaarheid te kunnen brengen. HET MAASWATER STIJGT. Reeds stremming voor de scheepvaart. Naar uit Blerick gemeld wordt, is ten gevolge van het steeds wassende Maaswater de vaart voor schepen, welke hoog boven het watervlak liggen, gestremd. Schepen met hooger stand dan zes meter boven het watervlak dat zijn vooral de Rijnschepen, welke lading hebben ingenomen aan den kopentip te Born kunnen niet meer door de brug varen. Enkele schepen moesten reeds ten Noorden van de brug voor anker gaan. Het water stijgt nog steeds. GEVAARLIJKE RECLAME VOOR GENEESMIDDELEN. Het Departement van Sociale Zaken deelt mede: Onder de vele vormen van reclame waar mede geneesmiddelen aan het publiek wor den aanbevolen komen ook de huis- aan huisbezorging voor, waarbij monsters ge neesmiddelen via de brievenbus aan de in woners worden verstrekt. Afgezien van het gevaar, dat in het al gemeen aan fiet ongecontroleerd gebruik van geneesmiddelen verbonden is, is een waarschuwend woord hier in het bijzon der op zijn plaats, daar zulke monsters ge makkelijk in handen van kinderen kunnen komen en door dezen, wanneer de genees middelen er smakelijk uitzien, b.v. als cho- colaadjes, in een hoeveelheid worden op gegeten, die gevaarlijk kan zyn, hetgeen trouwens ook reeds is voorgekomen. Daar om wordt aangeraden er op te letten, dat aan huis bezorgde monsters van geneesmid delen niet in verkeerde handen komen, in het bijzonder, dat ze niet door kinderen worden gesnoept. Fraude met havengelden ontdekt. De gemeentepolitie te Doesburg heeft bij het havenbedrijf aldaar onregelmatigheden geconstateerd, welke dateeren van 1934 en waarvoor de 65-jarige M., aan wien met ingang van 1 Januari jJ. op zijn verzoek eervol ontslag is verleend, verantwoorde lijk moet worden gesteld. De onregelmatigheden zijn op zeer bij zondere wijze aan het licht gekomen, meldt de „Tel.". Toen aan M. ontslag verleend werd als havenmeester, tevens controleur op de inning der bruggelden, overwoog het gemeentebestuur of op dezen tak van dienst bezuinigd zou kunnen worden door ver andering in de inrichting van het haven bedrijf. Voorloopig werd daarom aan de gemeentepolitie de inning van het haven geld opgedragen. De agenten zouden ,om beurten het werk verrichten. Daarbij bleek meermalen, dat de administratie niet ge heel in orde was. De inspecteur van poli tie, de heer J. H. Houwink, stelde daarom een nauwkeurig onderzoek in. Hierbij bleek, dat verschillende havengelden over de jaren 1934 tot en met 1936 niet ver antwoord waren. Naar uit het voorloopig ingestelde on derzoek blijkt, zou de gemeente voor eenige honderden guldens benadeeld zijn. De ha venmeester heeft bekend de niet verant woorde gelden ten eigen bate te hebben aangewend. Er gaan geruchten, dat hij zöu hebben aangeboden het tekort aan te zui veren. SPORT WIELRENNEN DE ZESDAAGSCHE TE ANTWERPEN Pijnenburg—Slaats winnaars Gistermiddag gaf de Amerikaan Wal- rhout op en toen tegen twee uur de Duit- sche koppelgenoot van Pellenaars, Schön, den strijd wegens voortdurende maagpijn moest staken, vormde onze landgenoot on middellijk met den Amerikaan een nieuw koppel, dat met twee ronden achterstand begon. Van de sprints van drie uur hadden Bil- liet en Guimbretière de eerste en tweede gewonnen, toen het NederlandschAme- rikaansche koppel er plotseling met een enorme snelheid tusschenuit trok om een ronde terug te nemen, wat inderdaad ge lukte. De sprints konden toen weer doorgang vinden en achteareenvolgens won Pijnen burg de derde en vierde en Buy se de vijf de sprint. Rustig werd het daarna niet. De Belgen Meerschaert en Verreycken waren de eeni- gen die op twee ronden achterstand van de leiders lagen. Zij namen hiermee natuur lijk geen genoegen en deden uitlooppoging op uitlooppoging om een ronde terug te winnen. Aanvankelijk gelukte dit niet; de overige koppels wezen hen met beslist heid terug, maar de Belgen wisten van geen ophouden, steeds maar weer probeeerden zij het en hun taaiheid werd tenslotte te gen vijf uur beloond, toen zij er werkelijk in slaagden een ronde te nemen, waardoor zij meteen op de zesde plaats nestelden door hun puntenaantal. Het werd toen langzamerhand stampvol. Ondanks de hooge prijzen stroomde het publiek de poorten van het Sportpaleis binnen en op de meest onmogelijke plaat sen klitten zij te zamen, om toch maar vooral niets van den strijd te missen. Maar er was geen strijd te zien. Er werd in een stevig tempo gereden, maar de renners hielden elkaar te veel in het oog, dan dat een enkele poging om strijd te ontketenen succes zou kunnen hebben. De wedstrijd leiders probeerden het toen met premies. Een premie van 3000 francs, die dagelijks PIJNENBURG EN SLAATS de winnaars van de Antwerpsche Zesdaagsche.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1937 | | pagina 9