DAGBLAD VOOR LEIDEN EN OMSTREKEN Bureaux: PAPENGRACHT 32, LEIDEN 28ste Jaargang WOENSDAG 10 FEBRUARI 1937 No. 8645 DE ABONNEMENTSPRIJS bedraagt bij vooruitbetaling: Voor Leiden 10 cent per week t 2.50 per kwartaal Bij onze Agenten 20 cent per week 2.60 per kwartaal Franco per post S 2.95 per kwartaal Het Geïllustreerd Zondagsblad is voor de Abonné's ver krijgbaar tegen betaling van 50 cent per kwartaal, bij vooruitbetaling. Afzonderlijke nummers 5 cent, met Geïllustreerd Zondagsblad 9 cent. TEL. INT. ADMINISTRATIE 935, REDACTIE 15 GIRONUMMER 103003, POSTBUS No. 11 DE ADVERTENTIEPRIJS BEDRAAGT: Gewone Advertentiën 30 cent per regel Voor Ingezonden Mededeelingen wordt het dubbele van het tarief berekend. TELEFOONTJES van ten hoogste 30 woorden, waarin be- betrekkingen worden aangeboden of gevraagd, huur en verhuur, koop en verkoop: 0.50 Dit nummer bestaat uit drie bladen. V Onze vlag Misschien dat er zijn, die de opmerking maken: er zijn in dezen tijd toch wel be langrijker kwesties voor de regeering, dan die over de kleuren van de vlag. Dit naar aanleiding van een gisteren gepubli ceerde mededeeling van den Minister van Binnenlandsche Zaken, dat,er binnen zeer korten tijd een Koninklijk Besluit te ver wachten is, waarbij het rood-wit-blauw wordt aangewezen en erkend als de kleu ren van onze nationale vlag. Zeker, belangrijker kwesties zijn er! Maar deze vlag-kwestie is toch zeker niet zonder belang. Als uiting van onze natio nale eenheid moet er één vlag zijn. Dat is redelijk. Als bij een nationale, een alge- meene feestviering het rood-wit-blauw hangt naast het oranje-blanje-bleu is dat geen verheffende uitdrukking voor de na tionale eenheid. Dit zal niemand tegen spreken. En vooral niet, als aan verschil van vlag ook verschil van gevoelens wordt verbonden of verondersteld; zooals ook al inderdaad geschiedde. Wij juichen het daarom toek dat de Re geering ten deze een beslissing neemt. Eft ook nemen wij gaarne hier met instemming over, wat gisteren de „Avondpost" schreef: „Het is jammer, dat de beslissing der Re geering niet eerder is gekomen. Dan zou den velen, die zich, onder den indruk der gevoerde act'-?, het oranje-blanje-bleu héb ben aangeschaft, ongetwijfeld het rood-wit* blauw hebben genomen. Wij verwachten volstrekt niet, dat zij al die vlaggen zul len verwisselen. Wij verwachten wèl, dat, wanneer dan binnenkort het Koninklijk, let wel: het Koninklijke Besluit is ver schenen, dat dus de handteekening draagt van onze Vorstin, elke actie tot vlag-ver- andering en tot aanbeveling van een vlag welke niet de officieele is, zal worden stop gezet. Dit is, meenen wij, een redelijke eisch. Daarom behoeft een stuk volks-initiatief nog niet te verdwijnen. Neen. Men kan gerust het vlaggen op-zich-zelf blijven propageer en. Want overbodig is dit nog niet. Er kan nog meer in deze rich ting worden gedaan en bereikt. Voor wat men reeds bereikt hééft, hebben wij eer bied. Het zou zeer zeker de verwarring ver- grooten, indien de beslissing van Kroon en Regeering straks zou worden aangevochten en wanneer men daarnaast een actie in an deren geest bleef voeren. Men legge zich dus bij het spoedig te verwachten besluit neer. En men schare zich onder „onze fiere driekleur", gelijk de Koningin haar in de laaste jaren bij meer dan één gelegenheid heeft genoemd, de driekleur, die eeuwen lang over de geheele wereld ons volk heeft vertegenwoordigd en waaronder wij ons een eervolle plaats in de samenleving der Volkeren hebben veroverd." DE VASTENBRIEVEN Z.H.Exc. de Bisschop van Breda houdt in zijn vasten-mandement voor, hoe in de kwellingen en ongerechtigheden van de zen tijd een Christelijke levenswandel red ding kan brengen: „Te midden van al de kwellingen en al de ongerechtigheden, die wij aanstipten, zijn de klaagtonen niet van de lucht, wee klagen over de slechte toestanden, over de verarming van het volk, jammeren van de deugdzamen over zedenverwildering, over verwaarloozing van godsdienstplichten, over afval van het geloof, over godloozen- beweging, over nieuwheidendom, over het alles-vernielend communisme. Bedenken wij echter wel, dat weeklagen en jamme ren geen betere toestanden zullen schep pen. Wij moeten de handen aan den ploeg slaan, eendrachtig samenwerken om de nooden van onze armen medemenschen te verhelpen, ails leekenapostolen optreden óm de zeden-misbruiken uit te roeien, om de menschen terug te houden en af te trek ken van de nationaal-socialistische bewe ging, van de godloozenbeweging, van het communisme en hen te vormen tot gods dienstige geloovigen en trouwe kinderen van de H. Kerk." En de Bisschop geeft dan nog o.m. dezen practischen raad: „Verder moeten wij ons aanpassen aan de ongunstige tijden en afzien van een weelderig leven. In den rijken tijd, waar in zonder veel moeite en inspanning grof geld werd verdiend, hebber velen de tering naar de nering gezet en het geld opge maakt, zooals het binnenkwam Nu voor al le standen de geldmiddelen veel minder toevoeleien, moeten zij naar de huidige in komsten hun levensstandaard inrichten en een eenvoudiger en soberder leven leiden. Het schijnt, dat sommigen zich aan dat le ven van eenvoud en soberheid moeilijk kunnen wennen. Blijven zij dan op den zelfden voet van vroeger voortleven, dan zal het gevolg zijn, dat zij zich diep in schulden steken, die nimmer meer kunnen aangezuiverd worden. Laten we verstandig zijn en in deze kommervolle tijden er al les op zetten om inkomsten en uitgaven in evenwicht te houden en geen goede sier te maken ten koste van anderen." De Bisschop van Roermond, dr. W. Lem- mens, houdt o.m. in zijn Vastenamendë- ment voor, dat de katholieken een moe ten zijn, één, ook in de politiek: Een zaak, B. G., is zeker, de machten, die geloof en zeden, godsdienst en Kerk belagen, zijn fel en satanisch. Het geza menlijk Episcopaat heeft in den loop van dit jaar nog eens zoo ernstig mogelijk ge waarschuwd en open en duidelijk gespro ken. Wij zelf, als Bisschop van het ka tholieke Limburg, dat helaas ook in eigen boezem bedreigd wordt, hebben na veel gebed en beraad, nog eens apart krachtig Onze stem verheven tegen de aanhangers van de Nationaal-Sócialistisch Beweging, die bewust of onbewust het erfdeel onzer vaderen in gevaar brengen. Wij meenden, als verantwoordelijke herder Uwer zielen, niet langer meer te mogen aarzelen, en, al is dat voor Ons vaderhart nog zoo zwaar, openlijk te moeten spreken van valsche profeten, van wolven in schapen vacht. Nog eens herhalen Wij dat harde maar ware woord: „Wie niet met Mij is, is tegen Mij". De ernst der gevaren, het gewicht der geestelijke belangen, die op het spel staan, de onoverzienbare ruine, die te vreezen valt, dwingen Ons de tegenstel lingen klaar te doen blijken. Wie met Christus wil zijn, hij blijve één met ons allen, trouw aan het geestelijk gezag, trouw aan den herder, door Christus over de kudde gesteld. Dus één! Laat ons maar duidelijk spre ken: één, ook in de politiek. Dezen zomer wordt een gewichtige strijd gestreden. De uitslag van dien strijd zal een mijlpaal zijn, die ofwel een vast uitgangspunt en een waarborg beteekent voor de toekomst, ofwel een gevaarlijke en misschien ramp zalige toekomst inzet. Willen we met ver trouwen dien tijd tegemoet gaan, zoo moe ten wij allen, in hechte eenheid, naast een ijverige actie, nog veel meer gaan bidden en offeren. En onze priesters en klooster lingen dienen hierin voorop te gaan. Welke tijd zou beter geschikt zijn voor dat gebed en die offers, dan juist de hei lige Vastentijd. Met het groote ideaal klaar voor onze oógen, met het zwaard van gebed en offer in onze hand, met de warmte der liefde in ons hart, en met het trekkend voorbeeld van den Zaligmaker vóór ons, zullen wij het vertrouwen ook nu niet verliezen, maar vast, en veilig ho pen op de overwinning, welke O. L. Heer ons moge geven. Ja, vertrouwen! En dat is onze tweede vermaning, die Wij u in dit schrijven zoo hartelijk mogelijk willen geven. D. G., vooral toch geen défaitisme. Voor al niet die hopelooze mentaliteit, die ons zou doen gelooven dat de toestand toch reddeloos zou wezen. Alleen gebrek aan geloof, gebrek aan groot Godsvertrouwen, alleen lafheid zou ons daartoe kunnen brengen. En toch, deze moedelooze men taliteit dreigt bij sommigen, misschien zelfs bij velen, en wordt door onze tegen standers stelselmatig aangekweekt. Met dit verderfelijke défaitisme bedoe len en veroordeelen Wij tevens de ge vaarlijke opvatting, dat wij ons zouden moeten terugtrekken op wat men noemt „zuiver kerkelijk terrein". Zeker, Wij wil len ons noch macht noch invloed aanma tigen in zuiver wereldlijke zaken. Wij ge ven gaarne den keizer wat des keizers is. Maar de geestelijke strijd wordt juist uit gevochten in het volle leven, en ook in de wereldlijke zaken gaat het om beginselen. Onder de vijandige stelsels schuilt een wereldbeschouwing. Ook op sociaal, econo misch en staatkundig terrein gelden de wetten van het Evangelie. Wie de Chris telijke wereldbeschouwing niet wil laten verdringen en vergaan, zal haarmoeten prediken en doorvoeren ook op wereldlijk terrein. Waarom Minister Gelissen de ondernemers-overeen komsten in het bakkersbedrijf te Amsterdam en Rotterdam niet bindend wiide verklaren De minister van handel, nijverheid en scheepvaart heeft naar aanleiding van de vraag van den heer Smeenk betreffende de afwijzing, van twee verzoeken van orga nisaties tot algemeene verbindendverkla ring van de ondernemersovereenkomsten in de baksteenindustrie en in de bakkerijen te Amsterdam en te Rotterdam een uitvoe rige uiteenzetting van zijn standpunt gege ven. Wij zullen vandaag geven de ministe- rieele verdediging wat betreft de niet-bin- dendverklaring van de ondernemingsover eenkomsten voor het bakkersbedrijf te Amsterdam en Rotterdam. De kern van.de moeilijkheden in het bak kersbedrijf is hierin gelegen, dat nieu we bakkerijen worden opgericht op plaatsen, waar deze vestiging oeconomisch niet" verantwoord is. Deze nieuwe bakke rijen trachten een afzetgebied te verkrij gen door prijsconcurrentie beneden kost- prijsniveau en door het geven van cadeaux. Deze omstandigheid leidt voor andere bak kerijen tot debiètverlies, tenzij ook deze 'haar prijzen verlagen of cadeaux verstrek ken. Zijn zij hiertoe financieel niet in staat, dan vallen zij af; het bedrijf blijft doorgaans echter bestaan en wordt geëx ploiteerd door een opvolger, wiens bedrijf zich- in dien zelfden geest ontwikkelt. De hierboven geschetste situatie wordt in de hand gewerkt en verscherpt door het slijters- en veüterssysteerri -en door gemak kelijke credietvoorwaarden bij vestiging van bakkerijen vanwege meelfabrikanten en ovenbouwers. Het gevolg van dit alles is ondermijning van den financiéelen weerstand van den broodbakkersstand, .aChteruitgang der kwa liteiten, een te groot en derhalve onderbe zet productie-apparaat. De Nederlandsche Bakkerijstichting ver wachtte door middel van een minimum prijsregeling voor de diverse soorten brood de vestiging van nieuwe bakkerijen, die haar brood tegen dumpingprijzen afzetten, te kunnen tegengaan en verzocht den mi nister tot algemeen verbindendverklaring van daartoe strekkende overeenkomsten voor de gemeenten Amsterdam en Rotter dam over te gaan. Behalve een minimum prijszetting bevat ten de bovenvermelde overeenkomsten te vens speciale voorzieningen in den vorm van het verbod van het geven van cadeaux, een regeling voor de wederverkoopers, een artikel omtrent naleving der Warenwet en verbod van credietverleening aan afne mers. De gedachtengang, welke de kern van deze ondernemersovereenkomst vormt, is dus deze, dat de ongelimiteerde vestiging, welke vooral te wijten is aan de omstandig heid, dat men door ongebreidelde prijscon currentie zich een zeker debiet tracht te veroveren, door het stellen van een mi nimumprijs, wordt tegengegaan. De minister heeft zorgvuldig overwogen, of het inderdaad aannemelijk moest wor den geacht; dat met het door de Nederland sche Bakkerij Stichting aangegeven mid del Het. gestelde doel zou kunnen worden bereikt. Zou het vaststaan, dat door het bepalen van een drempelprijs een einde zou worden gemaaxt aan het opkomen van nieuwe parasitaire concurrentie en het noo- dige selectieproces ook verder voortgang zou vinden, dan zou naar de meening van den minister de algemeen verbindendver klaring daarvan, ondanks de bezwaren, welke nu eenmaal aan de vaststelling van minimumprijzen voor een volksvoedsel als brood zijn verbonden, in ernstige overwe ging dienen te worden genomen. De minister heeft nu juist ten aanzien van de saneerende werking van een mini mum-prijsregeling een geheel andere ver wachting dan de bedrijfsgenooten. Mini mumprijzen voor brood, zelfs al worden zij op een niet te hoog niveau gefixeerd, vor men naar de meening van den minister in plaats van een rem op, eerder een aantrek king voor nieuwe vestiging. Anderzijds zal ook naar zijn meening de minimum-prijs- regehng remmend in plaats van stimulee- rend werken op het afsterven van minder efficiente bedrijven en het wegvallen van de overtollige productiecapaciteit. Waar het antwoord op de vraag naar de saneerende werking, het cssentieele punt van deze ondernemersovereenkomst, ont kennend moest luiden, bestond voor den minister niet de mogelijkheid om de alge meen verbindendverklaring in overweging te nemen. Hout men daanaast nog in het oog, dat een behoorlijke controle op de prij-' zen," vooral voor een product als brood, in de practijk op zeer groote moeilijkheden stiiit," terwijl de mogelijkheid van concur rentie via service, kwaliteit en het verhan delen -van ;bij-artikelen een dergelijke prijs regeling illusoir kan maken, dan zal het naar de meening van den ondergeteekende geen nader betoog behoeven, dat hij den door de bedrijfsgenooten voorgestelden weg niet kon inslaan Ook wanneer de feiten zouden toestaan omtrent de saneerende werking van een minimum-prijsregeling eenig optimisme te koesteren, dan nog zou het onverantwoordelijk moeten worden geacht om bij wijze van experiment aan een dergelijke ondernemerscvereenkomst, welke betrekking heeft op, een voor de volkshuishouding zoo belangrijk artikel, de sanctie der algemeen verbindendverkla ring te verleenen. De belangen van dat deel der bevolking, dat thans het goedkoopst brood betrekt, met andere woorden die van de minst draagkrachtigen zouden zich te gen een dergelijke proefneming ernstig verzetten. Is de minister derhalve van meening, dat algemeen verbindendverklaring van een minimumprijsregeling van brood, welke regeling als een indirecte weg tot het be perken van den vestigingsdrang is be doeld, niet in het algemeen belang kan worden geacht, anderzijds is hij van oor deel, dat het bakkërijbedrijf langs den di recter» weg van beperking der vestigings vrijheid tegen een éuvel, dat voor een groot deel verantwoordelijk is voor de huidige misstanden, dient te worden beschermd. Dit directe middel, hetwelk naar de meening van den minister voor de bedrijfsgenooten ook een veel grooter effect zou sorteeren dan de door hen voorgestelde maatregel van indirecte vestigingsbeperking, zou kunnen worden gevonden door een eventueele toe passing van het thans bij de EefsterKamer der Staten-Gen er aal aanhangige ontwerp- Middenstandsvestigingswet, wanneer dit kracht van wet zou verkrijgen Voor den inmiddels genomen conserva- toiren maatregel op basis van de landbouw- crisiswet, welken de minister in afwachting van de totstandkoming der Middenstands vestigingswet noodzakelijk achtte, moge hij verwijzen naar zi.' antwoord op de vragen van het lid van de Eerste Kamer, den heer Pollema. VOORNAAMSTE NIEUWS De wereld in vogelvlucht Na de val van Malaga zullen we waar schijnlijk wel eenige dagen rust hebben. Het pas veroverde gebied moet worden geconsolideerd en voorbereidingen móeten worden getroffen voor de organisatie van de verdere opmarsch. Hoogstwaarschijn lijk ligt het krijgsbedrijf dus eVen stil in het Zuiden. Inmiddels trekken de vluchte lingen terug naar Almeria. Op den weg lusschen Malaga en Almeria worden zij van het Noorden uit bedreigd door de troepen van generaal Queipo de Llano. Wanneer deze naar Motril zou kunnen op rukken, zou hij daarmee een deel van het terugtrekkende regeeringsleger insluiten. De omsingeling van Madrid wordt door de Spaansche legatie te Den Haag tegen gesproken. Wij hebben gisteren veronder steld, dat de weg van Madrid naar Valen cia slechts door de kanonnen van Franco bedreigd werd en dat schijnt inderdaad zoo te zijn. In dat geval is de isolatie van Madrid nog niet volledig. Het wordt an ders wel benauwd voor de Spaansche hoofdstad. De Spaansche oorlog heeft gisteren nog een uitlooper gehad in de Belgische Ka mer, waar de geachte afgevaardigden met elkander slaags zijn geraakt naar aanlei ding van de uitingen van den voorzitter Huysmans, die in Spanje is geweest en daar nogal zeer partijdige uitlatingen heeft gedaan. Wij hebben er indertijd reeds mel ding van gemaakt en het is begrijpelijk, dat men er verontwaardigd over was in de Belgische Kamer. BUITENLAND. Nog geen klaarheid over de omsingeling van Madrid. (2de blad) Een vechtpartij in de Belgische Kamer. (2de blad). Nieuwe onrust in Palestina. (2de blad). Op een bergweg ten Noorden van Ma nilla is een autobus met 23 inzittenden verongelukt. (1ste -blad). BINNENLAND, H. K. H. Prinses Juliana en Z. K. H- Prins Bernhard zijn gisteravond te Boeda pest aangekomen. (2de blad). Het R. K. Huisvestingscomité te 's Her togenbosch heeft zich tot het centrale co mité gewend met het verzoek de zorg voor de plaatsing van katholieke Spaansche kin deren geheel aan hem over te dragen (2de blad). Minister Gelissen over het niet bindend verklaren van arbeidsovereenkomst bak kersbedrijf. (1ste blad). Te 's Gravenhage hebben gisteravond twee mannen een overval op een post-auto gedaan, welke door kordaat optreden van den besteller mislukte. (1ste blad). Auto-ongeluk te St. Michielsgestel. Een doode, een zwaar gewonde. (2de blad). Bij een overval te Budel is een oude vrouw zwaar gewond. (2de blad). Overstroomingen rond Breda. (2de blad) OMGEVING. Een doodelijk ongeluk te Langeraar. (lste blad). AUTOBUS IN RAVIJN GESTORT. 23 Philippijnen gedood. Uit Manilla wordt gemeld: Op een berg weg in de buurt van de stad Beguio (on geveer 220 K.M. ten Noorden van Manilla) is een autobus in een 70 meter diepe ravijn gestort. De 23 inzittenden, allen Philippij nen, kwamen om het leven. De bergkloof is zeer ontoegankelijk, zoo dat men met de bergingswerkzaamheden groötè moeilijkheden ondervindt. Mislukte overval op een postauto te Den Haag Krachtig verweer van den besteller. Beide daders ontkomen. Gisteravond kwart voor zes stond voor een postagentschap in de Jan Pieterszoon Coenstraat te Den Haag een postauto stü. Toen de besteller van der P. zich naast den auto bevond, werd hij plotseling aan gevallen door twee mannen, die hem een bijtend vocht in de oogen gooiden en hem te lijf gingen met een stok, waarmee de- onverlaten hem op het hoofd en de linker hand sloegen. De besteller bleek voor geen kleintje vervaard te zijn en verkeerde zich hevig tegen zijn aanvallers, die klaarblijke lijk de bedoeling hadden een der postzak ken, die zich in den auto bevonden, te be machtigen. De aanvallers hadden geen succes. Het gelukte hun niet, den besteller te overman nen, noch aan een postzak te raken. De besteller maakte bovendien veel tu mult en riep uit alle macht om hulp. Den beiden daders werd het toen te gevaarlijk. Zij sprongen in een auto, die vlak in de nabijheid stond en reden ijlings weg, zoo dat zij wisten te ontkomen. De auto, waarin zij vluchtten, was ver moedelijk een blauwe Chevrolet 1936 en genummerd H 5554 of H 5557. Nog geen spoor van de daders. Hedenmorgen wordt ons nader gemeld: Het is de politie nog niet gelukt de daders van den overval van gistermiddag op een postauto te arresteeren. De moeilijkheid is, dat de politie met een enkel gegeven moet werken: het nummer van de auto, waarmede de daders zijn ont komen en dat H 5554 zou zijn. Een inwoner van Gouda heeft dit num mer gehad, maar heeft het nu niet meer. Wie het thans bezit? Dit is moeilijk na te gaan. H 5554 is een „slapend nummer" geworden, zooals dit. in de wandeling heet. Een tenslotte dient er rekening mede ge houden te worden, dat de opgave van het autonummer onjuist kan zyn.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1937 | | pagina 1